Besluit van de Vlaamse Regering houdende de preventie, surveillance en bestrijding van klassieke en Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen ter uitvoering van het Wildedierenziektedecreet van 28 maart 2014 | Besluit van de Vlaamse Regering houdende de preventie, surveillance en bestrijding van klassieke en Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen ter uitvoering van het Wildedierenziektedecreet van 28 maart 2014 |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
26 APRIL 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de | 26 APRIL 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de |
preventie, surveillance en bestrijding van klassieke en Afrikaanse | preventie, surveillance en bestrijding van klassieke en Afrikaanse |
varkenspest bij wilde zwijnen ter uitvoering van het | varkenspest bij wilde zwijnen ter uitvoering van het |
Wildedierenziektedecreet van 28 maart 2014 | Wildedierenziektedecreet van 28 maart 2014 |
DE VLAAMSE REGERING, | DE VLAAMSE REGERING, |
Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, artikel 33, vervangen bij | Gelet op het Jachtdecreet van 24 juli 1991, artikel 33, vervangen bij |
het decreet van 23 december 2010 en gewijzigd bij het decreet van 3 | het decreet van 23 december 2010 en gewijzigd bij het decreet van 3 |
juli 2015; | juli 2015; |
Gelet op het Wildedierenziektedecreet van 28 maart 2014, artikel 5 en | Gelet op het Wildedierenziektedecreet van 28 maart 2014, artikel 5 en |
6; | 6; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
begroting, gegeven op 15 februari 2019; | begroting, gegeven op 15 februari 2019; |
Gelet op advies 65.625/1 van de Raad van State, gegeven op 8 april | Gelet op advies 65.625/1 van de Raad van State, gegeven op 8 april |
2019, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten | 2019, met toepassing van artikel 84, §1, eerste lid, 2°, van de wetten |
op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Gelet op het overleg met de andere gewestregeringen overeenkomstig | Gelet op het overleg met de andere gewestregeringen overeenkomstig |
artikel 6, §2, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot | artikel 6, §2, 2°, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
hervorming der instellingen; | hervorming der instellingen; |
Gelet op het overleg tussen de regeringen overeenkomstig artikel 2 van | Gelet op het overleg tussen de regeringen overeenkomstig artikel 2 van |
de Benelux-overeenkomst van 10 juni 1970 op het gebied van de jacht en | de Benelux-overeenkomst van 10 juni 1970 op het gebied van de jacht en |
de bescherming van in het wild levende vogels; | de bescherming van in het wild levende vogels; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
1° agentschap: het Agentschap voor Natuur en Bos, opgericht bij het | 1° agentschap: het Agentschap voor Natuur en Bos, opgericht bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting | besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot oprichting |
van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid | van het intern verzelfstandigd agentschap zonder rechtspersoonlijkheid |
Agentschap voor Natuur en Bos; | Agentschap voor Natuur en Bos; |
2° besmet gebied: het gebied dat wordt bepaald als zone rond een | 2° besmet gebied: het gebied dat wordt bepaald als zone rond een |
locatie, inclusief deze locatie, waar de besmetting met klassieke of | locatie, inclusief deze locatie, waar de besmetting met klassieke of |
Afrikaanse varkenspest is vastgesteld op basis van isolatie van de | Afrikaanse varkenspest is vastgesteld op basis van isolatie van de |
ziekteverwekker bij in het wild levende dieren of in gevangenschap | ziekteverwekker bij in het wild levende dieren of in gevangenschap |
gehouden dieren, conform de verordening (EU) 2016/429 van het Europees | gehouden dieren, conform de verordening (EU) 2016/429 van het Europees |
Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare | Parlement en de Raad van 9 maart 2016 betreffende overdraagbare |
dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op | dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op |
het gebied van diergezondheid; | het gebied van diergezondheid; |
3° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en | 3° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en |
het natuurbehoud; | het natuurbehoud; |
4° uitbraak: de omstandigheid waarbij klassieke of Afrikaanse | 4° uitbraak: de omstandigheid waarbij klassieke of Afrikaanse |
varkenspest wordt vastgesteld bij in het wild levende dieren op | varkenspest wordt vastgesteld bij in het wild levende dieren op |
grondgebied van het Vlaamse Gewest of in de onmiddellijke omgeving | grondgebied van het Vlaamse Gewest of in de onmiddellijke omgeving |
ervan waarbij het besmet gebied minstens deels binnen het grondgebied | ervan waarbij het besmet gebied minstens deels binnen het grondgebied |
van het Vlaamse gewest valt. Een uitbraak eindigt als het besmet | van het Vlaamse gewest valt. Een uitbraak eindigt als het besmet |
gebied dat is aangeduid ten gevolge van die uitbraak, wordt opgeheven; | gebied dat is aangeduid ten gevolge van die uitbraak, wordt opgeheven; |
5° instituut: het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, opgericht | 5° instituut: het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, opgericht |
bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot | bij het besluit van de Vlaamse Regering van 23 december 2005 tot |
oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder | oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap zonder |
rechtspersoonlijkheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. | rechtspersoonlijkheid Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. |
Art. 2.Dit besluit regelt de maatregelen die kunnen worden |
Art. 2.Dit besluit regelt de maatregelen die kunnen worden |
vastgesteld met als doel de preventie, de surveillance en de | vastgesteld met als doel de preventie, de surveillance en de |
bestrijding van klassieke en Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen, | bestrijding van klassieke en Afrikaanse varkenspest bij wilde zwijnen, |
zoals bepaald in artikel 5, 2°, 3°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 11° en 12° en | zoals bepaald in artikel 5, 2°, 3°, 5°, 6°, 7°, 8°, 9°, 11° en 12° en |
artikel 6 van het Wildedierenziektedecreet van 28 maart 2014. | artikel 6 van het Wildedierenziektedecreet van 28 maart 2014. |
Art. 3.De minister bepaalt waar en wanneer de verhoogde waakzaamheid |
Art. 3.De minister bepaalt waar en wanneer de verhoogde waakzaamheid |
van toepassing wordt naar aanleiding van de vaststelling van klassieke | van toepassing wordt naar aanleiding van de vaststelling van klassieke |
of Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende dieren of gehouden | of Afrikaanse varkenspest bij in het wild levende dieren of gehouden |
dieren in België of zijn buurlanden. De verhoogde waakzaamheid eindigt | dieren in België of zijn buurlanden. De verhoogde waakzaamheid eindigt |
als het besmet gebied wordt opgeheven. | als het besmet gebied wordt opgeheven. |
Art. 4.De artikelen 5 tot en met 8 bepalen maatregelen die bij |
Art. 4.De artikelen 5 tot en met 8 bepalen maatregelen die bij |
verhoogde waakzaamheid of bij uitbraak van toepassing zijn in het | verhoogde waakzaamheid of bij uitbraak van toepassing zijn in het |
Vlaamse Gewest. | Vlaamse Gewest. |
De artikelen 10 tot en met 19 bepalen maatregelen die bij uitbraak van | De artikelen 10 tot en met 19 bepalen maatregelen die bij uitbraak van |
toepassing zijn in besmet gebied afgebakend conform artikel 9. | toepassing zijn in besmet gebied afgebakend conform artikel 9. |
HOOFDSTUK 2. - Maatregelen die bij verhoogde waakzaamheid of bij | HOOFDSTUK 2. - Maatregelen die bij verhoogde waakzaamheid of bij |
