Besluit van de Vlaamse Regering houdende het gebruik van open standaarden door de lokale besturen en tot nadere regeling van de databank van de lokale mandatarissen en van de databank van de leidend ambtenaren | Besluit van de Vlaamse Regering houdende het gebruik van open standaarden door de lokale besturen en tot nadere regeling van de databank van de lokale mandatarissen en van de databank van de leidend ambtenaren |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
30 NOVEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende het | 30 NOVEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende het |
gebruik van open standaarden door de lokale besturen en tot nadere | gebruik van open standaarden door de lokale besturen en tot nadere |
regeling van de databank van de lokale mandatarissen en van de | regeling van de databank van de lokale mandatarissen en van de |
databank van de leidend ambtenaren | databank van de leidend ambtenaren |
DE VLAAMSE REGERING, | DE VLAAMSE REGERING, |
Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, | Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, |
artikel 122, tweede lid, artikel 160, eerste en vierde lid, artikel | artikel 122, tweede lid, artikel 160, eerste en vierde lid, artikel |
276, derde lid, artikel 301, eerste en vijfde lid, artikel 329, eerste | 276, derde lid, artikel 301, eerste en vijfde lid, artikel 329, eerste |
lid, artikel 400, 481, 500 en 549; | lid, artikel 400, 481, 500 en 549; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2013 tot | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2013 tot |
nadere uitvoering van de mandatendatabank, vermeld in artikel 74bis en | nadere uitvoering van de mandatendatabank, vermeld in artikel 74bis en |
274, § 5, van het Gemeentedecreet, artikel 72bis van het | 274, § 5, van het Gemeentedecreet, artikel 72bis van het |
Provinciedecreet van 9 december 2005 en artikel 73/1 van het decreet | Provinciedecreet van 9 december 2005 en artikel 73/1 van het decreet |
van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra | van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra |
voor maatschappelijk welzijn; | voor maatschappelijk welzijn; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
begroting, gegeven op 16 juli 2018; | begroting, gegeven op 16 juli 2018; |
Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op | Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op |
26 september 2018; | 26 september 2018; |
Gelet op advies 64.475/3 van de Raad van State, gegeven op 19 november | Gelet op advies 64.475/3 van de Raad van State, gegeven op 19 november |
2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, | Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, |
Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; | Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK 1. - Definitie | HOOFDSTUK 1. - Definitie |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder Agentschap Binnenlands |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder Agentschap Binnenlands |
Bestuur: het intern verzelfstandigd Agentschap Binnenlands Bestuur, | Bestuur: het intern verzelfstandigd Agentschap Binnenlands Bestuur, |
opgericht door het Besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober | opgericht door het Besluit van de Vlaamse Regering van 28 oktober |
2005. | 2005. |
HOOFDSTUK 2. - Mandatendatabank | HOOFDSTUK 2. - Mandatendatabank |
Art. 2.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder lokale mandataris: |
Art. 2.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder lokale mandataris: |
1° gemeenteraadslid; | 1° gemeenteraadslid; |
2° voorzitter van de gemeenteraad; | 2° voorzitter van de gemeenteraad; |
3° schepen; | 3° schepen; |
4° burgemeester; | 4° burgemeester; |
5° lid van de raad voor maatschappelijk welzijn; | 5° lid van de raad voor maatschappelijk welzijn; |
6° voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn; | 6° voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn; |
7° lid van het vast bureau; | 7° lid van het vast bureau; |
8° voorzitter van het vast bureau; | 8° voorzitter van het vast bureau; |
9° lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst; | 9° lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst; |
10° voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst; | 10° voorzitter van het bijzonder comité voor de sociale dienst; |
11° lid van de districtsraad; | 11° lid van de districtsraad; |
12° voorzitter van de districtsraad; | 12° voorzitter van de districtsraad; |
13° districtsschepen; | 13° districtsschepen; |
14° districtsburgemeester. | 14° districtsburgemeester. |
§ 2. Na de eedaflegging van een mandataris of de aanstelling van een | § 2. Na de eedaflegging van een mandataris of de aanstelling van een |
waarnemer ter vervanging van een lokale mandataris, stelt de gemeente, | waarnemer ter vervanging van een lokale mandataris, stelt de gemeente, |
het district of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn | het district of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn |
binnen tien dagen de gegevens ter beschikking, vermeld in artikel 160, | binnen tien dagen de gegevens ter beschikking, vermeld in artikel 160, |
eerste lid, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal | eerste lid, van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal |
bestuur, met uitzondering van de einddatum van het mandaat als die | bestuur, met uitzondering van de einddatum van het mandaat als die |
niet bekend is. | niet bekend is. |
In afwijking van het eerste lid is de gemeente, het district of het | In afwijking van het eerste lid is de gemeente, het district of het |
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn niet gehouden de | openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn niet gehouden de |
gegevens, vermeld in het eerste lid, ter beschikking te stellen als de | gegevens, vermeld in het eerste lid, ter beschikking te stellen als de |
lokale mandataris het mandaat gedurende een periode van niet meer dan | lokale mandataris het mandaat gedurende een periode van niet meer dan |
twaalf weken waarneemt. | twaalf weken waarneemt. |
§ 3. Als een lokale mandataris van zijn mandaat afstand doet of | § 3. Als een lokale mandataris van zijn mandaat afstand doet of |
vervallen wordt verklaard, uit zijn mandaat ontslag heeft genomen, | vervallen wordt verklaard, uit zijn mandaat ontslag heeft genomen, |
afgezet of overleden is, stelt de gemeente, het district of het | afgezet of overleden is, stelt de gemeente, het district of het |
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de einddatum van het | openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de einddatum van het |
mandaat ter beschikking binnen tien dagen na de einddatum van het | mandaat ter beschikking binnen tien dagen na de einddatum van het |
mandaat. | mandaat. |
§ 4. Als een lokale mandataris geschorst is, stelt de gemeente, het | § 4. Als een lokale mandataris geschorst is, stelt de gemeente, het |
district of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de | district of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de |
start- en einddatum van de periode van schorsing ter beschikking | start- en einddatum van de periode van schorsing ter beschikking |
binnen tien dagen na de start van de periode van schorsing. | binnen tien dagen na de start van de periode van schorsing. |
§ 5. Als een lokale mandataris als verhinderd wordt beschouwd | § 5. Als een lokale mandataris als verhinderd wordt beschouwd |
gedurende een periode van meer dan twaalf weken, stelt de gemeente, | gedurende een periode van meer dan twaalf weken, stelt de gemeente, |
het district of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de | het district of het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de |
startdatum en de geplande einddatum van de periode van verhindering | startdatum en de geplande einddatum van de periode van verhindering |
ter beschikking binnen tien dagen na de start van de periode van | ter beschikking binnen tien dagen na de start van de periode van |
verhindering of, wanneer de geplande periode van verhindering korter | verhindering of, wanneer de geplande periode van verhindering korter |
was, binnen tien dagen nadat de verhindering twaalf weken heeft | was, binnen tien dagen nadat de verhindering twaalf weken heeft |
geduurd. | geduurd. |
HOOFDSTUK 3. - Databank van de leidend ambtenaren | HOOFDSTUK 3. - Databank van de leidend ambtenaren |
Art. 3.In dit artikel wordt verstaan onder leidend ambtenaar: |
Art. 3.In dit artikel wordt verstaan onder leidend ambtenaar: |
1° de aangestelde en de waarnemende algemeen directeur en de | 1° de aangestelde en de waarnemende algemeen directeur en de |
aangestelde en de waarnemende adjunct-algemeen directeur; | aangestelde en de waarnemende adjunct-algemeen directeur; |
2° de aangestelde en de waarnemende financieel directeur en de | 2° de aangestelde en de waarnemende financieel directeur en de |
aangestelde en de waarnemende adjunct-financieel directeur; | aangestelde en de waarnemende adjunct-financieel directeur; |
3° de leidend ambtenaar van het autonoom gemeentebedrijf; | 3° de leidend ambtenaar van het autonoom gemeentebedrijf; |
4° de leidend ambtenaar van het intergemeentelijk | 4° de leidend ambtenaar van het intergemeentelijk |
samenwerkingsverband; | samenwerkingsverband; |
5° de leidend ambtenaar van de welzijnsvereniging; | 5° de leidend ambtenaar van de welzijnsvereniging; |
6° de leidend ambtenaar van de autonome verzorgingsinstelling. | 6° de leidend ambtenaar van de autonome verzorgingsinstelling. |
De gemeente, het autonoom gemeentebedrijf, het intergemeentelijk | De gemeente, het autonoom gemeentebedrijf, het intergemeentelijk |
samenwerkingsverband, de welzijnsvereniging of de autonome | samenwerkingsverband, de welzijnsvereniging of de autonome |
verzorgingsinstelling stelt de gegevens, vermeld in artikel 301, | verzorgingsinstelling stelt de gegevens, vermeld in artikel 301, |
tweede lid van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal | tweede lid van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal |
bestuur, met uitzondering van de einddatum van de aanstelling als die | bestuur, met uitzondering van de einddatum van de aanstelling als die |
niet bekend is, ter beschikking binnen tien dagen na de aanstelling | niet bekend is, ter beschikking binnen tien dagen na de aanstelling |
van de leidend ambtenaar. | van de leidend ambtenaar. |
Als de aanstelling van een leidend ambtenaar definitief beëindigd | Als de aanstelling van een leidend ambtenaar definitief beëindigd |
wordt, stelt de gemeente, het autonoom gemeentebedrijf, het | wordt, stelt de gemeente, het autonoom gemeentebedrijf, het |
intergemeentelijk samenwerkingsverband, de welzijnsvereniging of de | intergemeentelijk samenwerkingsverband, de welzijnsvereniging of de |
autonome verzorgingsinstelling de einddatum van de aanstelling ter | autonome verzorgingsinstelling de einddatum van de aanstelling ter |
beschikking binnen tien dagen na het einde van de aanstelling. | beschikking binnen tien dagen na het einde van de aanstelling. |
Als een leidend ambtenaar als afwezig of verhinderd wordt beschouwd of | Als een leidend ambtenaar als afwezig of verhinderd wordt beschouwd of |
geschorst is, stelt de gemeente, het autonoom gemeentebedrijf, het | geschorst is, stelt de gemeente, het autonoom gemeentebedrijf, het |
intergemeentelijk samenwerkingsverband, de welzijnsvereniging of de | intergemeentelijk samenwerkingsverband, de welzijnsvereniging of de |
autonome verzorgingsinstelling de start- en einddatum ter beschikking | autonome verzorgingsinstelling de start- en einddatum ter beschikking |
binnen tien dagen na de start van die periode van verhindering, | binnen tien dagen na de start van die periode van verhindering, |
afwezigheid of schorsing. | afwezigheid of schorsing. |
HOOFDSTUK 4. - Digitale publicatie en beheer | HOOFDSTUK 4. - Digitale publicatie en beheer |
Art. 4.De software die het bestuur gebruikt om gegevens in zijn akten |
Art. 4.De software die het bestuur gebruikt om gegevens in zijn akten |
en documenten te bewerken, te bewaren, te importeren, te publiceren, | en documenten te bewerken, te bewaren, te importeren, te publiceren, |
te verwerken en ter beschikking te stellen, is conform de open | te verwerken en ter beschikking te stellen, is conform de open |
standaarden om de interoperabiliteit tussen softwaresystemen optimaal | standaarden om de interoperabiliteit tussen softwaresystemen optimaal |
te laten verlopen. Die open standaarden worden vastgelegd door de | te laten verlopen. Die open standaarden worden vastgelegd door de |
Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, en de | Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, en de |
Vlaamse minister, bevoegd voor het e-government, na advies van het | Vlaamse minister, bevoegd voor het e-government, na advies van het |
stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid. De Vlaamse minister, | stuurorgaan Vlaams Informatie- en ICT-beleid. De Vlaamse minister, |
bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, bepaalt wat verstaan | bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, bepaalt wat verstaan |
wordt onder het bestuur. | wordt onder het bestuur. |
In het eerste lid wordt verstaan onder stuurorgaan Vlaams Informatie- | In het eerste lid wordt verstaan onder stuurorgaan Vlaams Informatie- |
en ICT-beleid: het stuurorgaan, vermeld in artikel 3 van het decreet | en ICT-beleid: het stuurorgaan, vermeld in artikel 3 van het decreet |
van 23 december 2016 houdende de oprichting van het stuurorgaan Vlaams | van 23 december 2016 houdende de oprichting van het stuurorgaan Vlaams |
Informatie- en ICT-beleid. | Informatie- en ICT-beleid. |
Art. 5.De gemeente, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn |
Art. 5.De gemeente, het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn |
en het district stelt de gegevens, vermeld in hoofdstuk 2, ter | en het district stelt de gegevens, vermeld in hoofdstuk 2, ter |
beschikking conform de technische voorwaarden die de Vlaamse minister, | beschikking conform de technische voorwaarden die de Vlaamse minister, |
bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, en de Vlaamse minister, | bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, en de Vlaamse minister, |
bevoegd voor het e-government, vastleggen. | bevoegd voor het e-government, vastleggen. |
De gemeente, het autonoom gemeentebedrijf, het intergemeentelijk | De gemeente, het autonoom gemeentebedrijf, het intergemeentelijk |
samenwerkingsverband, de welzijnsvereniging en de autonome | samenwerkingsverband, de welzijnsvereniging en de autonome |
verzorgingsinstelling stelt de gegevens, vermeld in hoofdstuk 3, ter | verzorgingsinstelling stelt de gegevens, vermeld in hoofdstuk 3, ter |
beschikking conform de technische voorwaarden die de Vlaamse minister, | beschikking conform de technische voorwaarden die de Vlaamse minister, |
bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, en de Vlaamse minister, | bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, en de Vlaamse minister, |
bevoegd voor het e-government, vastleggen. | bevoegd voor het e-government, vastleggen. |
Het bestuur bewerkt, bewaart, importeert, publiceert en verwerkt zijn | Het bestuur bewerkt, bewaart, importeert, publiceert en verwerkt zijn |
akten en documenten en stelt ze ter beschikking conform de technische | akten en documenten en stelt ze ter beschikking conform de technische |
voorwaarden die de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse | voorwaarden die de Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse |
aangelegenheden, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het | aangelegenheden, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het |
e-government, vastleggen. De Vlaamse minister, bevoegd voor de | e-government, vastleggen. De Vlaamse minister, bevoegd voor de |
binnenlandse aangelegenheden, bepaalt wat verstaan wordt onder het | binnenlandse aangelegenheden, bepaalt wat verstaan wordt onder het |
bestuur. | bestuur. |
Voor de toepassing van het eerste tot en met het derde lid, zijn de | Voor de toepassing van het eerste tot en met het derde lid, zijn de |
gegevens die niet publiek bekend mogen zijn overeenkomstig artikel | gegevens die niet publiek bekend mogen zijn overeenkomstig artikel |
160, derde lid, en artikel 301, derde lid, van het decreet van 22 | 160, derde lid, en artikel 301, derde lid, van het decreet van 22 |
december 2017 over het lokaal bestuur, alleen beschikbaar voor | december 2017 over het lokaal bestuur, alleen beschikbaar voor |
gemachtigde personen. | gemachtigde personen. |
Art. 6.De uitbouw en het beheer van de databanken, vermeld in |
Art. 6.De uitbouw en het beheer van de databanken, vermeld in |
hoofdstuk 2 en 3, en de controle van de gegevens in die databanken, | hoofdstuk 2 en 3, en de controle van de gegevens in die databanken, |
worden uitgevoerd door het Agentschap Binnenlands Bestuur dat | worden uitgevoerd door het Agentschap Binnenlands Bestuur dat |
uitdrukkelijk wordt aangesteld als verwerkingsverantwoordelijke voor | uitdrukkelijk wordt aangesteld als verwerkingsverantwoordelijke voor |
deze databanken. | deze databanken. |
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen |
Art. 7.Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2013 tot |
Art. 7.Het besluit van de Vlaamse Regering van 18 januari 2013 tot |
nadere uitvoering van de mandatendatabank, vermeld in artikel 74bis en | nadere uitvoering van de mandatendatabank, vermeld in artikel 74bis en |
274, § 5, van het Gemeentedecreet, artikel 72bis van het | 274, § 5, van het Gemeentedecreet, artikel 72bis van het |
Provinciedecreet van 9 december 2005 en artikel 73/1 van het decreet | Provinciedecreet van 9 december 2005 en artikel 73/1 van het decreet |
van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra | van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra |
voor maatschappelijk welzijn, wordt opgeheven. | voor maatschappelijk welzijn, wordt opgeheven. |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019. |
Art. 8.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2019. |
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse |
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse |
aangelegenheden, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het | aangelegenheden, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het |
e-government, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de | e-government, zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de |
uitvoering van dit besluit. | uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 30 november 2018. | Brussel, 30 november 2018. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, | De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, |
Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, | Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, |
L. HOMANS | L. HOMANS |