Besluit van de Waalse Regering betreffende het Commissariaat voor Administratieve vereenvoudiging | Besluit van de Waalse Regering betreffende het Commissariaat voor Administratieve vereenvoudiging |
---|---|
MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST | MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST |
8 FEBRUARI 2002. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het | 8 FEBRUARI 2002. - Besluit van de Waalse Regering betreffende het |
Commissariaat voor Administratieve vereenvoudiging | Commissariaat voor Administratieve vereenvoudiging |
De Waalse Regering, | De Waalse Regering, |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1; | instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 1; |
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 | Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 november 1994 |
houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van het Gewest; | houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van het Gewest; |
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 | Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 |
betreffende de Kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, | betreffende de Kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, |
gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001; | gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2001; |
Gelet op de beslissing van de Regering van 27 september 2001 | Gelet op de beslissing van de Regering van 27 september 2001 |
betreffende het Commissariaat voor Administratieve vereenvoudiging; | betreffende het Commissariaat voor Administratieve vereenvoudiging; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 |
januari 2002; | januari 2002; |
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 | Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 24 |
januari 2002; | januari 2002; |
Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op | Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op |
23 januari 2002; | 23 januari 2002; |
Gelet op het protocol nr. 343 van het Sectorcomité XVI, opgesteld op 1 | Gelet op het protocol nr. 343 van het Sectorcomité XVI, opgesteld op 1 |
februari 2002; | februari 2002; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 |
augustus 1996; | augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat de vereenvoudiging van het normenstelsel en de | Overwegende dat de vereenvoudiging van het normenstelsel en de |
regelgeving van het Waalse Gewest dringend uitgevoerd dient te worden | regelgeving van het Waalse Gewest dringend uitgevoerd dient te worden |
zodat beiden in overeenstemming worden gebracht met de doelstellingen | zodat beiden in overeenstemming worden gebracht met de doelstellingen |
die de Waalse Regering nastreeft; | die de Waalse Regering nastreeft; |
Op de voordracht van de Minister-President, | Op de voordracht van de Minister-President, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Er wordt bij de Waalse Regering een Commissariaat voor |
Artikel 1.Er wordt bij de Waalse Regering een Commissariaat voor |
Administratieve vereenvoudiging opgericht. | Administratieve vereenvoudiging opgericht. |
Bedoeld Commissariaat wordt samengesteld voor de duur van de | Bedoeld Commissariaat wordt samengesteld voor de duur van de |
opdrachten bedoeld in artikel 2. Bij het einde van diens opdrachten | opdrachten bedoeld in artikel 2. Bij het einde van diens opdrachten |
houdt het op te bestaan. | houdt het op te bestaan. |
Art. 2.Het Commissariaat heeft volgende opdrachten : |
Art. 2.Het Commissariaat heeft volgende opdrachten : |
- het concipiëren en het uitvoeren, in samenspraak met de functioneel | - het concipiëren en het uitvoeren, in samenspraak met de functioneel |
bevoegde ministers, van elke wezenlijke verbetering betreffende de | bevoegde ministers, van elke wezenlijke verbetering betreffende de |
door de Regering vastgestelde procedures met voorrangsbehandeling; | door de Regering vastgestelde procedures met voorrangsbehandeling; |
- het leiden van een overkoepelende werkgroep van alle Waalse | - het leiden van een overkoepelende werkgroep van alle Waalse |
overheidsdiensten en het voorleggen aan de Waalse Regering van | overheidsdiensten en het voorleggen aan de Waalse Regering van |
voorstellen voor algemene verbeteringen; | voorstellen voor algemene verbeteringen; |