uitbraak van toepassing zijn in het Vlaams Gewest | uitbraak van toepassing zijn in het Vlaams Gewest |
Art. 5.Iedereen, opgenomen in artikel 6 van het |
Art. 5.Iedereen, opgenomen in artikel 6 van het |
Wildedierenziektedecreet van 28 maart 2014, die een kennelijk ziek of | Wildedierenziektedecreet van 28 maart 2014, die een kennelijk ziek of |
dood wild zwijn vindt, waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat | dood wild zwijn vindt, waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat |
het niet geschoten is tijdens een jachtactiviteit, meldt dat via een | het niet geschoten is tijdens een jachtactiviteit, meldt dat via een |
meldpunt dat bij het agentschap daarvoor wordt ingesteld. Dat meldpunt | meldpunt dat bij het agentschap daarvoor wordt ingesteld. Dat meldpunt |
wordt bekendgemaakt op de website www.natuurenbos.be van het | wordt bekendgemaakt op de website www.natuurenbos.be van het |
agentschap. | agentschap. |
Art. 6.Voor specimen van kadavers van wilde zwijnen gelden de |
Art. 6.Voor specimen van kadavers van wilde zwijnen gelden de |
volgende verplichtingen: | volgende verplichtingen: |
1° specimen die niet voor consumptie of eigen gebruik geschikt zijn, | 1° specimen die niet voor consumptie of eigen gebruik geschikt zijn, |
worden verwerkt door een destructiebedrijf dat door de overheid is | worden verwerkt door een destructiebedrijf dat door de overheid is |
erkend; | erkend; |
2° tijdens de manipulatie en het vervoer van de specimen worden | 2° tijdens de manipulatie en het vervoer van de specimen worden |
specifieke bioveiligheidsmaatregelen in acht genomen. | specifieke bioveiligheidsmaatregelen in acht genomen. |
Het hoofd van het agentschap stelt in uitvoering van het eerste lid, | Het hoofd van het agentschap stelt in uitvoering van het eerste lid, |
2°, een lijst van verplichte bioveiligheidsmaatregelen op en geeft die | 2°, een lijst van verplichte bioveiligheidsmaatregelen op en geeft die |
weer op de website www.natuurenbos.be van het agentschap. | weer op de website www.natuurenbos.be van het agentschap. |
Art. 7.De minister kan nadere regels bepalen voor de modaliteiten van |
Art. 7.De minister kan nadere regels bepalen voor de modaliteiten van |
de passieve en de actieve bewaking van klassieke of Afrikaanse | de passieve en de actieve bewaking van klassieke of Afrikaanse |
varkenspest. | varkenspest. |
In het eerste lid wordt verstaan onder: | In het eerste lid wordt verstaan onder: |
1° actieve bewaking: een monitoring van ziekten waarbij al dan niet | 1° actieve bewaking: een monitoring van ziekten waarbij al dan niet |
steekproefsgewijze stalen worden genomen van geschoten dieren om de | steekproefsgewijze stalen worden genomen van geschoten dieren om de |
aanwezigheid van die ziekten in de populaties van wilde dieren | aanwezigheid van die ziekten in de populaties van wilde dieren |
vroegtijdig te kunnen detecteren en om de evolutie ervan op te volgen; | vroegtijdig te kunnen detecteren en om de evolutie ervan op te volgen; |
2° passieve bewaking: een monitoring van ziekten waarbij stalen worden | 2° passieve bewaking: een monitoring van ziekten waarbij stalen worden |
genomen van aangetroffen zieke of dode dieren om de aanwezigheid van | genomen van aangetroffen zieke of dode dieren om de aanwezigheid van |
die ziekten in de populaties van wilde dieren vroegtijdig te kunnen | die ziekten in de populaties van wilde dieren vroegtijdig te kunnen |
detecteren en om de evolutie ervan op te volgen. | detecteren en om de evolutie ervan op te volgen. |
Art. 8.Wilde zwijnen die door een erkend opvangcentrum voor wilde |
Art. 8.Wilde zwijnen die door een erkend opvangcentrum voor wilde |
dieren worden opgevangen en verzorgd, mogen niet opnieuw worden | dieren worden opgevangen en verzorgd, mogen niet opnieuw worden |
vrijgelaten in de natuur. Het hoofd van het agentschap stelt de | vrijgelaten in de natuur. Het hoofd van het agentschap stelt de |
bioveiligheidsmaatregelen op die gelden bij de opvang, de verzorging | bioveiligheidsmaatregelen op die gelden bij de opvang, de verzorging |
en het transport van wilde zwijnen door een erkend opvangcentrum voor | en het transport van wilde zwijnen door een erkend opvangcentrum voor |
wilde dieren en geeft die weer op de website www.natuurenbos.be van | wilde dieren en geeft die weer op de website www.natuurenbos.be van |
het agentschap. | het agentschap. |
HOOFDSTUK 3. - Algemene maatregelen die bij uitbraak van toepassing | HOOFDSTUK 3. - Algemene maatregelen die bij uitbraak van toepassing |
zijn in besmet gebied | zijn in besmet gebied |
Art. 9.Bij een uitbraak bakent de minister, na voorafgaande |
Art. 9.Bij een uitbraak bakent de minister, na voorafgaande |
mededeling aan de Vlaamse Regering, het besmet gebied af. Binnen dat | mededeling aan de Vlaamse Regering, het besmet gebied af. Binnen dat |
besmet gebied kan de minister deelgebieden, zijnde een besmette zone, | besmet gebied kan de minister deelgebieden, zijnde een besmette zone, |
een of meerdere observatiezones en een of meerdere bufferzones, | een of meerdere observatiezones en een of meerdere bufferzones, |
afbakenen. Over het besmet gebied wordt ruim gecommuniceerd naar | afbakenen. Over het besmet gebied wordt ruim gecommuniceerd naar |
openbare besturen en belanghebbenden. | openbare besturen en belanghebbenden. |
Het besmet gebied wordt door de minister opgeheven van zodra | Het besmet gebied wordt door de minister opgeheven van zodra |
Vlaanderen de varkenspest-vrije status opnieuw verwerft. | Vlaanderen de varkenspest-vrije status opnieuw verwerft. |
Voor een besmet gebied vastgesteld in uitvoering van de Europese | Voor een besmet gebied vastgesteld in uitvoering van de Europese |
regels door een buurregio of -land, dat met het grondgebied van het | regels door een buurregio of -land, dat met het grondgebied van het |
Vlaams gewest overlapt, kunnen maatregelen zoals bepaald in de | Vlaams gewest overlapt, kunnen maatregelen zoals bepaald in de |
artikelen 10 tot en met 19 genomen worden. | artikelen 10 tot en met 19 genomen worden. |
Art. 10.Het hoofd van het agentschap kan aan een terreinbeheerder |
Art. 10.Het hoofd van het agentschap kan aan een terreinbeheerder |
maatregelen opleggen om te verhinderen dat wilde zwijnen een bepaalde | maatregelen opleggen om te verhinderen dat wilde zwijnen een bepaalde |
grens overschrijden. | grens overschrijden. |
Het hoofd van het agentschap kan nadere voorwaarden voor de | Het hoofd van het agentschap kan nadere voorwaarden voor de |
maatregelen, vermeld in het eerste lid, bepalen voor het type, de | maatregelen, vermeld in het eerste lid, bepalen voor het type, de |
ruimtelijke omvang, de aaneensluitendheid en in voorkomend geval de | ruimtelijke omvang, de aaneensluitendheid en in voorkomend geval de |
duur, het onderhoud en de combinatie van verschillende maatregelen. | duur, het onderhoud en de combinatie van verschillende maatregelen. |
Art. 11.De minister kan elke vorm van toegang en doorgang beperken of |
Art. 11.De minister kan elke vorm van toegang en doorgang beperken of |
verbieden in elk van de deelgebieden die conform artikel 9 zijn | verbieden in elk van de deelgebieden die conform artikel 9 zijn |
bepaald. | bepaald. |
In afwijking van het eerste lid zijn de terreinen binnen besmet gebied | In afwijking van het eerste lid zijn de terreinen binnen besmet gebied |
toegankelijk voor de eigenaars van die terreinen en voor de bevolking | toegankelijk voor de eigenaars van die terreinen en voor de bevolking |
wiens hoofdverblijfplaats gevestigd is op deze terreinen, op | wiens hoofdverblijfplaats gevestigd is op deze terreinen, op |
