Besluit van de Waalse Regering betreffende de auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese Fondsen | Besluit van de Waalse Regering betreffende de auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese Fondsen |
---|---|
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST |
8 FEBRUARI 2002. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de | 8 FEBRUARI 2002. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de |
auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese Fondsen | auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese Fondsen |
De Waalse Regering, | De Waalse Regering, |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1; | instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1; |
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 | Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 |
houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van het Gewest; | houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van het Gewest; |
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 | Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 |
betreffende de kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, | betreffende de kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, |
gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001; | gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001; |
Gelet op het koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van | Gelet op het koninklijk besluit van 28 april 1998 tot organisatie van |
het interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën; | het interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën; |
Gelet op de Verordening (EG) nr. 2064/97 van de Commissie van 15 | Gelet op de Verordening (EG) nr. 2064/97 van de Commissie van 15 |
oktober 1997 betreffende de financiële controle door de lidstaten op | oktober 1997 betreffende de financiële controle door de lidstaten op |
de verrichtingen die door de Structuurfondsen medegefinancierd worden, | de verrichtingen die door de Structuurfondsen medegefinancierd worden, |
inzonderheid op artikel 8; | inzonderheid op artikel 8; |
Gelet op de Verordening (EG) nr. 438/2001 van de Commissie van 2 maart | Gelet op de Verordening (EG) nr. 438/2001 van de Commissie van 2 maart |
2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) | 2001 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) |
nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de beheers- en | nr. 1260/1999 van de Raad met betrekking tot de beheers- en |
controlesystemen voor uit de structuurfondsen toegekende bijstand, | controlesystemen voor uit de structuurfondsen toegekende bijstand, |
inzonderheid op de artikelen 10 t.e.m. 17; | inzonderheid op de artikelen 10 t.e.m. 17; |
Gelet op Verordening (EG) nr. 1663/95 van de Commissie van 7 juli 1995 | Gelet op Verordening (EG) nr. 1663/95 van de Commissie van 7 juli 1995 |
houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 729/70 | houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EEG) nr. 729/70 |
(vervangen door Verordening (EG) nr. 1258/1999) aangaande de procedure | (vervangen door Verordening (EG) nr. 1258/1999) aangaande de procedure |
inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling | inzake de goedkeuring van de rekeningen van het EOGFL, afdeling |
Garantie, inzonderheid op artikel 3; | Garantie, inzonderheid op artikel 3; |
Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 26 maart 1998 | Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 26 maart 1998 |
betreffende de financiële controle van de verrichtingen die | betreffende de financiële controle van de verrichtingen die |
medegefinancierd worden door de Structuurfondsen en de | medegefinancierd worden door de Structuurfondsen en de |
bestuursovereenkomst die op 7 september 1998 afgesloten is tussen de | bestuursovereenkomst die op 7 september 1998 afgesloten is tussen de |
Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap, enerzijds, | Waalse Regering en de Regering van de Franse Gemeenschap, enerzijds, |
en het interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën, anderzijds, | en het interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën, anderzijds, |
voor de uitvoering van een auditopdracht betreffende de beheers- en | voor de uitvoering van een auditopdracht betreffende de beheers- en |
controlesystemen van de programma's die medegefinancierd worden door | controlesystemen van de programma's die medegefinancierd worden door |
de Europese Structuurfondsen; | de Europese Structuurfondsen; |
Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 14 september 2000 | Gelet op de beslissing van de Waalse Regering van 14 september 2000 |
betreffende het EOGFL, afdeling « Garantie », erkenning van een | betreffende het EOGFL, afdeling « Garantie », erkenning van een |
