Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 136 en 209 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 99 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn | Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel 136 en 209 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en artikel 99 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
24 SEPTEMBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van | 24 SEPTEMBER 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van |
artikel 136 en 209 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 | artikel 136 en 209 van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 |
december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de | december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de |
personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van | personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van |
het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele | het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele |
bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de | bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de |
ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en | ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en |
artikel 99 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november | artikel 99 van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november |
2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en | 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en |
het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor | het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor |
maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor | maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor |
sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde | sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde |
personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn | personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn |
Rechtsgronden | Rechtsgronden |
Dit besluit is gebaseerd op: | Dit besluit is gebaseerd op: |
- het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel | - het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel |
195, eerste lid, 1° en 4°. | 195, eerste lid, 1° en 4°. |
Vormvereisten | Vormvereisten |
De volgende vormvereisten zijn vervuld: | De volgende vormvereisten zijn vervuld: |
- De eerste afdeling van het comité voor de provinciale en | - De eerste afdeling van het comité voor de provinciale en |
plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse | plaatselijke overheidsdiensten, onderafdeling Vlaams Gewest en Vlaamse |
Gemeenschap heeft het protocol 2021/2 gesloten op 10 maart en 17 maart | Gemeenschap heeft het protocol 2021/2 gesloten op 10 maart en 17 maart |
2021. | 2021. |
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 22 01 2021. | - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 22 01 2021. |
- De Raad van State heeft advies nr. 69.597/3 gegeven op 14 juli 2021, | - De Raad van State heeft advies nr. 69.597/3 gegeven op 14 juli 2021, |
met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op | met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op |
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. |
Initiatiefnemer | Initiatiefnemer |
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands | Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands |
Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen. | Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen. |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: | DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: |
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van | HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van |
7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de | 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de |
personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van | personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van |
het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele | het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele |
bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de | bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de |
ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn | ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn |
Artikel 1.In artikel 136, derde lid, van het besluit van de Vlaamse |
Artikel 1.In artikel 136, derde lid, van het besluit van de Vlaamse |
Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de | Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de |
personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van | personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van |
het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele | het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele |
bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de | bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de |
ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt | ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt |
tussen de zinsnede "1971," en het woord "worden" de zinsnede "of | tussen de zinsnede "1971," en het woord "worden" de zinsnede "of |
omstandigheidsverlof genoot voor een gebeurtenis als vermeld in | omstandigheidsverlof genoot voor een gebeurtenis als vermeld in |
artikel 209, eerste lid, 2°, " ingevoegd. | artikel 209, eerste lid, 2°, " ingevoegd. |
Art. 2. Art. 2.In artikel 209 van hetzelfde besluit worden de |
Art. 2. Art. 2.In artikel 209 van hetzelfde besluit worden de |
volgende wijzigingen aangebracht: | volgende wijzigingen aangebracht: |
1° in het eerste lid wordt in de tabel de rij | 1° in het eerste lid wordt in de tabel de rij |
2° bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter | 2° bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter |
gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de | gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de |
werknemer : | werknemer : |
10 werkdagen | 10 werkdagen |
vervangen door de rij | vervangen door de rij |
2° bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter | 2° bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter |
gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de | gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de |