voorwaarde dat de hiertoe door de minister voorgeschreven | voorwaarde dat de hiertoe door de minister voorgeschreven |
bioveiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. | bioveiligheidsmaatregelen in acht worden genomen. |
Art. 12.Voor het opsporen en ruimen van kadavers van wilde zwijnen |
Art. 12.Voor het opsporen en ruimen van kadavers van wilde zwijnen |
wordt op alle terreinen, behoudens volledig omheinde en zodoende voor | wordt op alle terreinen, behoudens volledig omheinde en zodoende voor |
wild zwijn ontoegankelijke terreinen, toegang verleend aan de personen | wild zwijn ontoegankelijke terreinen, toegang verleend aan de personen |
van het agentschap en het instituut of personen hiertoe aangewezen | van het agentschap en het instituut of personen hiertoe aangewezen |
door het agentschap. Het betreden van woningen voor het opsporen en | door het agentschap. Het betreden van woningen voor het opsporen en |
ruimen van kadavers van wilde zwijnen kan enkel met uitdrukkelijke | ruimen van kadavers van wilde zwijnen kan enkel met uitdrukkelijke |
toestemming van de bewoner. | toestemming van de bewoner. |
In het eerste lid wordt verstaan onder woning: zoals begrepen in | In het eerste lid wordt verstaan onder woning: zoals begrepen in |
artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, | artikel 8 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, |
ondertekend te Rome op 4 november 1950. | ondertekend te Rome op 4 november 1950. |
Als kadavers van wilde zwijnen worden gevonden, worden ze onmiddellijk | Als kadavers van wilde zwijnen worden gevonden, worden ze onmiddellijk |
en volgens de modaliteiten die het hoofd van het agentschap bepaalt, | en volgens de modaliteiten die het hoofd van het agentschap bepaalt, |
overgedragen aan het agentschap voor analyse en destructie. Daarna | overgedragen aan het agentschap voor analyse en destructie. Daarna |
wordt de vindplaats ontsmet volgens de modaliteiten die het hoofd van | wordt de vindplaats ontsmet volgens de modaliteiten die het hoofd van |
het agentschap bepaalt. Het hoofd van het agentschap stelt de | het agentschap bepaalt. Het hoofd van het agentschap stelt de |
modaliteiten op voor elk van de deelgebieden die conform artikel 9 | modaliteiten op voor elk van de deelgebieden die conform artikel 9 |
zijn bepaald en geeft die weer op de website www.natuurenbos.be van | zijn bepaald en geeft die weer op de website www.natuurenbos.be van |
het agentschap. | het agentschap. |
HOOFDSTUK 4. - Maatregelen voor jacht en bestrijding die bij uitbraak | HOOFDSTUK 4. - Maatregelen voor jacht en bestrijding die bij uitbraak |
van toepassing zijn in besmet gebied | van toepassing zijn in besmet gebied |
Art. 13.Het hoofd van het agentschap kan, in overleg met het |
Art. 13.Het hoofd van het agentschap kan, in overleg met het |
instituut, in elk van de deelgebieden die conform artikel 9 van dit | instituut, in elk van de deelgebieden die conform artikel 9 van dit |
besluit zijn bepaald, een van de volgende maatregelen nemen: | besluit zijn bepaald, een van de volgende maatregelen nemen: |
1° elke vorm van jacht en bestrijding tijdelijk opschorten; | 1° elke vorm van jacht en bestrijding tijdelijk opschorten; |
2° bepalen dat er alleen gejaagd of bestreden kan worden onder | 2° bepalen dat er alleen gejaagd of bestreden kan worden onder |
coördinatie van het agentschap; | coördinatie van het agentschap; |
3° bepalen dat er alleen gejaagd of bestreden kan worden onder de | 3° bepalen dat er alleen gejaagd of bestreden kan worden onder de |
voorwaarden die het agentschap samen met het instituut bepaalt. | voorwaarden die het agentschap samen met het instituut bepaalt. |
Daarbij kan, op terreinen zonder goedgekeurd jachtplan als vermeld in | Daarbij kan, op terreinen zonder goedgekeurd jachtplan als vermeld in |
de artikelen 30 tot 33 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april | de artikelen 30 tot 33 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april |