- de coördinatie van initiatieven inzake administratieve | - de coördinatie van initiatieven inzake administratieve |
vereenvoudiging samen met de projectgroep voor e-government; | vereenvoudiging samen met de projectgroep voor e-government; |
- het volbrengen van alle andere opdrachten die door de Regering zijn | - het volbrengen van alle andere opdrachten die door de Regering zijn |
opgelegd in verband met administratieve vereenvoudiging. | opgelegd in verband met administratieve vereenvoudiging. |
Art. 3.§ 1. Het personeel van het Commissariaat bestaat uit een |
Art. 3.§ 1. Het personeel van het Commissariaat bestaat uit een |
commissaris, twee personeelsleden van niveau 1 en twee personeelsleden | commissaris, twee personeelsleden van niveau 1 en twee personeelsleden |
van niveau 2+ (gegradueerden in het directiesecretariaat) die | van niveau 2+ (gegradueerden in het directiesecretariaat) die |
aangewezen worden door de Waalse Regering op de voordracht van de | aangewezen worden door de Waalse Regering op de voordracht van de |
Minister-President voor een eventueel hernieuwbare termijn van drie | Minister-President voor een eventueel hernieuwbare termijn van drie |
jaar. | jaar. |
§ 2. Om als commissaris aangewezen te kunnen worden, moet de kandidaat | § 2. Om als commissaris aangewezen te kunnen worden, moet de kandidaat |
beschikken over een bewezen ervaring en/of een mastergraad in | beschikken over een bewezen ervaring en/of een mastergraad in |
organisatiezaken en werking van de Waalse overheidsdiensten. | organisatiezaken en werking van de Waalse overheidsdiensten. |
Art. 4.§ 1. Onder het gezag van de Minister-President is de |
Art. 4.§ 1. Onder het gezag van de Minister-President is de |
commissaris belast met de uitvoering van de opdrachten die aan het | commissaris belast met de uitvoering van de opdrachten die aan het |
Commissariaat zijn toevertrouwd. | Commissariaat zijn toevertrouwd. |
§ 2. De commissaris is belast met de rapportering aan elke functioneel | § 2. De commissaris is belast met de rapportering aan elke functioneel |
bevoegde minister over de aangelegenheden waarvoor hij bevoegd is en | bevoegde minister over de aangelegenheden waarvoor hij bevoegd is en |
legt driemaandelijks een verslag over zijn opdrachten voor aan een | legt driemaandelijks een verslag over zijn opdrachten voor aan een |
begeleidingscomité waarin alle ministeriële kabinetten | begeleidingscomité waarin alle ministeriële kabinetten |
vertegenwoordigd zijn en dat door de Minister-President voorgezeten | vertegenwoordigd zijn en dat door de Minister-President voorgezeten |
wordt. Bedoeld verslag wordt na behandeling in het begeleidingscomité | wordt. Bedoeld verslag wordt na behandeling in het begeleidingscomité |
overgemaakt aan de Regering door bemiddeling van de | overgemaakt aan de Regering door bemiddeling van de |
Minister-President. | Minister-President. |
§ 3. In het kader van diens opdrachten licht de commissaris de | § 3. In het kader van diens opdrachten licht de commissaris de |
Regering door bemiddeling van de Minister-President in over alle | Regering door bemiddeling van de Minister-President in over alle |
elementen die van belang zouden kunnen zijn voor een | elementen die van belang zouden kunnen zijn voor een |
vereenvoudigingsbeleid in bestuurszaken en legt voorstellen voor die | vereenvoudigingsbeleid in bestuurszaken en legt voorstellen voor die |
hem nuttig lijken. | hem nuttig lijken. |
Art. 5.De personeelsleden van het Commissariaat bedoeld in artikel 1 |
Art. 5.De personeelsleden van het Commissariaat bedoeld in artikel 1 |
die niet deel uitmaken van het personeel van de diensten van de | die niet deel uitmaken van het personeel van de diensten van de |
Regering of, meer in het algemeen, van de overheidsdiensten, genieten | Regering of, meer in het algemeen, van de overheidsdiensten, genieten |
een toelage die in de plaats komt van de wedde vastgesteld in de | een toelage die in de plaats komt van de wedde vastgesteld in de |
hiernavermelde loonschalen zoals van toepassing op het personeel van | hiernavermelde loonschalen zoals van toepassing op het personeel van |
de Ministeries. | de Ministeries. |
De commissaris geniet de loonschaal A 3. | De commissaris geniet de loonschaal A 3. |
Daarnaast geniet hij een bijkomende jaarlijkse toelage die | Daarnaast geniet hij een bijkomende jaarlijkse toelage die |