betaalorganisme en aanwijzing van een organisme voor certificering van | betaalorganisme en aanwijzing van een organisme voor certificering van |
de jaarrekeningen, en de bestuursovereenkomst van 7 december 2000 | de jaarrekeningen, en de bestuursovereenkomst van 7 december 2000 |
tussen de Waalse Regering en het Korps van de Inspectie van Financiën | tussen de Waalse Regering en het Korps van de Inspectie van Financiën |
voor de uitvoering van een certificeringsopdracht betreffende de | voor de uitvoering van een certificeringsopdracht betreffende de |
uitgavenrekeningen van het EOGFL, afdeling « Garantie », voor de | uitgavenrekeningen van het EOGFL, afdeling « Garantie », voor de |
acties betreffende de plattelandsontwikkeling; | acties betreffende de plattelandsontwikkeling; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 |
januari 2002; | januari 2002; |
Gelet de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 | Gelet de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 |
januari 2002; | januari 2002; |
Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op | Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op |
23 januari 2002; | 23 januari 2002; |
Gelet op het protocol nr. 344 van het Sectorcomité XVI, opgesteld op 1 | Gelet op het protocol nr. 344 van het Sectorcomité XVI, opgesteld op 1 |
februari 2002; | februari 2002; |
Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 |
augustus 1996; | augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat de Waalse Regering om haar verplichtingen na te leven | Overwegende dat de Waalse Regering om haar verplichtingen na te leven |
tegenover het interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën voor | tegenover het interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën voor |
de financiële controle over de verrichtingen die medegefinancierd | de financiële controle over de verrichtingen die medegefinancierd |
worden door de Structuurfondsen en voor de certificering van de | worden door de Structuurfondsen en voor de certificering van de |
rekeningen van het organisme dat de bijstand van het EOFGL, afdeling « | rekeningen van het organisme dat de bijstand van het EOFGL, afdeling « |
Garantie », betaalt, sommige leden van haar personeel ter beschikking | Garantie », betaalt, sommige leden van haar personeel ter beschikking |
van de Inspectie van Financiën moet stellen; | van de Inspectie van Financiën moet stellen; |
Overwegende dat er een regelgevende grondslag verleend dient te worden | Overwegende dat er een regelgevende grondslag verleend dient te worden |
aan bedoelde terbeschikkingstelling van het personeel en dat het | aan bedoelde terbeschikkingstelling van het personeel en dat het |
huidige personeel bevestigd dient te worden met het oog op de | huidige personeel bevestigd dient te worden met het oog op de |
verwezenlijking binnen de voorgeschreven termijn van de | verwezenlijking binnen de voorgeschreven termijn van de |
auditwerkzaamheden die onontbeerlijk zijn voor de uitgifte van de | auditwerkzaamheden die onontbeerlijk zijn voor de uitgifte van de |
verklaringen bedoeld in de artikelen 8 van de Verordening (EG) nr. | verklaringen bedoeld in de artikelen 8 van de Verordening (EG) nr. |
2046/97 en 3 van de Verordening (EG) nr. 1663/95; dat bedoelde | 2046/97 en 3 van de Verordening (EG) nr. 1663/95; dat bedoelde |
verklaringen onvoorwaardelijk afgeleverd dienen te worden tussen 30 | verklaringen onvoorwaardelijk afgeleverd dienen te worden tussen 30 |
juni 2002 en 31 maart 2003 voor wat betreft het tijdsbestek 1994-1999 | juni 2002 en 31 maart 2003 voor wat betreft het tijdsbestek 1994-1999 |
van de Structuurfondsen, en op 10 februari van elk jaar wat betreft | van de Structuurfondsen, en op 10 februari van elk jaar wat betreft |
EOFGL-Garantie; | EOFGL-Garantie; |
Op de voordracht van de Minister-President, | Op de voordracht van de Minister-President, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Er wordt bij de Regering een cel opgericht hierna genaamd « |
Artikel 1.Er wordt bij de Regering een cel opgericht hierna genaamd « |
Auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese | Auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese |
Structuurfondsen », waarvan het administratief beheer verzorgd wordt | Structuurfondsen », waarvan het administratief beheer verzorgd wordt |
door de Minister-President, en waarvan de functionele leiding ligt bij | door de Minister-President, en waarvan de functionele leiding ligt bij |
de Inspecteur van Financiën aangesteld overeenkomstig de bepalingen | de Inspecteur van Financiën aangesteld overeenkomstig de bepalingen |
van artikel 6 van de beheersovereenkomst van 7 september 1998. | van artikel 6 van de beheersovereenkomst van 7 september 1998. |
Bedoelde cel wordt opgericht voor de duur van de opdracht bedoeld in | Bedoelde cel wordt opgericht voor de duur van de opdracht bedoeld in |
