| Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels over de werking van het college van algemeen directeurs van de hogescholen | Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de nadere regels over de werking van het college van algemeen directeurs van de hogescholen |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| 29 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling | 29 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling |
| van de nadere regels over de werking van het college van algemeen | van de nadere regels over de werking van het college van algemeen |
| directeurs van de hogescholen | directeurs van de hogescholen |
| De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
| Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern | Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern |
| verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Agentschap voor | verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « Agentschap voor |
| Infrastructuur in het Onderwijs », inzonderheid op artikel 13; | Infrastructuur in het Onderwijs », inzonderheid op artikel 13; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 |
| september 2006; | september 2006; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° het decreet : het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het | 1° het decreet : het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het |
| intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « | intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « |
| Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs »; | Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs »; |
| 2° AGIOn : het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs; | 2° AGIOn : het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs; |
| 3° het college : het college van algemeen directeurs van de | 3° het college : het college van algemeen directeurs van de |
| hogescholen, opgericht krachtens artikel 13 van het decreet; | hogescholen, opgericht krachtens artikel 13 van het decreet; |
| 4° de commissaris-coördinator : de commissaris-coördinator, vermeld in | 4° de commissaris-coördinator : de commissaris-coördinator, vermeld in |
| artikel 242 en volgende van het decreet van 13 juli 1994 betreffende | artikel 242 en volgende van het decreet van 13 juli 1994 betreffende |
| de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap; | de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap; |
| 5° investeringsmachtigingen : de machtigingen voor investeringen, | 5° investeringsmachtigingen : de machtigingen voor investeringen, |
| vermeld in artikel 196 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de | vermeld in artikel 196 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de |
| hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en niet de middelen voor | hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap en niet de middelen voor |
| eigenaarsonderhoud voor de Vlaamse autonome hogescholen vermeld in | eigenaarsonderhoud voor de Vlaamse autonome hogescholen vermeld in |
| artikel 5, 3°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het | artikel 5, 3°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het |
| intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « | intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid « |
| Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs; » | Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs; » |
| 6° de leidend ambtenaar : de leidend ambtenaar van AGIOn; | 6° de leidend ambtenaar : de leidend ambtenaar van AGIOn; |
| 7° de secretaris : de ambtenaar van AGIOn die het secretariaat | 7° de secretaris : de ambtenaar van AGIOn die het secretariaat |
| waarneemt van het college. | waarneemt van het college. |
Art. 2.De leidend ambtenaar, de commissaris-coördinator bij de |
Art. 2.De leidend ambtenaar, de commissaris-coördinator bij de |
| Vlaamse hogescholen en de secretaris wonen van rechtswege en met | Vlaamse hogescholen en de secretaris wonen van rechtswege en met |
| raadgevende stem de vergadering van het college bij. | raadgevende stem de vergadering van het college bij. |
Art. 3.§ 1. Binnen het college worden drie subcolleges opgericht, één |
Art. 3.§ 1. Binnen het college worden drie subcolleges opgericht, één |
| voor de gesubsidieerde officiële hogescholen, één voor de | voor de gesubsidieerde officiële hogescholen, één voor de |
| gesubsidieerde vrije hogescholen en één voor de Vlaamse autonome | gesubsidieerde vrije hogescholen en één voor de Vlaamse autonome |