gelijkwaardig is aan de kabinetstoelage voorzien voor een | gelijkwaardig is aan de kabinetstoelage voorzien voor een |
adjunct-kabinetschef bij artikel 13 van het besluit van de Waalse | adjunct-kabinetschef bij artikel 13 van het besluit van de Waalse |
Regering betreffende de Kabinetten van de Ministers van de Waalse | Regering betreffende de Kabinetten van de Ministers van de Waalse |
Regering, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli | Regering, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli |
2001. | 2001. |
De twee personeelsleden van niveau 1 bedoeld in artikel 3, § 1, met | De twee personeelsleden van niveau 1 bedoeld in artikel 3, § 1, met |
uitzondering van de commissaris, genieten de loonschaal A 6. Daarnaast | uitzondering van de commissaris, genieten de loonschaal A 6. Daarnaast |
genieten ze een bijkomende jaarlijkse toelage die gelijkwaardig is aan | genieten ze een bijkomende jaarlijkse toelage die gelijkwaardig is aan |
de kabinetstoelage voorzien voor een attaché bij artikel 13 van het | de kabinetstoelage voorzien voor een attaché bij artikel 13 van het |
besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende de | besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende de |
Kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering van 26 mei 2000, | Kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering van 26 mei 2000, |
gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2000. | gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2000. |
De twee personeelsleden van niveau 2+ bedoeld in artikel 3, § 1, | De twee personeelsleden van niveau 2+ bedoeld in artikel 3, § 1, |
genieten de loonschaal B 3. Daarnaast genieten ze een bijkomende | genieten de loonschaal B 3. Daarnaast genieten ze een bijkomende |
jaarlijkse toelage die gelijkwaardig is aan de kabinetstoelage | jaarlijkse toelage die gelijkwaardig is aan de kabinetstoelage |
voorzien voor het uitvoerend personeel bij artikel 12 van het besluit | voorzien voor het uitvoerend personeel bij artikel 12 van het besluit |
van de Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende de Kabinetten van | van de Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende de Kabinetten van |
de Ministers van de Waalse Regering van 26 mei 2000, gewijzigd bij het | de Ministers van de Waalse Regering van 26 mei 2000, gewijzigd bij het |
besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2000. | besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2000. |
Art. 6.§ 1. Indien het personeel bedoeld in artikel 3, § 1, reeds de |
Art. 6.§ 1. Indien het personeel bedoeld in artikel 3, § 1, reeds de |
hoedanigheid van personeelslid van de diensten van de Regering bezit, | hoedanigheid van personeelslid van de diensten van de Regering bezit, |
wordt het voor de duur van de aanwijzing uit de dienst gedetacheerd. | wordt het voor de duur van de aanwijzing uit de dienst gedetacheerd. |
§ 2. De bezoldiging, evenals de maaltijdcheques van de ambtenaren en | § 2. De bezoldiging, evenals de maaltijdcheques van de ambtenaren en |
de contractuele personeelsleden die uit de diensten van de Regering | de contractuele personeelsleden die uit de diensten van de Regering |
worden gedetacheerd, blijven te hunner laste. De contractuele | worden gedetacheerd, blijven te hunner laste. De contractuele |
personeelsleden van de diensten van de Regering behouden op dezelfde | personeelsleden van de diensten van de Regering behouden op dezelfde |
manier als de statutaire personeelsleden hun bezoldiging, vermeerderd | manier als de statutaire personeelsleden hun bezoldiging, vermeerderd |
met de toelage bedoeld in artikel 7. | met de toelage bedoeld in artikel 7. |
§ 3. De geldelijke toestand van de personeelsleden van het | § 3. De geldelijke toestand van de personeelsleden van het |
Commissariaat bedoeld in artikel 1 die zonder deel uit te maken van de | Commissariaat bedoeld in artikel 1 die zonder deel uit te maken van de |
diensten van de Regering toch werken bij een ministerie, een | diensten van de Regering toch werken bij een ministerie, een |
rijksdienst, een andere overheidsdienst, een openbare onderneming | rijksdienst, een andere overheidsdienst, een openbare onderneming |
bedoeld in de wet van 21 maart 1991, een openbare instelling, een | bedoeld in de wet van 21 maart 1991, een openbare instelling, een |