artikel 2 en houdt op te bestaan op het einde van bedoelde opdracht. | artikel 2 en houdt op te bestaan op het einde van bedoelde opdracht. |
Art. 2.De Auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese |
Art. 2.De Auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese |
Structuurfondsen heeft de volgende opdrachten : | Structuurfondsen heeft de volgende opdrachten : |
- de uitvoering van de auditopdracht betreffende de beheers- en | - de uitvoering van de auditopdracht betreffende de beheers- en |
controlesystemen van de programma's die medegefinancierd worden door | controlesystemen van de programma's die medegefinancierd worden door |
de Europese Structuurfondsen, zoals omschreven in de | de Europese Structuurfondsen, zoals omschreven in de |
bestuursovereenkomst van 7 september 1998, zoals geamendeerd; | bestuursovereenkomst van 7 september 1998, zoals geamendeerd; |
- de uitvoering van de certificeringsopdracht betreffende de | - de uitvoering van de certificeringsopdracht betreffende de |
uitgavenrekeningen van het EOFGL, afdeling « Garantie », voor de | uitgavenrekeningen van het EOFGL, afdeling « Garantie », voor de |
acties inzake plattelandsontwikkeling zoals omschreven in de | acties inzake plattelandsontwikkeling zoals omschreven in de |
bestuursovereenkomst van 7 december 2000, zoals geamendeerd; | bestuursovereenkomst van 7 december 2000, zoals geamendeerd; |
- de andere opdrachten, die in onderling overleg overeengekomen zijn | - de andere opdrachten, die in onderling overleg overeengekomen zijn |
door de Regering en het Hoofd van het interfederaal Korps van de | door de Regering en het Hoofd van het interfederaal Korps van de |
Inspectie van Financiën. | Inspectie van Financiën. |
Art. 3.§ 1. Het personeel van de Auditcel van de Inspectie van |
Art. 3.§ 1. Het personeel van de Auditcel van de Inspectie van |
Financiën voor de Europese Structuurfondsen is samengesteld uit : | Financiën voor de Europese Structuurfondsen is samengesteld uit : |
a) twee Inspecteurs van Financiën, waarvan één voltijds en één | a) twee Inspecteurs van Financiën, waarvan één voltijds en één |
deeltijds; | deeltijds; |
b) vier personeelsleden van niveau 1 en een personeelslid van niveau | b) vier personeelsleden van niveau 1 en een personeelslid van niveau |
2+, aangesteld | 2+, aangesteld |
door de Regering op de voordracht van de Minister-President, in | door de Regering op de voordracht van de Minister-President, in |
overleg met de Inspecteur van Financiën bedoeld in artikel 1; | overleg met de Inspecteur van Financiën bedoeld in artikel 1; |
c) een personeelslid van niveau 1 aangesteld door de Franse | c) een personeelslid van niveau 1 aangesteld door de Franse |
Gemeenschap in overleg met de Inspecteur van Financiën bedoeld in | Gemeenschap in overleg met de Inspecteur van Financiën bedoeld in |
artikel 1. | artikel 1. |
§ 2. De wedden van de Inspecteurs van Financiën bedoeld in § 1 blijven | § 2. De wedden van de Inspecteurs van Financiën bedoeld in § 1 blijven |
ten laste van het interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën. | ten laste van het interfederaal Korps van de Inspectie van Financiën. |
De wedden van de personeelsleden aangesteld door de Waalse Regering | De wedden van de personeelsleden aangesteld door de Waalse Regering |
gaan ten laste van de begroting van het Waalse Gewest. | gaan ten laste van de begroting van het Waalse Gewest. |
De wedden van het personeelslid aangesteld door de Regering van de | De wedden van het personeelslid aangesteld door de Regering van de |
Franse Gemeenschap gaat ten laste van de begroting van de Franse | Franse Gemeenschap gaat ten laste van de begroting van de Franse |
Gemeenschap. | Gemeenschap. |
Art. 4.De Inspecteur van Financiën die verantwoordelijk is voor de |
Art. 4.De Inspecteur van Financiën die verantwoordelijk is voor de |
Auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese | Auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese |
Structuurfondsen wordt aangesteld uit de leden van het interfederaal | Structuurfondsen wordt aangesteld uit de leden van het interfederaal |
Korps van de Inspectie van Financiën door de Minister-President en de | Korps van de Inspectie van Financiën door de Minister-President en de |
Minister van Begroting op de voordracht van het Hoofd van het Korps | Minister van Begroting op de voordracht van het Hoofd van het Korps |
van de Inspectie van Financiën voor de duur van de opdracht bedoeld in | van de Inspectie van Financiën voor de duur van de opdracht bedoeld in |
artikel 2. | artikel 2. |
Art. 5.§ 1. Onverminderd artikel 7 wordt er aan de personeelsleden |
Art. 5.§ 1. Onverminderd artikel 7 wordt er aan de personeelsleden |
van de cel bedoeld in artikel 1 die niet deel uitmaken van het | van de cel bedoeld in artikel 1 die niet deel uitmaken van het |
personeel van de diensten van de Waalse Regering of, meer in het | personeel van de diensten van de Waalse Regering of, meer in het |