2014, en op terreinen waarvan de oppervlakte minder dan 40 hectare | 2014, en op terreinen waarvan de oppervlakte minder dan 40 hectare |
bedraagt, het hoofd van het agentschap de toestemming verlenen om | bedraagt, het hoofd van het agentschap de toestemming verlenen om |
zonder jachtplan op wilde zwijnen te jagen. Voor zover gekend wordt de | zonder jachtplan op wilde zwijnen te jagen. Voor zover gekend wordt de |
jachtrechthouder voorafgaandelijk geïnformeerd. Het hoofd van het | jachtrechthouder voorafgaandelijk geïnformeerd. Het hoofd van het |
agentschap kan daarbij eveneens de toestemming verlenen om op wilde | agentschap kan daarbij eveneens de toestemming verlenen om op wilde |
zwijnen te jagen zonder een goedgekeurd faunabeheerplan als vermeld in | zwijnen te jagen zonder een goedgekeurd faunabeheerplan als vermeld in |
de artikelen 43 tot 46 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april | de artikelen 43 tot 46 van het Jachtadministratiebesluit van 25 april |
2014. | 2014. |
Deze maatregelen worden weergegeven op de website www.natuurenbos.be | Deze maatregelen worden weergegeven op de website www.natuurenbos.be |
van het agentschap. | van het agentschap. |
Art. 14.Als wilde zwijnen worden geschoten, worden de kadavers |
Art. 14.Als wilde zwijnen worden geschoten, worden de kadavers |
onmiddellijk en volgens de modaliteiten die het hoofd van het | onmiddellijk en volgens de modaliteiten die het hoofd van het |
agentschap bepaalt, overgedragen aan het agentschap voor analyse en | agentschap bepaalt, overgedragen aan het agentschap voor analyse en |
destructie. Het hoofd van het agentschap stelt de modaliteiten op voor | destructie. Het hoofd van het agentschap stelt de modaliteiten op voor |
elk van de deelgebieden die bepaald zijn conform artikel 9, en geeft | elk van de deelgebieden die bepaald zijn conform artikel 9, en geeft |
die weer op de website www.natuurenbos.be van het agentschap. | die weer op de website www.natuurenbos.be van het agentschap. |
Art. 15.Als jacht op wild zwijn wordt toegelaten, en onder voorbehoud |
Art. 15.Als jacht op wild zwijn wordt toegelaten, en onder voorbehoud |
van de voorwaarden conform artikel 13, 3°, kan daarbij gebruik gemaakt | van de voorwaarden conform artikel 13, 3°, kan daarbij gebruik gemaakt |
worden van alle middelen, jachtwijzen, jachtmethoden, jachtperiodes en | worden van alle middelen, jachtwijzen, jachtmethoden, jachtperiodes en |
jachttijdstippen die toegelaten zijn bij gewone jacht en bijzondere | jachttijdstippen die toegelaten zijn bij gewone jacht en bijzondere |
jacht. | jacht. |
Het hoofd van het agentschap kan, in overleg met het instituut, in elk | Het hoofd van het agentschap kan, in overleg met het instituut, in elk |
voor de deelgebieden die conform artikel 9 zijn bepaald, nadere regels | voor de deelgebieden die conform artikel 9 zijn bepaald, nadere regels |
opleggen over het gebruik van jachthonden. Deze maatregel wordt | opleggen over het gebruik van jachthonden. Deze maatregel wordt |
weergegeven op de website www.natuurenbos.be van het agentschap. | weergegeven op de website www.natuurenbos.be van het agentschap. |
Het hoofd van het agentschap kan drijfjacht op wild zwijn toelaten op | Het hoofd van het agentschap kan drijfjacht op wild zwijn toelaten op |
een terrein dat daarvoor wordt aangeduid, en de modaliteiten daarvoor | een terrein dat daarvoor wordt aangeduid, en de modaliteiten daarvoor |
bepalen. | bepalen. |
Art. 16.Ingeval jacht op wilde zwijnen wordt toegelaten conform |
Art. 16.Ingeval jacht op wilde zwijnen wordt toegelaten conform |
artikel 13, 2°, kunnen, in afwijking van artikel 9, tweede lid, 2° en | artikel 13, 2°, kunnen, in afwijking van artikel 9, tweede lid, 2° en |