instelling van openbaar nut bedoeld in de wet van 27 juni 1921, een | instelling van openbaar nut bedoeld in de wet van 27 juni 1921, een |
publiekrechtelijke rechtspersoon opgericht op grond van artikel 9 van | publiekrechtelijke rechtspersoon opgericht op grond van artikel 9 van |
de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen | de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen |
of een gesubsidieerde onderwijsinstelling, wordt als volgt geregeld : | of een gesubsidieerde onderwijsinstelling, wordt als volgt geregeld : |
1° indien de werkgever ermee instemt om de wedde verder uit te | 1° indien de werkgever ermee instemt om de wedde verder uit te |
betalen, krijgt de betrokken persoon de jaarlijkse toelage voorzien | betalen, krijgt de betrokken persoon de jaarlijkse toelage voorzien |
bij artikel 7; indien de werkgever de wedde opeist, betaalt het Waalse | bij artikel 7; indien de werkgever de wedde opeist, betaalt het Waalse |
Gewest aan de oorspronkelijke dienst de verloning van het | Gewest aan de oorspronkelijke dienst de verloning van het |
personeelslid van het Commissariaat, het vakantiegeld, de | personeelslid van het Commissariaat, het vakantiegeld, de |
eindejaarstoelage en elke andere toelage en vergoeding terug die | eindejaarstoelage en elke andere toelage en vergoeding terug die |
berekend worden overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn | berekend worden overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn |
op de personeelsleden van het Commissariaat bedoeld in artikel 1 in de | op de personeelsleden van het Commissariaat bedoeld in artikel 1 in de |
instelling waar ze oorspronkelijk werkten, eventueel vermeerderd met | instelling waar ze oorspronkelijk werkten, eventueel vermeerderd met |
de werkgeversbijdragen; | de werkgeversbijdragen; |
2° indien de werkgever de betaling van de wedde opschort, krijgt de | 2° indien de werkgever de betaling van de wedde opschort, krijgt de |
betrokken persoon de jaarlijkse toelage die in de plaats komt van de | betrokken persoon de jaarlijkse toelage die in de plaats komt van de |
wedde, vermeerderd met de bijkomende toelage voorzien bij artikel 5. | wedde, vermeerderd met de bijkomende toelage voorzien bij artikel 5. |
Bedoelde toelage mag evenwel noch meer noch minder bedragen dan de | Bedoelde toelage mag evenwel noch meer noch minder bedragen dan de |
verloning in ruime zin, vermeerderd met de toelage die de betrokken | verloning in ruime zin, vermeerderd met de toelage die de betrokken |
persoon zou krijgen indien de bepalingen onder 1° van toepassing op | persoon zou krijgen indien de bepalingen onder 1° van toepassing op |
hem zouden zijn. | hem zouden zijn. |
Art. 7.Er wordt aan de personeelsleden die bij het Commissariaat |
Art. 7.Er wordt aan de personeelsleden die bij het Commissariaat |
gedetacheerd zijn een toelage toegewezen die als volgt is vastgesteld | gedetacheerd zijn een toelage toegewezen die als volgt is vastgesteld |
: | : |
§ 1. De commissaris geniet een jaarlijkse toelage die gelijkwaardig is | § 1. De commissaris geniet een jaarlijkse toelage die gelijkwaardig is |
aan de kabinetstoelage voorzien voor een adjunct-kabinetschef bij | aan de kabinetstoelage voorzien voor een adjunct-kabinetschef bij |
artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 | artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 |
betreffende de kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, | betreffende de kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, |
gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 juli 2001. | gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 juli 2001. |
§ 2. De personeelsleden van niveau 1 bedoeld in artikel 3, § 1, met | § 2. De personeelsleden van niveau 1 bedoeld in artikel 3, § 1, met |
uitzondering van de commissaris, genieten een jaarlijkse toelage die | uitzondering van de commissaris, genieten een jaarlijkse toelage die |
gelijkwaardig is aan de kabinetstoelage voorzien voor een attaché bij | gelijkwaardig is aan de kabinetstoelage voorzien voor een attaché bij |
artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 | artikel 13 van het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 |
betreffende de kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, | betreffende de kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, |
gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 juli 2001. | gewijzigd bij het besluit van de Regering van 19 juli 2001. |
§ 3. De personeelsleden van niveau 2+ bedoeld in artikel 3, § 1, | § 3. De personeelsleden van niveau 2+ bedoeld in artikel 3, § 1, |
genieten een jaarlijkse toelage die gelijkwaardig is aan de | genieten een jaarlijkse toelage die gelijkwaardig is aan de |
kabinetstoelage voorzien voor een uitvoerend personeelslid bij artikel | kabinetstoelage voorzien voor een uitvoerend personeelslid bij artikel |
13 van het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende | 13 van het besluit van de Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende |
de kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, gewijzigd bij | de kabinetten van de Ministers van de Waalse Regering, gewijzigd bij |
het besluit van de Regering van 19 juli 2001. | het besluit van de Regering van 19 juli 2001. |
Art. 8.De personeelsleden van het Commissariaat bedoeld in artikel 1 |
Art. 8.De personeelsleden van het Commissariaat bedoeld in artikel 1 |
mogen geen enkele andere bijkomende vorm van vergoeding genieten | mogen geen enkele andere bijkomende vorm van vergoeding genieten |
behalve de toelagen bedoeld in de artikelen 5 en 7 van dit besluit. | behalve de toelagen bedoeld in de artikelen 5 en 7 van dit besluit. |
Art. 9.Onverminderd artikel 8 genieten de personeelsleden bedoeld in |
Art. 9.Onverminderd artikel 8 genieten de personeelsleden bedoeld in |
artikel 3, § 1, kindergeld, geboortepremie, haard- of | artikel 3, § 1, kindergeld, geboortepremie, haard- of |
standplaatstoelage, vakantiegeld, eindejaarstoelage of elke andere | standplaatstoelage, vakantiegeld, eindejaarstoelage of elke andere |
toelage tegen het bedrag en de voorwaarden voorzien voor het personeel | toelage tegen het bedrag en de voorwaarden voorzien voor het personeel |
van de diensten van de Regering. | van de diensten van de Regering. |
Art. 10.§ 1. De bepalingen die voorzien zijn voor de leden van het |
Art. 10.§ 1. De bepalingen die voorzien zijn voor de leden van het |
personeel van de Waalse ministeries en openbare instellingen en op wie | personeel van de Waalse ministeries en openbare instellingen en op wie |
het statuut van de ambtenaren van het Gewest van toepassing is voor | het statuut van de ambtenaren van het Gewest van toepassing is voor |
wat betreft verblijf- en rondreiskosten die voortvloeien uit | wat betreft verblijf- en rondreiskosten die voortvloeien uit |
verplaatsingen uit dienstoverwegingen en uit het gebruik van het | verplaatsingen uit dienstoverwegingen en uit het gebruik van het |
openbaar vervoer, zijn mutatis mutandis van toepassing op de | openbaar vervoer, zijn mutatis mutandis van toepassing op de |
personeelsleden van het Commissariaat. | personeelsleden van het Commissariaat. |
§ 2. Er kan een jaarlijkse forfaitaire vergoeding voor verblijfskosten | § 2. Er kan een jaarlijkse forfaitaire vergoeding voor verblijfskosten |
toegekend worden aan de personeelsleden bedoeld in artikel 3, § 1, ter | toegekend worden aan de personeelsleden bedoeld in artikel 3, § 1, ter |
vervanging van de maaltijdcheques. | vervanging van de maaltijdcheques. |
Het bedrag van de vergoeding wordt bepaald in verwijzing naar de | Het bedrag van de vergoeding wordt bepaald in verwijzing naar de |
vergoedingen voorzien bij artikel 21, § 3, van het besluit van de | vergoedingen voorzien bij artikel 21, § 3, van het besluit van de |
Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende de kabinetten van de | Waalse Regering van 26 mei 2000 betreffende de kabinetten van de |
Ministers van de Waalse Regering, gewijzigd bij het besluit van de | Ministers van de Waalse Regering, gewijzigd bij het besluit van de |
Waalse Regering van 19 juli 2001; het bedrag van de vergoeding is | Waalse Regering van 19 juli 2001; het bedrag van de vergoeding is |
gelijkwaardig : | gelijkwaardig : |
a) aan de vergoeding van adjunct-kabinetschef voor de commissaris; | a) aan de vergoeding van adjunct-kabinetschef voor de commissaris; |
b) aan de vergoeding van attaché voor de personeelsleden van niveau 1 | b) aan de vergoeding van attaché voor de personeelsleden van niveau 1 |
bedoeld in artikel 3, § 1; | bedoeld in artikel 3, § 1; |
