Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, wat betreft de toevoeging van een bijlage XV | Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, wat betreft de toevoeging van een bijlage XV |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
28 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van | 28 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van |
het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de | het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 betreffende de |
programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor | programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor |
woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, | woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, |
wat betreft de toevoeging van een bijlage XV | wat betreft de toevoeging van een bijlage XV |
De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, de artikelen 52, 58, § | Gelet op het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009, de artikelen 52, 58, § |
1, 60, laatste lid, en 87; | 1, 60, laatste lid, en 87; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 |
betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de | betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de |
subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van | subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van |
gebruikers en mantelzorgers; | gebruikers en mantelzorgers; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
begroting, gegeven op 7 oktober 2011; | begroting, gegeven op 7 oktober 2011; |
Gelet op het advies 50.587/3 van de Raad van State, gegeven op 6 | Gelet op het advies 50.587/3 van de Raad van State, gegeven op 6 |
december 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van | december 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van |
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en | Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en |
Gezin; | Gezin; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.In artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse |
Artikel 1.In artikel 2, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse |
Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de | Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de |
erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor | erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor |
woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers | woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers |
wordt de zinsnede « bijlagen I tot en met XII » vervangen door de | wordt de zinsnede « bijlagen I tot en met XII » vervangen door de |
zinsnede « bijlage I tot en met XII en XV ». | zinsnede « bijlage I tot en met XII en XV ». |
Art. 2.In artikel 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de |
Art. 2.In artikel 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de |
volgende wijzigingen aangebracht : | volgende wijzigingen aangebracht : |
1° in punt 1° wordt de zinsnede « bijlagen V, VI, VII en IX tot en met | 1° in punt 1° wordt de zinsnede « bijlagen V, VI, VII en IX tot en met |
XII » vervangen door de zinsnede « bijlage V, VI, VII, IX tot en met | XII » vervangen door de zinsnede « bijlage V, VI, VII, IX tot en met |
XII en XV »; | XII en XV »; |
2° in punt 2°, b), wordt de zinsnede « bijlagen I tot en met XII' | 2° in punt 2°, b), wordt de zinsnede « bijlagen I tot en met XII' |
vervangen door de zinsnede « bijlage I tot en met XII en XV ». | vervangen door de zinsnede « bijlage I tot en met XII en XV ». |
Art. 3.In artikel 8, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de |
Art. 3.In artikel 8, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de |
zinsnede « bijlagen I tot en met XIII » vervangen door de zinsnede « | zinsnede « bijlagen I tot en met XIII » vervangen door de zinsnede « |
bijlage I tot en met XIII en XV ». | bijlage I tot en met XIII en XV ». |
Art. 4.In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de |
Art. 4.In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt de |
zinsnede « bijlagen I tot en met XIII » vervangen door de zinsnede « | zinsnede « bijlagen I tot en met XIII » vervangen door de zinsnede « |
bijlage I tot en met XIII en XV ». | bijlage I tot en met XIII en XV ». |
Art. 5.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « |
Art. 5.In artikel 11 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « |
bijlagen I tot III, V tot IX, XI, XIII en XIV » vervangen door de | bijlagen I tot III, V tot IX, XI, XIII en XIV » vervangen door de |
zinsnede « bijlage I tot en met III, V tot en met IX, XI, en XIII tot | zinsnede « bijlage I tot en met III, V tot en met IX, XI, en XIII tot |
en met XV ». | en met XV ». |
Art. 6.In artikel 79 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « |
Art. 6.In artikel 79 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « |
bijlagen I tot en met VII en IX tot en met XIV » vervangen door de | bijlagen I tot en met VII en IX tot en met XIV » vervangen door de |
zinsnede « bijlage I tot en met VII, en IX tot en met XV ». | zinsnede « bijlage I tot en met VII, en IX tot en met XV ». |
Art. 7.In artikel 81 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « |
Art. 7.In artikel 81 van hetzelfde besluit wordt de zinsnede « |
bijlagen I tot en met XIII » vervangen door de zinsnede « bijlage I | bijlagen I tot en met XIII » vervangen door de zinsnede « bijlage I |
tot en met XIII en XV ». | tot en met XIII en XV ». |
Art. 8.Aan hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit |
Art. 8.Aan hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit |
van de Vlaamse Regering van 25 februari 2011, wordt een bijlage XV | van de Vlaamse Regering van 25 februari 2011, wordt een bijlage XV |
toegevoegd, die bij dit besluit is gevoegd. | toegevoegd, die bij dit besluit is gevoegd. |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 17 december 2012, met |
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 17 december 2012, met |
uitzondering van artikel 22 en 23 van de bijlage XV die bij dit | uitzondering van artikel 22 en 23 van de bijlage XV die bij dit |
besluit is gevoegd, welke artikelen in werking treden op 1 januari | besluit is gevoegd, welke artikelen in werking treden op 1 januari |
2013. | 2013. |
Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is |
Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is |
belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 28 september 2012. | Brussel, 28 september 2012. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
J. VANDEURZEN | J. VANDEURZEN |
Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2012 | Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 september 2012 |
tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 | tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 |
betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de | betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de |
subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van | subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van |
gebruikers en mantelzorgers, wat betreft de toevoeging van een bijlage | gebruikers en mantelzorgers, wat betreft de toevoeging van een bijlage |
XV | XV |
Bijlage XV bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 | Bijlage XV bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 2009 |
betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de | betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de |
subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van | subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van |
gebruikers en mantelzorgers | gebruikers en mantelzorgers |
Bijlage XV. - Dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging | Bijlage XV. - Dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging |
HOOFDSTUK 1. - Definities | HOOFDSTUK 1. - Definities |
Artikel 1.De definities die opgenomen zijn in hoofdstuk I van bijlage |
Artikel 1.De definities die opgenomen zijn in hoofdstuk I van bijlage |
IX bij dit besluit, zijn met uitzondering van punt 2° en 3°, van | IX bij dit besluit, zijn met uitzondering van punt 2° en 3°, van |
overeenkomstige toepassing op de dagverzorgingscentra voor palliatieve | overeenkomstige toepassing op de dagverzorgingscentra voor palliatieve |
verzorging. | verzorging. |
Art. 2.In deze bijlage wordt verstaan onder : |
Art. 2.In deze bijlage wordt verstaan onder : |
1° dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging : een voorziening | 1° dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging : een voorziening |
die als opdracht heeft de gebruiker van palliatieve zorgen in daarvoor | die als opdracht heeft de gebruiker van palliatieve zorgen in daarvoor |
bestemde lokalen, zonder overnachting, gespecialiseerde palliatieve | bestemde lokalen, zonder overnachting, gespecialiseerde palliatieve |
zorgen overdag, en ook een aangepast activiteitenaanbod aan te bieden, | zorgen overdag, en ook een aangepast activiteitenaanbod aan te bieden, |
en die erkend is door de Vlaamse Gemeenschap; | en die erkend is door de Vlaamse Gemeenschap; |
2° gebruiker van palliatieve zorg : de verzorgingsbehoevende persoon | 2° gebruiker van palliatieve zorg : de verzorgingsbehoevende persoon |
die lijdt aan een of meer levensbedreigende aandoeningen die ongunstig | die lijdt aan een of meer levensbedreigende aandoeningen die ongunstig |
evolueren, bij wie therapeutische ingrepen en revaliderende therapie | evolueren, bij wie therapeutische ingrepen en revaliderende therapie |
geen invloed hebben, van wie de prognose slecht is en die door de | geen invloed hebben, van wie de prognose slecht is en die door de |
behandelende arts naar het centrum verwezen wordt; | behandelende arts naar het centrum verwezen wordt; |
3° palliatieve zorg : een benadering die de kwaliteit van het leven | 3° palliatieve zorg : een benadering die de kwaliteit van het leven |
verbetert van gebruikers die lijden aan een of meer levensbedreigende | verbetert van gebruikers die lijden aan een of meer levensbedreigende |
aandoeningen die ongunstig evolueren, bij wie therapeutische ingrepen | aandoeningen die ongunstig evolueren, bij wie therapeutische ingrepen |
en revaliderende therapie geen invloed hebben en van wie de prognose | en revaliderende therapie geen invloed hebben en van wie de prognose |
slecht is; | slecht is; |
5° vroegtijdige zorgplanning : een proces van continu overleg tussen | 5° vroegtijdige zorgplanning : een proces van continu overleg tussen |
gebruiker en zorgverlener(s) dat gericht is op het uitklaren van | gebruiker en zorgverlener(s) dat gericht is op het uitklaren van |
waarden en wensen van de gebruiker ten aanzien van zijn (toekomstige) | waarden en wensen van de gebruiker ten aanzien van zijn (toekomstige) |
palliatieve zorgen (zorg bij het levenseinde), dat bij voorkeur ook | palliatieve zorgen (zorg bij het levenseinde), dat bij voorkeur ook |
gecommuniceerd wordt met familieleden of belangrijke naasten, in het | gecommuniceerd wordt met familieleden of belangrijke naasten, in het |
bijzonder met het oog op het aanwijzen van een (benoemde) | bijzonder met het oog op het aanwijzen van een (benoemde) |
vertegenwoordiger. | vertegenwoordiger. |
HOOFDSTUK 2. - Programmatie | HOOFDSTUK 2. - Programmatie |
Art. 3.Het programma voor de dagverzorgingscentra voor palliatieve |
Art. 3.Het programma voor de dagverzorgingscentra voor palliatieve |
verzorging bestaat uit een programmacijfer en uit evaluatiecriteria. | verzorging bestaat uit een programmacijfer en uit evaluatiecriteria. |
Art. 4.Het programmacijfer voor de verblijfseenheden in de |
Art. 4.Het programmacijfer voor de verblijfseenheden in de |
dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging in het Nederlandse | dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging in het Nederlandse |
taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt vastgelegd | taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad wordt vastgelegd |
op vijf centra. | op vijf centra. |
Art. 5.De evaluatiecriteria, vermeld in artikel 4, hoofdstuk 2 van |
Art. 5.De evaluatiecriteria, vermeld in artikel 4, hoofdstuk 2 van |
bijlage IX bij dit besluit, zijn, met uitzondering van punt 1°, van | bijlage IX bij dit besluit, zijn, met uitzondering van punt 1°, van |
overeenkomstige toepassing op de dagverzorgingscentra voor palliatieve | overeenkomstige toepassing op de dagverzorgingscentra voor palliatieve |
verzorging. | verzorging. |
Bijkomende evaluatiecriteria zijn : | Bijkomende evaluatiecriteria zijn : |
1° de profileringsintentie waaruit blijkt dat de voorziening specifiek | 1° de profileringsintentie waaruit blijkt dat de voorziening specifiek |
gebruikers van palliatieve zorgen wil opnemen. Er mag geen | gebruikers van palliatieve zorgen wil opnemen. Er mag geen |
leeftijdsgrens bepaald worden; | leeftijdsgrens bepaald worden; |
2° de relatie met relevante organisaties en voorzieningen in het | 2° de relatie met relevante organisaties en voorzieningen in het |
beoogde werkingsgebied; | beoogde werkingsgebied; |
3° een positief advies van het palliatief netwerk dat actief is in het | 3° een positief advies van het palliatief netwerk dat actief is in het |
beoogde werkingsgebied over de nood aan een dagverzorgingscentrum voor | beoogde werkingsgebied over de nood aan een dagverzorgingscentrum voor |
palliatieve verzorging in dit werkingsgebied; | palliatieve verzorging in dit werkingsgebied; |
4° de deskundigheid die verworven is gedurende een periode van twee | 4° de deskundigheid die verworven is gedurende een periode van twee |
jaar die aan de aanvraag voorafgaat. | jaar die aan de aanvraag voorafgaat. |
De dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging die door de | De dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging die door de |
Vlaamse Regering erkend zijn tot en met 31 december 2012, krijgen | Vlaamse Regering erkend zijn tot en met 31 december 2012, krijgen |
voorrang bij de invulling van het programmacijfer voor de | voorrang bij de invulling van het programmacijfer voor de |
dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging voor zover hun | dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging voor zover hun |
aanvraag voor een voorafgaande vergunning en voor erkenning samen | aanvraag voor een voorafgaande vergunning en voor erkenning samen |
worden ingediend in de periode van 17 december 2012 tot en met 31 | worden ingediend in de periode van 17 december 2012 tot en met 31 |
