Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering | Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
25 JULI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de | 25 JULI 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de |
bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering | bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering |
DE VLAAMSE REGERING, | DE VLAAMSE REGERING, |
Gelet op het bijzonder decreet van 7 juli 2006 over de Vlaamse | Gelet op het bijzonder decreet van 7 juli 2006 over de Vlaamse |
instellingen, artikel 21; | instellingen, artikel 21; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot |
bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering; | bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, artikel 3, § 1; | 1973, artikel 3, § 1; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering | Overwegende dat de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering |
onmiddellijk na de beëdiging moeten worden verdeeld om een normale | onmiddellijk na de beëdiging moeten worden verdeeld om een normale |
werking van de regering mogelijk te maken; | werking van de regering mogelijk te maken; |
Op het gezamenlijke voorstel van de leden van de Vlaamse Regering; | Op het gezamenlijke voorstel van de leden van de Vlaamse Regering; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK 1. - Verdeling van de bevoegdheden tussen de leden van de | HOOFDSTUK 1. - Verdeling van de bevoegdheden tussen de leden van de |
Vlaamse Regering | Vlaamse Regering |
Artikel 1.Dit hoofdstuk verdeelt de bevoegdheden binnen de Vlaamse |
Artikel 1.Dit hoofdstuk verdeelt de bevoegdheden binnen de Vlaamse |
Regering, met het oog op de voorbereiding en de uitvoering van haar | Regering, met het oog op de voorbereiding en de uitvoering van haar |
beslissingen. | beslissingen. |
Art. 2.§ 1. De heer Geert Bourgeois, voorzitter van de Vlaamse |
Art. 2.§ 1. De heer Geert Bourgeois, voorzitter van de Vlaamse |
Regering, is bevoegd voor het beleidsdomein diensten voor het algemeen | Regering, is bevoegd voor het beleidsdomein diensten voor het algemeen |
regeringsbeleid, vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse | regeringsbeleid, vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse |
Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de | Regering van 3 juni 2005 met betrekking tot de organisatie van de |
Vlaamse administratie, hierna het organisatiebesluit te noemen, met | Vlaamse administratie, hierna het organisatiebesluit te noemen, met |
uitzondering van het gelijkekansenbeleid en de coördinatie van het | uitzondering van het gelijkekansenbeleid en de coördinatie van het |
beleid met betrekking tot Brussel-Hoofdstad en de Vlaamse Rand rond | beleid met betrekking tot Brussel-Hoofdstad en de Vlaamse Rand rond |
Brussel. | Brussel. |
Hij is bevoegd om, met toepassing van artikel 11bis van de bijzondere | Hij is bevoegd om, met toepassing van artikel 11bis van de bijzondere |
wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, namens de | wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, namens de |
Vlaamse Regering, de federale minister van Justitie te verzoeken om | Vlaamse Regering, de federale minister van Justitie te verzoeken om |
vervolgingen te bevelen. | vervolgingen te bevelen. |
Hij draagt de titel "minister-president van de Vlaamse Regering". | Hij draagt de titel "minister-president van de Vlaamse Regering". |
§ 2. De heer Geert Bourgeois, lid van de Vlaamse Regering, is bevoegd | § 2. De heer Geert Bourgeois, lid van de Vlaamse Regering, is bevoegd |
voor: | voor: |
1° het beleidsdomein internationaal Vlaanderen, vermeld in artikel 6 | 1° het beleidsdomein internationaal Vlaanderen, vermeld in artikel 6 |
van het organisatiebesluit, met uitzondering van het beleidsveld | van het organisatiebesluit, met uitzondering van het beleidsveld |
toerisme; | toerisme; |
2° het beleidsveld onroerend erfgoed. | 2° het beleidsveld onroerend erfgoed. |
Hij draagt de titel "Vlaams minister van Buitenlands Beleid en | Hij draagt de titel "Vlaams minister van Buitenlands Beleid en |
Onroerend Erfgoed". | Onroerend Erfgoed". |
§ 3. Mevrouw Hilde Crevits, viceminister-president van de Vlaamse | § 3. Mevrouw Hilde Crevits, viceminister-president van de Vlaamse |
Regering, is bevoegd voor het beleidsdomein onderwijs en vorming, | Regering, is bevoegd voor het beleidsdomein onderwijs en vorming, |
vermeld in artikel 8 van het organisatiebesluit. | vermeld in artikel 8 van het organisatiebesluit. |
Zij draagt de titel "Vlaams minister van Onderwijs". | Zij draagt de titel "Vlaams minister van Onderwijs". |
§ 4. Mevrouw Annemie Turtelboom, viceminister-president van de Vlaamse | § 4. Mevrouw Annemie Turtelboom, viceminister-president van de Vlaamse |
Regering, is bevoegd voor: | Regering, is bevoegd voor: |
1° het beleidsdomein financiën en begroting, vermeld in artikel 5 van | 1° het beleidsdomein financiën en begroting, vermeld in artikel 5 van |
het organisatiebesluit; | het organisatiebesluit; |
2° het beleidsveld energie. | 2° het beleidsveld energie. |
Zij draagt de titel "Vlaams minister van Begroting, Financiën en | Zij draagt de titel "Vlaams minister van Begroting, Financiën en |
Energie". | Energie". |
§ 5. Mevrouw Liesbeth Homans, viceminister-president van de Vlaamse | § 5. Mevrouw Liesbeth Homans, viceminister-president van de Vlaamse |
Regering, is bevoegd voor: | Regering, is bevoegd voor: |
1° het beleidsdomein bestuurszaken, vermeld in artikel 4 van het | 1° het beleidsdomein bestuurszaken, vermeld in artikel 4 van het |
organisatiebesluit; | organisatiebesluit; |
2° het beleidsveld woonbeleid; | 2° het beleidsveld woonbeleid; |
3° het beleidsveld sociale economie; | 3° het beleidsveld sociale economie; |
4° het beleidsveld gelijke kansen; | 4° het beleidsveld gelijke kansen; |
5° de coördinatie van het armoedebeleid. | 5° de coördinatie van het armoedebeleid. |
Zij draagt de titel "Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, | Zij draagt de titel "Vlaams minister van Binnenlands Bestuur, |
Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding". | Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding". |
§ 6. De heer Ben Weyts is bevoegd voor: | § 6. De heer Ben Weyts is bevoegd voor: |
1° het beleidsdomein mobiliteit en openbare werken, vermeld in artikel | 1° het beleidsdomein mobiliteit en openbare werken, vermeld in artikel |
14 van het organisatiebesluit; | 14 van het organisatiebesluit; |
2° het beleidsveld coördinatie Vlaamse Rand; | 2° het beleidsveld coördinatie Vlaamse Rand; |
3° het beleidsveld dierenwelzijn; | 3° het beleidsveld dierenwelzijn; |
4° het beleidsveld toerisme. | 4° het beleidsveld toerisme. |
Hij draagt de titel "Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, | Hij draagt de titel "Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare Werken, |
Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn". | Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn". |
§ 7. De heer Jo Vandeurzen is bevoegd voor het beleidsdomein welzijn, | § 7. De heer Jo Vandeurzen is bevoegd voor het beleidsdomein welzijn, |
volksgezondheid en gezin, vermeld in artikel 9 van het | volksgezondheid en gezin, vermeld in artikel 9 van het |
organisatiebesluit. | organisatiebesluit. |
Hij draagt de titel "Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en | Hij draagt de titel "Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en |
Gezin". | Gezin". |
§ 8. De heer Philippe Muyters is bevoegd voor: | § 8. De heer Philippe Muyters is bevoegd voor: |
1° het beleidsdomein economie, wetenschap en innovatie, vermeld in | 1° het beleidsdomein economie, wetenschap en innovatie, vermeld in |
artikel 7 van het organisatiebesluit; | artikel 7 van het organisatiebesluit; |
2° het beleidsveld werkgelegenheid; | 2° het beleidsveld werkgelegenheid; |
3° het beleidsveld professionele vorming; | 3° het beleidsveld professionele vorming; |
4° het beleidsveld sport. | 4° het beleidsveld sport. |
Hij draagt de titel "Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en | Hij draagt de titel "Vlaams minister van Werk, Economie, Innovatie en |
Sport". | Sport". |
§ 9. Mevrouw Joke Schauvliege is bevoegd voor: | § 9. Mevrouw Joke Schauvliege is bevoegd voor: |
1° het beleidsdomein landbouw en visserij, vermeld in artikel 12 van | 1° het beleidsdomein landbouw en visserij, vermeld in artikel 12 van |
het organisatiebesluit; | het organisatiebesluit; |
2° het beleidsveld leefmilieu en natuur, met inbegrip van de | 2° het beleidsveld leefmilieu en natuur, met inbegrip van de |
natuurlijke rijkdommen en het plattelandsbeleid; | natuurlijke rijkdommen en het plattelandsbeleid; |
3° het beleidsveld ruimtelijke ordening. | 3° het beleidsveld ruimtelijke ordening. |
Zij draagt de titel "Vlaams minister van Omgeving, Natuur en | Zij draagt de titel "Vlaams minister van Omgeving, Natuur en |
Landbouw". | Landbouw". |
§ 10. De heer Sven Gatz is bevoegd voor: | § 10. De heer Sven Gatz is bevoegd voor: |
1° het beleidsdomein cultuur, jeugd, sport en media, vermeld in | 1° het beleidsdomein cultuur, jeugd, sport en media, vermeld in |
artikel 10 van het organisatiebesluit, met uitzondering van het | artikel 10 van het organisatiebesluit, met uitzondering van het |
beleidsveld sport; | beleidsveld sport; |
2° het beleidsveld coördinatie Brussel. | 2° het beleidsveld coördinatie Brussel. |
Hij wordt aangewezen om als Brussels lid van de Vlaamse Regering de | Hij wordt aangewezen om als Brussels lid van de Vlaamse Regering de |
vergaderingen van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en | vergaderingen van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en |
van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke | van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke |
Gemeenschapscommissie met raadgevende stem bij te wonen, zoals bepaald | Gemeenschapscommissie met raadgevende stem bij te wonen, zoals bepaald |
in artikel 76 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking | in artikel 76 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking |
tot de Brusselse instellingen. | tot de Brusselse instellingen. |
Hij draagt de titel "Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en | Hij draagt de titel "Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en |
Brussel". | Brussel". |
Art. 3.Het bestuur van of het toezicht op de hieronder vermelde |
Art. 3.Het bestuur van of het toezicht op de hieronder vermelde |
diensten, instellingen of rechtspersonen wordt als volgt verdeeld: | diensten, instellingen of rechtspersonen wordt als volgt verdeeld: |
1° de minister-president van de Vlaamse Regering is bevoegd voor: | 1° de minister-president van de Vlaamse Regering is bevoegd voor: |
a) de Studiedienst van de Vlaamse Regering; | a) de Studiedienst van de Vlaamse Regering; |
b) Audit Vlaanderen, met behoud van de toepassing van artikel 16 van | b) Audit Vlaanderen, met behoud van de toepassing van artikel 16 van |
het besluit van de Vlaamse Regering van 18 oktober 2013 tot oprichting | het besluit van de Vlaamse Regering van 18 oktober 2013 tot oprichting |
van het intern verzelfstandigd agentschap Audit Vlaanderen en tot | van het intern verzelfstandigd agentschap Audit Vlaanderen en tot |
wijziging van diverse besluiten, en met dien verstande dat die | wijziging van diverse besluiten, en met dien verstande dat die |
bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister, bevoegd voor de | bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
binnenlandse aangelegenheden; | binnenlandse aangelegenheden; |
c) het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen; | c) het Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen; |
d) de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen; | d) de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen; |
2° de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed is | 2° de Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed is |
bevoegd voor: | bevoegd voor: |
a) het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen; | a) het Vlaams Agentschap voor Internationaal Ondernemen; |
b) de Strategische Adviesraad Internationaal Vlaanderen, met dien | b) de Strategische Adviesraad Internationaal Vlaanderen, met dien |
verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister | verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister |
bevoegd voor het toerisme; | bevoegd voor het toerisme; |
c) Onroerend Erfgoed; | c) Onroerend Erfgoed; |
d) Inspectie RWO, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld | d) Inspectie RWO, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld |
met de Vlaamse ministers, bevoegd voor het woonbeleid en voor de | met de Vlaamse ministers, bevoegd voor het woonbeleid en voor de |
ruimtelijke ordening; | ruimtelijke ordening; |
e) de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend | e) de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend |
Erfgoed, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de | Erfgoed, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de |
Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening; | Vlaamse minister, bevoegd voor de ruimtelijke ordening; |
3° de Vlaamse minister van Onderwijs is bevoegd voor: | 3° de Vlaamse minister van Onderwijs is bevoegd voor: |
a) het Agentschap voor Onderwijsdiensten; | a) het Agentschap voor Onderwijsdiensten; |
b) het Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en | b) het Agentschap Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs en |
Studietoelagen; | Studietoelagen; |
c) het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming; | c) het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming; |
d) het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs; | d) het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs; |
e) de Vlaamse Onderwijsraad; | e) de Vlaamse Onderwijsraad; |
f) het Gemeenschapsonderwijs; | f) het Gemeenschapsonderwijs; |
g) het Universitair Ziekenhuis Gent; | g) het Universitair Ziekenhuis Gent; |
4° de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie is bevoegd | 4° de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie is bevoegd |
voor: | voor: |
a) de Vlaamse Belastingdienst; | a) de Vlaamse Belastingdienst; |
b) het Vlaams Toekomstfonds; | b) het Vlaams Toekomstfonds; |
c) het Vlaams Fonds voor de Lastendelging; | c) het Vlaams Fonds voor de Lastendelging; |
d) het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige | d) het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en Eenmalige |
Investeringsuitgaven; | Investeringsuitgaven; |
e) het Vlaams Energieagentschap; | e) het Vlaams Energieagentschap; |
f) de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt; | f) de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt; |
5° de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, | 5° de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, |
Gelijke Kansen en Armoedebestrijding is bevoegd voor: | Gelijke Kansen en Armoedebestrijding is bevoegd voor: |
a) het Agentschap voor Overheidspersoneel; | a) het Agentschap voor Overheidspersoneel; |
b) het Agentschap Facilitair Bedrijf; | b) het Agentschap Facilitair Bedrijf; |
c) het Agentschap voor Binnenlands Bestuur; | c) het Agentschap voor Binnenlands Bestuur; |
d) Audit Vlaanderen, met behoud van de toepassing van artikel 16 van | d) Audit Vlaanderen, met behoud van de toepassing van artikel 16 van |
het besluit van de Vlaamse Regering van 18 oktober 2013 tot oprichting | het besluit van de Vlaamse Regering van 18 oktober 2013 tot oprichting |
van het intern verzelfstandigd agentschap Audit Vlaanderen en tot | van het intern verzelfstandigd agentschap Audit Vlaanderen en tot |
wijziging van diverse besluiten, en met dien verstande dat die | wijziging van diverse besluiten, en met dien verstande dat die |
bevoegdheid wordt gedeeld met de minister-president; | bevoegdheid wordt gedeeld met de minister-president; |
e) Jobpunt Vlaanderen; | e) Jobpunt Vlaanderen; |
f) de Vlaamse Vereniging voor ICT-personeel ("Vlaanderen connect."); | f) de Vlaamse Vereniging voor ICT-personeel ("Vlaanderen connect."); |
g) het Agentschap Integratie en Inburgering; | g) het Agentschap Integratie en Inburgering; |
h) de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken; | h) de Vlaamse Adviesraad voor Bestuurszaken; |
i) Wonen-Vlaanderen; | i) Wonen-Vlaanderen; |
j) Inspectie RWO, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld | j) Inspectie RWO, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld |
met de Vlaamse ministers, bevoegd voor de ruimtelijke ordening en voor | met de Vlaamse ministers, bevoegd voor de ruimtelijke ordening en voor |
het onroerend erfgoed; | het onroerend erfgoed; |
k) de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen; | k) de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen; |
l) de Vlaamse Woonraad; | l) de Vlaamse Woonraad; |
m) het Vlaams Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor | m) het Vlaams Financieringsfonds voor Grond- en Woonbeleid voor |
Vlaams-Brabant ("Vlabinvest"); | Vlaams-Brabant ("Vlabinvest"); |
n) het Garantiefonds voor de Huisvesting; | n) het Garantiefonds voor de Huisvesting; |
o) Toegankelijk Vlaanderen; | o) Toegankelijk Vlaanderen; |
6° de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, | 6° de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, |
Toerisme en Dierenwelzijn is bevoegd voor: | Toerisme en Dierenwelzijn is bevoegd voor: |
a) het Agentschap Wegen en Verkeer; | a) het Agentschap Wegen en Verkeer; |
b) het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust; | b) het Agentschap voor Maritieme Dienstverlening en Kust; |
c) de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn; | c) de Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn; |
d) De Scheepvaart; | d) De Scheepvaart; |
e) Waterwegen en Zeekanaal; | e) Waterwegen en Zeekanaal; |
f) Vlaamse Havens; | f) Vlaamse Havens; |
g) de Luchthavenontwikkelingsmaatschappij Oostende-Brugge; | g) de Luchthavenontwikkelingsmaatschappij Oostende-Brugge; |
h) de Luchthavenontwikkelingsmaatschappij Kortrijk-Wevelgem; | h) de Luchthavenontwikkelingsmaatschappij Kortrijk-Wevelgem; |
i) de Luchthavenontwikkelingsmaatschappij Antwerpen; | i) de Luchthavenontwikkelingsmaatschappij Antwerpen; |
j) de Mobiliteitsraad van Vlaanderen; | j) de Mobiliteitsraad van Vlaanderen; |
k) het Pendelfonds; | k) het Pendelfonds; |
l) het Eigen Vermogen Flanders Hydraulics; | l) het Eigen Vermogen Flanders Hydraulics; |
m) de Rand; | m) de Rand; |
n) Toerisme Vlaanderen; | n) Toerisme Vlaanderen; |
o) de Strategische Adviesraad Internationaal Vlaanderen, met dien | o) de Strategische Adviesraad Internationaal Vlaanderen, met dien |
verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister, | verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister, |
bevoegd voor het buitenlands beleid; | bevoegd voor het buitenlands beleid; |
7° de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin is | 7° de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin is |
bevoegd voor: | bevoegd voor: |
a) Zorg en Gezondheid; | a) Zorg en Gezondheid; |
b) Jongerenwelzijn; | b) Jongerenwelzijn; |
c) Zorginspectie; | c) Zorginspectie; |
d) het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel; | d) het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel; |
e) het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem; | e) het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Rekem; |
f) Kind en Gezin; | f) Kind en Gezin; |
g) het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; | g) het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; |
h) het Vlaams Zorgfonds; | h) het Vlaams Zorgfonds; |
i) het Fonds Jongerenwelzijn; | i) het Fonds Jongerenwelzijn; |
j) het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden | j) het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden |
Aangelegenheden; | Aangelegenheden; |
k) het Vlaams Agentschap voor Samenwerking rond Gegevensdeling tussen | k) het Vlaams Agentschap voor Samenwerking rond Gegevensdeling tussen |
de Actoren in de Zorg; | de Actoren in de Zorg; |
l) de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- | l) de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- |
en Gezinsbeleid; | en Gezinsbeleid; |
8° de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport is | 8° de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport is |
bevoegd voor: | bevoegd voor: |
a) het Agentschap Ondernemen; | a) het Agentschap Ondernemen; |
b) de Participatiemaatschappij Vlaanderen; | b) de Participatiemaatschappij Vlaanderen; |
c) het Vlaams Energiebedrijf; | c) het Vlaams Energiebedrijf; |
d) de Limburgse Reconversiemaatschappij; | d) de Limburgse Reconversiemaatschappij; |
e) de Vlaamse Participatiemaatschappij; | e) de Vlaamse Participatiemaatschappij; |
f) de Herculesstichting; | f) de Herculesstichting; |
g) het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie | g) het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie |
("IWT"); | ("IWT"); |
h) het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen ("FWO"); | h) het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek-Vlaanderen ("FWO"); |
i) het Agentschap Plantentuin Meise; | i) het Agentschap Plantentuin Meise; |
j) de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie ("VRWI"); | j) de Vlaamse Raad voor Wetenschap en Innovatie ("VRWI"); |
k) de Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek; | k) de Vlaamse Instelling voor Technologisch onderzoek; |
l) het Fonds voor het Flankerend Economisch Beleid ("Hermesfonds"); | l) het Fonds voor het Flankerend Economisch Beleid ("Hermesfonds"); |
m) Gimvindus; | m) Gimvindus; |
n) de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding; | n) de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding; |
o) het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen; | o) het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen; |
p) het ESF-Agentschap; | p) het ESF-Agentschap; |
q) Bloso; | q) Bloso; |
r) de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, met dien verstande dat | r) de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, met dien verstande dat |
die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister, bevoegd voor de | die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
cultuur, de jeugd en de media; | cultuur, de jeugd en de media; |
9° de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw is bevoegd | 9° de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw is bevoegd |
voor: | voor: |
a) Inspectie RWO, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld | a) Inspectie RWO, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld |
met de Vlaamse ministers, bevoegd voor het woonbeleid en voor het | met de Vlaamse ministers, bevoegd voor het woonbeleid en voor het |
onroerend erfgoed; | onroerend erfgoed; |
b) de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend | b) de Strategische Adviesraad Ruimtelijke Ordening - Onroerend |
Erfgoed, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de | Erfgoed, met dien verstande dat die bevoegdheid wordt gedeeld met de |
Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed; | Vlaamse minister, bevoegd voor het onroerend erfgoed; |
c) het Rubiconfonds; | c) het Rubiconfonds; |
d) het Agentschap voor Natuur en Bos; | d) het Agentschap voor Natuur en Bos; |
e) het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek; | e) het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek; |
f) de Vlaamse Milieumaatschappij; | f) de Vlaamse Milieumaatschappij; |
g) de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij; | g) de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij; |
h) de Vlaamse Landmaatschappij; | h) de Vlaamse Landmaatschappij; |
i) de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen; | i) de Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen; |
j) de Vlaamse Milieuholding; | j) de Vlaamse Milieuholding; |
k) de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening ("De Watergroep"); | k) de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening ("De Watergroep"); |
l) het Ondersteunend Centrum van het Agentschap voor Natuur en Bos; | l) het Ondersteunend Centrum van het Agentschap voor Natuur en Bos; |
m) het Eigen Vermogen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek; | m) het Eigen Vermogen van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek; |
n) het Grindfonds; | n) het Grindfonds; |
o) het Agentschap voor Landbouw en Visserij; | o) het Agentschap voor Landbouw en Visserij; |
p) het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek; | p) het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek; |
q) het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing; | q) het Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing; |
r) de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij; | r) de Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij; |
s) het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds; | s) het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds; |
t) het Financieringsinstrument voor Vlaamse visserij- en | t) het Financieringsinstrument voor Vlaamse visserij- en |
aquicultuursector; | aquicultuursector; |
u) het Eigen Vermogen van het Instituut voor Landbouw- en | u) het Eigen Vermogen van het Instituut voor Landbouw- en |
Visserijonderzoek; | Visserijonderzoek; |
10° de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel is | 10° de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel is |
bevoegd voor: | bevoegd voor: |
a) Kunsten en Erfgoed; | a) Kunsten en Erfgoed; |
b) Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen; | b) Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen; |
c) de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, met dien verstande dat | c) de Raad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, met dien verstande dat |
die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister bevoegd voor de | die bevoegdheid wordt gedeeld met de Vlaamse minister bevoegd voor de |
sport; | sport; |
d) het Eigen Vermogen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten | d) het Eigen Vermogen van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten |
Antwerpen; | Antwerpen; |
e) het Fonds Culturele Infrastructuur; | e) het Fonds Culturele Infrastructuur; |
f) het Vlaams Fonds voor de Letteren; | f) het Vlaams Fonds voor de Letteren; |
g) het Topstukkenfonds; | g) het Topstukkenfonds; |
h) de Vlaamse Radio- en Televisieomroep; | h) de Vlaamse Radio- en Televisieomroep; |
i) de Vlaamse Regulator voor de Media; | i) de Vlaamse Regulator voor de Media; |
j) het Vlaams-Brusselfonds; | j) het Vlaams-Brusselfonds; |
k) Muntpunt. | k) Muntpunt. |
Art. 4.De aangelegenheden die bij artikel 2 en 3 zijn toegewezen aan |
Art. 4.De aangelegenheden die bij artikel 2 en 3 zijn toegewezen aan |
de leden van de Vlaamse Regering, omvatten ook de middelen en | de leden van de Vlaamse Regering, omvatten ook de middelen en |
instrumenten waarmee die aangelegenheden effectief gerealiseerd kunnen | instrumenten waarmee die aangelegenheden effectief gerealiseerd kunnen |
worden, onder meer wat betreft: | worden, onder meer wat betreft: |
1° de relaties en de samenwerking met derden, met de federale overheid | 1° de relaties en de samenwerking met derden, met de federale overheid |
en met de andere gemeenschappen en gewesten; | en met de andere gemeenschappen en gewesten; |
2° internationale en Europese initiatieven; | 2° internationale en Europese initiatieven; |
3° de wetenschappelijke onderzoeksprojecten en wetenschappelijke | 3° de wetenschappelijke onderzoeksprojecten en wetenschappelijke |
studies; | studies; |
4° het specifiek administratief toezicht; | 4° het specifiek administratief toezicht; |
5° de oprichting van diensten, instellingen en rechtspersonen; | 5° de oprichting van diensten, instellingen en rechtspersonen; |
6° het bestuur van of het toezicht op de diensten, instellingen en | 6° het bestuur van of het toezicht op de diensten, instellingen en |
rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse | rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse |
Gewest; | Gewest; |
7° het specifieke beleid inzake personeel, organisatieontwikkeling, | 7° het specifieke beleid inzake personeel, organisatieontwikkeling, |
facilitaire dienstverlening, middelenbeheer, vastgoedbeheer en | facilitaire dienstverlening, middelenbeheer, vastgoedbeheer en |
informatie- en communicatietechnologie; | informatie- en communicatietechnologie; |
8° de interne en externe communicatie. | 8° de interne en externe communicatie. |
HOOFDSTUK 2. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de leden van | HOOFDSTUK 2. - Delegatie van beslissingsbevoegdheden aan de leden van |
de Vlaamse Regering | de Vlaamse Regering |
Art. 5.Elk lid van de Vlaamse Regering oefent de in dit hoofdstuk |
Art. 5.Elk lid van de Vlaamse Regering oefent de in dit hoofdstuk |
gedelegeerde beslissingsbevoegdheden uit in de aangelegenheden die hem | gedelegeerde beslissingsbevoegdheden uit in de aangelegenheden die hem |
of haar zijn toegewezen in hoofdstuk 1 van dit besluit. | of haar zijn toegewezen in hoofdstuk 1 van dit besluit. |
De delegaties, toegestaan in dit hoofdstuk, gelden ook voor | De delegaties, toegestaan in dit hoofdstuk, gelden ook voor |
beslissingen die betrekking hebben op aangelegenheden die tot de | beslissingen die betrekking hebben op aangelegenheden die tot de |
bevoegdheid behoren van meerdere leden van de Vlaamse Regering, en dus | bevoegdheid behoren van meerdere leden van de Vlaamse Regering, en dus |
gezamenlijk moeten worden genomen. | gezamenlijk moeten worden genomen. |
De bij dit hoofdstuk gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden | De bij dit hoofdstuk gedelegeerde beslissingsbevoegdheden worden |
uitgeoefend binnen de perken en met inachtneming van de voorwaarden en | uitgeoefend binnen de perken en met inachtneming van de voorwaarden en |
modaliteiten die zijn vastgelegd in wetten, decreten, besluiten en | modaliteiten die zijn vastgelegd in wetten, decreten, besluiten en |
omzendbrieven. | omzendbrieven. |
De bedragen, vermeld in dit hoofdstuk, zijn exclusief belasting over | De bedragen, vermeld in dit hoofdstuk, zijn exclusief belasting over |
de toegevoegde waarde. | de toegevoegde waarde. |
Art. 6.De leden van de Vlaamse Regering hebben delegatie voor: |
Art. 6.De leden van de Vlaamse Regering hebben delegatie voor: |
1° het nemen van beslissingen voor de toepassing van de verdragen, | 1° het nemen van beslissingen voor de toepassing van de verdragen, |
EG-verordeningen, samenwerkingsakkoorden, wetten, decreten, | EG-verordeningen, samenwerkingsakkoorden, wetten, decreten, |
verordeningen, koninklijke besluiten, besluiten van de Vlaamse | verordeningen, koninklijke besluiten, besluiten van de Vlaamse |
Regering en ministeriële besluiten; | Regering en ministeriële besluiten; |
2° de aanwending van de begrotingskredieten; | 2° de aanwending van de begrotingskredieten; |
3° de samenwerking met de federale staat en de andere gemeenschappen | 3° de samenwerking met de federale staat en de andere gemeenschappen |
en gewesten, voorgeschreven door de Grondwet of de institutionele | en gewesten, voorgeschreven door de Grondwet of de institutionele |
wetten, als het gaat om advies-, overleg- of betrokkenheidsprocedures. | wetten, als het gaat om advies-, overleg- of betrokkenheidsprocedures. |
Deze delegatie geldt niet voor procedures van akkoord, eensluidend | Deze delegatie geldt niet voor procedures van akkoord, eensluidend |
advies of beslissing op voorstel; | advies of beslissing op voorstel; |
4° de uitoefening van het administratief toezicht op de regionale en | 4° de uitoefening van het administratief toezicht op de regionale en |
lokale besturen; | lokale besturen; |
5° de uitoefening van het bestuur van of het toezicht op de diensten, | 5° de uitoefening van het bestuur van of het toezicht op de diensten, |
instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap | instellingen en rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap |
of het Vlaamse Gewest, met uitzondering van het sluiten van | of het Vlaamse Gewest, met uitzondering van het sluiten van |
beheersovereenkomsten of samenwerkingsovereenkomsten met | beheersovereenkomsten of samenwerkingsovereenkomsten met |
agentschappen; | agentschappen; |
6° de aanwijzing van personen in adviesorganen en commissies op | 6° de aanwijzing van personen in adviesorganen en commissies op |
voorwaarde dat het voornemen tot aanwijzing vooraf door het bevoegde | voorwaarde dat het voornemen tot aanwijzing vooraf door het bevoegde |
lid aan de Vlaamse Regering wordt meegedeeld; | lid aan de Vlaamse Regering wordt meegedeeld; |
7° de verwerving, kosteloos of onder bezwarende titel, van onroerende | 7° de verwerving, kosteloos of onder bezwarende titel, van onroerende |
goederen ten bate van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest; | goederen ten bate van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest; |
8° het beheer van de onroerende goederen die behoren tot het openbare | 8° het beheer van de onroerende goederen die behoren tot het openbare |
of het private domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse | of het private domein van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse |
Gewest, overeenkomstig de bestemming die met toepassing van de regels | Gewest, overeenkomstig de bestemming die met toepassing van de regels |
vastgesteld door de Vlaamse Regering, aan die goederen is gegeven. | vastgesteld door de Vlaamse Regering, aan die goederen is gegeven. |
Deze delegatie geldt ook voor: | Deze delegatie geldt ook voor: |
a) de beslissing tot wijziging van de bestemming, of tot het | a) de beslissing tot wijziging van de bestemming, of tot het |
onttrekken van een onroerend goed aan zijn bestemming, als die | onttrekken van een onroerend goed aan zijn bestemming, als die |
beslissing onverwijld ter kennis wordt gebracht van het lid van de | beslissing onverwijld ter kennis wordt gebracht van het lid van de |
Vlaamse Regering dat bevoegd is voor het algemeen beleid inzake | Vlaamse Regering dat bevoegd is voor het algemeen beleid inzake |
vastgoedbeheer; | vastgoedbeheer; |
b) het verlenen van vergunningen voor private ingebruikneming en van | b) het verlenen van vergunningen voor private ingebruikneming en van |
concessies op openbare domeingoederen; | concessies op openbare domeingoederen; |
c) de vestiging van zakelijke rechten op private domeingoederen of de | c) de vestiging van zakelijke rechten op private domeingoederen of de |
verhuring of verpachting ervan; | verhuring of verpachting ervan; |
9° het verwerven, vervreemden en beheren van roerende domeingoederen; | 9° het verwerven, vervreemden en beheren van roerende domeingoederen; |
10° het aanvaarden en weigeren van schenkingen en legaten; | 10° het aanvaarden en weigeren van schenkingen en legaten; |
11° de vaststelling van de personeelsformatie van de instellingen en | 11° de vaststelling van de personeelsformatie van de instellingen en |
rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse | rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse |
Gewest; | Gewest; |
12° de oprichting van basis- en tussenoverlegcomités; | 12° de oprichting van basis- en tussenoverlegcomités; |
13° de erkenning van vorderingen als lasten van het verleden, vermeld | 13° de erkenning van vorderingen als lasten van het verleden, vermeld |
in artikel 53, § 2, tweede lid, 1°, van het decreet van 21 december | in artikel 53, § 2, tweede lid, 1°, van het decreet van 21 december |
1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995 na | 1994 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995 na |
voorafgaand akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën | voorafgaand akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën |
en de begrotingen; | en de begrotingen; |
14° het sluiten van dadingen, minnelijke schikkingen en | 14° het sluiten van dadingen, minnelijke schikkingen en |
schulderkenningen als het bedrag van de uitgaven die eruit | schulderkenningen als het bedrag van de uitgaven die eruit |
voortvloeien 250.000 euro niet overschrijdt, met behoud van de | voortvloeien 250.000 euro niet overschrijdt, met behoud van de |
toepassing van artikel 8, § 4; | toepassing van artikel 8, § 4; |
15° het sluiten van overeenkomsten tot arbitrage; | 15° het sluiten van overeenkomsten tot arbitrage; |
16° het sluiten, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met een | 16° het sluiten, wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met een |
maximale looptijd van negen jaar voor de huur van onroerende goederen, | maximale looptijd van negen jaar voor de huur van onroerende goederen, |
met uitzondering van de onroerende goederen, vermeld in artikel 10, § | met uitzondering van de onroerende goederen, vermeld in artikel 10, § |
2. Deze delegatie geldt alleen voor de onroerende goederen waarvan de | 2. Deze delegatie geldt alleen voor de onroerende goederen waarvan de |
totale gerelateerde jaarlijkse uitgaven (huur, fiscale lasten, | totale gerelateerde jaarlijkse uitgaven (huur, fiscale lasten, |
huurlasten, aflossing geprefinancierde investeringsuitgaven, | huurlasten, aflossing geprefinancierde investeringsuitgaven, |
enzovoort) niet meer bedragen dan 150.000 euro. | enzovoort) niet meer bedragen dan 150.000 euro. |
Art. 7.De delegatie, toegestaan bij artikel 6, omvat niet: |
Art. 7.De delegatie, toegestaan bij artikel 6, omvat niet: |
1° het nemen van reglementaire besluiten; | 1° het nemen van reglementaire besluiten; |
2° het verlenen van facultatieve subsidies die niet nominatim in de | 2° het verlenen van facultatieve subsidies die niet nominatim in de |
begroting zijn opgenomen en die meer dan 250.000 euro bedragen, | begroting zijn opgenomen en die meer dan 250.000 euro bedragen, |
ongeacht of die subsidies al dan niet zijn opgenomen in een budgettair | ongeacht of die subsidies al dan niet zijn opgenomen in een budgettair |
implementatieplan; | implementatieplan; |
3° de beslissingen ter uitvoering van de regelgeving inzake | 3° de beslissingen ter uitvoering van de regelgeving inzake |
economische expansie, waarbij voordelen worden verleend die betrekking | economische expansie, waarbij voordelen worden verleend die betrekking |
hebben op investeringen van meer dan 12.500.000 miljoen euro; | hebben op investeringen van meer dan 12.500.000 miljoen euro; |
4° de beslissingen waarbij de gewestwaarborg of de | 4° de beslissingen waarbij de gewestwaarborg of de |
gemeenschapswaarborg wordt verleend voor een gecumuleerd bedrag, per | gemeenschapswaarborg wordt verleend voor een gecumuleerd bedrag, per |
natuurlijke persoon of per rechtspersoon, van meer dan 5.000.000 euro; | natuurlijke persoon of per rechtspersoon, van meer dan 5.000.000 euro; |
5° het sluiten van samenwerkingsakkoorden of verdragen; | 5° het sluiten van samenwerkingsakkoorden of verdragen; |
6° de oprichting en de wijze van samenstelling van raden, commissies, | 6° de oprichting en de wijze van samenstelling van raden, commissies, |
diensten, instellingen of rechtspersonen; | diensten, instellingen of rechtspersonen; |
7° de indienstnemingen, aanwijzingen of benoemingen van: | 7° de indienstnemingen, aanwijzingen of benoemingen van: |
a) managers die aan het hoofd staan van een departement, instelling of | a) managers die aan het hoofd staan van een departement, instelling of |
rechtspersoon die afhangt van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse | rechtspersoon die afhangt van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse |
Gewest, en van managers en projectleiders die behoren tot hetzelfde | Gewest, en van managers en projectleiders die behoren tot hetzelfde |
niveau; | niveau; |
b) algemeen directeur; | b) algemeen directeur; |
8° de aanwijzing van personen in administratieve rechtscolleges of in | 8° de aanwijzing van personen in administratieve rechtscolleges of in |
bestuursorganen en de aanwijzing van regeringsafgevaardigden of | bestuursorganen en de aanwijzing van regeringsafgevaardigden of |
regeringscommissarissen. | regeringscommissarissen. |
Art. 8.§ 1. Inzake de plaatsing van overheidsopdrachten en |
Art. 8.§ 1. Inzake de plaatsing van overheidsopdrachten en |
raamovereenkomsten voor werken, leveringen en diensten hebben de leden | raamovereenkomsten voor werken, leveringen en diensten hebben de leden |
van de Vlaamse Regering, ieder wat hem of haar betreft, delegatie voor | van de Vlaamse Regering, ieder wat hem of haar betreft, delegatie voor |
het plaatsen van opdrachten waarvan het goed te keuren offertebedrag | het plaatsen van opdrachten waarvan het goed te keuren offertebedrag |
de hierna vermelde bedragen niet overschrijdt: | de hierna vermelde bedragen niet overschrijdt: |
bedragen in euro | bedragen in euro |
aanbesteding of offerteaanvraag | aanbesteding of offerteaanvraag |
(vereenvoudigde) | (vereenvoudigde) |
onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking | onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking |
of concurrentiedialoog | of concurrentiedialoog |
onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking | onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande bekendmaking |
werken | werken |
20.000.000 | 20.000.000 |
10.000.000 | 10.000.000 |
2.000.000 | 2.000.000 |
leveringen | leveringen |
10.000.000 | 10.000.000 |
5.000.000 | 5.000.000 |
1.000.000 | 1.000.000 |
diensten | diensten |
5.000.000 | 5.000.000 |
2.500.000 | 2.500.000 |
500.000 | 500.000 |
De delegatie geldt ook voor investeringssubsidies als het bedrag van | De delegatie geldt ook voor investeringssubsidies als het bedrag van |
de opdracht of de raming ervan de bedragen, vermeld in het eerste lid, | de opdracht of de raming ervan de bedragen, vermeld in het eerste lid, |
niet overschrijdt. | niet overschrijdt. |
Voor concessies voor openbare werken geldt de delegatie tot en met een | Voor concessies voor openbare werken geldt de delegatie tot en met een |
bedrag van 20.000.000 euro. | bedrag van 20.000.000 euro. |
Voor ontwerpenwedstrijden, met inbegrip van de plaatsing van de erop | Voor ontwerpenwedstrijden, met inbegrip van de plaatsing van de erop |
volgende dienstenopdracht bij onderhandelingsprocedure met toepassing | volgende dienstenopdracht bij onderhandelingsprocedure met toepassing |
van artikel 26, § 1, 4°, of artikel 66, § 2, 5°, van de wet van 15 | van artikel 26, § 1, 4°, of artikel 66, § 2, 5°, van de wet van 15 |
juni 2006 Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, | juni 2006 Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, |
leveringen en diensten, geldt de delegatie tot en met een bedrag van | leveringen en diensten, geldt de delegatie tot en met een bedrag van |
5.000.000 euro. | 5.000.000 euro. |
Voor werkenwedstrijden geldt de delegatie tot en met een bedrag van | Voor werkenwedstrijden geldt de delegatie tot en met een bedrag van |
20.000.000 euro. | 20.000.000 euro. |
De delegatie geldt, ongeacht het bedrag, voor: | De delegatie geldt, ongeacht het bedrag, voor: |
1° de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van het bestek en | 1° de keuze van de gunningsprocedure, de goedkeuring van het bestek en |
de andere opdrachtdocumenten; | de andere opdrachtdocumenten; |
2° de selectie van de deelnemers aan beperkte procedures en | 2° de selectie van de deelnemers aan beperkte procedures en |
onderhandelingsprocedures, concurrentiedialoog, dynamisch | onderhandelingsprocedures, concurrentiedialoog, dynamisch |
aankoopsysteem, lijst van geselecteerden en kwalificatiesysteem; | aankoopsysteem, lijst van geselecteerden en kwalificatiesysteem; |
3° het gunnen van een opdracht bij onderhandelingsprocedure in de | 3° het gunnen van een opdracht bij onderhandelingsprocedure in de |
gevallen van dringende noodzakelijkheid, vermeld in artikel 26, § 1, | gevallen van dringende noodzakelijkheid, vermeld in artikel 26, § 1, |
1°, c), of artikel 66, § 1, 1°, a), van de wet van 15 juni 2006 | 1°, c), of artikel 66, § 1, 1°, a), van de wet van 15 juni 2006 |
Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en | Overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en |
diensten; | diensten; |
4° het gunnen van een opdracht aan een of meer derden, voor rekening | 4° het gunnen van een opdracht aan een of meer derden, voor rekening |
van een in gebreke gebleven aannemer tegen wie ambtshalve wordt | van een in gebreke gebleven aannemer tegen wie ambtshalve wordt |
opgetreden; | opgetreden; |
5° de opdracht tot niet-plaatsing. | 5° de opdracht tot niet-plaatsing. |
§ 2. Inzake de uitvoering van overheidsopdrachten hebben de leden van | § 2. Inzake de uitvoering van overheidsopdrachten hebben de leden van |
de Vlaamse Regering, ieder wat hem of haar betreft, delegatie voor het | de Vlaamse Regering, ieder wat hem of haar betreft, delegatie voor het |
nemen van alle beslissingen ongeacht de financiële weerslag. | nemen van alle beslissingen ongeacht de financiële weerslag. |
Die delegatie geldt alleen binnen het wettelijke kader en binnen het | Die delegatie geldt alleen binnen het wettelijke kader en binnen het |
voorwerp van de opdracht. | voorwerp van de opdracht. |
§ 3. De leden van de Vlaamse Regering hebben, ieder wat hem of haar | § 3. De leden van de Vlaamse Regering hebben, ieder wat hem of haar |
betreft, delegatie om opdrachten te plaatsen in het kader van een | betreft, delegatie om opdrachten te plaatsen in het kader van een |
raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan. | raamovereenkomst, binnen het voorwerp en de bepalingen ervan. |
§ 4. In afwijking van artikel 6, 14°, hebben de leden van de Vlaamse | § 4. In afwijking van artikel 6, 14°, hebben de leden van de Vlaamse |
Regering delegatie voor het sluiten van dadingen, minnelijke | Regering delegatie voor het sluiten van dadingen, minnelijke |
schikkingen en schulderkenningen die betrekking hebben op | schikkingen en schulderkenningen die betrekking hebben op |
overheidsopdrachten, als het bedrag van de uitgaven die eruit | overheidsopdrachten, als het bedrag van de uitgaven die eruit |
voortvloeien de hierna vermelde bedragen niet overschrijdt: | voortvloeien de hierna vermelde bedragen niet overschrijdt: |
1° 2.500.000 euro voor werken; | 1° 2.500.000 euro voor werken; |
2° 625.000 euro voor leveringen; | 2° 625.000 euro voor leveringen; |
3° 150.000 euro voor diensten. | 3° 150.000 euro voor diensten. |
Art. 9.In de rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse |
Art. 9.In de rechtsgedingen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse |
Gewest met betrekking tot een aangelegenheid die tot de uitsluitende | Gewest met betrekking tot een aangelegenheid die tot de uitsluitende |
bevoegdheid behoort van één Vlaamse minister, treedt die minister op | bevoegdheid behoort van één Vlaamse minister, treedt die minister op |
namens de Vlaamse Regering. | namens de Vlaamse Regering. |
Als de rechtsgedingen betrekking hebben op een aangelegenheid die tot | Als de rechtsgedingen betrekking hebben op een aangelegenheid die tot |
de bevoegdheid behoort van meer dan één Vlaamse minister, spreken die | de bevoegdheid behoort van meer dan één Vlaamse minister, spreken die |
ministers onderling af wie van hen namens de Vlaamse Regering zal | ministers onderling af wie van hen namens de Vlaamse Regering zal |
optreden. Als een dergelijke afspraak ontbreekt, treedt de minister op | optreden. Als een dergelijke afspraak ontbreekt, treedt de minister op |
die eerst komt in de orde van voorrang. | die eerst komt in de orde van voorrang. |
Art. 10.§ 1. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid |
Art. 10.§ 1. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid |
inzake vastgoedbeheer, heeft, met betrekking tot de niet-bestemde | inzake vastgoedbeheer, heeft, met betrekking tot de niet-bestemde |
onroerende goederen die behoren tot het domein van de Vlaamse | onroerende goederen die behoren tot het domein van de Vlaamse |
Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, delegatie voor: | Gemeenschap of het Vlaamse Gewest, delegatie voor: |
1° het beheer ervan; | 1° het beheer ervan; |
2° de vervreemding ervan, als de budgettaire weerslag niet meer dan | 2° de vervreemding ervan, als de budgettaire weerslag niet meer dan |
1.250.000 euro bedraagt. | 1.250.000 euro bedraagt. |
In afwijking van het eerste lid heeft de minister, bevoegd voor de | In afwijking van het eerste lid heeft de minister, bevoegd voor de |
landinrichting en het natuurbehoud, delegatie voor de vervreemding van | landinrichting en het natuurbehoud, delegatie voor de vervreemding van |
bossen, groengebieden, natuurgebieden, viswaters en gronden voor de | bossen, groengebieden, natuurgebieden, viswaters en gronden voor de |
aanleg van openbare groene ruimten, die aan hun bestemming onttrokken | aanleg van openbare groene ruimten, die aan hun bestemming onttrokken |
zijn. | zijn. |
§ 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake | § 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het algemeen beleid inzake |
facilitaire dienstverlening, heeft delegatie voor het sluiten, | facilitaire dienstverlening, heeft delegatie voor het sluiten, |
wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met een maximale looptijd | wijzigen of beëindigen van overeenkomsten met een maximale looptijd |
van twaalf jaar voor de huur van onroerende goederen die hoofdzakelijk | van twaalf jaar voor de huur van onroerende goederen die hoofdzakelijk |
bestemd zijn voor de huisvesting van de kantoren voor de Vlaamse | bestemd zijn voor de huisvesting van de kantoren voor de Vlaamse |
ministeries, waarvan: | ministeries, waarvan: |
1° de ingehuurde bruto-oppervlakte maximaal 3 000 m2 bedraagt; | 1° de ingehuurde bruto-oppervlakte maximaal 3 000 m2 bedraagt; |
2° de totale gerelateerde jaarlijkse uitgaven (huur, fiscale lasten, | 2° de totale gerelateerde jaarlijkse uitgaven (huur, fiscale lasten, |
huurlasten, aflossing geprefinancierde investeringsuitgaven) niet meer | huurlasten, aflossing geprefinancierde investeringsuitgaven) niet meer |
bedragen dan 450.000 euro. | bedragen dan 450.000 euro. |
Art. 11.In afwijking van artikel 6, 2°, heeft de Vlaamse minister, |
Art. 11.In afwijking van artikel 6, 2°, heeft de Vlaamse minister, |
bevoegd voor de financiën en de begrotingen, delegatie om: | bevoegd voor de financiën en de begrotingen, delegatie om: |
1° in geval van uitvoerend beslag op de goederen opgenomen in de | 1° in geval van uitvoerend beslag op de goederen opgenomen in de |
verklaring, vermeld in artikel 1412bis van het Gerechtelijk Wetboek | verklaring, vermeld in artikel 1412bis van het Gerechtelijk Wetboek |
voor het bedrag van de vordering een blokkerende vastlegging en de | voor het bedrag van de vordering een blokkerende vastlegging en de |
eventueel hiervoor noodzakelijke herschikking binnen een | eventueel hiervoor noodzakelijke herschikking binnen een |
begrotingsprogramma door te voeren, al dan niet over de kredietsoorten | begrotingsprogramma door te voeren, al dan niet over de kredietsoorten |
heen, op de beschikbare begrotingskredieten van de minister die | heen, op de beschikbare begrotingskredieten van de minister die |
bevoegd is voor de aangelegenheid die aanleiding heeft gegeven tot het | bevoegd is voor de aangelegenheid die aanleiding heeft gegeven tot het |
beslag; | beslag; |
2° in geval van uitvoerend beslag op andere tegoeden van de Vlaamse | 2° in geval van uitvoerend beslag op andere tegoeden van de Vlaamse |
Gemeenschap of het Vlaamse Gewest voor het bedrag van de vordering, | Gemeenschap of het Vlaamse Gewest voor het bedrag van de vordering, |
voor maximaal 5.000.000 euro, een blokkerende vastlegging en de | voor maximaal 5.000.000 euro, een blokkerende vastlegging en de |
eventueel hiervoor noodzakelijke herschikking binnen een | eventueel hiervoor noodzakelijke herschikking binnen een |
begrotingsprogramma door te voeren, al dan niet over de kredietsoorten | begrotingsprogramma door te voeren, al dan niet over de kredietsoorten |
heen, op de beschikbare begrotingskredieten van de minister die | heen, op de beschikbare begrotingskredieten van de minister die |
bevoegd is voor de aangelegenheid die aanleiding heeft gegeven tot het | bevoegd is voor de aangelegenheid die aanleiding heeft gegeven tot het |
beslag. | beslag. |
De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, kan | De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begrotingen, kan |
als ordonnateur optreden om het uitgevoerde beslag aan te rekenen op | als ordonnateur optreden om het uitgevoerde beslag aan te rekenen op |
de genomen blokkerende vastlegging. | de genomen blokkerende vastlegging. |
Art. 12.§ 1. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de |
Art. 12.§ 1. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de |
begrotingen, heeft delegatie om vorderingen waarvan de hoofdsom niet | begrotingen, heeft delegatie om vorderingen waarvan de hoofdsom niet |
meer dan 25.000 euro bedraagt, te erkennen als last als vermeld in | meer dan 25.000 euro bedraagt, te erkennen als last als vermeld in |
artikel 53, § 2, tweede lid, 2°, van het decreet van 21 december 1994 | artikel 53, § 2, tweede lid, 2°, van het decreet van 21 december 1994 |
houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995. | houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1995. |
§ 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, | § 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de begroting, |
heeft met betrekking tot het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en | heeft met betrekking tot het Financieringsfonds voor Schuldafbouw en |
Eenmalige Investeringsuitgaven delegatie om: | Eenmalige Investeringsuitgaven delegatie om: |
1° de saldi die voor de berekening van de dotatie aan het Fonds in | 1° de saldi die voor de berekening van de dotatie aan het Fonds in |
aanmerking komen te beperken; | aanmerking komen te beperken; |
2° de kredieten vast te stellen die worden overgeschreven naar de | 2° de kredieten vast te stellen die worden overgeschreven naar de |
basisallocatie "Dotatie aan het Financieringsfonds voor Schuldafbouw | basisallocatie "Dotatie aan het Financieringsfonds voor Schuldafbouw |
en Eenmalige Investeringsuitgaven". | en Eenmalige Investeringsuitgaven". |
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse |
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse |
aangelegenheden, heeft delegatie om onteigeningsmachtigingen te | aangelegenheden, heeft delegatie om onteigeningsmachtigingen te |
verlenen ten algemenen nutte, behoudens in de gevallen bepaald in de | verlenen ten algemenen nutte, behoudens in de gevallen bepaald in de |
wet, aan de gemeenten, de provincies, de autonome gemeentebedrijven, | wet, aan de gemeenten, de provincies, de autonome gemeentebedrijven, |
de autonome provinciebedrijven, de OCMW's, de intergemeentelijke | de autonome provinciebedrijven, de OCMW's, de intergemeentelijke |
samenwerkingsverbanden en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen | samenwerkingsverbanden en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen |
overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering inzake | overeenkomstig het besluit van de Vlaamse Regering inzake |
onteigeningen ten algemene nutte ten behoeve van de gemeenten, de | onteigeningen ten algemene nutte ten behoeve van de gemeenten, de |
provincies, de autonome gemeentebedrijven, de autonome | provincies, de autonome gemeentebedrijven, de autonome |
provinciebedrijven, de OCMW's, de intergemeentelijke | provinciebedrijven, de OCMW's, de intergemeentelijke |
samenwerkingsverbanden en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen. | samenwerkingsverbanden en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen. |
De leden van de Vlaamse Regering hebben delegatie om | De leden van de Vlaamse Regering hebben delegatie om |
onteigeningsmachtigingen te verlenen aan instellingen of | onteigeningsmachtigingen te verlenen aan instellingen of |
rechtspersonen die onder hun bevoegdheid vallen. | rechtspersonen die onder hun bevoegdheid vallen. |
HOOFDSTUK 3. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK 3. - Algemene bepalingen |
Art. 14.De leden van de Vlaamse Regering kunnen hun bevoegdheden, |
Art. 14.De leden van de Vlaamse Regering kunnen hun bevoegdheden, |
gedelegeerd overeenkomstig hoofdstuk 2, delegeren aan personeelsleden | gedelegeerd overeenkomstig hoofdstuk 2, delegeren aan personeelsleden |
van de diensten van de Vlaamse Regering en de instellingen en | van de diensten van de Vlaamse Regering en de instellingen en |
rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse | rechtspersonen die afhangen van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse |
Gewest. Ze kunnen die personeelsleden machtigen om, als ze daarvan | Gewest. Ze kunnen die personeelsleden machtigen om, als ze daarvan |
kennis geven, die bevoegdheden verder te delegeren en te laten | kennis geven, die bevoegdheden verder te delegeren en te laten |
subdelegeren aan personeelsleden die onderworpen zijn aan hun | subdelegeren aan personeelsleden die onderworpen zijn aan hun |
hiërarchisch gezag. | hiërarchisch gezag. |
De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, kan | De Vlaamse minister, bevoegd voor de binnenlandse aangelegenheden, kan |
aan de provinciegouverneurs en aan de adjunct van de gouverneur van de | aan de provinciegouverneurs en aan de adjunct van de gouverneur van de |
provincie Vlaams-Brabant bevoegdheden delegeren inzake de uitvoering | provincie Vlaams-Brabant bevoegdheden delegeren inzake de uitvoering |
van de begroting en gunning van overheidsopdrachten wat de | van de begroting en gunning van overheidsopdrachten wat de |
begrotingskredieten voor algemene werkingskosten of | begrotingskredieten voor algemene werkingskosten of |
investeringsgoederen ten behoeve van de gouverneurs betreft. Hij kan | investeringsgoederen ten behoeve van de gouverneurs betreft. Hij kan |
aan de provinciegouverneurs diezelfde bevoegdheden delegeren wat de | aan de provinciegouverneurs diezelfde bevoegdheden delegeren wat de |
begrotingskredieten voor algemene werkingskosten of | begrotingskredieten voor algemene werkingskosten of |
investeringsgoederen ten behoeve van de arrondissementscommissarissen | investeringsgoederen ten behoeve van de arrondissementscommissarissen |
en de gewestelijke ontvangers betreft. Hij kan die gouverneurs | en de gewestelijke ontvangers betreft. Hij kan die gouverneurs |
machtigen om, als ze daarvan kennisgeven, die bevoegdheden verder te | machtigen om, als ze daarvan kennisgeven, die bevoegdheden verder te |
delegeren aan de arrondissementscommissarissen. | delegeren aan de arrondissementscommissarissen. |
De delegaties die aan personeelsleden zijn verleend in aangelegenheden | De delegaties die aan personeelsleden zijn verleend in aangelegenheden |
die aan de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest zijn | die aan de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse Gewest zijn |
overgedragen, blijven gelden tot ze gewijzigd of opgeheven worden, | overgedragen, blijven gelden tot ze gewijzigd of opgeheven worden, |
binnen de grenzen bepaald door dit besluit. | binnen de grenzen bepaald door dit besluit. |
Art. 15.De besluiten van de Vlaamse Regering en de |
Art. 15.De besluiten van de Vlaamse Regering en de |
samenwerkingsakkoorden van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse | samenwerkingsakkoorden van de Vlaamse Gemeenschap of het Vlaamse |
Gewest met de Staat of met andere gewesten of gemeenschappen worden | Gewest met de Staat of met andere gewesten of gemeenschappen worden |
namens de Vlaamse Regering ondertekend door de minister-president en | namens de Vlaamse Regering ondertekend door de minister-president en |
door het lid aan wie de aangelegenheid in kwestie toegewezen is. | door het lid aan wie de aangelegenheid in kwestie toegewezen is. |
Art. 16.Als de minister-president of een lid van de Vlaamse Regering |
Art. 16.Als de minister-president of een lid van de Vlaamse Regering |
afwezig of verhinderd is, wordt een regeling voor plaatsvervanging | afwezig of verhinderd is, wordt een regeling voor plaatsvervanging |
getroffen. | getroffen. |
HOOFDSTUK 4. - Overgangs- en slotbepalingen | HOOFDSTUK 4. - Overgangs- en slotbepalingen |
Art. 17.Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot |
Art. 17.Het besluit van de Vlaamse Regering van 13 juli 2009 tot |
bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het | bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, het |
laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni | laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni |
2014, wordt opgeheven. | 2014, wordt opgeheven. |
Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 juli 2014. |
Art. 18.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 juli 2014. |
Art. 19.De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar |
Art. 19.De leden van de Vlaamse Regering zijn, ieder wat hem of haar |
betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 25 juli 2014. | Brussel, 25 juli 2014. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van | De minister-president van de Vlaamse Regering, Vlaams minister van |
Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, | Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, |
G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
De Vlaamse minister van Onderwijs, en viceminister-president van de | De Vlaamse minister van Onderwijs, en viceminister-president van de |
Vlaamse Regering, | Vlaamse Regering, |
H. CREVITS | H. CREVITS |
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, en | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, en |
viceminister-president van de Vlaamse Regering, | viceminister-president van de Vlaamse Regering, |
A. TURTELBOOM | A. TURTELBOOM |
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, | De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, |
Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, en viceminister-president van de | Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, en viceminister-president van de |
Vlaamse Regering, | Vlaamse Regering, |
L. HOMANS | L. HOMANS |
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, | De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, |
Toerisme en Dierenwelzijn, | Toerisme en Dierenwelzijn, |
B. WEYTS | B. WEYTS |
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
J. VANDEURZEN | J. VANDEURZEN |
De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, | De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, |
P. MUYTERS | P. MUYTERS |
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, | De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, |
J. SCHAUVLIEGE | J. SCHAUVLIEGE |
De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, | De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, |
S. GATZ | S. GATZ |