c) aan de vergoeding van uitvoerend personeelslid voor de | c) aan de vergoeding van uitvoerend personeelslid voor de |
personeelsleden van niveau 2+ bedoeld in artikel 3, § 1. | personeelsleden van niveau 2+ bedoeld in artikel 3, § 1. |
De vergoeding is maandelijks op het einde van de maand verschuldigd | De vergoeding is maandelijks op het einde van de maand verschuldigd |
en, voor de personeelsleden bedoeld onder litterae b en c voorvermeld, | en, voor de personeelsleden bedoeld onder litterae b en c voorvermeld, |
kan een prorata ingevoerd worden in geval van deeltijdse | kan een prorata ingevoerd worden in geval van deeltijdse |
arbeidsprestaties. | arbeidsprestaties. |
De vergoeding wordt enkel toegekend indien de functie waaraan ze | De vergoeding wordt enkel toegekend indien de functie waaraan ze |
verbonden is, in de loop van de maand wordt uitgeoefend tijdens meer | verbonden is, in de loop van de maand wordt uitgeoefend tijdens meer |
dan vijf dagen. | dan vijf dagen. |
De vergoeding blijft behouden tijdens de afwezigheden die in de loop | De vergoeding blijft behouden tijdens de afwezigheden die in de loop |
van één en dezelfde maand een duur van vijf dagen niet overschrijden. | van één en dezelfde maand een duur van vijf dagen niet overschrijden. |
Indien de vergoeding niet verschuldigd is voor een gehele maand, wordt | Indien de vergoeding niet verschuldigd is voor een gehele maand, wordt |
ze prorata temporis uitbetaald à één dertigste van het maandbedrag per | ze prorata temporis uitbetaald à één dertigste van het maandbedrag per |
dag. | dag. |
Art. 11.De toelagen bedoeld in de artikelen 5 en 7, §§ 1 t.e.m. 3, |
Art. 11.De toelagen bedoeld in de artikelen 5 en 7, §§ 1 t.e.m. 3, |
worden maandelijks op het einde van de maand betaald. De maandelijkse | worden maandelijks op het einde van de maand betaald. De maandelijkse |
toelage is gelijk aan één twaalfde van het jaarlijks bedrag. Indien de | toelage is gelijk aan één twaalfde van het jaarlijks bedrag. Indien de |
maandelijkse toelage niet geheel verschuldigd is, wordt ze in | maandelijkse toelage niet geheel verschuldigd is, wordt ze in |
dertigsten betaald, overeenkomstig met de regel bedoeld in het | dertigsten betaald, overeenkomstig met de regel bedoeld in het |
geldelijk statuut van het personeel van de ministeries. | geldelijk statuut van het personeel van de ministeries. |
Art. 12.§ 1. De Minister-President kan tegen de voorwaarden |
Art. 12.§ 1. De Minister-President kan tegen de voorwaarden |
hiernavermeld, een forfaitaire vertrektoelage toekennen aan de | hiernavermeld, een forfaitaire vertrektoelage toekennen aan de |
personen die een functie bekleed hebben in het Commissariaat bedoeld | personen die een functie bekleed hebben in het Commissariaat bedoeld |
in artikel 1 van dit besluit en die geen beroeps- of | in artikel 1 van dit besluit en die geen beroeps- of |
vervangingsinkomens, noch een rustpensioen genieten. Een | vervangingsinkomens, noch een rustpensioen genieten. Een |
overlevingspensioen of het bestaansminimum toegekend door een openbaar | overlevingspensioen of het bestaansminimum toegekend door een openbaar |
centrum voor maatschappelijk welzijn worden niet beschouwd als | centrum voor maatschappelijk welzijn worden niet beschouwd als |
vervangingsinkomen. | vervangingsinkomen. |
§ 2. Bedoelde forfaitaire toelage houdt het volgende in : | § 2. Bedoelde forfaitaire toelage houdt het volgende in : |
- één maand toelage die in de plaats komt van de wedde voor een | - één maand toelage die in de plaats komt van de wedde voor een |
ononderbroken activiteitsperiode van drie tot zes maanden; | ononderbroken activiteitsperiode van drie tot zes maanden; |
- twee maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een | - twee maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een |
ononderbroken activiteitsperiode van zes maanden tot één jaar; | ononderbroken activiteitsperiode van zes maanden tot één jaar; |
- drie maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een | - drie maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een |
ononderbroken activiteitsperiode van één jaar tot achttien maanden; | ononderbroken activiteitsperiode van één jaar tot achttien maanden; |
- vier maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een | - vier maanden toelage die in de plaats komen van de wedde voor een |
