Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 26/04/2019
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering over de ondersteuning van meerderjarige personen met een dubbeldiagnose en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten "
Besluit van de Vlaamse Regering over de ondersteuning van meerderjarige personen met een dubbeldiagnose en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten Besluit van de Vlaamse Regering over de ondersteuning van meerderjarige personen met een dubbeldiagnose en tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
26 APRIL 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering over de ondersteuning 26 APRIL 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering over de ondersteuning
van meerderjarige personen met een dubbeldiagnose en tot wijziging van van meerderjarige personen met een dubbeldiagnose en tot wijziging van
het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de
methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten
DE VLAAMSE REGERING, DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern
verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap
voor Personen met een Handicap, artikel 8, 1°, en 2° en 3°, gewijzigd voor Personen met een Handicap, artikel 8, 1°, en 2° en 3°, gewijzigd
bij het decreet van 25 april 2014; bij het decreet van 25 april 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende
de methodiek voor de berekening van de subsidies voor de methodiek voor de berekening van de subsidies voor
personeelskosten; personeelskosten;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 12 maart 2019; begroting, gegeven op 12 maart 2019;
Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen die op 22 maart 2019 Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen die op 22 maart 2019
bij de Raad van State is ingediend met toepassing van artikel 84, § 1, bij de Raad van State is ingediend met toepassing van artikel 84, § 1,
eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973; 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van
State, gecoördineerd op 12 januari 1973; State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en
Gezin; Gezin;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Definities HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

1° aanvrager: naargelang van het geval de persoon met een handicap of 1° aanvrager: naargelang van het geval de persoon met een handicap of
zijn wettelijke vertegenwoordiger en, als de persoon met een handicap zijn wettelijke vertegenwoordiger en, als de persoon met een handicap
een rechterlijke beschermingsmaatregel geniet met toepassing van boek een rechterlijke beschermingsmaatregel geniet met toepassing van boek
I, titel XI, hoofdstuk II, afdeling 3, van het Burgerlijk Wetboek, I, titel XI, hoofdstuk II, afdeling 3, van het Burgerlijk Wetboek,
rekening houdend met de beschermingsmaatregel, de persoon met een rekening houdend met de beschermingsmaatregel, de persoon met een
handicap en de bewindvoerder samen of de bewindvoerder; handicap en de bewindvoerder samen of de bewindvoerder;
1° agentschap: het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, 1° agentschap: het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap,
opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern
verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap
voor Personen met een Handicap; voor Personen met een Handicap;
2° budget: een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en 2° budget: een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en
ondersteuning als vermeld in hoofdstuk 5 van het decreet van 25 april ondersteuning als vermeld in hoofdstuk 5 van het decreet van 25 april
2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een 2014 houdende de persoonsvolgende financiering voor personen met een
handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg handicap en tot hervorming van de wijze van financiering van de zorg
en de ondersteuning voor personen met een handicap; en de ondersteuning voor personen met een handicap;
3° dagondersteuning: de dagondersteuning, vermeld in artikel 1, 3°, 3° dagondersteuning: de dagondersteuning, vermeld in artikel 1, 3°,
van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 over de van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015 over de
indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet
rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige
personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat
budget; budget;
4° GES+: ernstig externaliserend of internaliserend storend gedrag, in 4° GES+: ernstig externaliserend of internaliserend storend gedrag, in
combinatie met een handicap, waarvan de impact dermate groot is dat er combinatie met een handicap, waarvan de impact dermate groot is dat er
nood is aan continue ondersteuning, hoofdzakelijk woonondersteuning en nood is aan continue ondersteuning, hoofdzakelijk woonondersteuning en
dagondersteuning met een semi-gesloten karakter; dagondersteuning met een semi-gesloten karakter;
5° individuele dienstverleningsovereenkomst: een individuele 5° individuele dienstverleningsovereenkomst: een individuele
dienstverleningsovereenkomst als vermeld in artikel 8, § 1, eerste dienstverleningsovereenkomst als vermeld in artikel 8, § 1, eerste
lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011
betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van
voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met
een handicap; een handicap;
6° vergunde zorgaanbieder: de aanbieder van niet-rechtstreeks 6° vergunde zorgaanbieder: de aanbieder van niet-rechtstreeks
toegankelijke zorg en ondersteuning die conform het besluit van de toegankelijke zorg en ondersteuning die conform het besluit van de
Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van
aanbieders van niet- rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning aanbieders van niet- rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning
voor personen met een handicap is vergund; voor personen met een handicap is vergund;
7° voltijds: zeven dagen op zeven dagen; 7° voltijds: zeven dagen op zeven dagen;
8° woonondersteuning: de woonondersteuning, vermeld in artikel 1, 23°, 8° woonondersteuning: de woonondersteuning, vermeld in artikel 1, 23°,
van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 over de van het besluit van de Vlaamse regering van 27 november 2015 over de
indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet indiening en de afhandeling van de aanvraag van een budget voor niet
rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige
personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat personen met een handicap en over de terbeschikkingstelling van dat
budget. budget.

Art. 2.Het agentschap kan aan maximum drie meerderjarige personen met

Art. 2.Het agentschap kan aan maximum drie meerderjarige personen met

GES+ middelen toewijzen voor voltijdse specifieke woon- en GES+ middelen toewijzen voor voltijdse specifieke woon- en
dagondersteuning voor meerderjarige personen met GES+ die wordt dagondersteuning voor meerderjarige personen met GES+ die wordt
geboden door een vergunde zorgaanbieder die voldoet aan de geboden door een vergunde zorgaanbieder die voldoet aan de
voorwaarden, vermeld in artikel 4. voorwaarden, vermeld in artikel 4.

Art. 3.In dit artikel wordt verstaan onder:

Art. 3.In dit artikel wordt verstaan onder:

1° besluit van 26 februari 2016: het besluit van de Vlaamse Regering 1° besluit van 26 februari 2016: het besluit van de Vlaamse Regering
van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van
multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap; multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;
2° MFC: een multifunctioneel centrum voor minderjarige personen met 2° MFC: een multifunctioneel centrum voor minderjarige personen met
een handicap als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse een handicap als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse
Regering van 26 februari 2016; Regering van 26 februari 2016;
3° schoolaanvullende dagopvang: de schoolaanvullende dagopvang, 3° schoolaanvullende dagopvang: de schoolaanvullende dagopvang,
vermeld in artikel 10, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering vermeld in artikel 10, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering
van 26 februari 2016; van 26 februari 2016;
4° schoolvervangende dagopvang: de schoolvervangende dagopvang, 4° schoolvervangende dagopvang: de schoolvervangende dagopvang,
vermeld in artikel 10, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering vermeld in artikel 10, § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering
van 26 februari 2016; van 26 februari 2016;
5° verblijf: een verblijf als vermeld in artikel 10, § 2, van het 5° verblijf: een verblijf als vermeld in artikel 10, § 2, van het
besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016. besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016.
Meerderjarige personen met een handicap die aan al de volgende Meerderjarige personen met een handicap die aan al de volgende
voorwaarden voldoen, kunnen bij het agentschap aanspraak maken op voorwaarden voldoen, kunnen bij het agentschap aanspraak maken op
middelen als vermeld in artikel 2: middelen als vermeld in artikel 2:
1° de persoon heeft een verstandelijke handicap in combinatie met een 1° de persoon heeft een verstandelijke handicap in combinatie met een
zware psychiatrische aandoening, zonder perspectief op verbetering, en zware psychiatrische aandoening, zonder perspectief op verbetering, en
heeft nood aan voltijdse woon- en dagondersteuning in een sterk heeft nood aan voltijdse woon- en dagondersteuning in een sterk
beveiligde en gespecialiseerde unit; beveiligde en gespecialiseerde unit;
2° de persoon heeft gedurende een periode van minstens drie jaar 2° de persoon heeft gedurende een periode van minstens drie jaar
gebruik gemaakt van voltijdse schoolvervangende of schoolaanvullende gebruik gemaakt van voltijdse schoolvervangende of schoolaanvullende
dagopvang en van verblijf, geboden door een MFC dat door het dagopvang en van verblijf, geboden door een MFC dat door het
agentschap is erkend als MFC GES+; agentschap is erkend als MFC GES+;
3° de persoon heeft nood aan GES+-omkadering, zowel op het vlak van 3° de persoon heeft nood aan GES+-omkadering, zowel op het vlak van
begeleiding als op het vlak van accommodatie. Als die GES+-omkadering begeleiding als op het vlak van accommodatie. Als die GES+-omkadering
zou wegvallen, houdt dat een ernstig gevaar in voor de persoon zelf of zou wegvallen, houdt dat een ernstig gevaar in voor de persoon zelf of
voor zijn omgeving; voor zijn omgeving;
4° het agentschap heeft een beslissing genomen over de 4° het agentschap heeft een beslissing genomen over de
terbeschikkingstelling van een budget aan de betrokken persoon. terbeschikkingstelling van een budget aan de betrokken persoon.

Art. 4.Het agentschap kan middelen als vermeld in artikel 2,

Art. 4.Het agentschap kan middelen als vermeld in artikel 2,

toewijzen voor specifieke ondersteuning als vermeld in artikel 2, die toewijzen voor specifieke ondersteuning als vermeld in artikel 2, die
wordt geboden door een vergunde zorgaanbieder die aan al de volgende wordt geboden door een vergunde zorgaanbieder die aan al de volgende
voorwaarden voldoet: voorwaarden voldoet:
1° een aangepaste infrastructuur hebben zodat er bescherming en 1° een aangepaste infrastructuur hebben zodat er bescherming en
veiligheid kan worden geboden als de problematiek van de betrokken veiligheid kan worden geboden als de problematiek van de betrokken
persoon met een handicap dat vereist; persoon met een handicap dat vereist;
2° kunnen voorzien in een besloten aanbod als de problematiek van de 2° kunnen voorzien in een besloten aanbod als de problematiek van de
betrokken persoon met een handicap dat vereist; betrokken persoon met een handicap dat vereist;
3° kunnen voorzien in zeven dagen op zeven dagen woon- en 3° kunnen voorzien in zeven dagen op zeven dagen woon- en
dagondersteuning; dagondersteuning;
4° sectoraal en intersectoraal samenwerken. 4° sectoraal en intersectoraal samenwerken.
In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder besloten aanbod: een In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder besloten aanbod: een
veilige en beveiligde leefomgeving met individuele kamers en veilige en beveiligde leefomgeving met individuele kamers en
afzonderingsmaatregelen conform artikel 45 van het besluit van de afzonderingsmaatregelen conform artikel 45 van het besluit van de
Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene
erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang,
behandeling en begeleiding van personen met een handicap. behandeling en begeleiding van personen met een handicap.

Art. 5.§ 1. De aanvrager kan een aanvraag voor de toewijzing van

Art. 5.§ 1. De aanvrager kan een aanvraag voor de toewijzing van

middelen als vermeld in artikel 2, indienen bij het agentschap. De middelen als vermeld in artikel 2, indienen bij het agentschap. De
aanvraag omvat: aanvraag omvat:
1° een aanvraagdocument; 1° een aanvraagdocument;
2° een medisch attest; 2° een medisch attest;
3° een verklaring van de beoogde vergunde zorgaanbieder. 3° een verklaring van de beoogde vergunde zorgaanbieder.
Het agentschap bepaalt de vorm van de documenten, vermeld in het Het agentschap bepaalt de vorm van de documenten, vermeld in het
eerste lid, en de wijze waarop ze moeten worden ingediend. eerste lid, en de wijze waarop ze moeten worden ingediend.
Het aanvraagdocument, vermeld in het eerste lid, 1°, vermeldt de Het aanvraagdocument, vermeld in het eerste lid, 1°, vermeldt de
vergunde zorgaanbieder die ondersteuning als vermeld in artikel 2, vergunde zorgaanbieder die ondersteuning als vermeld in artikel 2,
biedt. biedt.
In de verklaring van de vergunde zorgaanbieder, vermeld in het eerste In de verklaring van de vergunde zorgaanbieder, vermeld in het eerste
lid, 3°, toont de vergunde zorgaanbieder aan dat hij voldoet aan de lid, 3°, toont de vergunde zorgaanbieder aan dat hij voldoet aan de
voorwaarden, vermeld in artikel 4. voorwaarden, vermeld in artikel 4.
Het medisch attest, vermeld in het eerste lid, 2°, wordt opgemaakt Het medisch attest, vermeld in het eerste lid, 2°, wordt opgemaakt
door een psychiater. In het medisch attest wordt aangetoond dat de door een psychiater. In het medisch attest wordt aangetoond dat de
betrokken persoon met een handicap voldoet aan de voorwaarden, vermeld betrokken persoon met een handicap voldoet aan de voorwaarden, vermeld
in artikel 3, tweede lid, 1° en 3°. in artikel 3, tweede lid, 1° en 3°.
Het agentschap kan naast de informatie, vermeld in de documenten, Het agentschap kan naast de informatie, vermeld in de documenten,
vermeld in paragraaf 2, eerste lid, bijkomend informatie opvragen. vermeld in paragraaf 2, eerste lid, bijkomend informatie opvragen.
§ 2. Als het agentschap vaststelt dat de betrokken persoon voldoet aan § 2. Als het agentschap vaststelt dat de betrokken persoon voldoet aan
de voorwaarden, vermeld in artikel 3, tweede lid, en de vergunde de voorwaarden, vermeld in artikel 3, tweede lid, en de vergunde
zorgaanbieder, vermeld in het aanvraagdocument, vermeld in paragraaf zorgaanbieder, vermeld in het aanvraagdocument, vermeld in paragraaf
2, eerste lid, 1°, voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, 2, eerste lid, 1°, voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4,
beslist het agentschap binnen de marges van de programmatie, vermeld beslist het agentschap binnen de marges van de programmatie, vermeld
in artikel 2, tot toewijzing van middelen als vermeld in artikel 2, in artikel 2, tot toewijzing van middelen als vermeld in artikel 2,
die kunnen worden ingezet bij de vergunde zorgaanbieder, vermeld in die kunnen worden ingezet bij de vergunde zorgaanbieder, vermeld in
het voormelde aanvraagdocument. het voormelde aanvraagdocument.
Het agentschap deelt zijn beslissing over de toewijzing van middelen Het agentschap deelt zijn beslissing over de toewijzing van middelen
mee aan de aanvrager. mee aan de aanvrager.
§ 3. De beslissing van het agentschap tot toewijzing van middelen als § 3. De beslissing van het agentschap tot toewijzing van middelen als
vermeld in artikel 2, geldt voor een periode van vijf jaar. Die vermeld in artikel 2, geldt voor een periode van vijf jaar. Die
beslissing kan worden verlengd voor vijf jaar, op voorwaarde dat de beslissing kan worden verlengd voor vijf jaar, op voorwaarde dat de
aanvrager een aanvraag indient bij het agentschap voor de verlenging aanvrager een aanvraag indient bij het agentschap voor de verlenging
van de beslissing tot toewijzing van middelen als vermeld in artikel van de beslissing tot toewijzing van middelen als vermeld in artikel
2, voor de afloop van een termijn van vier jaar, te rekenen vanaf de 2, voor de afloop van een termijn van vier jaar, te rekenen vanaf de
eerste dag van de maand na de maand waarin het agentschap de eerste dag van de maand na de maand waarin het agentschap de
beslissing tot toewijzing van middelen als vermeld in artikel 2, heeft beslissing tot toewijzing van middelen als vermeld in artikel 2, heeft
genomen. genomen.
De aanvraag tot verlenging van een beslissing tot toewijzing van De aanvraag tot verlenging van een beslissing tot toewijzing van
middelen als vermeld in artikel 2, wordt bij het agentschap ingediend middelen als vermeld in artikel 2, wordt bij het agentschap ingediend
conform paragraaf 2. conform paragraaf 2.
Als het agentschap vaststelt dat de betrokken persoon voldoet aan de Als het agentschap vaststelt dat de betrokken persoon voldoet aan de
voorwaarden, vermeld in artikel 3, tweede lid, en de vergunde voorwaarden, vermeld in artikel 3, tweede lid, en de vergunde
zorgaanbieder, vermeld in het aanvraagdocument, vermeld in paragraaf zorgaanbieder, vermeld in het aanvraagdocument, vermeld in paragraaf
2, eerste lid, 1°, voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, 2, eerste lid, 1°, voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4,
beslist het agentschap binnen de marges van de programmatie, vermeld beslist het agentschap binnen de marges van de programmatie, vermeld
in artikel 2, tot toewijzing van middelen als vermeld in artikel 2, in artikel 2, tot toewijzing van middelen als vermeld in artikel 2,
die kunnen worden ingezet bij de vergunde zorgaanbieder, vermeld in die kunnen worden ingezet bij de vergunde zorgaanbieder, vermeld in
het voormelde aanvraagdocument. het voormelde aanvraagdocument.
Het agentschap deelt zijn beslissing over de toewijzing van middelen Het agentschap deelt zijn beslissing over de toewijzing van middelen
mee aan de aanvrager. mee aan de aanvrager.

Art. 6.De aanvrager sluit een individuele

Art. 6.De aanvrager sluit een individuele

dienstverleningsovereenkomst met de vergunde zorgaanbieder, vermeld in dienstverleningsovereenkomst met de vergunde zorgaanbieder, vermeld in
de beslissing, vermeld in artikel 5, § 2, over het bieden van de beslissing, vermeld in artikel 5, § 2, over het bieden van
voltijdse specifieke dag- en woonondersteuning voor personen met een voltijdse specifieke dag- en woonondersteuning voor personen met een
handicap met GES+. handicap met GES+.
De vergunde zorgaanbieder registreert de individuele De vergunde zorgaanbieder registreert de individuele
dienstverleningsovereenkomst, vermeld in het eerste lid, bij het dienstverleningsovereenkomst, vermeld in het eerste lid, bij het
agentschap. agentschap.
De beslissing van het agentschap over de terbeschikkingstelling van De beslissing van het agentschap over de terbeschikkingstelling van
een budget aan de betrokken persoon met een handicap wordt opgeschort een budget aan de betrokken persoon met een handicap wordt opgeschort
vanaf de eerste dag van de vierde maand die volgt op de maand waarin vanaf de eerste dag van de vierde maand die volgt op de maand waarin
de individuele dienstverleningsovereenkomst, vermeld in het eerste de individuele dienstverleningsovereenkomst, vermeld in het eerste
lid, aanvangt en blijft opgeschort tot de eerste dag van de vierde lid, aanvangt en blijft opgeschort tot de eerste dag van de vierde
maand die volgt op de maand waarin de individuele maand die volgt op de maand waarin de individuele
dienstverleningsovereenkomst, vermeld in het eerste lid, eindigt. dienstverleningsovereenkomst, vermeld in het eerste lid, eindigt.
In afwijking van het vierde lid wordt de beslissing van het agentschap In afwijking van het vierde lid wordt de beslissing van het agentschap
over de terbeschikkingstelling van een budget opgeschort vanaf de over de terbeschikkingstelling van een budget opgeschort vanaf de
datum van de beslissing van het agentschap over de toewijzing van datum van de beslissing van het agentschap over de toewijzing van
middelen als vermeld in artikel 2, als de vergunde zorgaanbieder die middelen als vermeld in artikel 2, als de vergunde zorgaanbieder die
is vermeld in de beslissing van het agentschap over de toewijzing van is vermeld in de beslissing van het agentschap over de toewijzing van
middelen als vermeld in artikel 2, dezelfde is als de vergunde middelen als vermeld in artikel 2, dezelfde is als de vergunde
zorgaanbieder waarmee een overeenkomst over het bieden van zorg en zorgaanbieder waarmee een overeenkomst over het bieden van zorg en
ondersteuning is afgesloten die wordt vergoed met het budget. ondersteuning is afgesloten die wordt vergoed met het budget.

Art. 7.Het agentschap subsidieert de vergunde zorgaanbieder, vermeld

Art. 7.Het agentschap subsidieert de vergunde zorgaanbieder, vermeld

in artikel 6, eerste en tweede lid, op jaarbasis voor 126,26 in artikel 6, eerste en tweede lid, op jaarbasis voor 126,26
personeelspunten en 31.000 euro als werkingstoelage. personeelspunten en 31.000 euro als werkingstoelage.
In voorkomend geval wordt het aantal personeelspunten en het bedrag In voorkomend geval wordt het aantal personeelspunten en het bedrag
van de werkingstoelagen, vermeld in het eerste lid, pro rata van de werkingstoelagen, vermeld in het eerste lid, pro rata
aangepast, rekening houdend met de looptijd van de individuele aangepast, rekening houdend met de looptijd van de individuele
dienstverleningsovereenkomst gedurende een kalenderjaar. dienstverleningsovereenkomst gedurende een kalenderjaar.

Art. 8.In artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12

Art. 8.In artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12

mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies mei 2017 houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies
voor personeelskosten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse voor personeelskosten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse
Regering van 22 december 2017, 28 september 2018 en 14 december 2018, Regering van 22 december 2017, 28 september 2018 en 14 december 2018,
worden de volgende wijzigingen aangebracht: worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 12°, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14 1° punt 12°, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 14
december 2018, wordt punt 13° ; december 2018, wordt punt 13° ;
2° er wordt een punt 14° toegevoegd, dat luidt als volgt: 2° er wordt een punt 14° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"14° de personeelspunten die conform artikel 7 van het besluit van de "14° de personeelspunten die conform artikel 7 van het besluit van de
Vlaamse Regering van 26 april 2019 over de ondersteuning van Vlaamse Regering van 26 april 2019 over de ondersteuning van
meerderjarige personen met een dubbeldiagnose en tot wijziging van het meerderjarige personen met een dubbeldiagnose en tot wijziging van het
besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek besluit van de Vlaamse Regering van 12 mei 2017 houdende de methodiek
voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten, voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten,
gesubsidieerd kunnen worden.". gesubsidieerd kunnen worden.".

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is

belast met de uitvoering van dit besluit. belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 april 2019. Brussel, 26 april 2019.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN J. VANDEURZEN
^