Besluit van de Waalse Regering betreffende de incentives ter bevordering van uitrustingen die het energieverbruik en de geluidsemissies van een voertuig verminderen voor het begrotingsjaar 2021 | Besluit van de Waalse Regering betreffende de incentives ter bevordering van uitrustingen die het energieverbruik en de geluidsemissies van een voertuig verminderen voor het begrotingsjaar 2021 |
---|---|
WAALSE OVERHEIDSDIENST | WAALSE OVERHEIDSDIENST |
1 JULI 2021. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de | 1 JULI 2021. - Besluit van de Waalse Regering betreffende de |
incentives ter bevordering van uitrustingen die het energieverbruik en | incentives ter bevordering van uitrustingen die het energieverbruik en |
de geluidsemissies van een voertuig verminderen voor het | de geluidsemissies van een voertuig verminderen voor het |
begrotingsjaar 2021 | begrotingsjaar 2021 |
De Waalse Regering, | De Waalse Regering, |
Gelet op het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de | Gelet op het decreet van 15 december 2011 houdende organisatie van de |
begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse | begroting, de boekhouding en de rapportage van de Waalse |
overheidsbestuurseenheden, inzonderheid op artikel 58, eerste lid; | overheidsbestuurseenheden, inzonderheid op artikel 58, eerste lid; |
Gelet op het decreet van 17 december 2020 houdende de algemene | Gelet op het decreet van 17 december 2020 houdende de algemene |
uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2021, | uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2021, |
inzonderheid op programma 18.02 bedoeld in artikel 51; | inzonderheid op programma 18.02 bedoeld in artikel 51; |
Gelet op het rapport van 24 maart 2021, opgemaakt overeenkomstig | Gelet op het rapport van 24 maart 2021, opgemaakt overeenkomstig |
artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering | artikel 3, 2°, van het decreet van 11 april 2014 houdende uitvoering |
van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties | van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties |
die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie | die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie |
van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen; | van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen; |
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 |
maart 2021; | maart 2021; |
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 22 | Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 22 |
april 2021; | april 2021; |
Gelet op het advies nr. 69.270/2 van de Raad van State, gegeven op 19 | Gelet op het advies nr. 69.270/2 van de Raad van State, gegeven op 19 |
mei 2021, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | mei 2021, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering van 25 juni 2020 | Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering van 25 juni 2020 |
betreffende de incentives ter bevordering van uitrustingen die het | betreffende de incentives ter bevordering van uitrustingen die het |
energieverbruik en de geluidsemissies van een voertuig verminderen | energieverbruik en de geluidsemissies van een voertuig verminderen |
voor het begrotingsjaar 2020, dat hetzelfde voorwerp als dit besluit | voor het begrotingsjaar 2020, dat hetzelfde voorwerp als dit besluit |
heeft, het decreet van 19 december 2019 houdende de algemene | heeft, het decreet van 19 december 2019 houdende de algemene |
uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 | uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 2020 |
als rechtsgrondslag had; | als rechtsgrondslag had; |
Dat deze rechtsgrondslag slechts voor één jaar geldig is; | Dat deze rechtsgrondslag slechts voor één jaar geldig is; |
Overwegende dat de Regering beslist heeft verder te gaan met de | Overwegende dat de Regering beslist heeft verder te gaan met de |
steunmaatregel betreffende de incentives ter bevordering van | steunmaatregel betreffende de incentives ter bevordering van |
uitrustingen die het energieverbruik en de geluidsemissies van een | uitrustingen die het energieverbruik en de geluidsemissies van een |
voertuig verminderen; | voertuig verminderen; |
Overwegende dat een nieuwe rechtsgrondslag nodig is en dat hij bepaald | Overwegende dat een nieuwe rechtsgrondslag nodig is en dat hij bepaald |
is bij programma 18.02 opgenomen in artikel 51 van het decreet van 17 | is bij programma 18.02 opgenomen in artikel 51 van het decreet van 17 |