ononderbroken activiteitsperiode van achttien maanden tot twee jaar; | ononderbroken activiteitsperiode van achttien maanden tot twee jaar; |
- maximum vijf maanden toelage die in de plaats komen van de wedde | - maximum vijf maanden toelage die in de plaats komen van de wedde |
voor een ononderbroken activiteitsperiode van twee jaar en meer. | voor een ononderbroken activiteitsperiode van twee jaar en meer. |
§ 3. De vertrektoelage wordt bij maandelijkse bedragen toegekend. De | § 3. De vertrektoelage wordt bij maandelijkse bedragen toegekend. De |
voorwaarde voor toekenning ervan is dat betrokkene maandelijks een | voorwaarde voor toekenning ervan is dat betrokkene maandelijks een |
verklaring op erewoord indient waaruit blijkt dat hij tijdens de | verklaring op erewoord indient waaruit blijkt dat hij tijdens de |
betrokken periode geen beroepsbedrijvigheid heeft uitgeoefend of dat | betrokken periode geen beroepsbedrijvigheid heeft uitgeoefend of dat |
hij na tegeldemaking van zijn rechten één van de voorwaarden voorzien | hij na tegeldemaking van zijn rechten één van de voorwaarden voorzien |
in § 4 vervult. | in § 4 vervult. |
§ 4. In afwijking van § 1 kan de Minister-President een forfaitaire | § 4. In afwijking van § 1 kan de Minister-President een forfaitaire |
vertrektoelage toekennen aan de personen die functies vervuld hebben | vertrektoelage toekennen aan de personen die functies vervuld hebben |
in het Commissariaat bedoeld in artikel 1 en die ofwel uitsluitend | in het Commissariaat bedoeld in artikel 1 en die ofwel uitsluitend |
houder zijn van één of meerdere deeltijdse functies in een dienst die | houder zijn van één of meerdere deeltijdse functies in een dienst die |
onder de decreetgevende macht ressorteert of in een instelling van het | onder de decreetgevende macht ressorteert of in een instelling van het |
gesubsidieerd onderwijs of van één of meerdere pensioenen ten laste | gesubsidieerd onderwijs of van één of meerdere pensioenen ten laste |
van de Schatkist en die verband houden met één of meerdere onvolledige | van de Schatkist en die verband houden met één of meerdere onvolledige |
loopbanen, ofwel werkloosheidsuitkering, wettelijke | loopbanen, ofwel werkloosheidsuitkering, wettelijke |
ziekteverzekeringsuitkeringen of moederschapsuitkeringen genieten. | ziekteverzekeringsuitkeringen of moederschapsuitkeringen genieten. |
De vertrektoelage wordt dan vastgesteld overeenkomstig § 2 en wordt na | De vertrektoelage wordt dan vastgesteld overeenkomstig § 2 en wordt na |
afweging verminderd met het totaalbedrag dat aan betrokkene | afweging verminderd met het totaalbedrag dat aan betrokkene |
verschuldigd is voor de overeenstemmende periode ter vergoeding van | verschuldigd is voor de overeenstemmende periode ter vergoeding van |
onvolledige functies of als pensioen al naar gelang het bedrag van de | onvolledige functies of als pensioen al naar gelang het bedrag van de |
forfaitaire vertrektoelage verband houdt met de uitoefening van een | forfaitaire vertrektoelage verband houdt met de uitoefening van een |
voltijdse of deeltijdse prestatie en in elk geval met de inkomsten die | voltijdse of deeltijdse prestatie en in elk geval met de inkomsten die |
voortvloeien uit werkloosheidsuitkering, wettelijke | voortvloeien uit werkloosheidsuitkering, wettelijke |
ziekteverzekeringsuitkeringen of moederschapsuitkeringen. | ziekteverzekeringsuitkeringen of moederschapsuitkeringen. |
§ 5. De bijkomende toelage bedoeld in artikel 5 en de toelagen en | § 5. De bijkomende toelage bedoeld in artikel 5 en de toelagen en |
vergoedingen voorzien in de artikelen 7, 9 en 10 evenals de inkomsten | vergoedingen voorzien in de artikelen 7, 9 en 10 evenals de inkomsten |
die volgens de bepalingen van het Wetboek op de inkomstenbelastingen | die volgens de bepalingen van het Wetboek op de inkomstenbelastingen |
1992 niet in aanmerking komen voor de bepaling van het aantal personen | 1992 niet in aanmerking komen voor de bepaling van het aantal personen |
ten laste, worden niet in overweging genomen voor de bepaling van de | ten laste, worden niet in overweging genomen voor de bepaling van de |
forfaitaire vertrektoelage. Er is geen enkele vertrektoelage | forfaitaire vertrektoelage. Er is geen enkele vertrektoelage |
verschuldigd aan de personen die uit eigen wil hun ambt neerleggen. | verschuldigd aan de personen die uit eigen wil hun ambt neerleggen. |