3°, van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014, voor de | 3°, van het Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014, voor de |
bijzondere jacht geluidsdempers en nachtzichtapparatuur op een | bijzondere jacht geluidsdempers en nachtzichtapparatuur op een |
vuurwapen toegelaten worden conform de bepalingen van de Wapenwet van | vuurwapen toegelaten worden conform de bepalingen van de Wapenwet van |
8 juni 2006, inzonderheid artikel 27, §1, en deze van het Koninklijk | 8 juni 2006, inzonderheid artikel 27, §1, en deze van het Koninklijk |
Besluit van 26 juni 2002 betreffende het voorhanden hebben en het | Besluit van 26 juni 2002 betreffende het voorhanden hebben en het |
dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de | dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de |
openbare macht, inzonderheid artikel 1 en 2. | openbare macht, inzonderheid artikel 1 en 2. |
Art. 17.Artikel 13 en 14 van het ministerieel besluit van 12 mei 2014 |
Art. 17.Artikel 13 en 14 van het ministerieel besluit van 12 mei 2014 |
tot vaststelling van een code van goede praktijk ter uitvoering van | tot vaststelling van een code van goede praktijk ter uitvoering van |
artikel 11 van het Soortenschadebesluit van 3 juli 2009 en ter | artikel 11 van het Soortenschadebesluit van 3 juli 2009 en ter |
uitvoering van artikel 28 en artikel 41 van het | uitvoering van artikel 28 en artikel 41 van het |
Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014 zijn niet van toepassing bij | Jachtvoorwaardenbesluit van 25 april 2014 zijn niet van toepassing bij |
het uitvoeren van bijzondere jacht en bestrijding op wilde zwijnen. | het uitvoeren van bijzondere jacht en bestrijding op wilde zwijnen. |
De bepalingen bedoeld in het eerste lid blijven van toepassing om een | De bepalingen bedoeld in het eerste lid blijven van toepassing om een |
vergoeding voor wildschade te verkrijgen. | vergoeding voor wildschade te verkrijgen. |
Art. 18.Het hoofd van het agentschap kan, in overleg met het |
Art. 18.Het hoofd van het agentschap kan, in overleg met het |
instituut, in elk van de deelgebieden die bepaald zijn conform artikel | instituut, in elk van de deelgebieden die bepaald zijn conform artikel |
9 de volgende maatregelen nemen: | 9 de volgende maatregelen nemen: |
1° een beperking of verbod op aankorrelen van wilde zwijnen opleggen; | 1° een beperking of verbod op aankorrelen van wilde zwijnen opleggen; |
2° een beperking of verbod op voederen van wildsoorten opleggen; | 2° een beperking of verbod op voederen van wildsoorten opleggen; |
3° extra aankorrelplaatsen voor wilde zwijnen opleggen; | 3° extra aankorrelplaatsen voor wilde zwijnen opleggen; |
4° de inzet van mechanische aankorreling voor wilde zwijnen mogelijk | 4° de inzet van mechanische aankorreling voor wilde zwijnen mogelijk |
maken. | maken. |
Deze maatregelen wordt weergegeven op de website www.natuurenbos.be | Deze maatregelen wordt weergegeven op de website www.natuurenbos.be |
van het agentschap. | van het agentschap. |
Art. 19.De minister kan in elk van de deelgebieden die bepaald zijn |
Art. 19.De minister kan in elk van de deelgebieden die bepaald zijn |
conform artikel 9 het vervoer van zowel levende als dode wilde zwijnen | conform artikel 9 het vervoer van zowel levende als dode wilde zwijnen |
en specimen ervan beperken of verbieden. | en specimen ervan beperken of verbieden. |
HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling | HOOFDSTUK 5. - Slotbepaling |
Art. 20.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het |
Art. 20.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het |
natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit. | natuurbehoud, is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 26 april 2019. | Brussel, 26 april 2019. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, | De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, |
K. VAN DEN HEUVEL | K. VAN DEN HEUVEL |