algemeen, van de overheidsdiensten een toelage toegekend die in de | algemeen, van de overheidsdiensten een toelage toegekend die in de |
plaats komt van de wedde vastgesteld in de hiernavermelde loonschalen | plaats komt van de wedde vastgesteld in de hiernavermelde loonschalen |
die van toepassing zijn op het personeel van de Ministeries : | die van toepassing zijn op het personeel van de Ministeries : |
A 6 : voor het personeel van niveau 1; | A 6 : voor het personeel van niveau 1; |
B 3 : voor het personeel van niveau 2+. | B 3 : voor het personeel van niveau 2+. |
§ 2. Het personeelslid van niveau 2+ bedoeld in § 1 van dit artikel | § 2. Het personeelslid van niveau 2+ bedoeld in § 1 van dit artikel |
geniet een bijkomende toelage die gelijkwaardig is aan de bijkomende | geniet een bijkomende toelage die gelijkwaardig is aan de bijkomende |
toelage voorzien voor het uitvoerend personeel bij artikel 12 van het | toelage voorzien voor het uitvoerend personeel bij artikel 12 van het |
besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende de | besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende de |
kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, gewijzigd bij het | kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, gewijzigd bij het |
besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001. | besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001. |
Art. 6.§ 1. Indien het personeel bedoeld in artikel 3, § 1, litterae |
Art. 6.§ 1. Indien het personeel bedoeld in artikel 3, § 1, litterae |
b en c, reeds de hoedanigheid van lid van de diensten van de Regering | b en c, reeds de hoedanigheid van lid van de diensten van de Regering |
bezit, wordt het gedetacheerd uit zijn dienst voor de duur van de | bezit, wordt het gedetacheerd uit zijn dienst voor de duur van de |
aanstelling. | aanstelling. |
§ 2. De bezoldiging evenals de maaltijdcheques van de ambtenaren en de | § 2. De bezoldiging evenals de maaltijdcheques van de ambtenaren en de |
contractuele personeelsleden die gedetacheerd zijn uit de diensten van | contractuele personeelsleden die gedetacheerd zijn uit de diensten van |
de Regering blijven te hunner laste. De contractuele personeelsleden | de Regering blijven te hunner laste. De contractuele personeelsleden |
van de diensten van de Regering behouden op dezelfde manier als de | van de diensten van de Regering behouden op dezelfde manier als de |
statutaire personeelsleden hun bezoldiging vermeerderd met de toelage | statutaire personeelsleden hun bezoldiging vermeerderd met de toelage |
bedoeld in artikel 7. | bedoeld in artikel 7. |
Art. 7.Er wordt aan de personeelsleden die gedetacheerd worden bij de |
Art. 7.Er wordt aan de personeelsleden die gedetacheerd worden bij de |
Auditcel bedoeld in artikel 1 van dit besluit een toelage toegekend | Auditcel bedoeld in artikel 1 van dit besluit een toelage toegekend |
die als volgt is vastgesteld : | die als volgt is vastgesteld : |
§ 1. De personeelsleden van niveau 1 genieten een jaarlijkse toelage | § 1. De personeelsleden van niveau 1 genieten een jaarlijkse toelage |
die gelijkwaardig is aan de kabinetstoelage voorzien voor de attachés | die gelijkwaardig is aan de kabinetstoelage voorzien voor de attachés |
bij artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 | bij artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 |
betreffende de kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, | betreffende de kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, |
gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001. | gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001. |
§ 2. Het personeelslid van niveau 2+ geniet een jaarlijkse toelage die | § 2. Het personeelslid van niveau 2+ geniet een jaarlijkse toelage die |
gelijkwaardig is aan de kabinetstoelage voorzien voor de uitvoerende | gelijkwaardig is aan de kabinetstoelage voorzien voor de uitvoerende |
personeelsleden bij artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering | personeelsleden bij artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering |
van 26 mei 2000 betreffende de kabinetten van de Ministers van de | van 26 mei 2000 betreffende de kabinetten van de Ministers van de |
Waalse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van | Waalse Regering, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van |
19 juli 2001. | 19 juli 2001. |
§ 3. De geldelijke toestand van de personeelsleden van de Auditcel | § 3. De geldelijke toestand van de personeelsleden van de Auditcel |
bedoeld in artikel 1 die zonder deel uit te maken van de diensten van | bedoeld in artikel 1 die zonder deel uit te maken van de diensten van |
de Regering toch werken bij een ministerie, een rijksdienst, een | de Regering toch werken bij een ministerie, een rijksdienst, een |