december 2012. De erkenning van deze dagverzorgingscentra voor | december 2012. De erkenning van deze dagverzorgingscentra voor |
palliatieve verzorging kan ten vroegste ingaan op 1 januari 2013. | palliatieve verzorging kan ten vroegste ingaan op 1 januari 2013. |
De minister kan de evaluatiecriteria aanvullen of specificeren. | De minister kan de evaluatiecriteria aanvullen of specificeren. |
HOOFDSTUK 3. - Specifieke erkenningsvoorwaarden | HOOFDSTUK 3. - Specifieke erkenningsvoorwaarden |
Afdeling 1. - Algemene bepaling | Afdeling 1. - Algemene bepaling |
Art. 6.Met behoud van de toepassing van artikel 4, 25, 27, 39, 43, |
Art. 6.Met behoud van de toepassing van artikel 4, 25, 27, 39, 43, |
52, 53, § 2, 56, 67 en 72, tweede lid, van het Woonzorgdecreet van 13 | 52, 53, § 2, 56, 67 en 72, tweede lid, van het Woonzorgdecreet van 13 |
maart 2009 gelden voor de erkenning van dagverzorgingscentra voor | maart 2009 gelden voor de erkenning van dagverzorgingscentra voor |
palliatieve verzorging de specifieke voorwaarden van dit besluit. | palliatieve verzorging de specifieke voorwaarden van dit besluit. |
Art. 7.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging biedt |
Art. 7.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging biedt |
ondersteuning voor : | ondersteuning voor : |
1° pijn- en symptoomcontrole bij psychisch of fysiek lijden door | 1° pijn- en symptoomcontrole bij psychisch of fysiek lijden door |
ziekteprogressie of gerelateerde behandelingen; | ziekteprogressie of gerelateerde behandelingen; |
2° aangepaste, complementaire zorg; | 2° aangepaste, complementaire zorg; |
3° psycho-sociale ondersteuning van de palliatieve gebruiker of | 3° psycho-sociale ondersteuning van de palliatieve gebruiker of |
naasten om hun draagkracht in stand te houden of te vergroten, alsook | naasten om hun draagkracht in stand te houden of te vergroten, alsook |
het aanleren van specifieke vaardigheden; | het aanleren van specifieke vaardigheden; |
4° ondersteuning van de mantelzorg; | 4° ondersteuning van de mantelzorg; |
5° resocialisatie of rehabilitatie door contact met andere gebruikers | 5° resocialisatie of rehabilitatie door contact met andere gebruikers |
van palliatieve zorgen en een aangepast activiteitenaanbod. | van palliatieve zorgen en een aangepast activiteitenaanbod. |
Art. 8.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging is |
Art. 8.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging is |
minstens vijf dagen per week open. | minstens vijf dagen per week open. |
Afdeling 2. - Voorwaarden voor de hulp- en dienstverlening | Afdeling 2. - Voorwaarden voor de hulp- en dienstverlening |
Onderafdeling 1. - Rechten en plichten | Onderafdeling 1. - Rechten en plichten |
Art. 9.De voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, |
Art. 9.De voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, |
onderafdeling 1, van bijlage IX, zijn van overeenkomstige toepassing | onderafdeling 1, van bijlage IX, zijn van overeenkomstige toepassing |
op de dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging. | op de dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging. |
Art. 10.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging voert |
Art. 10.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging voert |
een opnamebeleid dat gericht is op alle leeftijdsgroepen van | een opnamebeleid dat gericht is op alle leeftijdsgroepen van |
gebruikers van palliatieve zorgen. | gebruikers van palliatieve zorgen. |
Onderafdeling 2. - Zorg en kwaliteit van de zorg | Onderafdeling 2. - Zorg en kwaliteit van de zorg |
Art. 11.De voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, |
Art. 11.De voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, |
onderafdeling 2, van bijlage IX, zijn van overeenkomstige toepassing | onderafdeling 2, van bijlage IX, zijn van overeenkomstige toepassing |
op de dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging. | op de dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging. |
Art. 12.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging zorgt |
Art. 12.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging zorgt |
voor elke gebruiker van palliatieve zorgen, in overleg, voor een | voor elke gebruiker van palliatieve zorgen, in overleg, voor een |
vroegtijdige zorgplanning. | vroegtijdige zorgplanning. |
Art. 13.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging moet |
Art. 13.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging moet |
aantonen dat er samenwerkingsverbanden zijn met ziekenhuizen uit de | aantonen dat er samenwerkingsverbanden zijn met ziekenhuizen uit de |
regio. Die samenwerkingsverbanden beogen zowel de doorstroming van | regio. Die samenwerkingsverbanden beogen zowel de doorstroming van |
gebruikers van palliatieve zorgen als het ontwikkelen van | gebruikers van palliatieve zorgen als het ontwikkelen van |
deskundigheid van het personeel van beide partners. Er moeten bewijzen | deskundigheid van het personeel van beide partners. Er moeten bewijzen |
van die samenwerking geleverd worden. | van die samenwerking geleverd worden. |
Art. 14.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging moet |
Art. 14.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging moet |
meewerken aan het palliatief netwerk dat actief is in het beoogde | meewerken aan het palliatief netwerk dat actief is in het beoogde |
werkingsgebied. Er moeten bewijzen van die samenwerking geleverd | werkingsgebied. Er moeten bewijzen van die samenwerking geleverd |
worden. | worden. |
Art. 15.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging |
Art. 15.Het dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging |
beschikt over een samenwerkingsverband met de | beschikt over een samenwerkingsverband met de |
samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg uit zijn | samenwerkingsinitiatieven eerstelijnsgezondheidszorg uit zijn |
werkingsgebied. | werkingsgebied. |
Onderafdeling 3. - Facturatie | Onderafdeling 3. - Facturatie |
Art. 16.De voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, |
Art. 16.De voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 2, |
onderafdeling 3, van bijlage IX bij dit besluit, zijn van | onderafdeling 3, van bijlage IX bij dit besluit, zijn van |
overeenkomstige toepassing op de dagverzorgingscentra voor palliatieve | overeenkomstige toepassing op de dagverzorgingscentra voor palliatieve |
verzorging. | verzorging. |
Afdeling 3. - Voorwaarden voor de omkadering | Afdeling 3. - Voorwaarden voor de omkadering |
Art. 17.De voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 3 van |
Art. 17.De voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 3 van |
bijlage IX, bij dit besluit, zijn van overeenkomstige toepassing op de | bijlage IX, bij dit besluit, zijn van overeenkomstige toepassing op de |
dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging. | dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging. |
Art. 18.Met behoud van de toepassing van artikel 17 geldt specifiek |
Art. 18.Met behoud van de toepassing van artikel 17 geldt specifiek |
voor de omkadering van de dagverzorgingscentra voor palliatieve | voor de omkadering van de dagverzorgingscentra voor palliatieve |
verzorging de bijkomende voorwaarde dat er minstens een voltijds | verzorging de bijkomende voorwaarde dat er minstens een voltijds |
equivalent beoefenaar van de verpleegkunde moet zijn. | equivalent beoefenaar van de verpleegkunde moet zijn. |
Art. 19.Met behoud van de toepassing van artikel 17 geldt specifiek |
Art. 19.Met behoud van de toepassing van artikel 17 geldt specifiek |
voor de bijscholing van de personeelsleden van de dagverzorgingscentra | voor de bijscholing van de personeelsleden van de dagverzorgingscentra |
voor palliatieve verzorging de voorwaarde dat van de twintig uren | voor palliatieve verzorging de voorwaarde dat van de twintig uren |
bijscholing minstens tien uren betrekking moet hebben op het bijwerken | bijscholing minstens tien uren betrekking moet hebben op het bijwerken |
van de kennis inzake palliatieve zorgen. | van de kennis inzake palliatieve zorgen. |
De minister kan per functie bepalen welke vormingsactiviteiten in | De minister kan per functie bepalen welke vormingsactiviteiten in |
aanmerking komen voor de bijscholing. | aanmerking komen voor de bijscholing. |
Afdeling 4. - Voorwaarden voor de infrastructuur | Afdeling 4. - Voorwaarden voor de infrastructuur |
Onderafdeling 1. - Veiligheid | Onderafdeling 1. - Veiligheid |
Art. 20.Een dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging voldoet |
Art. 20.Een dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging voldoet |
aan de brandveiligheidreglementering die van toepassing is voor de | aan de brandveiligheidreglementering die van toepassing is voor de |
dagverzorgingscentra. | dagverzorgingscentra. |
Onderafdeling 2. - Gebouw | Onderafdeling 2. - Gebouw |
Art. 21.De voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 4, |
Art. 21.De voorwaarden, vermeld in hoofdstuk 3, afdeling 4, |
onderafdeling 2, van bijlage IX bij dit besluit, zijn van | onderafdeling 2, van bijlage IX bij dit besluit, zijn van |
overeenkomstige toepassing op de dagverzorgingscentra voor palliatieve | overeenkomstige toepassing op de dagverzorgingscentra voor palliatieve |
verzorging. | verzorging. |
HOOFDSTUK 4. - Subsidiëring | HOOFDSTUK 4. - Subsidiëring |
Art. 22.De erkende dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging |
Art. 22.De erkende dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging |
komen in aanmerking voor een jaarlijks subsidiebedrag dat berekend | komen in aanmerking voor een jaarlijks subsidiebedrag dat berekend |