december 2020 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse | december 2020 houdende de algemene uitgavenbegroting van het Waalse |
Gewest voor het begrotingsjaar 2021; | Gewest voor het begrotingsjaar 2021; |
Op de voordracht van de Minister van Economie; | Op de voordracht van de Minister van Economie; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° de onderneming : de natuurlijke of rechtspersoon die een voertuig | 1° de onderneming : de natuurlijke of rechtspersoon die een voertuig |
bezit, waarvoor de verkeersbelasting in het Waalse Gewest verschuldigd | bezit, waarvoor de verkeersbelasting in het Waalse Gewest verschuldigd |
is; | is; |
2° de zetel: de vestigingseenheid bedoeld in artikel I.2., 16 °, van | 2° de zetel: de vestigingseenheid bedoeld in artikel I.2., 16 °, van |
het Wetboek van economisch recht; | het Wetboek van economisch recht; |
3° het voertuig : het motorvoertuig, het samenstel van voertuigen of | 3° het voertuig : het motorvoertuig, het samenstel van voertuigen of |
aanhangwagen bedoeld of gebruikt, of gedeeltelijk of uitsluitend, voor | aanhangwagen bedoeld of gebruikt, of gedeeltelijk of uitsluitend, voor |
het vervoer over de weg van goederen en waarvan het maximaal | het vervoer over de weg van goederen en waarvan het maximaal |
toegestane totaalgewicht meer dan 3,5 ton bedraagt, met uitzondering | toegestane totaalgewicht meer dan 3,5 ton bedraagt, met uitzondering |
van het motorvoertuig, het samenstel van voertuigen of aanhangwagen, | van het motorvoertuig, het samenstel van voertuigen of aanhangwagen, |
gebruikt op beperkte manier op de openbare weg; | gebruikt op beperkte manier op de openbare weg; |
4° de Minister: de Minister bevoegd voor Economie; | 4° de Minister: de Minister bevoegd voor Economie; |
5° de Administratie : de "Service public de Wallonie Economie, Emploi | 5° de Administratie : de "Service public de Wallonie Economie, Emploi |
et Recherche" (de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en | et Recherche" (de Waalse Overheidsdienst Economie, Tewerkstelling en |
Onderzoek). | Onderzoek). |
Art. 2.§ 1. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de |
Art. 2.§ 1. Overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1407/2013 van de |
Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de | Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de |
artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de | artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de |
Europese Unie op de-minimissteun kan de Minister of diens | Europese Unie op de-minimissteun kan de Minister of diens |
afgevaardigde een premie toekennen aan de onderneming die : | afgevaardigde een premie toekennen aan de onderneming die : |
1° minstens één zetel in het Waalse Gewest heeft; | 1° minstens één zetel in het Waalse Gewest heeft; |
2° een uitrusting die het energieverbruik en de geluidsemissies | 2° een uitrusting die het energieverbruik en de geluidsemissies |
vermindert, in een voertuig installeert; | vermindert, in een voertuig installeert; |
3° geen incentives heeft genoten krachtens het decreet van 11 maart | 3° geen incentives heeft genoten krachtens het decreet van 11 maart |
2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en | 2004 betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van kleine en |
middelgrote ondernemingen, het decreet van 11 maart 2004 betreffende | middelgrote ondernemingen, het decreet van 11 maart 2004 betreffende |
de gewestelijke incentives om de milieubescherming en het duurzame | de gewestelijke incentives om de milieubescherming en het duurzame |
energiegebruik te begunstigen of van het decreet van 11 maart 2004 | energiegebruik te begunstigen of van het decreet van 11 maart 2004 |
betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van de grote | betreffende de gewestelijke incentives ten gunste van de grote |
ondernemingen; | ondernemingen; |
4° met een verklaring op erewoord van de verantwoordelijke van de | 4° met een verklaring op erewoord van de verantwoordelijke van de |
onderneming aantoont dat ze aan de fiscale en sociale wetgevingen en | onderneming aantoont dat ze aan de fiscale en sociale wetgevingen en |
reglementeringen voldoet of die zich ertoe verbindt daaraan te voldoen | reglementeringen voldoet of die zich ertoe verbindt daaraan te voldoen |
binnen de door de Administratie bepaalde termijnen. | binnen de door de Administratie bepaalde termijnen. |
Wat punt 4° betreft, kan de Administratie, in voorkomend geval, de | Wat punt 4° betreft, kan de Administratie, in voorkomend geval, de |
onderneming erom verzoeken de nodige documenten en bewijzen over te | onderneming erom verzoeken de nodige documenten en bewijzen over te |
leggen. | leggen. |
§ 2. De Minister bepaalt, per voertuig, de in § 1, eerste lid, 2°, | § 2. De Minister bepaalt, per voertuig, de in § 1, eerste lid, 2°, |
bedoelde uitrustingen alsook het bedrag van de overeenstemmende | bedoelde uitrustingen alsook het bedrag van de overeenstemmende |
premie. | premie. |
Het maximumbedrag van de premie wordt beperkt tot 5.000 euro per | Het maximumbedrag van de premie wordt beperkt tot 5.000 euro per |
voertuig en 15.000 euro per onderneming. | voertuig en 15.000 euro per onderneming. |
Art. 3.§ 1. De onderneming vraagt de in artikel 2 bedoelde premie aan |
Art. 3.§ 1. De onderneming vraagt de in artikel 2 bedoelde premie aan |
bij de Administratie aan de hand van een standaardformulier dat door | bij de Administratie aan de hand van een standaardformulier dat door |
de directeur-generaal van de Administratie wordt vastgesteld. | de directeur-generaal van de Administratie wordt vastgesteld. |
§ 2. De premie-aanvraag moet worden ingediend binnen drie maanden na | § 2. De premie-aanvraag moet worden ingediend binnen drie maanden na |
de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad | de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad |
of binnen drie maanden na de laatste factuur met betrekking tot de in | of binnen drie maanden na de laatste factuur met betrekking tot de in |
artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde uitrusting.. | artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde uitrusting.. |
De facturen worden tussen 1 augustus 2020 en 31 augustus 2021 | De facturen worden tussen 1 augustus 2020 en 31 augustus 2021 |
uitgegeven. | uitgegeven. |
De onderneming dient voor één of meerdere uitrustingen bedoeld in | De onderneming dient voor één of meerdere uitrustingen bedoeld in |
artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, één premie-aanvraag per voertuig in. | artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, één premie-aanvraag per voertuig in. |
Een premie-aanvraag kan evenwel één of meerdere voertuigen betreffen. | Een premie-aanvraag kan evenwel één of meerdere voertuigen betreffen. |
§ 3. De onderneming die de in artikel 2 bedoelde premie vraagt, | § 3. De onderneming die de in artikel 2 bedoelde premie vraagt, |
bezorgt de administratie : | bezorgt de administratie : |
1° met een verklaring op erewoord van de verantwoordelijke van de | 1° met een verklaring op erewoord van de verantwoordelijke van de |
onderneming, een lijst van de de-minimissteun ontvangen tijdens de | onderneming, een lijst van de de-minimissteun ontvangen tijdens de |
twee laatste aanslagjaren en het lopende aanslagjaar en; | twee laatste aanslagjaren en het lopende aanslagjaar en; |
2° het bewijs van de installatie en de betaling van de in artikel 2, § | 2° het bewijs van de installatie en de betaling van de in artikel 2, § |
1, eerste lid, 2°, bedoelde uitrusting. | 1, eerste lid, 2°, bedoelde uitrusting. |
§ 4. De Administratie betaalt de in artikel 2 bedoelde premie in een | § 4. De Administratie betaalt de in artikel 2 bedoelde premie in een |
schijf uit wanneer de onderneming haar het bewijs van de installatie | schijf uit wanneer de onderneming haar het bewijs van de installatie |
en van de betaling van de in artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde | en van de betaling van de in artikel 2, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde |
uitrusting levert. | uitrusting levert. |
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het |
Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. | Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. |
Art. 5.De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit |
Art. 5.De Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Namen, 1 juli 2021. | Namen, 1 juli 2021. |
De Minister-President, | De Minister-President, |
E. DI RUPO | E. DI RUPO |
De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, | De Minister van Economie, Buitenlandse Handel, Onderzoek, Innovatie, |
Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", | Digitale Technologieën, Ruimtelijke Ordening, Landbouw, het "IFAPME", |
en de Vaardigheidscentra, | en de Vaardigheidscentra, |
W. BORSUS | W. BORSUS |