Art. 13.Er wordt delegatie verleend aan de secretaris van de Regering |
Art. 13.Er wordt delegatie verleend aan de secretaris van de Regering |
om elke uitgave vast te leggen en goed te keuren die aangerekend kan | om elke uitgave vast te leggen en goed te keuren die aangerekend kan |
worden op basisallocatie 11.01 van titel 1 van programma 04 van | worden op basisallocatie 11.01 van titel 1 van programma 04 van |
organisatieafdeling 09 van de algemene uitgavenbegroting van het | organisatieafdeling 09 van de algemene uitgavenbegroting van het |
Waalse Gewest en die betrekking heeft op de wedden en vergoedingen van | Waalse Gewest en die betrekking heeft op de wedden en vergoedingen van |
het personeel bedoeld in artikel 3, § 1. | het personeel bedoeld in artikel 3, § 1. |
Art. 14.Er wordt delegatie verleend aan de volgende ambthouders ten |
Art. 14.Er wordt delegatie verleend aan de volgende ambthouders ten |
belope van de bedragen die daarnaast zijn afgedrukt, om elke uitgave | belope van de bedragen die daarnaast zijn afgedrukt, om elke uitgave |
vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren die aangerekend kan | vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren die aangerekend kan |
worden op basisallocatie 12.08 van titel 1 van programma 02 van | worden op basisallocatie 12.08 van titel 1 van programma 02 van |
organisatie-afdeling 10 en op basisallocatie 74.06 van titel 2 van | organisatie-afdeling 10 en op basisallocatie 74.06 van titel 2 van |
programma 02 van organisatieafdeling 09 van de algemene | programma 02 van organisatieafdeling 09 van de algemene |
uitgavenbegroting van het Waalse Gewest : | uitgavenbegroting van het Waalse Gewest : |
-secretaris van de Regering : 31.000 euro; | -secretaris van de Regering : 31.000 euro; |
-commissaris : 5.000 euro. | -commissaris : 5.000 euro. |
Art. 15.§ 1. De vaste hulpdienst voor de administratieve en |
Art. 15.§ 1. De vaste hulpdienst voor de administratieve en |
geldelijke aangelegenheden van de ministeriële kabinetten is belast | geldelijke aangelegenheden van de ministeriële kabinetten is belast |
met de administratieve bijstand in personeelszaken voor het | met de administratieve bijstand in personeelszaken voor het |
Commissariaat en met afhandeling van de wedden, vergoedingen en | Commissariaat en met afhandeling van de wedden, vergoedingen en |
toelagen die worden toegekend aan het personeel bedoeld in artikel 3, | toelagen die worden toegekend aan het personeel bedoeld in artikel 3, |
§ 1. | § 1. |
§ 2. Er wordt delegatie verleend aan de adviseur die verantwoordelijk | § 2. Er wordt delegatie verleend aan de adviseur die verantwoordelijk |
is voor de vaste hulpdienst om elke uitgave te ordonnanceren die | is voor de vaste hulpdienst om elke uitgave te ordonnanceren die |
vastgelegd is door de eerste of afgevaardigde ordonnateur en die | vastgelegd is door de eerste of afgevaardigde ordonnateur en die |
aangerekend kan worden op basisallocatie 11.01 van titel 1 van | aangerekend kan worden op basisallocatie 11.01 van titel 1 van |
programma 04 van organisatieafdeling 09 van de algemene | programma 04 van organisatieafdeling 09 van de algemene |
uitgavenbegroting van het Waalse Gewest en die betrekking heeft op de | uitgavenbegroting van het Waalse Gewest en die betrekking heeft op de |
wedden, vergoedingen en toelagen die toegekend worden aan het | wedden, vergoedingen en toelagen die toegekend worden aan het |
personeel bedoeld in artikel 3, § 1. | personeel bedoeld in artikel 3, § 1. |
Art. 16.Voorvermelde bepalingen hebben niet als gevolg de ontheffing |
Art. 16.Voorvermelde bepalingen hebben niet als gevolg de ontheffing |
van de eerste ordonnateur uit zijn macht om alle uitgaven bedoeld in | van de eerste ordonnateur uit zijn macht om alle uitgaven bedoeld in |
dit besluit vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren. | dit besluit vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren. |
Art. 17.De Minister-President is belast met de uitvoering van dit |
Art. 17.De Minister-President is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Namen, 8 februari 2002. | Namen, 8 februari 2002. |
De Minister-President, | De Minister-President, |
J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE | J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE |