| Besluit van de Vlaamse regering houdende de normen voor de preventie van brand in de erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang | Besluit van de Vlaamse regering houdende de normen voor de preventie van brand in de erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
| 24 OKTOBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de normen | 24 OKTOBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de normen |
| voor de preventie van brand in de erkende initiatieven voor | voor de preventie van brand in de erkende initiatieven voor |
| buitenschoolse opvang | buitenschoolse opvang |
| De Vlaamse regering, | De Vlaamse regering, |
| Gelet op de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en | Gelet op de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en |
| ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de | ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de |
| burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, gewijzigd | burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, gewijzigd |
| bij de wetten van 22 oktober 1989, 22 mei 1990, 29 april 1996, 22 | bij de wetten van 22 oktober 1989, 22 mei 1990, 29 april 1996, 22 |
| februari 1998 en 30 december 2001; | februari 1998 en 30 december 2001; |
| Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende de oprichting van de | Gelet op het decreet van 29 mei 1984 houdende de oprichting van de |
| instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 4bis, ingevoegd bij | instelling Kind en Gezin, inzonderheid op artikel 4bis, ingevoegd bij |
| het decreet van 24 juni 1997; | het decreet van 24 juni 1997; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van | Gelet op het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot vaststelling van |
| de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de | de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de |
| nieuwe gebouwen moeten voldoen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten | nieuwe gebouwen moeten voldoen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten |
| van 4 april 1996, 18 december 1996 en 19 december 1997; | van 4 april 1996, 18 december 1996 en 19 december 1997; |
| Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 |
| houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van | houdende de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van |
| initiatieven voor buitenschoolse opvang, inzonderheid op artikel 11, | initiatieven voor buitenschoolse opvang, inzonderheid op artikel 11, |
| 5°; | 5°; |
| Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven | Gelet op het advies van de raad van bestuur van Kind en Gezin, gegeven |
| op 27 november 2002; | op 27 november 2002; |
| Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 | Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 |
| april 2003; | april 2003; |
| Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 23 mei 2003, | Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 23 mei 2003, |
| betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een | betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een |
| maand; | maand; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 28 juli 2003, | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 28 juli 2003, |
| met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde | met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde |
| wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke | Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke |
| Kansen; | Kansen; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen | HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° wet : de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en | 1° wet : de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en |
| ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de | ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de |
| burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen; | burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen; |
| 2° koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot | 2° koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 7 juli 1994 tot |
| vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en | vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en |
| ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen; | ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen; |
| 3° federale basisnormen : de basisnormen voor de preventie van brand | 3° federale basisnormen : de basisnormen voor de preventie van brand |
| en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen | en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen |
| overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 juli | overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 juli |
| 1994; | 1994; |
| 4° initiatief : een initiatief voor buitenschoolse opvang als bedoeld | 4° initiatief : een initiatief voor buitenschoolse opvang als bedoeld |
| in het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 houdende | in het besluit van de Vlaamse regering van 23 februari 2001 houdende |
| de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor | de voorwaarden inzake erkenning en subsidiëring van initiatieven voor |
| buitenschoolse opvang; | buitenschoolse opvang; |
| 5° gebouwen : een volledige bouwconstructie of een gedeelte ervan, dat | 5° gebouwen : een volledige bouwconstructie of een gedeelte ervan, dat |
| gebruikt wordt als vestigingsplaats van een initiatief voor | gebruikt wordt als vestigingsplaats van een initiatief voor |
| buitenschoolse opvang; | buitenschoolse opvang; |
| 6° vestigingsplaats : een locatie van een initiatief voor | 6° vestigingsplaats : een locatie van een initiatief voor |
| buitenschoolse opvang. | buitenschoolse opvang. |
Art. 2.Het initiatief voor buitenschoolse opvang voldoet aan de |
Art. 2.Het initiatief voor buitenschoolse opvang voldoet aan de |
| normen voor de preventie van brand, die zijn opgenomen in dit besluit. | normen voor de preventie van brand, die zijn opgenomen in dit besluit. |
Art. 3.Deze normen gelden aanvullend op de federale basisnormen voor |
Art. 3.Deze normen gelden aanvullend op de federale basisnormen voor |
| alle nieuwe gebouwen en op de andere normeringen met betrekking tot de | alle nieuwe gebouwen en op de andere normeringen met betrekking tot de |
| brandveiligheid zoals ARAB, AREI en CODEX. | brandveiligheid zoals ARAB, AREI en CODEX. |
Art. 4.Bij een aanvraag tot erkenning moet een brandweerverslag |
Art. 4.Bij een aanvraag tot erkenning moet een brandweerverslag |
| worden gevoegd overeenkomstig artikel 11, 5°, van het besluit van de | worden gevoegd overeenkomstig artikel 11, 5°, van het besluit van de |
| Vlaamse regering van 23 februari 2001 inzake erkenning en subsidiëring | Vlaamse regering van 23 februari 2001 inzake erkenning en subsidiëring |
| van initiatieven voor buitenschoolse opvang. | van initiatieven voor buitenschoolse opvang. |
| HOOFDSTUK II. - Inplanting en toegangswegen | HOOFDSTUK II. - Inplanting en toegangswegen |
Art. 5.Het initiatief voldoet aan de federale basisnormen voor de |
Art. 5.Het initiatief voldoet aan de federale basisnormen voor de |
| inplanting en toegangswegen. | inplanting en toegangswegen. |
| HOOFDSTUK III. - Evacuatie | HOOFDSTUK III. - Evacuatie |
Art. 6.Per bouwlaag die gebruikt wordt voor de opvang van kinderen |
Art. 6.Per bouwlaag die gebruikt wordt voor de opvang van kinderen |
| zijn minstens twee uitgangen, voorzien van deuren die openen in de | zijn minstens twee uitgangen, voorzien van deuren die openen in de |
| vluchtzin. | vluchtzin. |
| Er zijn rookmelders geplaatst in alle lokalen van het initiatief. | Er zijn rookmelders geplaatst in alle lokalen van het initiatief. |
Art. 7.Alle deuren op de evacuatiewegen zijn permanent ontsloten |
Art. 7.Alle deuren op de evacuatiewegen zijn permanent ontsloten |
| tijdens de opvang of zijn voorzien van een svsteem dat geopend kan | tijdens de opvang of zijn voorzien van een svsteem dat geopend kan |
| worden zonder extra hulpmiddelen. | worden zonder extra hulpmiddelen. |
| HOOFDSTUK IV. - Structurele elementen | HOOFDSTUK IV. - Structurele elementen |
Art. 8.De structurele elementen hebben een brandweerstand van |
Art. 8.De structurele elementen hebben een brandweerstand van |
| minstens Rf 1h. | minstens Rf 1h. |
| Hiervan kan enkel afgeweken worden voor vrijstaande lokalen die | Hiervan kan enkel afgeweken worden voor vrijstaande lokalen die |
| afgezonderd en op een gelijkvloerse verdieping gelegen zijn. | afgezonderd en op een gelijkvloerse verdieping gelegen zijn. |
| De trappen voldoen aan de federale basisnormen. | De trappen voldoen aan de federale basisnormen. |
| HOOFDSTUK V. - Constructievoorschriften voor sommige lokalen en | HOOFDSTUK V. - Constructievoorschriften voor sommige lokalen en |
| technische ruimten | technische ruimten |
Art. 9.Indien er op structurele wijze warme maaltijden worden |
Art. 9.Indien er op structurele wijze warme maaltijden worden |
| klaargemaakt in een initiatief, worden die bereid in een aparte keuken | klaargemaakt in een initiatief, worden die bereid in een aparte keuken |
| die een afzonderlijk compartiment vormt. | die een afzonderlijk compartiment vormt. |
| Gasflessen in de keuken (al dan niet geïntegreerd) of in andere | Gasflessen in de keuken (al dan niet geïntegreerd) of in andere |
| lokalen van een vestigingsplaats voor buitenschoolse opvang zijn | lokalen van een vestigingsplaats voor buitenschoolse opvang zijn |
| verboden. | verboden. |
Art. 10.De stookplaats voldoet aan de federale basisnormen. De |
Art. 10.De stookplaats voldoet aan de federale basisnormen. De |
| verwarmings- of gasinstallatie voldoet aan de algemeen geldende | verwarmings- of gasinstallatie voldoet aan de algemeen geldende |
| regelgeving met betrekking tot keuring en onderhoud. | regelgeving met betrekking tot keuring en onderhoud. |
| Centrale verwarming is verplicht bij verwarming met stookolie of gas. | Centrale verwarming is verplicht bij verwarming met stookolie of gas. |
| Elektrische accumulatoren zijn toegestaan. | Elektrische accumulatoren zijn toegestaan. |
| HOOFDSTUK VI. - Uitrusting van de gebouwen | HOOFDSTUK VI. - Uitrusting van de gebouwen |
Art. 11.De elektrische installatie is conform het AREI. |
Art. 11.De elektrische installatie is conform het AREI. |
| Elektrische apparaten zijn conform de normen en dragen een CEBEC-label | Elektrische apparaten zijn conform de normen en dragen een CEBEC-label |
| of CE-label. | of CE-label. |
Art. 12.Elke vestigingsplaats van een initiatief voor buitenschoolse |
Art. 12.Elke vestigingsplaats van een initiatief voor buitenschoolse |
| opvang heeft veiligheidsverlichting in de leefruimtes die de kinderen | opvang heeft veiligheidsverlichting in de leefruimtes die de kinderen |
| gebruiken. Die veiligheidsverlichting is zo aangebracht dat men, | gebruiken. Die veiligheidsverlichting is zo aangebracht dat men, |
| ongeacht waar men zich in de vestigingsplaats bevindt, steeds veilig | ongeacht waar men zich in de vestigingsplaats bevindt, steeds veilig |
| de uitgang kan bereiken. | de uitgang kan bereiken. |
Art. 13.Een alarminstallatie is verplicht als voor de opvang van |
Art. 13.Een alarminstallatie is verplicht als voor de opvang van |
| minstens twee bouwlagen gebruik wordt gemaakt. | minstens twee bouwlagen gebruik wordt gemaakt. |
Art. 14.Op elke vestigingsplaats van een initiatief voor |
Art. 14.Op elke vestigingsplaats van een initiatief voor |
| buitenschoolse opvang beschikt men over een telefoontoestel. Bij dat | buitenschoolse opvang beschikt men over een telefoontoestel. Bij dat |
| toestel zijn de belangrijkste nummers van de hulpdiensten en een | toestel zijn de belangrijkste nummers van de hulpdiensten en een |
| standaardboodschap ter beschikking. | standaardboodschap ter beschikking. |
Art. 15.Er zijn in alle vestigingsplaatsen van de initiatieven |
Art. 15.Er zijn in alle vestigingsplaatsen van de initiatieven |
| minstens twee poederblusapparaten (6 kg ABC of gelijkwaardig | minstens twee poederblusapparaten (6 kg ABC of gelijkwaardig |
| geattesteerd) aanwezig en minstens één per verdieping. Ongeacht de | geattesteerd) aanwezig en minstens één per verdieping. Ongeacht de |
| andere normen moeten de blusapparaten jaarlijks gekeurd zijn. | andere normen moeten de blusapparaten jaarlijks gekeurd zijn. |
| Die blusapparaten hangen op een duidelijk zichtbare plaats. | Die blusapparaten hangen op een duidelijk zichtbare plaats. |
| HOOFDSTUK VII. - Controle en onderhoud van de installaties | HOOFDSTUK VII. - Controle en onderhoud van de installaties |
Art. 16.De attesten van alle verplichte controles en keuringen zijn |
Art. 16.De attesten van alle verplichte controles en keuringen zijn |
| beschikbaar. | beschikbaar. |
| HOOFDSTUK VIII. - Evacuatie- en interventiedossier | HOOFDSTUK VIII. - Evacuatie- en interventiedossier |
Art. 17.Voor elke vestigingsplaats wordt een aangepast evacuatieplan |
Art. 17.Voor elke vestigingsplaats wordt een aangepast evacuatieplan |
| opgesteld. Er wordt jaarlijks een evacuatieoefening gehouden. | opgesteld. Er wordt jaarlijks een evacuatieoefening gehouden. |
| HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IX. - Slotbepalingen |
Art. 18.De bestaande initiatieven krijgen één jaar de tijd, vanaf de |
Art. 18.De bestaande initiatieven krijgen één jaar de tijd, vanaf de |
| inwerkingtreding van dit besluit, om een gedetailleerde planning | inwerkingtreding van dit besluit, om een gedetailleerde planning |
| inzake brandveiligheid op te stellen. | inzake brandveiligheid op te stellen. |
| De bestaande initiatieven voldoen binnen vijf jaar na de | De bestaande initiatieven voldoen binnen vijf jaar na de |
| inwerkingtreding van dit besluit aan de nieuwe normen. De | inwerkingtreding van dit besluit aan de nieuwe normen. De |
| overgangstermijn van vijf jaar geldt ook voor nieuwe initiatieven in | overgangstermijn van vijf jaar geldt ook voor nieuwe initiatieven in |
| bestaande gebouwen. | bestaande gebouwen. |
Art. 19.In afwijking van artikel 6, eerste lid, voldoen de bestaande |
Art. 19.In afwijking van artikel 6, eerste lid, voldoen de bestaande |
| initiatieven wat het aantal uitgangen betreft, aan de federale | initiatieven wat het aantal uitgangen betreft, aan de federale |
| basisnormen. | basisnormen. |
Art. 20.Indien een initiatief niet kan voldoen aan één of meer |
Art. 20.Indien een initiatief niet kan voldoen aan één of meer |
| specificaties, kan de raad van bestuur van Kind en Gezin afwijkingen | specificaties, kan de raad van bestuur van Kind en Gezin afwijkingen |
| toestaan, op eensluidend advies van de administratie | toestaan, op eensluidend advies van de administratie |
| Overheidsopdrachten, Gebouwen en Gesubsidieerde infrastructuur, | Overheidsopdrachten, Gebouwen en Gesubsidieerde infrastructuur, |
| afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur van het ministerie van de | afdeling Gesubsidieerde Infrastructuur van het ministerie van de |
| Vlaamse Gemeenschap. | Vlaamse Gemeenschap. |
| Alternatieve oplossingen moeten een veiligheidsniveau bieden dat ten | Alternatieve oplossingen moeten een veiligheidsniveau bieden dat ten |
| minste gelijk is aan het niveau, vereist in de voorschriften waarvoor | minste gelijk is aan het niveau, vereist in de voorschriften waarvoor |
| een afwijking wordt gevraagd. | een afwijking wordt gevraagd. |
Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004. |
Art. 21.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004. |
Art. 22.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, |
Art. 22.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, |
| is belast met de uitvoering van dit besluit. | is belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 24 oktober 2003. | Brussel, 24 oktober 2003. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
| B. SOMERS | B. SOMERS |
| De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, | De Vlaamse minister van Welzijn, Gezondheid en Gelijke Kansen, |
| A. BYTTEBIER | A. BYTTEBIER |