| Besluit van de Vlaamse Regering over de zorg en ondersteuning voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of tetraplegie ten gevolge van een hoge dwarslaesie met de hoogste zorg- en ondersteuningsnood | Besluit van de Vlaamse Regering over de zorg en ondersteuning voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of tetraplegie ten gevolge van een hoge dwarslaesie met de hoogste zorg- en ondersteuningsnood |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| 28 SEPTEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering over de zorg en | 28 SEPTEMBER 2018. - Besluit van de Vlaamse Regering over de zorg en |
| ondersteuning voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of | ondersteuning voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of |
| tetraplegie ten gevolge van een hoge dwarslaesie met de hoogste zorg- | tetraplegie ten gevolge van een hoge dwarslaesie met de hoogste zorg- |
| en ondersteuningsnood | en ondersteuningsnood |
| DE VLAAMSE REGERING, | DE VLAAMSE REGERING, |
| Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern | Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern |
| verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap | verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap |
| voor Personen met een Handicap, artikel 7, eerste lid, artikel 8, 1°, | voor Personen met een Handicap, artikel 7, eerste lid, artikel 8, 1°, |
| 2°, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014, en 5°, en artikel 13, | 2°, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014, en 5°, en artikel 13, |
| gewijzigd bij de decreten van 20 maart 2009, 12 juli 2013, 25 april | gewijzigd bij de decreten van 20 maart 2009, 12 juli 2013, 25 april |
| 2014 en 15 juli 2016; | 2014 en 15 juli 2016; |
| Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende |
| de methodiek voor de berekening van de subsidies voor | de methodiek voor de berekening van de subsidies voor |
| personeelskosten; | personeelskosten; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
| begroting, gegeven op 17 juli 2018; | begroting, gegeven op 17 juli 2018; |
| Gelet op advies 64.064/1/V van de Raad van State, gegeven op 6 | Gelet op advies 64.064/1/V van de Raad van State, gegeven op 6 |
| september 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, | september 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, |
| van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en | Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en |
| Gezin; | Gezin; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK I. - Definities | HOOFDSTUK I. - Definities |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° aanvrager : naargelang van het geval de persoon met een handicap of | 1° aanvrager : naargelang van het geval de persoon met een handicap of |
| de wettelijke vertegenwoordiger en, als de persoon met een handicap | de wettelijke vertegenwoordiger en, als de persoon met een handicap |
| rechtelijk beschermd is met toepassing van de wet van 17 maart 2013 | rechtelijk beschermd is met toepassing van de wet van 17 maart 2013 |
| tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot | tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot |
| instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de | instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de |
| menselijke waardigheid, de persoon met een handicap en de | menselijke waardigheid, de persoon met een handicap en de |
| bewindvoerder samen of de bewindvoerder; | bewindvoerder samen of de bewindvoerder; |
| 2° agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, | 2° agentschap : het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, |
| opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern | opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern |
| verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap | verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap |
| voor Personen met een Handicap; | voor Personen met een Handicap; |
| 3° besluit van 27 november 2015 : het besluit van de Vlaamse Regering | 3° besluit van 27 november 2015 : het besluit van de Vlaamse Regering |
| van 27 november 2015 over de indiening en de afhandeling van de | van 27 november 2015 over de indiening en de afhandeling van de |
| aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en | aanvraag van een budget voor niet rechtstreeks toegankelijke zorg en |
| ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de | ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over de |
| terbeschikkingstelling van dat budget; | terbeschikkingstelling van dat budget; |
| 4° budget : een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en | 4° budget : een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en |
| ondersteuning als vermeld in hoofdstuk 5 van het decreet van 25 april | ondersteuning als vermeld in hoofdstuk 5 van het decreet van 25 april |
| 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een | 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een |
| handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg | handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg |
| en de ondersteuning voor personen met een handicap; | en de ondersteuning voor personen met een handicap; |
| 5° budgetcategorie : een budgetcategorie als vermeld in tabel 1, | 5° budgetcategorie : een budgetcategorie als vermeld in tabel 1, |
| opgenomen in de bijlage bij het besluit van 27 november 2015; | opgenomen in de bijlage bij het besluit van 27 november 2015; |
| 6° individuele dienstverleningsovereenkomst : een individuele | 6° individuele dienstverleningsovereenkomst : een individuele |
| dienstverleningsovereenkomst als vermeld in artikel 8, § 1, eerste | dienstverleningsovereenkomst als vermeld in artikel 8, § 1, eerste |
| lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 | lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 |
| betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van | betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van |
| voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met | voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met |
| een handicap; | een handicap; |
| 7° ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering : het | 7° ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering : het |
| ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering als vermeld in | ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering als vermeld in |
| artikel 1, 15°, van het besluit van 27 november 2015; | artikel 1, 15°, van het besluit van 27 november 2015; |
| 8° vergunde zorgaanbieder : de aanbieder van niet-rechtstreeks | 8° vergunde zorgaanbieder : de aanbieder van niet-rechtstreeks |
| toegankelijke zorg en ondersteuning die conform het besluit van de | toegankelijke zorg en ondersteuning die conform het besluit van de |
| Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van | Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van |
| aanbieders van niet- rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning | aanbieders van niet- rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning |
| voor personen met een handicap is vergund; | voor personen met een handicap is vergund; |
| 9° zorgzwaarte-instrument : het zorgzwaarte-instrument, vermeld in | 9° zorgzwaarte-instrument : het zorgzwaarte-instrument, vermeld in |
| artikel 1, 24°, van het besluit van 27 november 2015. | artikel 1, 24°, van het besluit van 27 november 2015. |
| HOOFDSTUK II. - Doelgroep | HOOFDSTUK II. - Doelgroep |
Art. 2.De volgende personen kunnen bij het agentschap aanspraak maken |
Art. 2.De volgende personen kunnen bij het agentschap aanspraak maken |
| op zorg en ondersteuning conform dit besluit : | op zorg en ondersteuning conform dit besluit : |
| 1° personen met een niet-aangeboren hersenletsel of tetraplegie door | 1° personen met een niet-aangeboren hersenletsel of tetraplegie door |
| een hoge dwarslaesie (C4 of hoger), die acuut en plots is ontstaan en | een hoge dwarslaesie (C4 of hoger), die acuut en plots is ontstaan en |
| een onomkeerbare breuk in de levenslijn tot gevolg heeft. Die breuk | een onomkeerbare breuk in de levenslijn tot gevolg heeft. Die breuk |
| manifesteert zich vóór de leeftijd van 65 jaar. De toestand van de | manifesteert zich vóór de leeftijd van 65 jaar. De toestand van de |
| persoon is niet meer voor verbetering vatbaar en vereist de | persoon is niet meer voor verbetering vatbaar en vereist de |
| beschikbaarheid van een gespecialiseerd kader en de permanente | beschikbaarheid van een gespecialiseerd kader en de permanente |
| aanwezigheid van een professionele zorgverlener. Als dat nodig is, kan | aanwezigheid van een professionele zorgverlener. Als dat nodig is, kan |
| de zorgverlener onmiddellijk ingrijpen en ondersteuning bieden. Een | de zorgverlener onmiddellijk ingrijpen en ondersteuning bieden. Een |
| herintegratie in het gezin of in de thuissituatie wordt door de | herintegratie in het gezin of in de thuissituatie wordt door de |
| medische toestand van de persoon met een niet-aangeboren hersenletsel | medische toestand van de persoon met een niet-aangeboren hersenletsel |
| of tetraplegie door een hoge dwarslaesie (C4 of hoger) als onmogelijk | of tetraplegie door een hoge dwarslaesie (C4 of hoger) als onmogelijk |
| beschouwd; | beschouwd; |
| 2° personen met een niet-aangeboren hersenletsel, vermeld in punt 1°, | 2° personen met een niet-aangeboren hersenletsel, vermeld in punt 1°, |
| die ernstige gezondheidsproblemen hebben in combinatie met cognitieve | die ernstige gezondheidsproblemen hebben in combinatie met cognitieve |
| of gedragsmatige problemen en personen met tetraplegie door een hoge | of gedragsmatige problemen en personen met tetraplegie door een hoge |
| dwarslaesie (C4 of hoger) die ernstige gezondheidsproblemen hebben; | dwarslaesie (C4 of hoger) die ernstige gezondheidsproblemen hebben; |
| 3° personen met een grote zorg- en ondersteuningsnood, wat resulteert | 3° personen met een grote zorg- en ondersteuningsnood, wat resulteert |
| in minstens een budgetcategorie X op basis van de afname van het | in minstens een budgetcategorie X op basis van de afname van het |
| zorgzwaarte-instrument; | zorgzwaarte-instrument; |
| 4° personen die op het moment van de aanvraag, vermeld in artikel 3, | 4° personen die op het moment van de aanvraag, vermeld in artikel 3, |
| in een residentiële inrichting voor neurologische of locomotorische | in een residentiële inrichting voor neurologische of locomotorische |
| revalidatie verblijven. | revalidatie verblijven. |
| HOOFDSTUK III. - Aanvraag en afhandeling van de aanvraag | HOOFDSTUK III. - Aanvraag en afhandeling van de aanvraag |
Art. 3.§ 1. De aanvrager kan een aanvraag van zorg en ondersteuning |
Art. 3.§ 1. De aanvrager kan een aanvraag van zorg en ondersteuning |
| als vermeld in dit besluit, indienen bij het agentschap. | als vermeld in dit besluit, indienen bij het agentschap. |
| De aanvraag omvat een aanvraagdocument en een medisch attest, die | De aanvraag omvat een aanvraagdocument en een medisch attest, die |
| worden vastgesteld door het agentschap, de objectivering van de | worden vastgesteld door het agentschap, de objectivering van de |
| ondersteuningsnood aan de hand van de afname van het | ondersteuningsnood aan de hand van de afname van het |
| zorgzwaarte-instrument en een ondersteuningsplan voor persoonsvolgende | zorgzwaarte-instrument en een ondersteuningsplan voor persoonsvolgende |
| financiering. | financiering. |
| Het agentschap kan bijkomende informatie opvragen. | Het agentschap kan bijkomende informatie opvragen. |
| § 2. Het aanvraagdocument en het medisch attest kunnen ten vroegste | § 2. Het aanvraagdocument en het medisch attest kunnen ten vroegste |
| drie maanden na de plotse breuk in de levenslijn, vermeld in artikel | drie maanden na de plotse breuk in de levenslijn, vermeld in artikel |
| 2, 1°, aan het agentschap bezorgd worden en ten laatste dertig maanden | 2, 1°, aan het agentschap bezorgd worden en ten laatste dertig maanden |
| na de plotse breuk in de levenslijn. | na de plotse breuk in de levenslijn. |
| Het medisch attest wordt opgemaakt door een erkende revalidatiearts | Het medisch attest wordt opgemaakt door een erkende revalidatiearts |
| die verbonden is aan een revalidatieziekenhuis of een afdeling voor | die verbonden is aan een revalidatieziekenhuis of een afdeling voor |
| neurologische of locomotorische revalidatie van een ziekenhuis. In het | neurologische of locomotorische revalidatie van een ziekenhuis. In het |
| medisch attest wordt aangetoond dat de persoon in kwestie voldoet aan | medisch attest wordt aangetoond dat de persoon in kwestie voldoet aan |
| de voorwaarden, vermeld in artikel 2, 1°, 2° en 4°. | de voorwaarden, vermeld in artikel 2, 1°, 2° en 4°. |
| § 3. De objectivering van de nood aan zorg en ondersteuning van de | § 3. De objectivering van de nood aan zorg en ondersteuning van de |
| persoon in kwestie gebeurt aan de hand van de afname van het | persoon in kwestie gebeurt aan de hand van de afname van het |
| zorgzwaarte-instrument. | zorgzwaarte-instrument. |
| De aanvrager kan zich wenden tot een multidisciplinair team als | De aanvrager kan zich wenden tot een multidisciplinair team als |
| vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 | vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse regering van 24 |
| juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van de aanvraag van | juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van de aanvraag van |
| ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap | ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap |
| voor de afname van het zorgzwaarte-instrument. | voor de afname van het zorgzwaarte-instrument. |
| De afname van het zorgzwaarte-instrument kan ten vroegste plaatsvinden | De afname van het zorgzwaarte-instrument kan ten vroegste plaatsvinden |
| na afloop van een periode van zes maanden na de plotse breuk in de | na afloop van een periode van zes maanden na de plotse breuk in de |
| levenslijn, vermeld in artikel 2, 1°. | levenslijn, vermeld in artikel 2, 1°. |
| § 4. Het ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering wordt binnen | § 4. Het ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering wordt binnen |
| twaalf maanden na de beslissing, vermeld in artikel 4, § 3, bezorgd | twaalf maanden na de beslissing, vermeld in artikel 4, § 3, bezorgd |
| aan het agentschap. Als het ondersteuningsplan persoonsvolgende | aan het agentschap. Als het ondersteuningsplan persoonsvolgende |
| financiering door de aanvrager zelf wordt bezorgd, geldt bijkomend de | financiering door de aanvrager zelf wordt bezorgd, geldt bijkomend de |
| voorwaarde dat het ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering | voorwaarde dat het ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering |
| binnen de voormelde termijn van twaalf maanden wordt goedgekeurd door | binnen de voormelde termijn van twaalf maanden wordt goedgekeurd door |
| het agentschap. | het agentschap. |
Art. 4.§ 1. Het agentschap beslist op basis van het aanvraagdocument |
Art. 4.§ 1. Het agentschap beslist op basis van het aanvraagdocument |
| en het medisch attest, vermeld in artikel 3, § 2, en op basis van de | en het medisch attest, vermeld in artikel 3, § 2, en op basis van de |
| objectivering van de nood aan zorg en ondersteuning, vermeld in | objectivering van de nood aan zorg en ondersteuning, vermeld in |
| artikel 3, § 3, of de persoon in kwestie voldoet aan de voorwaarden, | artikel 3, § 3, of de persoon in kwestie voldoet aan de voorwaarden, |
| vermeld in artikel 2. | vermeld in artikel 2. |
| § 2. In deze paragraaf wordt verstaan onder adviescommissie : de | § 2. In deze paragraaf wordt verstaan onder adviescommissie : de |
| adviescommissie, vermeld in artikel 29 van het besluit van de Vlaamse | adviescommissie, vermeld in artikel 29 van het besluit van de Vlaamse |
| regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van | regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van |
| de aanvraag van ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen | de aanvraag van ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen |
| met een Handicap. | met een Handicap. |
| Als het agentschap van oordeel is dat de persoon in kwestie niet | Als het agentschap van oordeel is dat de persoon in kwestie niet |
| voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, brengt het de | voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, brengt het de |
| aanvrager op de hoogte van zijn voornemen van beslissing. | aanvrager op de hoogte van zijn voornemen van beslissing. |
| Binnen dertig dagen na de ontvangst van die kennisgeving kan de | Binnen dertig dagen na de ontvangst van die kennisgeving kan de |
| aanvrager met een aangetekende brief aan het agentschap een | aanvrager met een aangetekende brief aan het agentschap een |
| gemotiveerd verzoekschrift richten om zijn voornemen in heroverweging | gemotiveerd verzoekschrift richten om zijn voornemen in heroverweging |
| te nemen. | te nemen. |
| De termijn, vermeld in het derde lid, begint pas te lopen op het | De termijn, vermeld in het derde lid, begint pas te lopen op het |
| ogenblik dat de aanvrager effectief heeft kunnen kennisnemen van het | ogenblik dat de aanvrager effectief heeft kunnen kennisnemen van het |
| voornemen van het agentschap, als hij overmacht of omstandigheden | voornemen van het agentschap, als hij overmacht of omstandigheden |
| buiten zijn wil aantoont. | buiten zijn wil aantoont. |
| Als de aanvrager binnen de termijn, vermeld in het derde lid, geen | Als de aanvrager binnen de termijn, vermeld in het derde lid, geen |
| verzoekschrift aan het agentschap heeft gericht, wordt hij geacht | verzoekschrift aan het agentschap heeft gericht, wordt hij geacht |
| onweerlegbaar met het voornemen van het agentschap in te stemmen en | onweerlegbaar met het voornemen van het agentschap in te stemmen en |
| verzendt het agentschap hem onmiddellijk de beslissing. | verzendt het agentschap hem onmiddellijk de beslissing. |
| Als de aanvrager binnen de termijn, vermeld in het derde lid, aan het | Als de aanvrager binnen de termijn, vermeld in het derde lid, aan het |
| agentschap een verzoek tot heroverweging heeft gericht, stuurt het | agentschap een verzoek tot heroverweging heeft gericht, stuurt het |
| agentschap het dossier onmiddellijk naar de adviescommissie. Als de | agentschap het dossier onmiddellijk naar de adviescommissie. Als de |
| aanvrager in het verzoekschrift daarom heeft gevraagd, wordt hij door | aanvrager in het verzoekschrift daarom heeft gevraagd, wordt hij door |
| de adviescommissie gehoord binnen zestig dagen na de ontvangst van het | de adviescommissie gehoord binnen zestig dagen na de ontvangst van het |
| dossier. | dossier. |
| Binnen dertig dagen na de dag waarop de aanvrager door de | Binnen dertig dagen na de dag waarop de aanvrager door de |
| adviescommissie is gehoord, of binnen negentig dagen na de dag waarop | adviescommissie is gehoord, of binnen negentig dagen na de dag waarop |
| de adviescommissie het dossier heeft ontvangen, naargelang de | de adviescommissie het dossier heeft ontvangen, naargelang de |
| aanvrager al dan niet heeft gevraagd om gehoord te worden, deelt ze | aanvrager al dan niet heeft gevraagd om gehoord te worden, deelt ze |
| haar advies mee aan het agentschap. | haar advies mee aan het agentschap. |
| Binnen dertig dagen na de dag van de ontvangst van het advies van de | Binnen dertig dagen na de dag van de ontvangst van het advies van de |
| adviescommissie deelt het agentschap zijn beslissing en het advies van | adviescommissie deelt het agentschap zijn beslissing en het advies van |
| de adviescommissie mee aan de aanvrager. | de adviescommissie mee aan de aanvrager. |
| § 3. Als het agentschap van oordeel is dat de persoon in kwestie | § 3. Als het agentschap van oordeel is dat de persoon in kwestie |
| voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, beslist het | voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 2, beslist het |
| agentschap : | agentschap : |
| 1° dat de persoon in kwestie erkend wordt als een persoon met een | 1° dat de persoon in kwestie erkend wordt als een persoon met een |
| handicap als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 7 mei 2004 | handicap als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 7 mei 2004 |
| tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met | tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met |
| rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een | rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een |
| Handicap; | Handicap; |
| 2° dat de persoon in kwestie aanspraak kan maken op zeven dagen op | 2° dat de persoon in kwestie aanspraak kan maken op zeven dagen op |
| zeven dag- en woonondersteuning als vermeld in artikel 6, § 1, van dit | zeven dag- en woonondersteuning als vermeld in artikel 6, § 1, van dit |
| besluit. | besluit. |
| De beslissing wordt meegedeeld aan de aanvrager. | De beslissing wordt meegedeeld aan de aanvrager. |
Art. 5.§ 1. Het agentschap stelt, na de ontvangst en in voorkomend |
Art. 5.§ 1. Het agentschap stelt, na de ontvangst en in voorkomend |
| geval de goedkeuring van het ondersteuningsplan persoonsvolgende | geval de goedkeuring van het ondersteuningsplan persoonsvolgende |
| financiering, conform artikel 21, tweede tot en met vierde lid, van | financiering, conform artikel 21, tweede tot en met vierde lid, van |
| het besluit van 27 november 2015, een budgetcategorie vast en beslist | het besluit van 27 november 2015, een budgetcategorie vast en beslist |
| dat : | dat : |
| 1° een budget wordt toegewezen ten bedrage van de budgetcategorie die | 1° een budget wordt toegewezen ten bedrage van de budgetcategorie die |
| conform artikel 21, tweede tot en met vierde lid, van het besluit van | conform artikel 21, tweede tot en met vierde lid, van het besluit van |
| 27 november 2015, is vastgesteld; | 27 november 2015, is vastgesteld; |
| 2° ambtshalve prioriteitengroep 1 als vermeld in hoofdstuk 2, afdeling | 2° ambtshalve prioriteitengroep 1 als vermeld in hoofdstuk 2, afdeling |
| 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2016 over de | 2, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 maart 2016 over de |
| oprichting van een regionale prioriteitencommissie, de toekenning van | oprichting van een regionale prioriteitencommissie, de toekenning van |
| prioriteitengroepen, de vaststelling van de maatschappelijke noodzaak, | prioriteitengroepen, de vaststelling van de maatschappelijke noodzaak, |
| de toeleiding naar ondersteuning, de afstemming en planning in het | de toeleiding naar ondersteuning, de afstemming en planning in het |
| kader van persoonsvolgende financiering, wordt toegekend; | kader van persoonsvolgende financiering, wordt toegekend; |
| 3° de vraag naar het toegewezen budget binnen prioriteitengroep 1 | 3° de vraag naar het toegewezen budget binnen prioriteitengroep 1 |
| ambtshalve gerangschikt wordt met de datum van de aanvraag behalve als | ambtshalve gerangschikt wordt met de datum van de aanvraag behalve als |
| het agentschap reeds eerder een budget heeft toegewezen waaraan | het agentschap reeds eerder een budget heeft toegewezen waaraan |
| prioriteitengroep 1 werd toegekend, in welk geval de vraag naar het | prioriteitengroep 1 werd toegekend, in welk geval de vraag naar het |
| toegewezen budget wordt gerangschikt met dezelfde datum als de datum | toegewezen budget wordt gerangschikt met dezelfde datum als de datum |
| waarmee het eerder toegewezen budget was gerangschikt. | waarmee het eerder toegewezen budget was gerangschikt. |
| De beslissing, vermeld in het eerste lid, wordt meegedeeld aan de | De beslissing, vermeld in het eerste lid, wordt meegedeeld aan de |
| aanvrager. | aanvrager. |
| § 2. Als er geen ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering aan | § 2. Als er geen ondersteuningsplan persoonsvolgende financiering aan |
| het agentschap wordt bezorgd binnen de termijn, vermeld in artikel 3, | het agentschap wordt bezorgd binnen de termijn, vermeld in artikel 3, |
| § 4, of als het ondersteuningsplan binnen die termijn niet wordt | § 4, of als het ondersteuningsplan binnen die termijn niet wordt |
| goedgekeurd, vervalt de beslissing, vermeld in artikel 4, § 3, en in | goedgekeurd, vervalt de beslissing, vermeld in artikel 4, § 3, en in |
| voorkomend geval de beslissing, vermeld in artikel 6, § 2, vierde lid. | voorkomend geval de beslissing, vermeld in artikel 6, § 2, vierde lid. |
| HOOFDSTUK IV. - Direct gesubsidieerde zorg en ondersteuning | HOOFDSTUK IV. - Direct gesubsidieerde zorg en ondersteuning |
Art. 6.§ 1. In afwachting van de toewijzing en de |
Art. 6.§ 1. In afwachting van de toewijzing en de |
| terbeschikkingstelling van het budget, vermeld in artikel 5, kan de | terbeschikkingstelling van het budget, vermeld in artikel 5, kan de |
| betrokken persoon met een handicap aanspraak maken op zeven dagen op | betrokken persoon met een handicap aanspraak maken op zeven dagen op |
| zeven dag- en woonondersteuning die wordt geboden door een vergunde | zeven dag- en woonondersteuning die wordt geboden door een vergunde |
| zorgaanbieder. | zorgaanbieder. |
| Het agentschap subsidieert de vergunde zorgaanbieder die de | Het agentschap subsidieert de vergunde zorgaanbieder die de |
| ondersteuning verleent. | ondersteuning verleent. |
| § 2. In deze paragraaf wordt verstaan onder datum van aanvraag : de | § 2. In deze paragraaf wordt verstaan onder datum van aanvraag : de |
| datum waarop het aanvraagdocument, vermeld in artikel 3, aan het | datum waarop het aanvraagdocument, vermeld in artikel 3, aan het |
| agentschap is bezorgd. | agentschap is bezorgd. |
| Het agentschap kan voor dertig personen met een handicap voor wie een | Het agentschap kan voor dertig personen met een handicap voor wie een |
| beslissing als vermeld in artikel 4, § 3, is genomen, zeven dagen op | beslissing als vermeld in artikel 4, § 3, is genomen, zeven dagen op |
| zeven dag- en woonondersteuning subsidiëren. De Vlaamse minister, | zeven dag- en woonondersteuning subsidiëren. De Vlaamse minister, |
| bevoegd voor de bijstand aan personen, kan dat aantal aanpassen. | bevoegd voor de bijstand aan personen, kan dat aantal aanpassen. |
| De personen met een handicap met de oudste datum van aanvraag komen | De personen met een handicap met de oudste datum van aanvraag komen |
| het eerst in aanmerking voor ondersteuning als vermeld in paragraaf 1. | het eerst in aanmerking voor ondersteuning als vermeld in paragraaf 1. |
| Het agentschap houdt bij zijn beslissing rekening met de programmatie, | Het agentschap houdt bij zijn beslissing rekening met de programmatie, |
| vermeld in het tweede lid, en met de datum van aanvraag voor welke | vermeld in het tweede lid, en met de datum van aanvraag voor welke |
| personen met een handicap met een beslissing als vermeld in artikel 4, | personen met een handicap met een beslissing als vermeld in artikel 4, |
| § 3, ondersteuning als vermeld in paragraaf 1, wordt gesubsidieerd. | § 3, ondersteuning als vermeld in paragraaf 1, wordt gesubsidieerd. |
Art. 7.De beslissingen, vermeld in artikel 4, § 3, artikel 5 en |
Art. 7.De beslissingen, vermeld in artikel 4, § 3, artikel 5 en |
| artikel 6, § 2, vierde lid, vervallen in de volgende gevallen : | artikel 6, § 2, vierde lid, vervallen in de volgende gevallen : |
| 1° binnen drie maanden na de datum van de beslissing, vermeld in | 1° binnen drie maanden na de datum van de beslissing, vermeld in |
| artikel 6, § 2, vierde lid, is er geen individuele | artikel 6, § 2, vierde lid, is er geen individuele |
| dienstverleningsovereenkomst door een vergunde zorgaanbieder | dienstverleningsovereenkomst door een vergunde zorgaanbieder |
| geregistreerd bij het agentschap waarbij wordt voorzien in | geregistreerd bij het agentschap waarbij wordt voorzien in |
| ondersteuning als vermeld in artikel 6, § 1; | ondersteuning als vermeld in artikel 6, § 1; |
| 2° binnen een maand na de beëindiging van een individuele | 2° binnen een maand na de beëindiging van een individuele |
| dienstverleningsovereenkomst met een vergunde zorgaanbieder die | dienstverleningsovereenkomst met een vergunde zorgaanbieder die |
| ondersteuning als vermeld in artikel 6, § 1, verleent, wordt er geen | ondersteuning als vermeld in artikel 6, § 1, verleent, wordt er geen |
| nieuwe individuele dienstverleningsovereenkomst geregistreerd bij het | nieuwe individuele dienstverleningsovereenkomst geregistreerd bij het |
| agentschap waarbij wordt voorzien in ondersteuning als vermeld in | agentschap waarbij wordt voorzien in ondersteuning als vermeld in |
| artikel 6, § 1. | artikel 6, § 1. |
| Als de aanvrager moeilijkheden ervaart bij het vinden van een vergunde | Als de aanvrager moeilijkheden ervaart bij het vinden van een vergunde |
| zorgaanbieder, kan hij aan het agentschap collectieve bemiddeling als | zorgaanbieder, kan hij aan het agentschap collectieve bemiddeling als |
| vermeld in artikel 10 en 11 van het besluit van de Vlaamse Regering | vermeld in artikel 10 en 11 van het besluit van de Vlaamse Regering |
| van 20 juli 2018 over de bemiddeling, de afstemming en de planning in | van 20 juli 2018 over de bemiddeling, de afstemming en de planning in |
| het kader van persoonsvolgende financiering voor meerderjarige | het kader van persoonsvolgende financiering voor meerderjarige |
| personen met een handicap, vragen. | personen met een handicap, vragen. |
| In afwijking van artikel 11 van het voormelde besluit van 20 juli 2018 | In afwijking van artikel 11 van het voormelde besluit van 20 juli 2018 |
| moet de bijstandsorganisatie, vermeld in artikel 11, eerste lid, 2°, | moet de bijstandsorganisatie, vermeld in artikel 11, eerste lid, 2°, |
| van het voormelde besluit, niet worden uitgenodigd voor de collectieve | van het voormelde besluit, niet worden uitgenodigd voor de collectieve |
| bemiddeling. | bemiddeling. |
| Als er een vraag naar collectieve bemiddeling wordt ingediend, wordt | Als er een vraag naar collectieve bemiddeling wordt ingediend, wordt |
| de termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, met drie maanden verlengd. | de termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, met drie maanden verlengd. |
| De beslissing, vermeld in artikel 4, § 3, eerste lid, 2°, en in | De beslissing, vermeld in artikel 4, § 3, eerste lid, 2°, en in |
| artikel 6, § 2, vierde lid, vervallen als aan de betrokken persoon met | artikel 6, § 2, vierde lid, vervallen als aan de betrokken persoon met |
| een handicap een budget ter beschikking wordt gesteld. | een handicap een budget ter beschikking wordt gesteld. |
Art. 8.Als er een budget ter beschikking wordt gesteld, eindigt de |
Art. 8.Als er een budget ter beschikking wordt gesteld, eindigt de |
| subsidiëring van de vergunde zorgaanbieder die ondersteuning als | subsidiëring van de vergunde zorgaanbieder die ondersteuning als |
| vermeld in artikel 6, § 1, verleent aan de betrokken persoon met een | vermeld in artikel 6, § 1, verleent aan de betrokken persoon met een |
| handicap, vanaf de eerste dag na afloop van twee maanden te rekenen | handicap, vanaf de eerste dag na afloop van twee maanden te rekenen |
| vanaf de aanvangsdatum van de terbeschikkingstelling van het budget. | vanaf de aanvangsdatum van de terbeschikkingstelling van het budget. |
| Als de betrokken persoon met een handicap overlijdt, eindigt de | Als de betrokken persoon met een handicap overlijdt, eindigt de |
| subsidiëring van de vergunde zorgaanbieder die ondersteuning als | subsidiëring van de vergunde zorgaanbieder die ondersteuning als |
| vermeld in artikel 6, § 1, verleent vanaf de eerste dag na afloop van | vermeld in artikel 6, § 1, verleent vanaf de eerste dag na afloop van |
| twee maanden te rekenen vanaf de datum van overlijden van de betrokken | twee maanden te rekenen vanaf de datum van overlijden van de betrokken |
| persoon met een handicap. | persoon met een handicap. |
| Als de individuele dienstverleningsovereenkomst, vermeld in artikel 7, | Als de individuele dienstverleningsovereenkomst, vermeld in artikel 7, |
| eerste lid, wordt beëindigd, eindigt de subsidiëring van de vergunde | eerste lid, wordt beëindigd, eindigt de subsidiëring van de vergunde |
| zorgaanbieder die ondersteuning als vermeld in artikel 6, § 1, biedt | zorgaanbieder die ondersteuning als vermeld in artikel 6, § 1, biedt |
| vanaf de eerste dag na de beëindiging van de individuele | vanaf de eerste dag na de beëindiging van de individuele |
| dienstverleningsovereenkomst. | dienstverleningsovereenkomst. |
Art. 9.De persoon met een handicap die ondersteuning geniet als |
Art. 9.De persoon met een handicap die ondersteuning geniet als |
| vermeld in artikel 6, § 1, staat zelf in voor de woon- en leefkosten. | vermeld in artikel 6, § 1, staat zelf in voor de woon- en leefkosten. |
Art. 10.§ 1. De vergunde zorgaanbieders die een individuele |
Art. 10.§ 1. De vergunde zorgaanbieders die een individuele |
| dienstverleningsovereenkomst hebben geregistreerd waarbij wordt | dienstverleningsovereenkomst hebben geregistreerd waarbij wordt |
| voorzien in ondersteuning als vermeld in artikel 6, § 1, worden door | voorzien in ondersteuning als vermeld in artikel 6, § 1, worden door |
| het agentschap gesubsidieerd voor 87 personeelspunten en een bedrag | het agentschap gesubsidieerd voor 87 personeelspunten en een bedrag |
| van 6481 euro als werkingstoelagen per persoon op jaarbasis. | van 6481 euro als werkingstoelagen per persoon op jaarbasis. |
| In voorkomend geval wordt het aantal personeelspunten en het bedrag | In voorkomend geval wordt het aantal personeelspunten en het bedrag |
| van de werkingstoelagen pro rata aangepast, rekening houdend met de | van de werkingstoelagen pro rata aangepast, rekening houdend met de |
| effectieve duur van de geregistreerde individuele | effectieve duur van de geregistreerde individuele |
| dienstverleningsovereenkomst. | dienstverleningsovereenkomst. |
| § 2. Maximaal 3 % van de personeelspunten die subsidieerbaar zijn | § 2. Maximaal 3 % van de personeelspunten die subsidieerbaar zijn |
| conform paragraaf 1, kan worden omgezet in werkingsmiddelen tegen een | conform paragraaf 1, kan worden omgezet in werkingsmiddelen tegen een |
| bedrag per punt. | bedrag per punt. |
| Het bedrag per punt bedraagt 834 euro (achthonderdvierendertig euro). | Het bedrag per punt bedraagt 834 euro (achthonderdvierendertig euro). |
| De werkingsmiddelen, vermeld in het eerste lid, mogen niet aangewend | De werkingsmiddelen, vermeld in het eerste lid, mogen niet aangewend |
| worden voor reservevorming, voor de aanwerving van personeel of voor | worden voor reservevorming, voor de aanwerving van personeel of voor |
| de vergoeding van personeelskosten. De besteding van het bedrag mag | de vergoeding van personeelskosten. De besteding van het bedrag mag |
| gespreid worden over meer dan een boekhoudkundig jaar. | gespreid worden over meer dan een boekhoudkundig jaar. |
| Het bedrag, vermeld in het tweede lid, wordt jaarlijks op 1 januari | Het bedrag, vermeld in het tweede lid, wordt jaarlijks op 1 januari |
| aangepast, rekening houdend met de gezondheidsindex, vermeld in | aangepast, rekening houdend met de gezondheidsindex, vermeld in |
| hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter | hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter |
| uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands | uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's lands |
| concurrentievermogen, volgens de formule : (basisbedrag x index | concurrentievermogen, volgens de formule : (basisbedrag x index |
| december 20../index december 2017). | december 20../index december 2017). |
| Het agentschap subsidieert de werkingsmiddelen, vermeld in het eerste | Het agentschap subsidieert de werkingsmiddelen, vermeld in het eerste |
| lid, op voorwaarde dat er over de aanwending van het bedrag | lid, op voorwaarde dat er over de aanwending van het bedrag |
| voorafgaand overleg is gepleegd met het collectieve overlegorgaan, | voorafgaand overleg is gepleegd met het collectieve overlegorgaan, |
| vermeld in artikel 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 | vermeld in artikel 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 |
| februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en | februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en |
| kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en | kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en |
| begeleiding van personen met een handicap, of dat er collectieve | begeleiding van personen met een handicap, of dat er collectieve |
| inspraak als vermeld in artikel 30 van het voormelde besluit, is | inspraak als vermeld in artikel 30 van het voormelde besluit, is |
| geweest en dat er overleg met de werknemersvertegenwoordiging heeft | geweest en dat er overleg met de werknemersvertegenwoordiging heeft |
| plaatsgevonden, en er aan die overlegkanalen transparantie is geboden | plaatsgevonden, en er aan die overlegkanalen transparantie is geboden |
| over de aanwending. | over de aanwending. |
| Op verzoek van het agentschap bewijst de vergunde zorgaanbieder het | Op verzoek van het agentschap bewijst de vergunde zorgaanbieder het |
| resultaat van het overleg met het collectieve overlegorgaan of de | resultaat van het overleg met het collectieve overlegorgaan of de |
| collectieve inspraak en het overleg met de | collectieve inspraak en het overleg met de |
| werknemersvertegenwoordiging. | werknemersvertegenwoordiging. |
| HOOFDSTUK V. - Wijzigingsbepaling | HOOFDSTUK V. - Wijzigingsbepaling |
Art. 11.Aan artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 |
Art. 11.Aan artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 |
| mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies | mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies |
| voor personeelskosten, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse | voor personeelskosten, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse |
| Regering van 22 december 2017, wordt een punt 12° toegevoegd, dat | Regering van 22 december 2017, wordt een punt 12° toegevoegd, dat |
| luidt als volgt : | luidt als volgt : |
| "12° de personeelspunten, vermeld in artikel 10, § 1, van het besluit | "12° de personeelspunten, vermeld in artikel 10, § 1, van het besluit |
| van de Vlaamse Regering van 28 september 2018 over de zorg en | van de Vlaamse Regering van 28 september 2018 over de zorg en |
| ondersteuning voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of | ondersteuning voor personen met een niet-aangeboren hersenletsel of |
| tetraplegie ten gevolge van een hoge dwarslaesie met de hoogste zorg- | tetraplegie ten gevolge van een hoge dwarslaesie met de hoogste zorg- |
| en ondersteuningsnood.". | en ondersteuningsnood.". |
| HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen |
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 15 oktober 2018. |
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 15 oktober 2018. |
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, |
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, |
| is belast met de uitvoering van dit besluit. | is belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 28 september 2018. | Brussel, 28 september 2018. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
| De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
| J. VANDEURZEN | J. VANDEURZEN |