Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 23/09/2016
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en tot wijziging van artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector en tot wijziging van artikel 14bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen "
Besluit van de Vlaamse Regering houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en tot wijziging van artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector en tot wijziging van artikel 14bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen Besluit van de Vlaamse Regering houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en tot wijziging van artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector en tot wijziging van artikel 14bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 , betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
23 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende 23 SEPTEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende
vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen voor ondernemingen die vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen voor ondernemingen die
behoren tot de koopvaardijsector en tot wijziging van artikel 1 van behoren tot de koopvaardijsector en tot wijziging van artikel 1 van
het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 houdende
vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die
behoren tot de koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector en tot behoren tot de koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector en tot
wijziging van artikel 14bis, eerste lid, van het koninklijk besluit wijziging van artikel 14bis, eerste lid, van het koninklijk besluit
van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de
programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en
vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale
zekerheidsbijdragen zekerheidsbijdragen
DE VLAAMSE REGERING, DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de Gelet op de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de
maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, artikel maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, artikel
3, § 1, vervangen bij de wet van 12 augustus 2000; 3, § 1, vervangen bij de wet van 12 augustus 2000;
Gelet op de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de Gelet op de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de
harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake
verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen; verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het
Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I),
betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen
inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen; inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015 Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 november 2015
houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor
ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en de ondernemingen die behoren tot de koopvaardijsector en de
zeesleepvaartsector; zeesleepvaartsector;
Gelet op het akkoord van de Europese Commissie, gegeven op 14 Gelet op het akkoord van de Europese Commissie, gegeven op 14
september 2015; september 2015;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Hulp- en Voorzorgskas Gelet op het advies van het beheerscomité van de Hulp- en Voorzorgskas
voor Zeevarenden, gegeven op 1 juni 2016; voor Zeevarenden, gegeven op 1 juni 2016;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 5 juli 2016; begroting, gegeven op 5 juli 2016;
Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen,
gegeven op 25 juli 2016; gegeven op 25 juli 2016;
Gelet op advies 60.015/1 van de Raad van State, gegeven op 6 september Gelet op advies 60.015/1 van de Raad van State, gegeven op 6 september
2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de vrijstelling van de werknemersbijdragen voor de Overwegende dat de vrijstelling van de werknemersbijdragen voor de
koopvaardijsector sinds 1 juli 2014 behoort tot de bevoegdheid van de koopvaardijsector sinds 1 juli 2014 behoort tot de bevoegdheid van de
gewesten; gewesten;
Overwegende dat dit besluit van de Vlaamse Regering tot doel heeft het Overwegende dat dit besluit van de Vlaamse Regering tot doel heeft het
stelsel van de toekenning van een vrijstelling van werkgeversbijdragen stelsel van de toekenning van een vrijstelling van werkgeversbijdragen
in overeenstemming met Richtsnoer nr. C 2004/43 van 17 januari 2004 in overeenstemming met Richtsnoer nr. C 2004/43 van 17 januari 2004
van de Europese Commissie betreffende staatssteun voor het zeevervoer van de Europese Commissie betreffende staatssteun voor het zeevervoer
te behouden om te voorkomen dat de sector verlies lijdt; te behouden om te voorkomen dat de sector verlies lijdt;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en
Sport; Sport;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Vrijstellingen van bepaalde werknemersbijdragen HOOFDSTUK 1. - Vrijstellingen van bepaalde werknemersbijdragen

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op communautaire zeelieden

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op communautaire zeelieden

die door reders met een exploitatiezetel op het grondgebied van het die door reders met een exploitatiezetel op het grondgebied van het
Vlaamse Gewest worden tewerkgesteld op zeeschepen die geregistreerd Vlaamse Gewest worden tewerkgesteld op zeeschepen die geregistreerd
zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte. zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte.
In het eerste lid wordt verstaan onder communautaire zeelieden: In het eerste lid wordt verstaan onder communautaire zeelieden:
1° burgers van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte 1° burgers van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte
als het zeelieden betreft die werken aan boord van schepen, met als het zeelieden betreft die werken aan boord van schepen, met
inbegrip van roroveerboten, die geregelde passagiersdiensten tussen inbegrip van roroveerboten, die geregelde passagiersdiensten tussen
havens van de Europese Unie verzorgen; havens van de Europese Unie verzorgen;
2° in alle andere gevallen dan de gevallen vermeld in punt 1°, alle 2° in alle andere gevallen dan de gevallen vermeld in punt 1°, alle
zeelieden die in een lidstaat van de Europese Unie belastingen en/of zeelieden die in een lidstaat van de Europese Unie belastingen en/of
sociale zekerheidsbijdragen moeten betalen. sociale zekerheidsbijdragen moeten betalen.

Art. 2.De reders, vermeld in artikel 2, § 1, 2°, van de besluitwet

Art. 2.De reders, vermeld in artikel 2, § 1, 2°, van de besluitwet

van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de
zeelieden ter koopvaardij, worden toegelaten de zeeliedenbijdragen, zeelieden ter koopvaardij, worden toegelaten de zeeliedenbijdragen,
berekend op basis van een maandloon van een twaalfde van het bedrag, berekend op basis van een maandloon van een twaalfde van het bedrag,
vermeld in artikel 7, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van vermeld in artikel 7, derde lid, van het koninklijk besluit nr. 50 van
24 oktober 1967 betreffende het rust en overlevingspensioen voor 24 oktober 1967 betreffende het rust en overlevingspensioen voor
werknemers, van toepassing gedurende het kalenderjaar dat voorafgaat werknemers, van toepassing gedurende het kalenderjaar dat voorafgaat
aan het lopende jaar, te betalen aan de Hulp- en Voorzorgskas voor aan het lopende jaar, te betalen aan de Hulp- en Voorzorgskas voor
Zeevarenden, en het bedrag dat overeenstemt met de persoonlijke Zeevarenden, en het bedrag dat overeenstemt met de persoonlijke
bijdragen, berekend op het verschil tussen het begrensde loon en het bijdragen, berekend op het verschil tussen het begrensde loon en het
maandelijkse loon, te behouden. maandelijkse loon, te behouden.

Art. 3.§ 1. De reders waarborgen minimaal zestig arbeidsplaatsen voor

Art. 3.§ 1. De reders waarborgen minimaal zestig arbeidsplaatsen voor

de zeelieden en shoregangers die ingeschreven zijn op de Poollijst van de zeelieden en shoregangers die ingeschreven zijn op de Poollijst van
de Zeelieden ter Koopvaardij, en 256 arbeidsplaatsen voor de de Zeelieden ter Koopvaardij, en 256 arbeidsplaatsen voor de
officieren die ingeschreven zijn op de Poollijst van de Zeelieden ter officieren die ingeschreven zijn op de Poollijst van de Zeelieden ter
Koopvaardij. Koopvaardij.
In het eerste lid wordt verstaan onder arbeidsplaats: een vacante In het eerste lid wordt verstaan onder arbeidsplaats: een vacante
plaats gedurende 365 dagen per jaar voor een varend plaats gedurende 365 dagen per jaar voor een varend
koopvaardijpersoneelslid. Dat betekent 60 x 1,7 = 102 tewerkstellingen koopvaardijpersoneelslid. Dat betekent 60 x 1,7 = 102 tewerkstellingen
voor zeelieden en shoregangers, en 256 x 1,7 = 435 tewerkstellingen voor zeelieden en shoregangers, en 256 x 1,7 = 435 tewerkstellingen
voor officieren. voor officieren.
§ 2. Bij de evaluatie van de naleving van de tewerkstellingsnorm, § 2. Bij de evaluatie van de naleving van de tewerkstellingsnorm,
vermeld in paragraaf 1, wordt geen rekening gehouden met de varende vermeld in paragraaf 1, wordt geen rekening gehouden met de varende
werknemers, vermeld in artikel 2quater van de besluitwet van 7 werknemers, vermeld in artikel 2quater van de besluitwet van 7
februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de
zeelieden ter koopvaardij. zeelieden ter koopvaardij.
§ 3. Het Paritair Comité van de Koopvaardij onderzoekt jaarlijks of § 3. Het Paritair Comité van de Koopvaardij onderzoekt jaarlijks of
voldaan is aan de tewerkstellingsnorm, vermeld in paragraaf 1. De voldaan is aan de tewerkstellingsnorm, vermeld in paragraaf 1. De
voorzitter van het bevoegde paritair comité bezorgt het jaarlijkse voorzitter van het bevoegde paritair comité bezorgt het jaarlijkse
evaluatierapport voor 30 april aan de Vlaamse minister, bevoegd voor evaluatierapport voor 30 april aan de Vlaamse minister, bevoegd voor
het tewerkstellingsbeleid. het tewerkstellingsbeleid.
§ 4. Als de reders overmacht inroepen, kan van de naleving van de § 4. Als de reders overmacht inroepen, kan van de naleving van de
tewerkstellingsnorm, vermeld in paragraaf 1, worden afgeweken. In dat tewerkstellingsnorm, vermeld in paragraaf 1, worden afgeweken. In dat
geval bevat het verslag van het paritair comité de gronden voor geval bevat het verslag van het paritair comité de gronden voor
overmacht. overmacht.
§ 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, § 5. De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid,
beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen om zich uit te beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen om zich uit te
spreken over het respecteren van de tewerkstellingsnorm, vermeld in spreken over het respecteren van de tewerkstellingsnorm, vermeld in
paragraaf 1, en over de eventuele gehele of gedeeltelijke invordering paragraaf 1, en over de eventuele gehele of gedeeltelijke invordering
van de vrijgestelde bijdragen voor het afgelopen jaar in kwestie. Die van de vrijgestelde bijdragen voor het afgelopen jaar in kwestie. Die
termijn begint te lopen de dag nadat de voorzitter van het bevoegde termijn begint te lopen de dag nadat de voorzitter van het bevoegde
paritair comité het jaarlijkse evaluatierapport heeft bezorgd, en op paritair comité het jaarlijkse evaluatierapport heeft bezorgd, en op
30 april als de voorzitter van het bevoegde comité het jaarlijkse 30 april als de voorzitter van het bevoegde comité het jaarlijkse
evaluatierapport niet of niet tijdig heeft bezorgd. Als de Vlaamse evaluatierapport niet of niet tijdig heeft bezorgd. Als de Vlaamse
minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, binnen die termijn minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, binnen die termijn
geen beslissing neemt, wordt de beslissing geacht positief te zijn. geen beslissing neemt, wordt de beslissing geacht positief te zijn.

Art. 4.De reder deelt aan de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden

Art. 4.De reder deelt aan de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden

de volgende gegevens mee: de volgende gegevens mee:
1° het aantal dagen waarvoor de socialezekerheidsbijdragen 1° het aantal dagen waarvoor de socialezekerheidsbijdragen
verschuldigd zijn, namelijk: verschuldigd zijn, namelijk:
a) elke vaart- en bijwerkdag voor de zeevarenden; a) elke vaart- en bijwerkdag voor de zeevarenden;
b) elke arbeidsdag voor de shoregangers; b) elke arbeidsdag voor de shoregangers;
c) elke dag waarvoor de opzeggingsvergoeding door de reder c) elke dag waarvoor de opzeggingsvergoeding door de reder
verschuldigd is; verschuldigd is;
2° het maand per maand betaalde brutoloon met betrekking tot de 2° het maand per maand betaalde brutoloon met betrekking tot de
voormelde dagen, waarop de zeeman ingevolge zijn dienstbetrekking voormelde dagen, waarop de zeeman ingevolge zijn dienstbetrekking
recht heeft. recht heeft.
In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder brutoloon van de zeeman: In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder brutoloon van de zeeman:
de standaardgage, vermeerderd met de overuren en alle vergoedingen, de standaardgage, vermeerderd met de overuren en alle vergoedingen,
opzeggingsvergoedingen inbegrepen. opzeggingsvergoedingen inbegrepen.

Art. 5.Aan artikel 1, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse

Art. 5.Aan artikel 1, § 1, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse

Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde Regering van 13 november 2015 houdende vrijstelling van bepaalde
werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de
koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector worden de woorden "die koopvaardijsector en de zeesleepvaartsector worden de woorden "die
geregistreerd zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte" geregistreerd zijn in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte"
toegevoegd. toegevoegd.
HOOFDSTUK 2. - Doelgroepverminderingen HOOFDSTUK 2. - Doelgroepverminderingen

Art. 6.In artikel 14bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van

Art. 6.In artikel 14bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van

16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de
programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en
vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale
zekerheidsbijdragen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 zekerheidsbijdragen, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21
januari 2004 en gewijzigd bij het koninklijk 28 maart 2007 en het januari 2004 en gewijzigd bij het koninklijk 28 maart 2007 en het
besluit van de Vlaamse regering van 10 juni 2016, wordt de zinsnede besluit van de Vlaamse regering van 10 juni 2016, wordt de zinsnede
"artikel 9bis" vervangen door de zinsnede "artikelen 9 en 9bis". "artikel 9bis" vervangen door de zinsnede "artikelen 9 en 9bis".

Art. 7.In artikel 14bis, eerste lid van hetzelfde besluit, ingevoegd

Art. 7.In artikel 14bis, eerste lid van hetzelfde besluit, ingevoegd

bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004 en gewijzigd bij het bij het koninklijk besluit van 21 januari 2004 en gewijzigd bij het
koninklijk van 28 maart 2007, en het besluit van de Vlaamse regering koninklijk van 28 maart 2007, en het besluit van de Vlaamse regering
van 10 juni 2016, en 23 september 2016, wordt de zinsnede "artikelen 9 van 10 juni 2016, en 23 september 2016, wordt de zinsnede "artikelen 9
en 9bis" vervangen door de zinsnede "artikel 9bis". en 9bis" vervangen door de zinsnede "artikel 9bis".
HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 8.Hoofdstuk 1 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1

Art. 8.Hoofdstuk 1 van dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1

juli 2015 en treedt buiten werking op 31 december 2022. juli 2015 en treedt buiten werking op 31 december 2022.
Hoofdstuk 2 van dit besluit treedt inwerking op 1 januari 2019, met Hoofdstuk 2 van dit besluit treedt inwerking op 1 januari 2019, met
uitzondering van artikel 6 dat uitwerking heeft op 2 juli 2016. uitzondering van artikel 6 dat uitwerking heeft op 2 juli 2016.

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid,

Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid,

is belast met de uitvoering van dit besluit. is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 september 2016 Brussel, 23 september 2016
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
Geert BOURGEOIS Geert BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport,
Philippe MUYTERS Philippe MUYTERS
^