andere overheidsdienst, een openbare onderneming bedoeld in de wet van | andere overheidsdienst, een openbare onderneming bedoeld in de wet van |
21 maart 1991, een openbare instelling, een instelling van openbaar | 21 maart 1991, een openbare instelling, een instelling van openbaar |
nut bedoeld in de wet van 27 juni 1921, een publiekrechtelijke | nut bedoeld in de wet van 27 juni 1921, een publiekrechtelijke |
rechtspersoon opgericht op grond van artikel 9 van de bijzondere wet | rechtspersoon opgericht op grond van artikel 9 van de bijzondere wet |
van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen of een | van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen of een |
gesubsidieerde onderwijsinstelling, wordt als volgt geregeld : | gesubsidieerde onderwijsinstelling, wordt als volgt geregeld : |
1° indien de werkgever ermee instemt om de wedde verder uit te | 1° indien de werkgever ermee instemt om de wedde verder uit te |
betalen, krijgt de betrokken persoon de jaarlijkse toelage voorzien | betalen, krijgt de betrokken persoon de jaarlijkse toelage voorzien |
bij artikel 7; indien de werkgever de wedde opeist, betaalt het Waalse | bij artikel 7; indien de werkgever de wedde opeist, betaalt het Waalse |
Gewest aan de oorspronkelijke dienst de verloning van het | Gewest aan de oorspronkelijke dienst de verloning van het |
personeelslid van de Auditcel, het vakantiegeld, de eindejaarstoelage | personeelslid van de Auditcel, het vakantiegeld, de eindejaarstoelage |
en elke andere toelage en vergoeding terug die berekend worden | en elke andere toelage en vergoeding terug die berekend worden |
overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op de | overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op de |
personeelsleden van de Auditcel bedoeld in artikel 1 in de instelling | personeelsleden van de Auditcel bedoeld in artikel 1 in de instelling |
waar ze oorspronkelijk werkten, eventueel vermeerderd met de | waar ze oorspronkelijk werkten, eventueel vermeerderd met de |
werkgeversbijdragen; | werkgeversbijdragen; |
2° indien de werkgever de betaling van de wedde opschort, krijgt de | 2° indien de werkgever de betaling van de wedde opschort, krijgt de |
betrokken persoon de jaarlijkse toelage die in de plaats komt van de | betrokken persoon de jaarlijkse toelage die in de plaats komt van de |
wedde, vermeerderd met de bijkomende toelage voorzien bij artikel 7. | wedde, vermeerderd met de bijkomende toelage voorzien bij artikel 7. |
Bedoelde toelage mag evenwel noch meer noch minder bedragen dan de | Bedoelde toelage mag evenwel noch meer noch minder bedragen dan de |
verloning in ruime zin, vermeerderd met de toelage die de betrokken | verloning in ruime zin, vermeerderd met de toelage die de betrokken |
persoon zou krijgen indien de bepalingen onder 1° van toepassing op | persoon zou krijgen indien de bepalingen onder 1° van toepassing op |
hem zouden zijn. | hem zouden zijn. |
Art. 8.De personeelsleden van de Auditcel bedoeld in artikel 1 mogen |
Art. 8.De personeelsleden van de Auditcel bedoeld in artikel 1 mogen |
geen enkele andere bijkomende vorm van vergoeding genieten behalve de | geen enkele andere bijkomende vorm van vergoeding genieten behalve de |
toelagen bedoeld in de artikelen 5, § 2, en 7 van dit besluit. | toelagen bedoeld in de artikelen 5, § 2, en 7 van dit besluit. |
Art. 9.Onverminderd artikel 8 genieten de personeelsleden bedoeld in |
Art. 9.Onverminderd artikel 8 genieten de personeelsleden bedoeld in |
artikel 3, § 1, litterae b en c, kindergeld, geboortepremie, haard- of | artikel 3, § 1, litterae b en c, kindergeld, geboortepremie, haard- of |
standplaatstoelage, vakantiegeld, eindejaarstoelage of elke andere | standplaatstoelage, vakantiegeld, eindejaarstoelage of elke andere |
toelage tegen het bedrag en de voorwaarden voorzien voor het personeel | toelage tegen het bedrag en de voorwaarden voorzien voor het personeel |
van de diensten van de Regering. | van de diensten van de Regering. |
Art. 10.§ 1. De bepalingen die voorzien zijn voor de leden van het |
Art. 10.§ 1. De bepalingen die voorzien zijn voor de leden van het |
personeel van de Waalse ministeries en openbare instellingen en op wie | personeel van de Waalse ministeries en openbare instellingen en op wie |
het statuut van de ambtenaren van het Gewest van toepassing is voor | het statuut van de ambtenaren van het Gewest van toepassing is voor |
wat betreft verblijf- en rondreiskosten die voortvloeien uit | wat betreft verblijf- en rondreiskosten die voortvloeien uit |
verplaatsingen uit dienstoverwegingen en uit het gebuik van het | verplaatsingen uit dienstoverwegingen en uit het gebuik van het |
openbaar vervoer, zijn mutatis mutandis van toepassing op de | openbaar vervoer, zijn mutatis mutandis van toepassing op de |
personeelsleden van de Auditcel. | personeelsleden van de Auditcel. |
§ 2. Er kan een jaarlijkse forfaitaire vergoeding voor verblijfskosten | § 2. Er kan een jaarlijkse forfaitaire vergoeding voor verblijfskosten |
toegekend worden aan de personeelsleden bedoeld in artikel 3, § 1, | toegekend worden aan de personeelsleden bedoeld in artikel 3, § 1, |
litterae b en c van dit besluit ter vervanging van de maaltijdcheques. | litterae b en c van dit besluit ter vervanging van de maaltijdcheques. |
Het bedrag van de vergoeding wordt bepaald in verwijzing naar de | Het bedrag van de vergoeding wordt bepaald in verwijzing naar de |
vergoedingen voorzien bij artikel 21, § 3, van het besluit van de | vergoedingen voorzien bij artikel 21, § 3, van het besluit van de |
Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende de kabinetten van de | Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende de kabinetten van de |
Ministers van de Waalse Regering, gewijzigd bij het besluit van de | Ministers van de Waalse Regering, gewijzigd bij het besluit van de |
Waalse Regering van 19 juli 2001; het bedrag van de vergoeding is | Waalse Regering van 19 juli 2001; het bedrag van de vergoeding is |
gelijkwaardig : | gelijkwaardig : |
a) aan de vergoeding van attaché voor de personeelsleden van niveau 1 | a) aan de vergoeding van attaché voor de personeelsleden van niveau 1 |
bedoeld in artikel 3, § 1, litterae b en c; | bedoeld in artikel 3, § 1, litterae b en c; |
b) aan de vergoeding van uitvoerend personeelslid voor de | b) aan de vergoeding van uitvoerend personeelslid voor de |
personeelsleden van niveau 2+ bedoeld in artikel 3, § 1, litterae b en | personeelsleden van niveau 2+ bedoeld in artikel 3, § 1, litterae b en |
c. | c. |
De vergoeding is maandelijks op het einde van de maand verschuldigd en | De vergoeding is maandelijks op het einde van de maand verschuldigd en |
er kan een prorata ingevoerd worden in geval van deeltijdse | er kan een prorata ingevoerd worden in geval van deeltijdse |
arbeidsprestaties. | arbeidsprestaties. |
De vergoeding wordt enkel toegekend indien de functie waaraan ze | De vergoeding wordt enkel toegekend indien de functie waaraan ze |
verbonden is, in de loop van de maand wordt uitgeoefend tijdens meer | verbonden is, in de loop van de maand wordt uitgeoefend tijdens meer |
dan vijf dagen. | dan vijf dagen. |
De vergoeding blijft behouden tijdens de afwezigheden die in de loop | De vergoeding blijft behouden tijdens de afwezigheden die in de loop |
van één en dezelfde maand een duur van vijf dagen niet overschrijden. | van één en dezelfde maand een duur van vijf dagen niet overschrijden. |
Indien de vergoeding niet verschuldigd is voor een gehele maand, wordt | Indien de vergoeding niet verschuldigd is voor een gehele maand, wordt |
ze prorata temporis uitbetaald à één dertigste van het maandbedrag per | ze prorata temporis uitbetaald à één dertigste van het maandbedrag per |
dag. | dag. |
Art. 11.De toelagen bedoeld in de artikelen 5 en 7, worden |
Art. 11.De toelagen bedoeld in de artikelen 5 en 7, worden |
maandelijks op het einde van de maand betaald. De maandelijkse toelage | maandelijks op het einde van de maand betaald. De maandelijkse toelage |
is gelijk aan één twaalfde van het jaarlijks bedrag. Indien de | is gelijk aan één twaalfde van het jaarlijks bedrag. Indien de |
maandelijkse toelage niet geheel verschuldigd is, wordt ze in | maandelijkse toelage niet geheel verschuldigd is, wordt ze in |
dertigsten betaald, overeenkomstig met de regel bedoeld in het | dertigsten betaald, overeenkomstig met de regel bedoeld in het |
geldelijk statuut van het personeel van de ministeries. | geldelijk statuut van het personeel van de ministeries. |
Art. 12.§ 1. De Minister-President kan tegen de voorwaarden |
Art. 12.§ 1. De Minister-President kan tegen de voorwaarden |
hiernavermeld, een forfaitaire vertrektoelage toekennen aan de | hiernavermeld, een forfaitaire vertrektoelage toekennen aan de |
personen die een functie bekleed hebben in de Cel bedoeld in artikel 1 | personen die een functie bekleed hebben in de Cel bedoeld in artikel 1 |
van dit besluit en die geen beroeps- of vervangingsinkomens, noch een | van dit besluit en die geen beroeps- of vervangingsinkomens, noch een |
rustpensioen genieten. Een overlevingspensioen of het bestaansminimum | rustpensioen genieten. Een overlevingspensioen of het bestaansminimum |
toegekend door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn | toegekend door een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn |
worden niet beschouwd als vervangingsinkomen. | worden niet beschouwd als vervangingsinkomen. |
§ 2. Bedoelde forfaitaire toelage houdt het volgende in : | § 2. Bedoelde forfaitaire toelage houdt het volgende in : |
- één maand toelage die in de plaats komt van de wedde voor een | - één maand toelage die in de plaats komt van de wedde voor een |
ononderbroken activiteitsperiode van drie tot zes maanden; | ononderbroken activiteitsperiode van drie tot zes maanden; |
- twee maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een | - twee maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een |
ononderbroken activiteitsperiode van zes maanden tot één jaar; | ononderbroken activiteitsperiode van zes maanden tot één jaar; |
- drie maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een | - drie maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een |
ononderbroken activiteitsperiode van één jaar tot achttien maanden; | ononderbroken activiteitsperiode van één jaar tot achttien maanden; |
- vier maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een | - vier maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een |
ononderbroken activiteitsperiode van achttien maanden tot twee jaar; | ononderbroken activiteitsperiode van achttien maanden tot twee jaar; |
- maximum vijf maanden toelage die in de plaats komen van de wedde | - maximum vijf maanden toelage die in de plaats komen van de wedde |
voor een ononderbroken activiteitsperiode van twee jaar en meer. | voor een ononderbroken activiteitsperiode van twee jaar en meer. |
§ 3. De vertrektoelage wordt bij maandelijkse bedragen toegekend. De | § 3. De vertrektoelage wordt bij maandelijkse bedragen toegekend. De |
voorwaarde voor toekenning ervan is dat betrokkene maandelijks een | voorwaarde voor toekenning ervan is dat betrokkene maandelijks een |
verklaring op erewoord indient waaruit blijkt dat hij tijdens de | verklaring op erewoord indient waaruit blijkt dat hij tijdens de |
betrokken periode geen beroepsbedrijvigheid heeft uitgeoefend of dat | betrokken periode geen beroepsbedrijvigheid heeft uitgeoefend of dat |
hij na tegeldemaking van zijn rechten één van de voorwaarden voorzien | hij na tegeldemaking van zijn rechten één van de voorwaarden voorzien |
in § 4 vervult. | in § 4 vervult. |
§ 4. In afwijking van § 1 kan de Minister-President een forfaitaire | § 4. In afwijking van § 1 kan de Minister-President een forfaitaire |
vertrektoelage toekennen aan de personen die functies vervuld hebben | vertrektoelage toekennen aan de personen die functies vervuld hebben |
in de Cel bedoeld in artikel 1 van dit besluit en die ofwel | in de Cel bedoeld in artikel 1 van dit besluit en die ofwel |
uitsluitend houder zijn van één of meerdere deeltijdse functies in een | uitsluitend houder zijn van één of meerdere deeltijdse functies in een |
dienst die onder de decreetgevende macht ressorteert of in een | dienst die onder de decreetgevende macht ressorteert of in een |
instelling van het gesubsidieerd onderwijs of van één of meerdere | instelling van het gesubsidieerd onderwijs of van één of meerdere |
pensioenen ten laste van de Schatkist en die verband houden met één of | pensioenen ten laste van de Schatkist en die verband houden met één of |
meerdere onvolledige loopbanen, ofwel werkloosheidsuitkering, | meerdere onvolledige loopbanen, ofwel werkloosheidsuitkering, |
wettelijke ziekteverzekeringsuitkeringen of moederschapsuitkeringen | wettelijke ziekteverzekeringsuitkeringen of moederschapsuitkeringen |
genieten. | genieten. |
De vertrektoelage wordt dan vastgesteld overeenkomstig § 2 en wordt na | De vertrektoelage wordt dan vastgesteld overeenkomstig § 2 en wordt na |
afweging verminderd met het totaalbedrag dat aan betrokkene | afweging verminderd met het totaalbedrag dat aan betrokkene |
verschuldigd is voor de overeenstemmende periode ter vergoeding van | verschuldigd is voor de overeenstemmende periode ter vergoeding van |
onvolledige functies of als pensioen al naar gelang het bedrag van de | onvolledige functies of als pensioen al naar gelang het bedrag van de |
forfaitaire vertrektoelage verband houdt met de uitoefening van een | forfaitaire vertrektoelage verband houdt met de uitoefening van een |
voltijdse of deeltijdse prestatie en in elk geval met de inkomsten die | voltijdse of deeltijdse prestatie en in elk geval met de inkomsten die |
voortvloeien uit werkloosheidsuitkering, wettelijke | voortvloeien uit werkloosheidsuitkering, wettelijke |
ziekteverzekeringsuitkeringen of moederschapsuitkeringen. | ziekteverzekeringsuitkeringen of moederschapsuitkeringen. |
§ 5. De bijkomende toelage bedoeld in artikel 5, § 2, en de toelagen | § 5. De bijkomende toelage bedoeld in artikel 5, § 2, en de toelagen |
en vergoedingen voorzien in de artikelen 7, 9 en 10 evenals de | en vergoedingen voorzien in de artikelen 7, 9 en 10 evenals de |
inkomsten die volgens de bepalingen van het Wetboek op de | inkomsten die volgens de bepalingen van het Wetboek op de |
inkomstenbelastingen 1992 niet in aanmerking komen voor de bepaling | inkomstenbelastingen 1992 niet in aanmerking komen voor de bepaling |
van het aantal personen ten laste, worden niet in overweging genomen | van het aantal personen ten laste, worden niet in overweging genomen |
voor de bepaling van de forfaitaire vertrektoelage. Er is geen enkele | voor de bepaling van de forfaitaire vertrektoelage. Er is geen enkele |