werknemer: | werknemer: |
voor een geboorte vanaf 1 januari 2021 | voor een geboorte vanaf 1 januari 2021 |
voor een geboorte vanaf 1 januari 2023 | voor een geboorte vanaf 1 januari 2023 |
15 werkdagen | 15 werkdagen |
20 werkdagen | 20 werkdagen |
2° het derde en het vierde lid worden vervangen door wat volgt: | 2° het derde en het vierde lid worden vervangen door wat volgt: |
"Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en | "Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en |
is in alle gevallen bezoldigd, met uitzondering van het | is in alle gevallen bezoldigd, met uitzondering van het |
omstandigheidsverlof voor een gebeurtenis als vermeld in het eerste | omstandigheidsverlof voor een gebeurtenis als vermeld in het eerste |
lid, 2°. | lid, 2°. |
De volgende beloningsregeling geldt voor het omstandigheidsverlof voor | De volgende beloningsregeling geldt voor het omstandigheidsverlof voor |
een gebeurtenis als vermeld in het eerste lid, 2° : | een gebeurtenis als vermeld in het eerste lid, 2° : |
1° als de geboorte vanaf 1 januari 2021 plaatsvindt, heeft het | 1° als de geboorte vanaf 1 januari 2021 plaatsvindt, heeft het |
statutaire personeelslid gedurende de eerste tien dagen recht op een | statutaire personeelslid gedurende de eerste tien dagen recht op een |
doorbetaling van het salaris en gedurende de vijf resterende dagen | doorbetaling van het salaris en gedurende de vijf resterende dagen |
recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt | recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt |
het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%; | het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%; |
2° als de geboorte vanaf 1 januari 2023 plaatsvindt, heeft het | 2° als de geboorte vanaf 1 januari 2023 plaatsvindt, heeft het |
statutaire personeelslid gedurende de eerste tien dagen recht op een | statutaire personeelslid gedurende de eerste tien dagen recht op een |
doorbetaling van het salaris en gedurende de tien resterende dagen | doorbetaling van het salaris en gedurende de tien resterende dagen |
recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt | recht op een brutosalaris van 82%. Om het salaris te bepalen, wordt |
het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%."; | het brutosalaris op jaarbasis begrensd op 26.230 euro tegen 100%."; |
3° er worden een vijfde en een zesde lid toegevoegd, die luiden als | 3° er worden een vijfde en een zesde lid toegevoegd, die luiden als |
volgt: | volgt: |
"Voor het contractuele personeelslid wordt het omstandigheidsverlof | "Voor het contractuele personeelslid wordt het omstandigheidsverlof |
voor een gebeurtenis als vermeld in het eerste lid, 2°, toegekend | voor een gebeurtenis als vermeld in het eerste lid, 2°, toegekend |
conform de regeling, vermeld in artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli | conform de regeling, vermeld in artikel 30, § 2, van de wet van 3 juli |
1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. | 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. |
Voor het personeelslid dat conform artikel 218 dienstvrijstelling | Voor het personeelslid dat conform artikel 218 dienstvrijstelling |
heeft gekregen voor de gebeurtenis, vermeld in het eerste lid, 2°, | heeft gekregen voor de gebeurtenis, vermeld in het eerste lid, 2°, |
worden die dagen dienstvrijstelling verminderd met het aantal dagen, | worden die dagen dienstvrijstelling verminderd met het aantal dagen, |
vermeld in het eerste lid, 2°. ". | vermeld in het eerste lid, 2°. ". |
HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van | HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van |
12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de | 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de |
personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de | personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de |
openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale | openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale |
voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van | voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van |
bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk | bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk |
welzijn | welzijn |
Art. 3.In artikel 99, derde lid, van het besluit van de Vlaamse |
Art. 3.In artikel 99, derde lid, van het besluit van de Vlaamse |
Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de | Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de |
personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de | personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de |
openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale | openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale |
voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van | voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van |
bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk | bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk |
welzijn wordt tussen de zinsnede "1971," en het woord "worden" de | welzijn wordt tussen de zinsnede "1971," en het woord "worden" de |
zinsnede "of omstandigheidsverlof genoot naar aanleiding van de | zinsnede "of omstandigheidsverlof genoot naar aanleiding van de |
bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter | bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter |
gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de | gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de |
werknemer," ingevoegd. | werknemer," ingevoegd. |
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021. |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021. |
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het binnenlands bestuur en |
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het binnenlands bestuur en |
het stedenbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. | het stedenbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 24 september 2021. | Brussel, 24 september 2021. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
J. JAMBON | J. JAMBON |
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, | De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, |
Inburgering en Gelijke Kansen, | Inburgering en Gelijke Kansen, |
B. SOMERS | B. SOMERS |