| hogescholen. | hogescholen. |
| § 2. In het subcollege voor de gesubsidieerde officiële hogescholen | § 2. In het subcollege voor de gesubsidieerde officiële hogescholen |
| hebben de algemeen directeurs van de gesubsidieerde officiële | hebben de algemeen directeurs van de gesubsidieerde officiële |
| hogescholen zitting. In het subcollege voor de gesubsidieerde vrije | hogescholen zitting. In het subcollege voor de gesubsidieerde vrije |
| hogescholen hebben de algemeen directeurs van de gesubsidieerde vrije | hogescholen hebben de algemeen directeurs van de gesubsidieerde vrije |
| hogescholen zitting. In het subcollege van de Vlaamse autonome | hogescholen zitting. In het subcollege van de Vlaamse autonome |
| hogescholen hebben de algemeen directeurs van de Vlaamse autonome | hogescholen hebben de algemeen directeurs van de Vlaamse autonome |
| hogescholen zitting. | hogescholen zitting. |
| § 3. De subcolleges formuleren onder meer voorstellen over de | § 3. De subcolleges formuleren onder meer voorstellen over de |
| verdeling van de investeringsmachtigingen die overeenkomstig artikel | verdeling van de investeringsmachtigingen die overeenkomstig artikel |
| 196 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de | 196 van het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de |
| Vlaamse Gemeenschap, respectievelijk zijn voorbehouden. | Vlaamse Gemeenschap, respectievelijk zijn voorbehouden. |
| De voorstellen worden ter beslissing voorgelegd aan het college. | De voorstellen worden ter beslissing voorgelegd aan het college. |
Art. 4.Het college en de subcolleges komen minstens tweemaal per jaar |
Art. 4.Het college en de subcolleges komen minstens tweemaal per jaar |
| samen. De zetel van het college is gevestigd bij AGIOn. | samen. De zetel van het college is gevestigd bij AGIOn. |
Art. 5.De voorzitter en de ondervoorzitter van het college behoren |
Art. 5.De voorzitter en de ondervoorzitter van het college behoren |
| tot een verschillend subcollege. Hun mandaat duurt twee jaar. | tot een verschillend subcollege. Hun mandaat duurt twee jaar. |
| Het mandaat van voorzitter en ondervoorzitter wordt afwisselend | Het mandaat van voorzitter en ondervoorzitter wordt afwisselend |
| waargenomen door een lid van een ander subcollege. | waargenomen door een lid van een ander subcollege. |
Art. 6.Het jaarverslag van AGIOn bevat een onderdeel met betrekking |
Art. 6.Het jaarverslag van AGIOn bevat een onderdeel met betrekking |
| tot de investeringen in infrastructuur voor de hogescholen. | tot de investeringen in infrastructuur voor de hogescholen. |
Art. 7.Het college stelt bij volstrekte meerderheid van de |
Art. 7.Het college stelt bij volstrekte meerderheid van de |
| uitgebrachte stemmen een huishoudelijk reglement op en legt dat ter | uitgebrachte stemmen een huishoudelijk reglement op en legt dat ter |
| bekrachtiging voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het | bekrachtiging voor aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het |
| Onderwijs. Dezelfde werkwijze geldt ook voor de wijzigingen van het | Onderwijs. Dezelfde werkwijze geldt ook voor de wijzigingen van het |
| huishoudelijk reglement. | huishoudelijk reglement. |
| Het huishoudelijk reglement bevat nadere organisatie- en | Het huishoudelijk reglement bevat nadere organisatie- en |
| werkingsregels. Ook de criteria voor de verdeling en de toewijzing per | werkingsregels. Ook de criteria voor de verdeling en de toewijzing per |
| hogeschool van de machtigingen voor investeringen, waarbij rekening | hogeschool van de machtigingen voor investeringen, waarbij rekening |
| wordt gehouden met de in het verleden toegekende middelen, zijn in het | wordt gehouden met de in het verleden toegekende middelen, zijn in het |
| reglement opgenomen. Die criteria worden door het college uitgewerkt | reglement opgenomen. Die criteria worden door het college uitgewerkt |
| en overeenkomstig artikel 13, § 3, van het decreet voorgelegd aan het | en overeenkomstig artikel 13, § 3, van het decreet voorgelegd aan het |
| Vlaams Parlement. | Vlaams Parlement. |
Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
| de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 29 september 2006. | Brussel, 29 september 2006. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| Yves LETERME | Yves LETERME |
| De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
| F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |