| Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunning en subsidiëring van een organisatie die een digitaal platform met zorgaanbod voor personen met een handicap ter beschikking stelt en beheert | Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vergunning en subsidiëring van een organisatie die een digitaal platform met zorgaanbod voor personen met een handicap ter beschikking stelt en beheert |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| 25 JANUARI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de | 25 JANUARI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de |
| vergunning en subsidiëring van een organisatie die een digitaal | vergunning en subsidiëring van een organisatie die een digitaal |
| platform met zorgaanbod voor personen met een handicap ter beschikking | platform met zorgaanbod voor personen met een handicap ter beschikking |
| stelt en beheert | stelt en beheert |
| DE VLAAMSE REGERING, | DE VLAAMSE REGERING, |
| Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern | Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern |
| verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap | verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap |
| voor Personen met een Handicap, artikel 8, 9° en 11°, ingevoegd bij | voor Personen met een Handicap, artikel 8, 9° en 11°, ingevoegd bij |
| het decreet van 25 april 2014; | het decreet van 25 april 2014; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
| begroting, gegeven op 4 december 2018; | begroting, gegeven op 4 december 2018; |
| Gelet op advies 65.031/3 van de Raad van State, gegeven op 16 januari | Gelet op advies 65.031/3 van de Raad van State, gegeven op 16 januari |
| 2019 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten | 2019 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten |
| op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Overwegende het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december | Overwegende het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december |
| 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag | 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag |
| betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm | betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm |
| van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het | van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het |
| beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste | beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste |
| ondernemingen; | ondernemingen; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en | Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en |
| Gezin; | Gezin; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
| 1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap met | 1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap met |
| rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een | rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een |
| Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van | Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van |
| het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams | het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams |
| Agentschap voor Personen met een Handicap; | Agentschap voor Personen met een Handicap; |
| 2° digitaal platform zorgaanbod: het digitaal platform zorgaanbod, | 2° digitaal platform zorgaanbod: het digitaal platform zorgaanbod, |
| vermeld in artikel 4; | vermeld in artikel 4; |
| 3° organisatie platform zorgaanbod: een organisatie die een digitaal | 3° organisatie platform zorgaanbod: een organisatie die een digitaal |
| platform voor personen met een handicap ter beschikking stelt en | platform voor personen met een handicap ter beschikking stelt en |
| beheert met het zorgaanbod van aanbieders van zorg en ondersteuning | beheert met het zorgaanbod van aanbieders van zorg en ondersteuning |
| die door het agentschap vergund of erkend zijn en aanbieders van zorg | die door het agentschap vergund of erkend zijn en aanbieders van zorg |
| en ondersteuning die niet door het agentschap vergund of erkend zijn; | en ondersteuning die niet door het agentschap vergund of erkend zijn; |
| 4° zorgaanbieder: aanbieders van zorg en ondersteuning voor personen | 4° zorgaanbieder: aanbieders van zorg en ondersteuning voor personen |
| met een handicap die door het agentschap vergund of erkend zijn en | met een handicap die door het agentschap vergund of erkend zijn en |
| aanbieders van zorg en ondersteuning die niet door het agentschap | aanbieders van zorg en ondersteuning die niet door het agentschap |
| vergund of erkend zijn, inclusief persoonlijke assistenten; | vergund of erkend zijn, inclusief persoonlijke assistenten; |
| 5° zorgvrager: elke persoon met een handicap als vermeld in artikel 2, | 5° zorgvrager: elke persoon met een handicap als vermeld in artikel 2, |
| 2°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern | 2°, van het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern |
| verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap | verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap |
| voor Personen met een Handicap. | voor Personen met een Handicap. |
Art. 2.Het agentschap kan binnen de grenzen van de kredieten die |
Art. 2.Het agentschap kan binnen de grenzen van de kredieten die |
| daarvoor ingeschreven zijn op haar begroting, een organisatie platform | daarvoor ingeschreven zijn op haar begroting, een organisatie platform |
| zorgaanbod vergunnen en subsidiëren. | zorgaanbod vergunnen en subsidiëren. |
| HOOFDSTUK 2. - Vergunningsvoorwaarden | HOOFDSTUK 2. - Vergunningsvoorwaarden |
Art. 3.Om vergund te worden en te blijven, moet de organisatie |
Art. 3.Om vergund te worden en te blijven, moet de organisatie |
| platform zorgaanbod voldoen aan al de volgende voorwaarden: | platform zorgaanbod voldoen aan al de volgende voorwaarden: |
| 1° ze is opgericht als een privaatrechtelijke vereniging met | 1° ze is opgericht als een privaatrechtelijke vereniging met |
| rechtspersoonlijkheid waarvoor het bij wet verboden is de leden een | rechtspersoonlijkheid waarvoor het bij wet verboden is de leden een |
| vermogensvoordeel te bezorgen; | vermogensvoordeel te bezorgen; |
| 2° de Raad van Bestuur van de organisatie platform zorgaanbod bestaat | 2° de Raad van Bestuur van de organisatie platform zorgaanbod bestaat |
| uit: | uit: |
| a) twee vertegenwoordigers van de bijstandsorganisaties; | a) twee vertegenwoordigers van de bijstandsorganisaties; |
| b) een vertegenwoordiger van elke werkgeversorganisatie; | b) een vertegenwoordiger van elke werkgeversorganisatie; |
| c) vier vertegenwoordigers van de gebruikersverenigingen; | c) vier vertegenwoordigers van de gebruikersverenigingen; |
| d) een onafhankelijke voorzitter die voorgedragen wordt door de | d) een onafhankelijke voorzitter die voorgedragen wordt door de |
| gebruikersverenigingen; | gebruikersverenigingen; |
| e) twee vertegenwoordigers van initiatieven uit het niet-vergunde | e) twee vertegenwoordigers van initiatieven uit het niet-vergunde |
| zorgaanbod; | zorgaanbod; |
| 3° de Algemene Vergadering van de organisatie platform zorgaanbod | 3° de Algemene Vergadering van de organisatie platform zorgaanbod |
| bestaat uit de evenredige vertegenwoordiging van vertegenwoordigers | bestaat uit de evenredige vertegenwoordiging van vertegenwoordigers |
| van de bijstandsorganisaties, vertegenwoordigers van de | van de bijstandsorganisaties, vertegenwoordigers van de |
| werkgeversorganisaties, vertegenwoordigers van initiatieven uit het | werkgeversorganisaties, vertegenwoordigers van initiatieven uit het |
| niet-vergunde zorgaanbod en vertegenwoordigers van de | niet-vergunde zorgaanbod en vertegenwoordigers van de |
| gebruikersverenigingen; | gebruikersverenigingen; |
| 4° in de statuten van de privaatrechtelijke vereniging met | 4° in de statuten van de privaatrechtelijke vereniging met |
| rechtspersoonlijkheid waarvoor het bij wet verboden is de leden een | rechtspersoonlijkheid waarvoor het bij wet verboden is de leden een |
| vermogensvoordeel te bezorgen, wordt als doelstelling opgenomen dat de | vermogensvoordeel te bezorgen, wordt als doelstelling opgenomen dat de |
| organisatie: platform zorgaanbod: | organisatie: platform zorgaanbod: |
| a) de zorgvrager en zijn omgeving in contact brengt met de | a) de zorgvrager en zijn omgeving in contact brengt met de |
| zorgaanbieders en de kennis van het zorgaanbod bij de zorgvrager | zorgaanbieders en de kennis van het zorgaanbod bij de zorgvrager |
| vergroot; | vergroot; |
| b) de zorgaanbieders de mogelijkheid biedt de specificaties van hun | b) de zorgaanbieders de mogelijkheid biedt de specificaties van hun |
| aanbod via het digitaal platform zorgaanbod bekend te maken aan | aanbod via het digitaal platform zorgaanbod bekend te maken aan |
| zorgvragers; | zorgvragers; |
| 5° de organisatie platform zorgaanbod ontwikkelt en hanteert in | 5° de organisatie platform zorgaanbod ontwikkelt en hanteert in |
| consensus een deontologische code waarin de volgende elementen bepaald | consensus een deontologische code waarin de volgende elementen bepaald |
| zijn: | zijn: |
| a) de wijze waarop de organisatie platform zorgaanbod beoordeelt of | a) de wijze waarop de organisatie platform zorgaanbod beoordeelt of |
| aanbieders van zorg en ondersteuning, inclusief persoonlijke | aanbieders van zorg en ondersteuning, inclusief persoonlijke |
| assistenten, beantwoorden aan de vereisten, vermeld in artikel 9, § 4, | assistenten, beantwoorden aan de vereisten, vermeld in artikel 9, § 4, |
| van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 | van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 |
| betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van | betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van |
| voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met | voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met |
| een handicap; | een handicap; |
| b) de wijze waarop de organisatie platform zorgaanbod beoordeelt of de | b) de wijze waarop de organisatie platform zorgaanbod beoordeelt of de |
| vragen, vermeld in artikel 4, eerste lid, 3° en 4°, van dit besluit | vragen, vermeld in artikel 4, eerste lid, 3° en 4°, van dit besluit |
| maatschappelijk aanvaardbaar zijn. | maatschappelijk aanvaardbaar zijn. |
| In het eerste lid wordt verstaan onder: | In het eerste lid wordt verstaan onder: |
| 1° bijstandsorganisatie: een organisatie die budgethouders bijstaat | 1° bijstandsorganisatie: een organisatie die budgethouders bijstaat |
| bij de besteding van het cashbudget, de aanwending van de voucher en | bij de besteding van het cashbudget, de aanwending van de voucher en |
| de organisatie van de zorg en ondersteuning, en die erkend is om | de organisatie van de zorg en ondersteuning, en die erkend is om |
| budgethouders bij te staan in het kader van persoonsvolgende | budgethouders bij te staan in het kader van persoonsvolgende |
| financiering conform artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering | financiering conform artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering |
| van 11 december 2015 houdende de vergunningsvoorwaarden en de | van 11 december 2015 houdende de vergunningsvoorwaarden en de |
| subsidieregeling van bijstandsorganisaties; | subsidieregeling van bijstandsorganisaties; |
| 2° gebruikersverenigingen: de verenigingen voor personen met een | 2° gebruikersverenigingen: de verenigingen voor personen met een |
| handicap; | handicap; |
| 3° maatschappelijk aanvaardbaar: de mate waarin de zorgvragen | 3° maatschappelijk aanvaardbaar: de mate waarin de zorgvragen |
| beantwoorden aan de algemeen aanvaarde maatschappelijke waarden en | beantwoorden aan de algemeen aanvaarde maatschappelijke waarden en |
| rechten die vervat liggen in de Belgische Grondwet en de Belgische | rechten die vervat liggen in de Belgische Grondwet en de Belgische |
| wetten; | wetten; |
| 4° onafhankelijke voorzitter: een voorzitter die geen werknemer of | 4° onafhankelijke voorzitter: een voorzitter die geen werknemer of |
| bestuurslid is van organisaties die in de Raad van Bestuur | bestuurslid is van organisaties die in de Raad van Bestuur |
| vertegenwoordigd zijn; | vertegenwoordigd zijn; |
| 5° werkgeversorganisatie: de federatie van sociale ondernemingen SOM | 5° werkgeversorganisatie: de federatie van sociale ondernemingen SOM |
| en het Vlaams Welzijnsverbond; | en het Vlaams Welzijnsverbond; |
| 6° niet-vergunde zorgaanbod: zorgaanbieders zoals vermeld in artikel | 6° niet-vergunde zorgaanbod: zorgaanbieders zoals vermeld in artikel |
| 2, eerste lid, 2° en 3°, en artikel 2, tweede lid van het Besluit van | 2, eerste lid, 2° en 3°, en artikel 2, tweede lid van het Besluit van |
| de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van | de Vlaamse Regering van 24 juni 2016 houdende het vergunnen van |
| aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning | aanbieders van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning |
| voor personen met een handicap. | voor personen met een handicap. |
| HOOFDSTUK 3. - Opdracht en taken | HOOFDSTUK 3. - Opdracht en taken |
Art. 4.De organisatie platform zorgaanbod ontwikkelt in samenwerking |
Art. 4.De organisatie platform zorgaanbod ontwikkelt in samenwerking |
| met het agentschap een ontwerp van het digitaal platform zorgaanbod, | met het agentschap een ontwerp van het digitaal platform zorgaanbod, |
| dat voldoet aan al de volgende voorwaarden: | dat voldoet aan al de volgende voorwaarden: |
| 1° het is gratis voor de zorgaanbieders en zorgvragers; | 1° het is gratis voor de zorgaanbieders en zorgvragers; |
| 2° het is gebruiksvriendelijk; | 2° het is gebruiksvriendelijk; |
| 3° het is interactief: het laat toe dat de zorgvrager via het platform | 3° het is interactief: het laat toe dat de zorgvrager via het platform |
| een vraag voorlegt aan een zorgaanbieder, die daarop kan antwoorden; | een vraag voorlegt aan een zorgaanbieder, die daarop kan antwoorden; |
| 4° het biedt aan zorgvragers de mogelijkheid hun zorgvragen bekend te | 4° het biedt aan zorgvragers de mogelijkheid hun zorgvragen bekend te |
| maken; | maken; |
| 5° het bevat een zo volledig mogelijk overzicht van alle | 5° het bevat een zo volledig mogelijk overzicht van alle |
| zorgaanbieders in Nederlands taalgebied en het tweetalige gebied | zorgaanbieders in Nederlands taalgebied en het tweetalige gebied |
| Brussel-hoofdstad; | Brussel-hoofdstad; |
| 6° het biedt de zorgaanbieders de mogelijkheid om hun aanbod verder te | 6° het biedt de zorgaanbieders de mogelijkheid om hun aanbod verder te |
| concretiseren in het digitaal platform; | concretiseren in het digitaal platform; |
| 7° het is in overeenstemming met de deontologische code, vermeld in | 7° het is in overeenstemming met de deontologische code, vermeld in |
| artikel 3, eerste lid, 5°. | artikel 3, eerste lid, 5°. |
| De samenwerking met het agentschap voor de ontwikkeling van het | De samenwerking met het agentschap voor de ontwikkeling van het |
| ontwerp van het digitaal platform zorgaanbod maakt voorwerp uit van de | ontwerp van het digitaal platform zorgaanbod maakt voorwerp uit van de |
| samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 7. | samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 7. |
Art. 5.Het agentschap werkt het digitaal platform |
Art. 5.Het agentschap werkt het digitaal platform |
| informatica-technisch uit op basis van het ontwerp van de organisatie | informatica-technisch uit op basis van het ontwerp van de organisatie |
| platform zorgaanbod. | platform zorgaanbod. |
| Het agentschap is de eigenaar van de broncode van het digitaal | Het agentschap is de eigenaar van de broncode van het digitaal |
| platform. | platform. |
| Het agentschap kan voor de informatica-technische uitwerking een | Het agentschap kan voor de informatica-technische uitwerking een |
| beroep doen op externe ontwikkelaars. | beroep doen op externe ontwikkelaars. |
| Het agentschap staat in voor het invoeren en updaten van de gegevens | Het agentschap staat in voor het invoeren en updaten van de gegevens |
| van de door het agentschap vergunde of erkende aanbieders van zorg en | van de door het agentschap vergunde of erkende aanbieders van zorg en |
| ondersteuning voor personen met een handicap, waarover het agentschap | ondersteuning voor personen met een handicap, waarover het agentschap |
| beschikt. | beschikt. |
| Het agentschap staat in voor het onderhoud van en de technische | Het agentschap staat in voor het onderhoud van en de technische |
| verbeteringen aan het digitaal platform. | verbeteringen aan het digitaal platform. |
Art. 6.De organisatie platform zorgaanbod staat in voor de |
Art. 6.De organisatie platform zorgaanbod staat in voor de |
| bekendmaking van het digitaal platform aan de niet door het agentschap | bekendmaking van het digitaal platform aan de niet door het agentschap |
| vergunde of erkende aanbieders van zorg en ondersteuning, inclusief | vergunde of erkende aanbieders van zorg en ondersteuning, inclusief |
| persoonlijke assistenten, en sensibiliseert hen om: | persoonlijke assistenten, en sensibiliseert hen om: |
| 1° hun gegevens te laten registreren in het digitaal platform; | 1° hun gegevens te laten registreren in het digitaal platform; |
| 2° vragen van zorgvragers te beantwoorden; | 2° vragen van zorgvragers te beantwoorden; |
| 3° hun aanbod verder te concretiseren in het digitaal platform. | 3° hun aanbod verder te concretiseren in het digitaal platform. |
| De organisatie platform zorgaanbod staat in voor de invoer, het beheer | De organisatie platform zorgaanbod staat in voor de invoer, het beheer |
| en de controle van de gegevens, vermeld in het eerste lid, 1°, in het | en de controle van de gegevens, vermeld in het eerste lid, 1°, in het |
| digitaal platform zorgaanbod. | digitaal platform zorgaanbod. |
| De organisatie platform zorgaanbod staat in voor de bekendmaking van | De organisatie platform zorgaanbod staat in voor de bekendmaking van |
| het digitaal platform aan de aanbieders van zorg en ondersteuning die | het digitaal platform aan de aanbieders van zorg en ondersteuning die |
| door het agentschap vergund of erkend zijn en sensibiliseert hen om: | door het agentschap vergund of erkend zijn en sensibiliseert hen om: |
| 1° vragen van zorgvragers te beantwoorden; | 1° vragen van zorgvragers te beantwoorden; |
| 2° hun aanbod verder te concretiseren in het digitaal platform. | 2° hun aanbod verder te concretiseren in het digitaal platform. |
Art. 7.Het agentschap en de organisatie platform zorgaanbod sluiten |
Art. 7.Het agentschap en de organisatie platform zorgaanbod sluiten |
| een samenwerkingsovereenkomst met de wederzijdse afspraken over het | een samenwerkingsovereenkomst met de wederzijdse afspraken over het |
| ontwerp, de ontwikkeling, de informatica-technische uitwerking, het | ontwerp, de ontwikkeling, de informatica-technische uitwerking, het |
| onderhoud en de verbeteringen van het digitaal platform. | onderhoud en de verbeteringen van het digitaal platform. |
| HOOFDSTUK 4. - Procedure om een vergunning aan te vragen | HOOFDSTUK 4. - Procedure om een vergunning aan te vragen |
Art. 8.§ 1. Een organisatie die een vergunning als organisatie |
Art. 8.§ 1. Een organisatie die een vergunning als organisatie |
| platform zorgaanbod wil, dient een aanvraag in bij het agentschap. In | platform zorgaanbod wil, dient een aanvraag in bij het agentschap. In |
| de aanvraag wordt aangetoond dat de organisatie voldoet aan alle | de aanvraag wordt aangetoond dat de organisatie voldoet aan alle |
| voorwaarden, vermeld in artikel 3, eerste lid. | voorwaarden, vermeld in artikel 3, eerste lid. |
| § 2. Het agentschap onderzoekt de aanvraag en beoordeelt of de | § 2. Het agentschap onderzoekt de aanvraag en beoordeelt of de |
| organisatie voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 3, eerste | organisatie voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 3, eerste |
| lid. Het agentschap kan, als dat nodig is, bijkomende inlichtingen | lid. Het agentschap kan, als dat nodig is, bijkomende inlichtingen |
| vragen of inwinnen. | vragen of inwinnen. |
| De beslissing tot vergunning vermeldt de aanvangsdatum van de | De beslissing tot vergunning vermeldt de aanvangsdatum van de |
| vergunning. De duur van de vergunning bedraagt vijf jaar. | vergunning. De duur van de vergunning bedraagt vijf jaar. |
| Bij weigering van de vergunning wordt de beslissing met redenen | Bij weigering van de vergunning wordt de beslissing met redenen |
| omkleed. | omkleed. |
| De beslissing tot vergunning of weigering van vergunning wordt in een | De beslissing tot vergunning of weigering van vergunning wordt in een |
| aangetekende brief meegedeeld aan de aanvrager voor het einde van de | aangetekende brief meegedeeld aan de aanvrager voor het einde van de |
| maand die volgt op de maand van de beslissing. Tegen een beslissing | maand die volgt op de maand van de beslissing. Tegen een beslissing |
| tot weigering van de vergunning kan beroep worden aangetekend conform | tot weigering van de vergunning kan beroep worden aangetekend conform |
| artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december | artikel 17 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 december |
| 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van | 1993 tot vaststelling van de algemene regels inzake het verlenen van |
| vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen | vergunningen en erkenningen door het Vlaams Agentschap voor Personen |
| met een Handicap. | met een Handicap. |
| § 3. De vergunde organisatie dient bij het agentschap uiterlijk een | § 3. De vergunde organisatie dient bij het agentschap uiterlijk een |
| jaar voor het verstrijken van de vergunning een aanvraag in om de | jaar voor het verstrijken van de vergunning een aanvraag in om de |
| vergunning te verlengen. In de aanvraag toont de organisatie aan dat | vergunning te verlengen. In de aanvraag toont de organisatie aan dat |
| ze voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 3, eerste lid. | ze voldoet aan alle voorwaarden, vermeld in artikel 3, eerste lid. |
| De verlenging van de vergunning wordt afgehandeld conform paragraaf 2. | De verlenging van de vergunning wordt afgehandeld conform paragraaf 2. |
| HOOFDSTUK 5. - Subsidiëring | HOOFDSTUK 5. - Subsidiëring |
Art. 9.Binnen de perken van de kredieten die daarvoor op zijn |
Art. 9.Binnen de perken van de kredieten die daarvoor op zijn |
| begroting zijn vastgelegd, kent het agentschap aan de vergunde | begroting zijn vastgelegd, kent het agentschap aan de vergunde |
| organisatie een jaarlijkse subsidie toe om de opdrachten en de taken, | organisatie een jaarlijkse subsidie toe om de opdrachten en de taken, |
| vermeld in hoofdstuk 3, uit te voeren. | vermeld in hoofdstuk 3, uit te voeren. |
| De jaarlijkse subsidie bedraagt 100.000 euro (honderdduizend euro). | De jaarlijkse subsidie bedraagt 100.000 euro (honderdduizend euro). |
| Het bedrag, vermeld in het tweede lid, wordt jaarlijks op 1 januari | Het bedrag, vermeld in het tweede lid, wordt jaarlijks op 1 januari |
| aangepast op basis van de volgende formule: (basisbedrag x G-index | aangepast op basis van de volgende formule: (basisbedrag x G-index |
| december 20..)/G-index december 2018. | december 20..)/G-index december 2018. |
| In het derde lid wordt verstaan onder G-index: de afgevlakte | In het derde lid wordt verstaan onder G-index: de afgevlakte |
| gezondheidsindex, vermeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit | gezondheidsindex, vermeld in hoofdstuk II van het koninklijk besluit |
| van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1999 tot | van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1999 tot |
| vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. | vrijwaring van 's lands concurrentievermogen. |
| De subsidie, vermeld in het tweede lid, wordt minstens voor 75 % | De subsidie, vermeld in het tweede lid, wordt minstens voor 75 % |
| aangewend voor personeelskosten. Als uit het financieel verslag, | aangewend voor personeelskosten. Als uit het financieel verslag, |
| vermeld in artikel 11, blijkt dat minder dan 75 % wordt besteed aan | vermeld in artikel 11, blijkt dat minder dan 75 % wordt besteed aan |
| personeelskosten, wordt het verschil tussen het bestede percentage aan | personeelskosten, wordt het verschil tussen het bestede percentage aan |
| personeelskosten en 75 % van de voormelde subsidie, aan het agentschap | personeelskosten en 75 % van de voormelde subsidie, aan het agentschap |
| terugbetaald. | terugbetaald. |
| Onder personeelskosten als vermeld in het vijfde lid worden ook de | Onder personeelskosten als vermeld in het vijfde lid worden ook de |
| kosten verstaan voor de inschakeling van vrijwilligers om de | kosten verstaan voor de inschakeling van vrijwilligers om de |
| opdrachten, vermeld in artikel 4 en 6, uit te voeren. | opdrachten, vermeld in artikel 4 en 6, uit te voeren. |
| De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, kan | De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, kan |
| jaarlijks het subsidiebedrag, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, | jaarlijks het subsidiebedrag, vermeld in paragraaf 1, tweede lid, |
| herzien naar aanleiding van begrotingsmaatregelen in het kader van het | herzien naar aanleiding van begrotingsmaatregelen in het kader van het |
| algemeen begrotingsbeleid. | algemeen begrotingsbeleid. |
Art. 10.De subsidie, vermeld in artikel 9, wordt uitbetaald op de |
Art. 10.De subsidie, vermeld in artikel 9, wordt uitbetaald op de |
| volgende wijze: | volgende wijze: |
| 1° een voorschot van 80% wordt jaarlijks voor het einde van de maand | 1° een voorschot van 80% wordt jaarlijks voor het einde van de maand |
| januari uitbetaald; | januari uitbetaald; |
| 2° het saldo wordt vereffend uiterlijk drie maanden nadat het | 2° het saldo wordt vereffend uiterlijk drie maanden nadat het |
| inhoudelijk en financieel jaarverslag, vermeld in artikel 11, is | inhoudelijk en financieel jaarverslag, vermeld in artikel 11, is |
| voorgelegd. | voorgelegd. |
| De vergunde organisatie kan reserves aanleggen conform artikel 5, § 3 | De vergunde organisatie kan reserves aanleggen conform artikel 5, § 3 |
| en § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 | en § 4, van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 |
| betreffende de algemene regels inzake subsidiëring, en die besteden | betreffende de algemene regels inzake subsidiëring, en die besteden |
| conform artikel 7 en 8 van het voormelde besluit. | conform artikel 7 en 8 van het voormelde besluit. |
Art. 11.Uiterlijk op 30 juni van het jaar dat volgt op het |
Art. 11.Uiterlijk op 30 juni van het jaar dat volgt op het |
| werkingsjaar, bezorgt de vergunde organisatie aan het agentschap | werkingsjaar, bezorgt de vergunde organisatie aan het agentschap |
| jaarlijks een inhoudelijk en financieel jaarverslag over de | jaarlijks een inhoudelijk en financieel jaarverslag over de |
| dienstverlening, vermeld in artikel 4 en 6 van dit besluit. | dienstverlening, vermeld in artikel 4 en 6 van dit besluit. |
| Het financieel verslag toont met bewijsstukken de ingezette | Het financieel verslag toont met bewijsstukken de ingezette |
| personeelskosten en werkingskosten voor het werkingsjaar aan die | personeelskosten en werkingskosten voor het werkingsjaar aan die |
| verband houden met de activiteiten, vermeld in het inhoudelijk | verband houden met de activiteiten, vermeld in het inhoudelijk |
| verslag. | verslag. |
| HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling | HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling |
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, |
Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, |
| is belast met de uitvoering van dit besluit. | is belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 25 januari 2019. | Brussel, 25 januari 2019. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
| De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
| J. VANDEURZEN | J. VANDEURZEN |