vertrektoelage verschuldigd aan de personen die uit eigen wil hun ambt | vertrektoelage verschuldigd aan de personen die uit eigen wil hun ambt |
neerleggen. | neerleggen. |
Art. 13.Er wordt delegatie verleend aan de Inspecteur van Financiën |
Art. 13.Er wordt delegatie verleend aan de Inspecteur van Financiën |
van de Auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese | van de Auditcel van de Inspectie van Financiën voor de Europese |
Structuurfondsen om elke uitgave vast te leggen en goed te keuren die | Structuurfondsen om elke uitgave vast te leggen en goed te keuren die |
aangerekend kan worden op basisallocatie 11.01 van programma 07 van | aangerekend kan worden op basisallocatie 11.01 van programma 07 van |
organisatieafdeling 10 van de algemene uitgavenbegroting van het | organisatieafdeling 10 van de algemene uitgavenbegroting van het |
Waalse Gewest en die betrekking heeft op de wedden en vergoedingen van | Waalse Gewest en die betrekking heeft op de wedden en vergoedingen van |
het personeel bedoeld in artikel 3, § 1, litterae b en c van dit | het personeel bedoeld in artikel 3, § 1, litterae b en c van dit |
besluit. | besluit. |
Art. 14.Er wordt delegatie verleend aan de volgende ambthouders ten |
Art. 14.Er wordt delegatie verleend aan de volgende ambthouders ten |
belope van de bedragen die daarnaast zijn afgedrukt, om elke uitgave | belope van de bedragen die daarnaast zijn afgedrukt, om elke uitgave |
vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren die aangerekend kan | vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren die aangerekend kan |
worden op basisallocatie 12.06.07 van titel 1 van programma 07 van | worden op basisallocatie 12.06.07 van titel 1 van programma 07 van |
organisatie-afdeling 10 en op basisallocatie 74.07.07 van titel 2 van | organisatie-afdeling 10 en op basisallocatie 74.07.07 van titel 2 van |
programma 07 van organisatieafdeling 10 van de algemene | programma 07 van organisatieafdeling 10 van de algemene |
uitgavenbegroting van het Waalse Gewest : | uitgavenbegroting van het Waalse Gewest : |
- secretaris van de Regering : 31.000 euro; | - secretaris van de Regering : 31.000 euro; |
- Inspecteur van Financiën verantwoordelijk voor de cel : 5.000 euro. | - Inspecteur van Financiën verantwoordelijk voor de cel : 5.000 euro. |
Art. 15.§ 1. De vaste hulpdienst voor de administratieve en |
Art. 15.§ 1. De vaste hulpdienst voor de administratieve en |
geldelijke aangelegenheden van de ministeriële kabinetten is belast | geldelijke aangelegenheden van de ministeriële kabinetten is belast |
met de administratieve bijstand in personeelszaken voor het | met de administratieve bijstand in personeelszaken voor het |
Commissariaat en met afhandeling van de wedden, vergoedingen en | Commissariaat en met afhandeling van de wedden, vergoedingen en |
toelagen die worden toegekend aan het personeel bedoeld in artikel 3, | toelagen die worden toegekend aan het personeel bedoeld in artikel 3, |
§ 1, litterae b en c. | § 1, litterae b en c. |
§ 2. Er wordt delegatie verleend aan de adviseur die verantwoordelijk | § 2. Er wordt delegatie verleend aan de adviseur die verantwoordelijk |
is voor de vaste hulpdienst om elke uitgave te ordonnanceren die | is voor de vaste hulpdienst om elke uitgave te ordonnanceren die |
vastgelegd is door de eerste of afgevaardigde ordonnateur en die | vastgelegd is door de eerste of afgevaardigde ordonnateur en die |
aangerekend kan worden op basisallocatie 11.01 van titel 1 van | aangerekend kan worden op basisallocatie 11.01 van titel 1 van |
programma 07 van organisatieafdeling 10 van de algemene | programma 07 van organisatieafdeling 10 van de algemene |
uitgavenbegroting van het Waalse Gewest en die betrekking heeft op de | uitgavenbegroting van het Waalse Gewest en die betrekking heeft op de |
wedden, vergoedingen en toelagen die toegekend worden aan het | wedden, vergoedingen en toelagen die toegekend worden aan het |
personeel bedoeld in artikel 3, § 1, litterae b en c. | personeel bedoeld in artikel 3, § 1, litterae b en c. |
Art. 16.Voorvermelde bepalingen hebben niet tot gevolg de ontheffing |
Art. 16.Voorvermelde bepalingen hebben niet tot gevolg de ontheffing |
van de eerste ordonnateur uit zijn macht om alle uitgaven bedoeld in | van de eerste ordonnateur uit zijn macht om alle uitgaven bedoeld in |
dit besluit vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren. | dit besluit vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren. |
Art. 17.De Minister-President is belast met de uitvoering van dit |
Art. 17.De Minister-President is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2002. |
Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 januari 2002. |
Namen, 8 februari 2002. | Namen, 8 februari 2002. |
De Minister-President, | De Minister-President, |
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |