Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden van toekenning van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening | Besluit van de Waalse Regering betreffende de voorwaarden van toekenning van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening |
---|---|
WAALSE OVERHEIDSDIENST | WAALSE OVERHEIDSDIENST |
14 MEI 2009. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de | 14 MEI 2009. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de |
voorwaarden van toekenning van het budget inzake persoonlijke | voorwaarden van toekenning van het budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening | bijstandsverlening |
De Waalse Regering, | De Waalse Regering, |
Gelet op het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van | Gelet op het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van |
gehandicapte personen, inzonderheid op de artikelen 2, 6, 14, 15 en | gehandicapte personen, inzonderheid op de artikelen 2, 6, 14, 15 en |
19; | 19; |
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 1996 tot | Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 1996 tot |
uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie | uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie |
van gehandicapte personen; | van gehandicapte personen; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 27 |
maart 2009; | maart 2009; |
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 3 | Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 3 |
april 2009; | april 2009; |
Gelet op het advies van het beheerscomité van het "Agence wallonne | Gelet op het advies van het beheerscomité van het "Agence wallonne |
pour l'intégration des personnes handicapées" (Waals agentschap voor | pour l'intégration des personnes handicapées" (Waals agentschap voor |
de integratie van gehandicapte personen), gegeven op 29 januari 2009; | de integratie van gehandicapte personen), gegeven op 29 januari 2009; |
Gelet op het advies van het "Conseil consultatif wallon des personnes | Gelet op het advies van het "Conseil consultatif wallon des personnes |
handicapées" (Waalse adviesraad voor gehandicapte personen), gegeven | handicapées" (Waalse adviesraad voor gehandicapte personen), gegeven |
op 27 januari 2009; | op 27 januari 2009; |
Gelet op het advies 46.396/4 van de Raad van State, gegeven 4 mei | Gelet op het advies 46.396/4 van de Raad van State, gegeven 4 mei |
2009, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op | 2009, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op |
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op de voordracht van de Minister van Gezondheid, Sociale Actie en | Op de voordracht van de Minister van Gezondheid, Sociale Actie en |
Gelijke Kansen, | Gelijke Kansen, |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de |
Artikel 1.Dit besluit regelt overeenkomstig artikel 138 van de |
Grondwet een materie bedoeld in artikel 128, § 1, ervan. | Grondwet een materie bedoeld in artikel 128, § 1, ervan. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° de Minister : het lid van de Regering dat voor het | 1° de Minister : het lid van de Regering dat voor het |
Gehandicaptenbeleid bevoegd is; | Gehandicaptenbeleid bevoegd is; |
2° het Agentschap : het "Agence wallonne pour l'intégration des | 2° het Agentschap : het "Agence wallonne pour l'intégration des |
personnes handicapées"; | personnes handicapées"; |
3° gewestelijk bureau : gewestelijk bureau opgericht krachtens artikel | 3° gewestelijk bureau : gewestelijk bureau opgericht krachtens artikel |
3 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 1996 houdende | 3 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 1996 houdende |
uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie | uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie |
van gehandicapte personen; | van gehandicapte personen; |
4° gehandicapte persoon : de persoon zoals bedoeld in het decreet van | 4° gehandicapte persoon : de persoon zoals bedoeld in het decreet van |
6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen; | 6 april 1995 betreffende de integratie van gehandicapte personen; |
5° rechthebbende : gehandicapte persoon aan wie het agentschap een | 5° rechthebbende : gehandicapte persoon aan wie het agentschap een |
budget inzake persoonlijke bijstandsverlening toekent; | budget inzake persoonlijke bijstandsverlening toekent; |
6° persoonlijke assistent : dienstverstrekker die de prestaties inzake | 6° persoonlijke assistent : dienstverstrekker die de prestaties inzake |
persoonlijke bijstandsverlening verricht; | persoonlijke bijstandsverlening verricht; |
7° prestatie inzake persoonlijke bijstandsverlening : prestatie zoals | 7° prestatie inzake persoonlijke bijstandsverlening : prestatie zoals |
bedoeld in artikel 5; | bedoeld in artikel 5; |
8° geïndividualiseerd ontwerp van tegemoetkoming : het ontwerp zoals | 8° geïndividualiseerd ontwerp van tegemoetkoming : het ontwerp zoals |
bedoeld in artikel 20, vijfde lid, van het decreet van 6 april 1995 | bedoeld in artikel 20, vijfde lid, van het decreet van 6 april 1995 |
betreffende de integratie van gehandicapte personen; | betreffende de integratie van gehandicapte personen; |
9° de coördinatie van een budget inzake persoonlijke | 9° de coördinatie van een budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening : betreft o.a. de evaluatie met de rechthebbende | bijstandsverlening : betreft o.a. de evaluatie met de rechthebbende |
van zijn behoeften aan persoonlijke bijstandsverlening, de opmaking | van zijn behoeften aan persoonlijke bijstandsverlening, de opmaking |
van het dienstplan, de planning en de coördinatie van de diensten en | van het dienstplan, de planning en de coördinatie van de diensten en |
prestaties inzake persoonlijke bijstandsverlening, de bemiddeling | prestaties inzake persoonlijke bijstandsverlening, de bemiddeling |
tussen het Agentschap, de persoonlijke assistenten, hun werkgevers en | tussen het Agentschap, de persoonlijke assistenten, hun werkgevers en |
de rechthebbende of diens wettelijke vertegenwoordigers, de opvolging | de rechthebbende of diens wettelijke vertegenwoordigers, de opvolging |
van het geïndividualiseerd ontwerp van tegemoetkoming en de | van het geïndividualiseerd ontwerp van tegemoetkoming en de |
formulering van voorstellen tot aanpassing van het geïndividualiseerd | formulering van voorstellen tot aanpassing van het geïndividualiseerd |
ontwerp van tegemoetkoming; | ontwerp van tegemoetkoming; |
10° GGMMI : gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen vastgelegd voor | 10° GGMMI : gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen vastgelegd voor |
werknemers die minstens 21 jaar oud zijn, overeenkomstig artikel 3 van | werknemers die minstens 21 jaar oud zijn, overeenkomstig artikel 3 van |
de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43, gesloten op 2 mei 1988 | de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43, gesloten op 2 mei 1988 |
binnen de Nationale Arbeidsraad. | binnen de Nationale Arbeidsraad. |
Art. 3.De persoonlijke bijstandsverlening dient om de onbekwaamheden |
Art. 3.De persoonlijke bijstandsverlening dient om de onbekwaamheden |
van de rechthebbende die aan zijn deficiënties te wijten zijn te | van de rechthebbende die aan zijn deficiënties te wijten zijn te |
compenseren door hem de gevraagde hulp en bijstand te verlenen in de | compenseren door hem de gevraagde hulp en bijstand te verlenen in de |
vorm van financiering van de diensten verstrekt door één of meer | vorm van financiering van de diensten verstrekt door één of meer |
persoonlijke assistenten, met het oog op zijn handhaving in zijn | persoonlijke assistenten, met het oog op zijn handhaving in zijn |
gebruikelijk levensmilieu, de organisatie van zijn dagelijks leven en | gebruikelijk levensmilieu, de organisatie van zijn dagelijks leven en |
het vergemakkelijken van zijn familiale, sociale of beroepsintegratie. | het vergemakkelijken van zijn familiale, sociale of beroepsintegratie. |
Art. 4.Het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening bestaat in |
Art. 4.Het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening bestaat in |
een trekkingsrecht dat op jaarlijkse basis berekend wordt en aan een | een trekkingsrecht dat op jaarlijkse basis berekend wordt en aan een |
gehandicapte persoon toegekend wordt ter dekking van de financiële | gehandicapte persoon toegekend wordt ter dekking van de financiële |
tenlasteneming van het geheel of van een gedeelte van zijn kosten | tenlasteneming van het geheel of van een gedeelte van zijn kosten |
inzake persoonlijke bijstandsverlening en de coördinatie hiervan. | inzake persoonlijke bijstandsverlening en de coördinatie hiervan. |
Het gedeelte van het jaarlijkse trekkingsrecht dat niet gebruikt | Het gedeelte van het jaarlijkse trekkingsrecht dat niet gebruikt |
wordt, mag niet naar het volgende jaar overgedragen worden. | wordt, mag niet naar het volgende jaar overgedragen worden. |
Art. 5.Voor zover ze niet deel uitmaken van de tegemoetkomingen die |
Art. 5.Voor zover ze niet deel uitmaken van de tegemoetkomingen die |
het Agentschap krachtens een andere regelgeving kan verlenen, kunnen | het Agentschap krachtens een andere regelgeving kan verlenen, kunnen |
de prestaties inzake persoonlijke bijstandsverlening de volgende zijn | de prestaties inzake persoonlijke bijstandsverlening de volgende zijn |
: | : |
1° hulpverlening i.v.m. de activiteiten van het dagelijks leven; | 1° hulpverlening i.v.m. de activiteiten van het dagelijks leven; |
2° hulpverlening i.v.m. de activiteiten van het huishoudelijk leven; | 2° hulpverlening i.v.m. de activiteiten van het huishoudelijk leven; |
3° hulpverlening i.v.m. de sociale en vrijetijdsactiviteiten; | 3° hulpverlening i.v.m. de sociale en vrijetijdsactiviteiten; |
4° hulpverlening i.v.m. de beroepsactiviteiten, behalve | 4° hulpverlening i.v.m. de beroepsactiviteiten, behalve |
productieactiviteiten; | productieactiviteiten; |
5° hulpverlening i.v.m. de verplaatsingen in het raam van de | 5° hulpverlening i.v.m. de verplaatsingen in het raam van de |
activiteiten van het dagelijks leven; | activiteiten van het dagelijks leven; |
6° de coördinatie van het geïndividualiseerd ontwerp van | 6° de coördinatie van het geïndividualiseerd ontwerp van |
tegemoetkoming. | tegemoetkoming. |
De volgende prestaties worden niet gedekt door het budget inzake | De volgende prestaties worden niet gedekt door het budget inzake |
persoonlijke bijstandsverlening, alsook de eventuele financiële | persoonlijke bijstandsverlening, alsook de eventuele financiële |
tegemoetkoming betreffende die prestaties die voor rekening van de | tegemoetkoming betreffende die prestaties die voor rekening van de |
rechthebbende gelaten wordt : | rechthebbende gelaten wordt : |
1° de individuele integratiehulp zoals bepaald bij het besluit van de | 1° de individuele integratiehulp zoals bepaald bij het besluit van de |
Waalse Regering van 14 mei 2009 tot bepaling van de | Waalse Regering van 14 mei 2009 tot bepaling van de |
tegemoetkomingsmodaliteiten en -voorwaarden inzake de individuele hulp | tegemoetkomingsmodaliteiten en -voorwaarden inzake de individuele hulp |
verleend voor de integratie van gehandicapte personen; | verleend voor de integratie van gehandicapte personen; |
2° de behandelingen, medische of paramedische examens of therapieën, | 2° de behandelingen, medische of paramedische examens of therapieën, |
al dan niet terugbetaald, al dan niet genomenclatureerd door het | al dan niet terugbetaald, al dan niet genomenclatureerd door het |
RIZIV, of niet erkend; | RIZIV, of niet erkend; |
3° de pedagogische en didactische bijstand tijdens de studies; | 3° de pedagogische en didactische bijstand tijdens de studies; |
4° de prestaties inzake persoonlijke bijstandsverlening aan | 4° de prestaties inzake persoonlijke bijstandsverlening aan |
minderjarigen, niet in verband met deficiënties maar met leeftijd. | minderjarigen, niet in verband met deficiënties maar met leeftijd. |
Art. 6.De prestaties inzake persoonlijke bijstandsverlening die |
Art. 6.De prestaties inzake persoonlijke bijstandsverlening die |
aanmerking komen voor het budget inzake persoonlijke | aanmerking komen voor het budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening worden verricht door : | bijstandsverlening worden verricht door : |
1° diensten erkend door een overheid; | 1° diensten erkend door een overheid; |
2° plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen zoals bedoeld in de | 2° plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen zoals bedoeld in de |
besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke | besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke |
zekerheid der arbeiders; | zekerheid der arbeiders; |
3° ondernemingen die specifiek erkend zijn in het kader van de | 3° ondernemingen die specifiek erkend zijn in het kader van de |
dienstencheques krachtens de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van | dienstencheques krachtens de wet van 20 juli 2001 tot bevordering van |
buurtdiensten en -banen; | buurtdiensten en -banen; |
4° een interimdienst erkend krachtens het decreet van 13 maart 2003 | 4° een interimdienst erkend krachtens het decreet van 13 maart 2003 |
betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus; | betreffende de erkenning van arbeidsbemiddelingsbureaus; |
5° een zelfstandige werknemer wiens hoofdactiviteit bestaat in het | 5° een zelfstandige werknemer wiens hoofdactiviteit bestaat in het |
verstrekken van de prestaties bedoeld in artikel 5, eerste lid; | verstrekken van de prestaties bedoeld in artikel 5, eerste lid; |
6° bij wijze van uitzondering door een vrijwilliger, overeenkomstig de | 6° bij wijze van uitzondering door een vrijwilliger, overeenkomstig de |
wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van wrijwilligers. | wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van wrijwilligers. |
HOOFDSTUK II. - Tegemoetkomingsvoorwaarden | HOOFDSTUK II. - Tegemoetkomingsvoorwaarden |
Art. 7.Het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening is bestemd |
Art. 7.Het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening is bestemd |
voor gehandicapte personen met een aanzienlijk beperkte autonomie. | voor gehandicapte personen met een aanzienlijk beperkte autonomie. |
De autonomie wordt bepaald na evaluatie van de beperkingen van de | De autonomie wordt bepaald na evaluatie van de beperkingen van de |
personen in de volgende activiteiten : | personen in de volgende activiteiten : |
1° activiteiten van het dagelijks leven : | 1° activiteiten van het dagelijks leven : |
a) zich voeden; | a) zich voeden; |
b) zich wassen; | b) zich wassen; |
c) zich kleden; | c) zich kleden; |
d) zijn persoon onderhouden; | d) zijn persoon onderhouden; |
e) de blaasfunctie; | e) de blaasfunctie; |
f) de darmfunctie; | f) de darmfunctie; |
g) wc-gebruik; | g) wc-gebruik; |
2° mobiliteit : | 2° mobiliteit : |
a) overplaatsing; | a) overplaatsing; |
b) binnenshuis lopen; | b) binnenshuis lopen; |
c) het plaatsen van een prothese of orthese; | c) het plaatsen van een prothese of orthese; |
d) zich binnenshuis in een rolstoel verplaatsen; | d) zich binnenshuis in een rolstoel verplaatsen; |
e) de trappen gebruiken; | e) de trappen gebruiken; |
f) buiten rondlopen; | f) buiten rondlopen; |
3° problematische gedragen : | 3° problematische gedragen : |
a) gestereotypeerd gedrag; | a) gestereotypeerd gedrag; |
b) afwijkend sexueel gedrag; | b) afwijkend sexueel gedrag; |
c) storend sociaal gedrag; | c) storend sociaal gedrag; |
d) agressief gedrag van fysische aard jegens anderen; | d) agressief gedrag van fysische aard jegens anderen; |
e) beledigend sociaal gedrag; | e) beledigend sociaal gedrag; |
f) terugtrekkingsgedrag; | f) terugtrekkingsgedrag; |
g) vernielingsgedrag t.o.v. voorwerpen; | g) vernielingsgedrag t.o.v. voorwerpen; |
h) zelfverminkingsgedrag; | h) zelfverminkingsgedrag; |
i) niet-samenwerkings- en provocatiegedrag; | i) niet-samenwerkings- en provocatiegedrag; |
4° communiceren : | 4° communiceren : |
a) zien; | a) zien; |
b) horen; | b) horen; |
c) spreken; | c) spreken; |
5° mentale functies : | 5° mentale functies : |
a) geheugen; | a) geheugen; |
b) oriëntatie; | b) oriëntatie; |
c) begripsvermogen; | c) begripsvermogen; |
d) verstand; | d) verstand; |
6° activiteiten van het huishoudelijk leven : | 6° activiteiten van het huishoudelijk leven : |
a) het huis onderhouden; | a) het huis onderhouden; |
b) de maaltijden bereiden; | b) de maaltijden bereiden; |
c) de boodschappen doen; | c) de boodschappen doen; |
d) de was doen; | d) de was doen; |
e) de telefoon gebruiken; | e) de telefoon gebruiken; |
f) de vervoermiddelen gebruiken; | f) de vervoermiddelen gebruiken; |
g) zijn medicijnen nemen; | g) zijn medicijnen nemen; |
h) zijn budget beheren; | h) zijn budget beheren; |
7° sociale en vrijetijdsactiviteiten; | 7° sociale en vrijetijdsactiviteiten; |
a) zijn rol en verantwoordelijkheid van ouder uitoefenen; | a) zijn rol en verantwoordelijkheid van ouder uitoefenen; |
b) zijn vrije tijd benutten; | b) zijn vrije tijd benutten; |
c) zich naar sociale of vrijetijdsactiviteiten begeven; | c) zich naar sociale of vrijetijdsactiviteiten begeven; |
d) deelnemen aan sociale of vrijetijdsactiviteiten. | d) deelnemen aan sociale of vrijetijdsactiviteiten. |
Het Agentschap bepaalt de modaliteiten en schalen voor de evaluatie | Het Agentschap bepaalt de modaliteiten en schalen voor de evaluatie |
van die beperkingen. | van die beperkingen. |
Art. 8.De voorwaarde inzake de autonomie- en handicapbeperking zoals |
Art. 8.De voorwaarde inzake de autonomie- en handicapbeperking zoals |
bedoeld in artikel 2 van het decreet van 6 april 1995 betreffende de | bedoeld in artikel 2 van het decreet van 6 april 1995 betreffende de |
integratie van gehandicapte personen wordt verondersteld vervuld te | integratie van gehandicapte personen wordt verondersteld vervuld te |
zijn indien de persoon een document overlegt waaruit blijkt dat hij in | zijn indien de persoon een document overlegt waaruit blijkt dat hij in |
aanmerking komt voor : | aanmerking komt voor : |
1° hetzij, krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de | 1° hetzij, krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de |
tegemoetkomingen aan de gehandicapten, een integratietegemoetkoming | tegemoetkomingen aan de gehandicapten, een integratietegemoetkoming |
van categorie 4 (15 of 16 punten) of 5 (17 of 18 punten) of dat hij | van categorie 4 (15 of 16 punten) of 5 (17 of 18 punten) of dat hij |
aan de medische criteria voldoet om in aanmerking te komen voor de | aan de medische criteria voldoet om in aanmerking te komen voor de |
tegemoetkoming van die categorieën; | tegemoetkoming van die categorieën; |
2° hetzij, krachtens de artikelen 47 en 56septies van de | 2° hetzij, krachtens de artikelen 47 en 56septies van de |
gecoördineerde wetten betreffende de gezinsuitkeringen voor | gecoördineerde wetten betreffende de gezinsuitkeringen voor |
loonarbeiders, van uitkeringen verhoogd wegens een handicap of dat hij | loonarbeiders, van uitkeringen verhoogd wegens een handicap of dat hij |
in aanmerking komt voor een toeslag voor kinderen met een aandoening | in aanmerking komt voor een toeslag voor kinderen met een aandoening |
waarvan de ernstgraad gelijk is aan : | waarvan de ernstgraad gelijk is aan : |
a) minstens vier punten in de eerste kolom en 6 punten in de overige | a) minstens vier punten in de eerste kolom en 6 punten in de overige |
kolommen; | kolommen; |
a) minstens vier punten in de eerste kolom en 9 punten in de overige | a) minstens vier punten in de eerste kolom en 9 punten in de overige |
kolommen; | kolommen; |
c) meer dan 11 punten in de drie kolommen. | c) meer dan 11 punten in de drie kolommen. |
HOOFDSTUK III. - Prioriteiten | HOOFDSTUK III. - Prioriteiten |
Art. 9.Binnen de perken van de beschikbare kredieten bepaalt de |
Art. 9.Binnen de perken van de beschikbare kredieten bepaalt de |
Minister jaarlijks, op voorstel van het Agentschap, de prioriteiten | Minister jaarlijks, op voorstel van het Agentschap, de prioriteiten |
voor de toekenning van een budget inzake persoonlijke | voor de toekenning van een budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening. | bijstandsverlening. |
Art. 10.In afwijking van artikel 9 wordt een een budget inzake |
Art. 10.In afwijking van artikel 9 wordt een een budget inzake |
persoonlijke bijstandsverlening in 2009 in onderstaande voorrangorde | persoonlijke bijstandsverlening in 2009 in onderstaande voorrangorde |
toegekend : | toegekend : |
1° aan de personen aan wie het Agentschap bij de inwerkingtreding van | 1° aan de personen aan wie het Agentschap bij de inwerkingtreding van |
dit decreet een budget inzake persoonlijke bijstandsverlening toekent | dit decreet een budget inzake persoonlijke bijstandsverlening toekent |
in het raam van de specifieke initiatieven zoals bedoeld in de | in het raam van de specifieke initiatieven zoals bedoeld in de |
artikelen 45 en 46 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli | artikelen 45 en 46 van het besluit van de Waalse Regering van 4 juli |
1996 tot uitvoering van het decreet van 6 april 1996 betreffende de | 1996 tot uitvoering van het decreet van 6 april 1996 betreffende de |
integratie van gehandicapte personen. Het bedrag van hun budget inzake | integratie van gehandicapte personen. Het bedrag van hun budget inzake |
persoonlijke bijstandsverlening wordt overeenkomstig de bepalingen van | persoonlijke bijstandsverlening wordt overeenkomstig de bepalingen van |
artikel 12 berekend; | artikel 12 berekend; |
2° aan de personen met een evolutieve ziekte opgenomen op onderstaande | 2° aan de personen met een evolutieve ziekte opgenomen op onderstaande |
lijst : | lijst : |
a) amyotrofe lateraalsclerose (ALS); | a) amyotrofe lateraalsclerose (ALS); |
b) primaire lateraalsclerose (PLS); | b) primaire lateraalsclerose (PLS); |
c) progressieve spino musculaire atrofie; | c) progressieve spino musculaire atrofie; |
d) corticobasale degeneratie; | d) corticobasale degeneratie; |
e) multisysteematrofie (MSA); | e) multisysteematrofie (MSA); |
f) progressieve supranucleaire verlamming (PSP); | f) progressieve supranucleaire verlamming (PSP); |
3° aan de personen met het hoogste aantal punten op de schalen voor de | 3° aan de personen met het hoogste aantal punten op de schalen voor de |
bepaling van de autonomie zoals bedoeld in artikel 7 en wier gezin of | bepaling van de autonomie zoals bedoeld in artikel 7 en wier gezin of |
entourage niet meer in staat is om de tenlasteneming op duurzame wijze | entourage niet meer in staat is om de tenlasteneming op duurzame wijze |
waar te nemen. | waar te nemen. |
Indien binnen dezelfde prioriteitencategorie bedoeld in hetzelfde lid | Indien binnen dezelfde prioriteitencategorie bedoeld in hetzelfde lid |
van dit artikel verschillende personen in aanmerking komen voor de | van dit artikel verschillende personen in aanmerking komen voor de |
toekenning van een budget inzake persoonlijke bijstandsverlening, | toekenning van een budget inzake persoonlijke bijstandsverlening, |
geldt, al naar gelang van de beschikbare kredieten, de datum van | geldt, al naar gelang van de beschikbare kredieten, de datum van |
indiening van de aanvraag als arbitragecriterium. | indiening van de aanvraag als arbitragecriterium. |
HOOFDSTUK IV. - Indiening van de aanvraag | HOOFDSTUK IV. - Indiening van de aanvraag |
Art. 11.De kandidaat-rechthebbende, of diens wettelijke |
Art. 11.De kandidaat-rechthebbende, of diens wettelijke |
vertegenwoordigers, richt bij aangetekend schrijven een gemotiveerde | vertegenwoordigers, richt bij aangetekend schrijven een gemotiveerde |
aanvraag tot toekenning van het budget inzake persoonlijke | aanvraag tot toekenning van het budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening aan een gewestelijk bureau. De persoon verstrekt | bijstandsverlening aan een gewestelijk bureau. De persoon verstrekt |
ook een raming van het aantal uren dat nodig is voor elke prestatie | ook een raming van het aantal uren dat nodig is voor elke prestatie |
inzake persoonlijke bijstandsverlening, alsook de organisatiewijze die | inzake persoonlijke bijstandsverlening, alsook de organisatiewijze die |
voor de coördinatie overwogen wordt. | voor de coördinatie overwogen wordt. |
Het Agentschap bepaalt het model van de tussenkomstaanvraag. | Het Agentschap bepaalt het model van de tussenkomstaanvraag. |
HOOFDSTUK V. - Beslissing | HOOFDSTUK V. - Beslissing |
Art. 12.De beslissing van het Agentschap vermeldt de duur van de |
Art. 12.De beslissing van het Agentschap vermeldt de duur van de |
tussenkomst en het jaarlijkse maximumbedrag van het budget inzake | tussenkomst en het jaarlijkse maximumbedrag van het budget inzake |
persoonlijke bijstandsverlening. | persoonlijke bijstandsverlening. |
De niet cumuleerbare jaarlijkse maximumbedragen zijn de volgende : | De niet cumuleerbare jaarlijkse maximumbedragen zijn de volgende : |
1° voor dag- en nachthulp : 35.000 euro; | 1° voor dag- en nachthulp : 35.000 euro; |
2° voor dag- en weekendhulp : 20.000 euro; | 2° voor dag- en weekendhulp : 20.000 euro; |
3° voor daghulp : 15.000 euro; | 3° voor daghulp : 15.000 euro; |
4° voor een hulpverlening bij verplaatsingen : 5.000 euro. | 4° voor een hulpverlening bij verplaatsingen : 5.000 euro. |
Die bedragen worden jaarlijks op 1 januari (jaar n) d.m.v. van | Die bedragen worden jaarlijks op 1 januari (jaar n) d.m.v. van |
onderstaande formule aangepast aan het indexcijfer van de | onderstaande formule aangepast aan het indexcijfer van de |
consumptieprijzen bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit | consumptieprijzen bedoeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit |
van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot | van 24 december 1993 tot uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot |
vrijwaring van de concurrentie van het land, hierna gezondheidsindex | vrijwaring van de concurrentie van het land, hierna gezondheidsindex |
genoemd : | genoemd : |
Bedrag van kracht op 31 december van het jaar n - 1 x gezondheidsindex | Bedrag van kracht op 31 december van het jaar n - 1 x gezondheidsindex |
van de maand december van het jaar n - 1 | van de maand december van het jaar n - 1 |
gezondheidsindex van de maand december van het jaar n - 2. | gezondheidsindex van de maand december van het jaar n - 2. |
Art. 13.Voor elke rechthebbende op het budget inzake persoonlijke |
Art. 13.Voor elke rechthebbende op het budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening wordt een geïndividualiseerd ontwerp van | bijstandsverlening wordt een geïndividualiseerd ontwerp van |
tegemoetkoming door het Agentschap opgemaakt in overleg met de | tegemoetkoming door het Agentschap opgemaakt in overleg met de |
rechthebbende, of met diens wettelijke vertegenwoordigers, alsook, | rechthebbende, of met diens wettelijke vertegenwoordigers, alsook, |
desgevallend, met een coördinator van het ontwerp. | desgevallend, met een coördinator van het ontwerp. |
Art. 14.Het geïndividualiseerd ontwerp van tegemoetkoming betreffende |
Art. 14.Het geïndividualiseerd ontwerp van tegemoetkoming betreffende |
het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening bevat : | het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening bevat : |
1° het aantal uren dat nodig is voor elke prestatie inzake | 1° het aantal uren dat nodig is voor elke prestatie inzake |
persoonlijke bijstandsverlening; | persoonlijke bijstandsverlening; |
2° de plaats van de prestaties; | 2° de plaats van de prestaties; |
3° de frequentie ervan; | 3° de frequentie ervan; |
4° de nauwkeurige identificatie van elke dienstverstrekker; | 4° de nauwkeurige identificatie van elke dienstverstrekker; |
5° de kost van elke prestatie. | 5° de kost van elke prestatie. |
Het geïndividualiseerd ontwerp van tegemoetkoming wordt op verzoek van | Het geïndividualiseerd ontwerp van tegemoetkoming wordt op verzoek van |
de rechthebbende of van diens wettelijke vertegenwoordigers | de rechthebbende of van diens wettelijke vertegenwoordigers |
geactualiseerd in overleg met het Agentschap en, desgevallend, met de | geactualiseerd in overleg met het Agentschap en, desgevallend, met de |
coördinator van het ontwerp. | coördinator van het ontwerp. |
Art. 15.De rechthebbende, of diens wettelijke vertegenwoordigers, |
Art. 15.De rechthebbende, of diens wettelijke vertegenwoordigers, |
staat zelf in voor de coördinatie van zijn geïndividualiseerd ontwerp | staat zelf in voor de coördinatie van zijn geïndividualiseerd ontwerp |
van tegemoetkoming of doet een beroep op een coördinator van het | van tegemoetkoming of doet een beroep op een coördinator van het |
ontwerp van tegemoetkomingen die hij kiest onder de door het | ontwerp van tegemoetkomingen die hij kiest onder de door het |
Agentschap erkende diensten, alsook de sociale dienstcentra van de | Agentschap erkende diensten, alsook de sociale dienstcentra van de |
ziekenfondsen, de O.C.M.W.'s, de centrales voor de coördinatie van | ziekenfondsen, de O.C.M.W.'s, de centrales voor de coördinatie van |
thuisverzorging, de verenigingen met een expertise inzake de | thuisverzorging, de verenigingen met een expertise inzake de |
coördinatie van persoonlijke bijstandsverlening of van thuiszorg- en | coördinatie van persoonlijke bijstandsverlening of van thuiszorg- en |
-hulpverlening en de representatieve verenigingen van de gehandicapte | -hulpverlening en de representatieve verenigingen van de gehandicapte |
personen die door de Minister erkend zijn. | personen die door de Minister erkend zijn. |
De coördinator stelt desnoods aanpassingen van het geïndividualiseerd | De coördinator stelt desnoods aanpassingen van het geïndividualiseerd |
ontwerp van tegemoetkoming voor en ziet toe op de uitvoering ervan. | ontwerp van tegemoetkoming voor en ziet toe op de uitvoering ervan. |
De coördinator treedt ook als bemiddelaar op tussen het Agentschap, de | De coördinator treedt ook als bemiddelaar op tussen het Agentschap, de |
persoonlijke assistenten, hun werkgevers en de rechthebbende of diens | persoonlijke assistenten, hun werkgevers en de rechthebbende of diens |
wettelijke vertegenwoordigers. | wettelijke vertegenwoordigers. |
Hij mag niet in dienst zijn van een werkgever die een persoonlijke | Hij mag niet in dienst zijn van een werkgever die een persoonlijke |
assistent verschaft. | assistent verschaft. |
HOOFDSTUK VI. - Financiële modaliteiten | HOOFDSTUK VI. - Financiële modaliteiten |
Art. 16.Het Agentschap zorgt voor de betaling van de prestaties van |
Art. 16.Het Agentschap zorgt voor de betaling van de prestaties van |
de dienstverstrekkers op basis van de bewijsstukken van de uitvoering | de dienstverstrekkers op basis van de bewijsstukken van de uitvoering |
van de prestaties of van de betalingen, die maandelijks of om de drie | van de prestaties of van de betalingen, die maandelijks of om de drie |
maanden overgelegd worden door de dienstverstrekker(s) of de | maanden overgelegd worden door de dienstverstrekker(s) of de |
rechthebbenden zelf. | rechthebbenden zelf. |
Art. 17.Voor de prestaties verstrekt d.m.v. dienstencheques, |
Art. 17.Voor de prestaties verstrekt d.m.v. dienstencheques, |
ALE-cheques, gezinshelpsters, kan het Agentschap op verzoek van de | ALE-cheques, gezinshelpsters, kan het Agentschap op verzoek van de |
rechthebbenden een voorschot toekennen. Dat voorschot is gelijk aan 75 | rechthebbenden een voorschot toekennen. Dat voorschot is gelijk aan 75 |
% van het jaarbedrag waarin het geïndividualiseerd ontwerp van | % van het jaarbedrag waarin het geïndividualiseerd ontwerp van |
tegemoetkoming voor die prestaties voorziet. | tegemoetkoming voor die prestaties voorziet. |
Dat voorschot kan ook toegekend worden aan de rechthebbenden aan wie | Dat voorschot kan ook toegekend worden aan de rechthebbenden aan wie |
het Agentschap het recht heeft verleend om hun persoonlijke | het Agentschap het recht heeft verleend om hun persoonlijke |
assistenten rechtstreeks zonder bemiddeling van het Agentschap in | assistenten rechtstreeks zonder bemiddeling van het Agentschap in |
dienst te nemen, na te zijn nagegaan of ze in staat zijn hun budget | dienst te nemen, na te zijn nagegaan of ze in staat zijn hun budget |
zelf te beheren. | zelf te beheren. |
Na afloop van een jaar betaalt het Agentschap het verschuldigde saldo | Na afloop van een jaar betaalt het Agentschap het verschuldigde saldo |
of gaat het over tot de regularisatie van het niet uitgegeven | of gaat het over tot de regularisatie van het niet uitgegeven |
voorschot. | voorschot. |
De in artikel 6, 6°, bedoelde activiteiten van de vrijwilliger worden | De in artikel 6, 6°, bedoelde activiteiten van de vrijwilliger worden |
niet bezoldigd; alleen zijn reële kosten worden terugbetaald. | niet bezoldigd; alleen zijn reële kosten worden terugbetaald. |
Art. 18.Wanneer de rechthebbende een beroep doet op een coördinator |
Art. 18.Wanneer de rechthebbende een beroep doet op een coördinator |
van het ontwerp van tegemoetkoming, wordt de kost van de coördinatie, | van het ontwerp van tegemoetkoming, wordt de kost van de coördinatie, |
beperkt tot 5 % van het door het Agentschap bepaalde maximumjaarbedrag | beperkt tot 5 % van het door het Agentschap bepaalde maximumjaarbedrag |
van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening, aan dat | van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening, aan dat |
maximumjaarbedrag toegevoegd. | maximumjaarbedrag toegevoegd. |
Art. 19.In het kader van het budget inzake persoonlijke |
Art. 19.In het kader van het budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening kan maximum 5 % onrechtstreekse kosten in | bijstandsverlening kan maximum 5 % onrechtstreekse kosten in |
aanmerking genomen worden. Die kosten worden in het maximumjaarbedrag | aanmerking genomen worden. Die kosten worden in het maximumjaarbedrag |
meegerekend. | meegerekend. |
Onder onrechtstreekse kosten wordt verstaan de kosten die de | Onder onrechtstreekse kosten wordt verstaan de kosten die de |
dienstverstrekker voor zijn externe activiteiten maakt. Het Agentschap | dienstverstrekker voor zijn externe activiteiten maakt. Het Agentschap |
bepaalt de lijst van de toelaatbare onrechtstreekse kosten. De | bepaalt de lijst van de toelaatbare onrechtstreekse kosten. De |
persoonlijke uitgaven van de gehandicapte persoon mogen niet | persoonlijke uitgaven van de gehandicapte persoon mogen niet |
meegerekend worden in het budget inzake persoonlijke | meegerekend worden in het budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening. | bijstandsverlening. |
HOOFDSTUK VII. - Financiële bijdrage van de rechthebbende | HOOFDSTUK VII. - Financiële bijdrage van de rechthebbende |
Art. 20.De rechthebbende draagt naar gelang van zijn inkomens |
Art. 20.De rechthebbende draagt naar gelang van zijn inkomens |
financieel bij in de kost van de prestaties inzake persoonlijke | financieel bij in de kost van de prestaties inzake persoonlijke |
bijstandsverlening zoals bedoeld in artikel 5. | bijstandsverlening zoals bedoeld in artikel 5. |
Art. 21.Onder inkomens wordt verstaan het geheel van de belastbare |
Art. 21.Onder inkomens wordt verstaan het geheel van de belastbare |
inkomens van de rechthebbende en van diens wettelijke | inkomens van de rechthebbende en van diens wettelijke |
vertegenwoordigers die in aanmerking genomen worden inzake de | vertegenwoordigers die in aanmerking genomen worden inzake de |
personenbelasting en zoals ze voorkomen op het aanslagbiljet van de | personenbelasting en zoals ze voorkomen op het aanslagbiljet van de |
natuurlijke personen betreffende het laatste aanslagjaar voor het jaar | natuurlijke personen betreffende het laatste aanslagjaar voor het jaar |
van de aanvraag tot toekenning van een budget inzake persoonlijke | van de aanvraag tot toekenning van een budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening. | bijstandsverlening. |
Art. 22.De financiële bijdrage van de rechthebbende wordt berekend |
Art. 22.De financiële bijdrage van de rechthebbende wordt berekend |
naar rato van het gedeelte van het jaarlijkse trekkingsrecht dat hij | naar rato van het gedeelte van het jaarlijkse trekkingsrecht dat hij |
gebruikt. | gebruikt. |
De coördinatiekosten bedoeld in artikel 18 en de onrechtstreekse | De coördinatiekosten bedoeld in artikel 18 en de onrechtstreekse |
kosten bedoeld in artikel 19 worden niet in aanmerking genomen bij de | kosten bedoeld in artikel 19 worden niet in aanmerking genomen bij de |
berekening van de financiële bijdrage van de rechthebbende. | berekening van de financiële bijdrage van de rechthebbende. |
Art. 23.§ 1. Voor de berekening van zijn financiële bijdrage laat de |
Art. 23.§ 1. Voor de berekening van zijn financiële bijdrage laat de |
rechthebbende zijn aanvraag vergezeld gaan van een afschrift van het | rechthebbende zijn aanvraag vergezeld gaan van een afschrift van het |
laatste aanslagbiljet van de personenbelasting en, indien hij geen | laatste aanslagbiljet van de personenbelasting en, indien hij geen |
aanslagbiljet ontvangen heeft, van een attest dat het gebrek aan | aanslagbiljet ontvangen heeft, van een attest dat het gebrek aan |
aanslagbiljet bevestigt. | aanslagbiljet bevestigt. |
De rechthebbende bezorgt het Agentschap jaarkijks een afschrift van | De rechthebbende bezorgt het Agentschap jaarkijks een afschrift van |
het laatste aanslagbiljet van de personenbelasting en, indien hij geen | het laatste aanslagbiljet van de personenbelasting en, indien hij geen |
aanslagbiljet ontvangen heeft, een attest dat het gebrek aan | aanslagbiljet ontvangen heeft, een attest dat het gebrek aan |
aanslagbiljet bevestigt. Het bedrag van de financiële bijdrage van de | aanslagbiljet bevestigt. Het bedrag van de financiële bijdrage van de |
rechthebbende wordt aangepast op de verjaardag van de toekenning van | rechthebbende wordt aangepast op de verjaardag van de toekenning van |
het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening. | het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening. |
§ 2. Indien de rechthebbende meerderjarig is, worden de inkomens van | § 2. Indien de rechthebbende meerderjarig is, worden de inkomens van |
zijn eventuele samenwonende, die woonachtig is op zijn adres, in | zijn eventuele samenwonende, die woonachtig is op zijn adres, in |
aanmerking genomen. | aanmerking genomen. |
§ 3. Indien de rechthebbende minderjarig is of onder verlengd | § 3. Indien de rechthebbende minderjarig is of onder verlengd |
minderjarigheidsstatuut staat, gaat het om zijn eigen inkomens, alsook | minderjarigheidsstatuut staat, gaat het om zijn eigen inkomens, alsook |
om de inkomens van zijn wettelijke vertegenwoordigers indien ze | om de inkomens van zijn wettelijke vertegenwoordigers indien ze |
woonachtig zijn op zijn adres. | woonachtig zijn op zijn adres. |
§ 4. In afwijking van artikel 20 wordt de rechthebbende wiens | § 4. In afwijking van artikel 20 wordt de rechthebbende wiens |
maandinkomens lager zijn dan het GGMMI van financiële bijdrage | maandinkomens lager zijn dan het GGMMI van financiële bijdrage |
vrijgesteld. | vrijgesteld. |
Art. 24.De bijdrage van de rechthebbende bedraagt : |
Art. 24.De bijdrage van de rechthebbende bedraagt : |
1° 1 % van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening voor | 1° 1 % van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening voor |
maandinkomens tussen 1 en 1,33 maal het GGMMI; | maandinkomens tussen 1 en 1,33 maal het GGMMI; |
2° 2 % van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening voor | 2° 2 % van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening voor |
maandinkomens tussen 1,33 en 1,66 maal het GGMMI; | maandinkomens tussen 1,33 en 1,66 maal het GGMMI; |
3° 3 % van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening voor | 3° 3 % van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening voor |
maandinkomens tussen 1,66 en 2 maal het GGMMI; | maandinkomens tussen 1,66 en 2 maal het GGMMI; |
4° 4 % van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening voor | 4° 4 % van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening voor |
maandinkomens tussen 2 en 2,5 maal het GGMMI; | maandinkomens tussen 2 en 2,5 maal het GGMMI; |
5° 5 % van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening voor | 5° 5 % van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening voor |
maandinkomens die 2,5 maal hoger zijn dan het GGMMI. | maandinkomens die 2,5 maal hoger zijn dan het GGMMI. |
HOOFDSTUK VIII. - Opschorting van de toekenning van het budget inzake | HOOFDSTUK VIII. - Opschorting van de toekenning van het budget inzake |
persoonlijke bijstandsverlening | persoonlijke bijstandsverlening |
Art 25. De toekenning van het budget inzake persoonlijke | Art 25. De toekenning van het budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening wordt opgeschort vanaf de eerste dag van de maand | bijstandsverlening wordt opgeschort vanaf de eerste dag van de maand |
die volgt op de voltijdse opneming in een ziekenhuis, een rusthuis of | die volgt op de voltijdse opneming in een ziekenhuis, een rusthuis of |
een rust- en verzorgingstehuis, een functionele heraanpassingscentrum, | een rust- en verzorgingstehuis, een functionele heraanpassingscentrum, |
een residentiële dienst erkend door het Agentschap, een dienst die de | een residentiële dienst erkend door het Agentschap, een dienst die de |
toestemming van het Agentschap heeft om te werken. Hetzelfde geldt | toestemming van het Agentschap heeft om te werken. Hetzelfde geldt |
voor soortgelijke diensten gevestigd op het grondgebied van een andere | voor soortgelijke diensten gevestigd op het grondgebied van een andere |
Gemeenschap of van een ander Gewest of in het buitenland. | Gemeenschap of van een ander Gewest of in het buitenland. |
De rechthebbende op een budget inzake persoonlijke bijstandsverlening | De rechthebbende op een budget inzake persoonlijke bijstandsverlening |
bezorgt het Agentschap een document ter bevestiging van zijn opneming | bezorgt het Agentschap een document ter bevestiging van zijn opneming |
in een ziekenhuis, een rusthuis of een rust- en verzorgingstehuis, een | in een ziekenhuis, een rusthuis of een rust- en verzorgingstehuis, een |
functionele heraanpassingscentrum, een residentiële dienst erkend door | functionele heraanpassingscentrum, een residentiële dienst erkend door |
het Agentschap, een dienst die de toestemming van het Agentschap heeft | het Agentschap, een dienst die de toestemming van het Agentschap heeft |
om te werken. Hij maakt dat document over voor het einde van de eerste | om te werken. Hij maakt dat document over voor het einde van de eerste |
maand verblijf in één van die diensten. De niet-inachtneming van die | maand verblijf in één van die diensten. De niet-inachtneming van die |
bepaling heeft de stopzetting van de toekenning van het budget inzake | bepaling heeft de stopzetting van de toekenning van het budget inzake |
persoonlijke bijstandsverlening tot gevolg. | persoonlijke bijstandsverlening tot gevolg. |
Meer dan zes maanden ononderbroken opneming in een instelling of een | Meer dan zes maanden ononderbroken opneming in een instelling of een |
dienst bedoeld in de vorige paragraaf heeft de opschorting van de | dienst bedoeld in de vorige paragraaf heeft de opschorting van de |
toekenning van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening tot | toekenning van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening tot |
gevolg, tenzij binnen de maand een vertrekattest overgelegd wordt. | gevolg, tenzij binnen de maand een vertrekattest overgelegd wordt. |
HOOFDSTUK IX. - Stopzetting van de toekenning van het budget inzake | HOOFDSTUK IX. - Stopzetting van de toekenning van het budget inzake |
persoonlijke bijstandsverlening | persoonlijke bijstandsverlening |
Art. 26.De rechthebbende kan het budget inzake persoonlijke |
Art. 26.De rechthebbende kan het budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening per post opzeggen, mits opzegging van drie maanden. | bijstandsverlening per post opzeggen, mits opzegging van drie maanden. |
Binnen dezelfde termijn kan het Agentschap ook een eind maken aan de | Binnen dezelfde termijn kan het Agentschap ook een eind maken aan de |
toekenning van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening | toekenning van het budget inzake persoonlijke bijstandsverlening |
indien de algemene tegemoetkomingsvoorwaarden bedoeld in artikel 16, § | indien de algemene tegemoetkomingsvoorwaarden bedoeld in artikel 16, § |
1, van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van | 1, van het decreet van 6 april 1995 betreffende de integratie van |
gehandicapte personen of de specifieke tegemoetkomingsvoorwaarden | gehandicapte personen of de specifieke tegemoetkomingsvoorwaarden |
bedoeld in hoofdstuk II en III niet meer vervuld zijn. | bedoeld in hoofdstuk II en III niet meer vervuld zijn. |
HOOFDSTUK X. - Overgangs- en slotbepalingen | HOOFDSTUK X. - Overgangs- en slotbepalingen |
Art. 27.Wat betreft het jaar van inwerkingtreding van dit besluit |
Art. 27.Wat betreft het jaar van inwerkingtreding van dit besluit |
worden de aanvragen tot toekenning van het budget inzake persoonlijke | worden de aanvragen tot toekenning van het budget inzake persoonlijke |
bijstandsverlening d.m.v. het gepaste formulier aan de gewestelijke | bijstandsverlening d.m.v. het gepaste formulier aan de gewestelijke |
bureaus van het Agentschap gericht uiterlijk de laatste dag van de | bureaus van het Agentschap gericht uiterlijk de laatste dag van de |
derde maand na de bekendmaking van dit besluit. | derde maand na de bekendmaking van dit besluit. |
Alle aanvragen worden door het Agentschap onderzocht en de budgetten | Alle aanvragen worden door het Agentschap onderzocht en de budgetten |
inzake persoonlijke bijstandsverlening worden, binnen de perken van de | inzake persoonlijke bijstandsverlening worden, binnen de perken van de |
beschikbare begrotingskredieten, toegekend op basis van de | beschikbare begrotingskredieten, toegekend op basis van de |
prioriteiten waarin het Agentschap ter uitvoering van artikel 9 | prioriteiten waarin het Agentschap ter uitvoering van artikel 9 |
voorziet. | voorziet. |
Voor zover de beschikbare kredieten het toelaten, worden de aanvragen | Voor zover de beschikbare kredieten het toelaten, worden de aanvragen |
die na de toegestane termijn en voor het einde van het jaar van | die na de toegestane termijn en voor het einde van het jaar van |
inwerkingtreding van dit besluit ingediend worden in aanmerking | inwerkingtreding van dit besluit ingediend worden in aanmerking |
genomen en onderzocht. | genomen en onderzocht. |
Art. 28.Artikel 5, 1°, van het besluit van de Waalse Regering van 4 |
Art. 28.Artikel 5, 1°, van het besluit van de Waalse Regering van 4 |
juli 1996 tot uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende | juli 1996 tot uitvoering van het decreet van 6 april 1995 betreffende |
de integratie van gehandicapte personen wordt aangevuld als volgt : | de integratie van gehandicapte personen wordt aangevuld als volgt : |
"f) een budget inzake persoonlijke bijstandsverlening". | "f) een budget inzake persoonlijke bijstandsverlening". |
Art. 29.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand |
Art. 29.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand |
die volgt op de vervaldatum van een termijn van tien dagen die ingaat | die volgt op de vervaldatum van een termijn van tien dagen die ingaat |
op de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. | op de dag na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 30.De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen |
Art. 30.De Minister van Gezondheid, Sociale Actie en Gelijke Kansen |
is belast met de uitvoering van dit besluit. | is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Namen, 14 mei 1999. | Namen, 14 mei 1999. |
De Minister-President, | De Minister-President, |
R. DEMOTTE | R. DEMOTTE |