wordt op basis van de gemiddelde bezettingsgraad. | wordt op basis van de gemiddelde bezettingsgraad. |
De dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging die een gemiddelde | De dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging die een gemiddelde |
bezettingsgraad van minimaal tien gebruikers realiseren, komen in | bezettingsgraad van minimaal tien gebruikers realiseren, komen in |
aanmerking voor een subsidiebedrag van 35.000 euro per jaar. De | aanmerking voor een subsidiebedrag van 35.000 euro per jaar. De |
gemiddelde bezettingsgraad is het totale aantal gefactureerde | gemiddelde bezettingsgraad is het totale aantal gefactureerde |
aanwezigheidsdagen per kalenderjaar, gedeeld door 250. | aanwezigheidsdagen per kalenderjaar, gedeeld door 250. |
De dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging die een gemiddelde | De dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging die een gemiddelde |
bezettingsgraad van minder dan tien gebruikers maar van minimaal vier | bezettingsgraad van minder dan tien gebruikers maar van minimaal vier |
hebben, kunnen evenredig aan de gerealiseerde gemiddelde | hebben, kunnen evenredig aan de gerealiseerde gemiddelde |
bezettingsgraad een subsidiebedrag ontvangen van 33.200 euro, 31.400 | bezettingsgraad een subsidiebedrag ontvangen van 33.200 euro, 31.400 |
euro, 29.600 euro, 27.800 euro, 26.000 euro of 24.200 euro, naargelang | euro, 29.600 euro, 27.800 euro, 26.000 euro of 24.200 euro, naargelang |
ze een gemiddelde bezettingsgraad hebben van minstens 9, 8, 7, 6, 5 of | ze een gemiddelde bezettingsgraad hebben van minstens 9, 8, 7, 6, 5 of |
4. | 4. |
In afwijking van artikel 14 van het besluit zijn de bedragen, vermeld | In afwijking van artikel 14 van het besluit zijn de bedragen, vermeld |
in het tweede en derde lid, uitgedrukt tegen 100 % op basis van de | in het tweede en derde lid, uitgedrukt tegen 100 % op basis van de |
spilindex die van toepassing is op 1 januari 2012. | spilindex die van toepassing is op 1 januari 2012. |
De minister bepaalt de nadere subsidievoorwaarden en legt de | De minister bepaalt de nadere subsidievoorwaarden en legt de |
overgangsbepalingen vast. | overgangsbepalingen vast. |
Art. 23.Ongeacht de gerealiseerde gemiddelde bezettingsgraad kunnen |
Art. 23.Ongeacht de gerealiseerde gemiddelde bezettingsgraad kunnen |
dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging die voor het eerst | dagverzorgingscentra voor palliatieve verzorging die voor het eerst |
erkend worden, gedurende de eerste drie jaar waarin ze voor | erkend worden, gedurende de eerste drie jaar waarin ze voor |
subsidiëring in aanmerking komen, een subsidiebedrag ontvangen dat | subsidiëring in aanmerking komen, een subsidiebedrag ontvangen dat |
gelijk kan zijn aan het hoogste subsidiebedrag. | gelijk kan zijn aan het hoogste subsidiebedrag. |
HOOFDSTUK 5. - Overgangsbepaling | HOOFDSTUK 5. - Overgangsbepaling |
Art. 24.De dagverzorgingscentra die op 31 december 2012 erkend zijn |
Art. 24.De dagverzorgingscentra die op 31 december 2012 erkend zijn |
als dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging beantwoorden | als dagverzorgingscentrum voor palliatieve verzorging beantwoorden |
uiterlijk op 1 januari 2015 aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in | uiterlijk op 1 januari 2015 aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in |
het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 en in dit besluit. Voor de | het Woonzorgdecreet van 13 maart 2009 en in dit besluit. Voor de |
erkenningsvoorwaarden betreffende de infrastructuur kan de minister | erkenningsvoorwaarden betreffende de infrastructuur kan de minister |
een langere overgangstermijn toestaan, op basis van een gemotiveerde | een langere overgangstermijn toestaan, op basis van een gemotiveerde |
aanvraag. | aanvraag. |
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering |
van 28 september 2012 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse | van 28 september 2012 tot wijziging van het besluit van de Vlaamse |
Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de | Regering van 24 juli 2009 betreffende de programmatie, de |
erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor | erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor |
woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, | woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, |
wat betreft de toevoeging van een bijlage XV. | wat betreft de toevoeging van een bijlage XV. |
Brussel, 28 september 2012. | Brussel, 28 september 2012. |
De minister-president van de Vlaamse Regering | De minister-president van de Vlaamse Regering |
K PEETERS | K PEETERS |
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
J. VANDEURZEN | J. VANDEURZEN |