Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 23/07/2010
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van de compensatie voor de gederfde opbrengsten uit de gemeentelijke en de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing op materieel en outillage en op energiezuinige gebouwen "
Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van de compensatie voor de gederfde opbrengsten uit de gemeentelijke en de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing op materieel en outillage en op energiezuinige gebouwen Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van de compensatie voor de gederfde opbrengsten uit de gemeentelijke en de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing op materieel en outillage en op energiezuinige gebouwen
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
23 JULI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering 23 JULI 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering
van de compensatie voor de gederfde opbrengsten uit de gemeentelijke van de compensatie voor de gederfde opbrengsten uit de gemeentelijke
en de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing op en de provinciale opcentiemen op de onroerende voorheffing op
materieel en outillage en op energiezuinige gebouwen materieel en outillage en op energiezuinige gebouwen
De Vlaamse Regering, De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 23 mei 2008 houdende bepalingen tot Gelet op het decreet van 23 mei 2008 houdende bepalingen tot
begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008, artikel 7; begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008, artikel 7;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 25 mei 2010; begroting, gegeven op 25 mei 2010;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 22 juli 2010 Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 22 juli 2010
onder nummer 48.501/1/V, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste onder nummer 48.501/1/V, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste
lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12
januari 1973; januari 1973;
Overwegende dat vanaf het aanslagjaar 2009 de Vlaamse provincies en Overwegende dat vanaf het aanslagjaar 2009 de Vlaamse provincies en
gemeenten ingevolge de toepassing van artikel 7, § 1, van het decreet gemeenten ingevolge de toepassing van artikel 7, § 1, van het decreet
van 23 mei 2008 door het Vlaamse Gewest gecompenseerd moeten worden van 23 mei 2008 door het Vlaamse Gewest gecompenseerd moeten worden
voor de gederfde opbrengsten uit de opcentiemen op de onroerende voor de gederfde opbrengsten uit de opcentiemen op de onroerende
voorheffing ingevolge de toepassing van artikelen 3 tot en met 6 van voorheffing ingevolge de toepassing van artikelen 3 tot en met 6 van
het decreet van 23 mei 2008 houdende bepalingen tot begeleiding van de het decreet van 23 mei 2008 houdende bepalingen tot begeleiding van de
aanpassing van de begroting 2008; aanpassing van de begroting 2008;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk,
Ruimtelijke Ordening en Sport; Ruimtelijke Ordening en Sport;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.De vergoeding, vermeld in artikel 7, § 1, van het decreet

Artikel 1.De vergoeding, vermeld in artikel 7, § 1, van het decreet

van 23 mei 2008 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van 23 mei 2008 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing
van de begroting 2008, wordt uiterlijk op 31 mei van het jaar dat van de begroting 2008, wordt uiterlijk op 31 mei van het jaar dat
volgt op het aanslagjaar in kwestie berekend op basis van de door het volgt op het aanslagjaar in kwestie berekend op basis van de door het
kadaster aangeleverde informatie over materieel en outillage, en op kadaster aangeleverde informatie over materieel en outillage, en op
basis van de door het Vlaams Energieagentschap aangeleverde informatie basis van de door het Vlaams Energieagentschap aangeleverde informatie
over de energiezuinige woningen en gebouwen, ingevolge de toepassing over de energiezuinige woningen en gebouwen, ingevolge de toepassing
van artikelen 3 tot en met 6 van het decreet van 23 mei 2008 houdende van artikelen 3 tot en met 6 van het decreet van 23 mei 2008 houdende
bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008. bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2008.

Art. 2.De vergoeding, vermeld in artikel 1, wordt verrekend met het

Art. 2.De vergoeding, vermeld in artikel 1, wordt verrekend met het

saldo van de opcentiemen, vermeld in artikel 29, § 4, van het decreet saldo van de opcentiemen, vermeld in artikel 29, § 4, van het decreet
van 6 juli 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van 6 juli 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing
van de begroting 2001. van de begroting 2001.
Het saldo van de verrekening, vermeld in het eerste lid, wordt Het saldo van de verrekening, vermeld in het eerste lid, wordt
uiterlijk gestort op de laatste bankwerkdag van de maand juli van het uiterlijk gestort op de laatste bankwerkdag van de maand juli van het
jaar dat volgt op het aanslagjaar in kwestie. jaar dat volgt op het aanslagjaar in kwestie.

Art. 3.Als wordt vastgesteld dat het saldo, vermeld in artikel 2,

Art. 3.Als wordt vastgesteld dat het saldo, vermeld in artikel 2,

negatief is, wordt overeenkomstig artikel 29, § 6, van het decreet van negatief is, wordt overeenkomstig artikel 29, § 6, van het decreet van
6 juli 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van 6 juli 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van
de begroting 2001, het voorschot van het eerstvolgende aanslagjaar met de begroting 2001, het voorschot van het eerstvolgende aanslagjaar met
dat negatieve saldo verminderd. In voorkomend geval worden de dat negatieve saldo verminderd. In voorkomend geval worden de
definitief verworven opcentiemen van het eerstvolgende aanslagjaar met definitief verworven opcentiemen van het eerstvolgende aanslagjaar met
hetzelfde negatieve saldo verminderd. hetzelfde negatieve saldo verminderd.

Art. 4.Gederfde opbrengsten die definitief worden verworven na het

Art. 4.Gederfde opbrengsten die definitief worden verworven na het

tijdstip, vermeld in artikel 2, tweede lid, van dit besluit, worden tijdstip, vermeld in artikel 2, tweede lid, van dit besluit, worden
halfjaarlijks, namelijk in de maand december en in de maand juni, halfjaarlijks, namelijk in de maand december en in de maand juni,
doorgestort of verrekend samen met de maandelijkse afrekeningen, doorgestort of verrekend samen met de maandelijkse afrekeningen,
vermeld in artikel 29, § 5, van het decreet van 6 juli 2001 houdende vermeld in artikel 29, § 5, van het decreet van 6 juli 2001 houdende
bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2001. bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2001.

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van het aanslagjaar

Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van het aanslagjaar

2009. 2009.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de financiën en de

begrotingen, is belast met de uitvoering van dit besluit. begrotingen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 juli 2010. Brussel, 23 juli 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS K. PEETERS
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke
Ordening en Sport, Ordening en Sport,
Ph. MUYTERS Ph. MUYTERS
^