Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 23/12/2016
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de tijdelijke werkervaring "
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de tijdelijke werkervaring Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de tijdelijke werkervaring
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
23 DECEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de 23 DECEMBER 2016. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de
tijdelijke werkervaring tijdelijke werkervaring
DE VLAAMSE REGERING, DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het
publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap
"Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding", artikel "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding", artikel
5, § 1, 7°, b, ingevoegd bij het decreet van 24 april 2015; 5, § 1, 7°, b, ingevoegd bij het decreet van 24 april 2015;
Gelet op het Tijdelijke-werkervaringsdecreet van 9 december 2016; Gelet op het Tijdelijke-werkervaringsdecreet van 9 december 2016;
Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Dienst voor Gelet op het advies van de raad van bestuur van de Vlaamse Dienst voor
Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 5 oktober 2016; Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding, gegeven op 5 oktober 2016;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 27 oktober 2016; begroting, gegeven op 27 oktober 2016;
Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen,
gegeven op 14 november 2016; gegeven op 14 november 2016;
Gelet op advies 60.448/1 van de Raad van State, gegeven op 15 december Gelet op advies 60.448/1 van de Raad van State, gegeven op 15 december
2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009
houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de
beroepsopleiding; beroepsopleiding;
Overwegende het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december Overwegende het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december
2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag
betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm
van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het
beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste beheer van diensten van algemeen economisch belang belaste
ondernemingen; ondernemingen;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en
Sport; Sport;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Afdeling 1. - Definities Afdeling 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

1° trajectbegeleider: de persoon van de gemandateerde 1° trajectbegeleider: de persoon van de gemandateerde
partnerorganisatie die is aangewezen om de werkzoekende te begeleiden partnerorganisatie die is aangewezen om de werkzoekende te begeleiden
tijdens het traject tijdelijke werkervaring; tijdens het traject tijdelijke werkervaring;
2° gemandateerde partnerorganisatie: de instelling die is aangewezen 2° gemandateerde partnerorganisatie: de instelling die is aangewezen
of gemachtigd om de dienstverlening, vermeld in dit besluit, uit te of gemachtigd om de dienstverlening, vermeld in dit besluit, uit te
oefenen. Dat kan het gemandateerde OCMW zijn of een andere oefenen. Dat kan het gemandateerde OCMW zijn of een andere
partnerorganisatie; partnerorganisatie;
3° OCMW: een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn; 3° OCMW: een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;
4° gemandateerd OCMW: het openbaar centrum voor maatschappelijk 4° gemandateerd OCMW: het openbaar centrum voor maatschappelijk
welzijn dat door de Vlaamse minister, bevoegd voor het welzijn dat door de Vlaamse minister, bevoegd voor het
tewerkstellingsbeleid, is gemachtigd om de dienstverlening, vermeld in tewerkstellingsbeleid, is gemachtigd om de dienstverlening, vermeld in
dit besluit uit te oefenen; dit besluit uit te oefenen;
5° wet van 8 juli 1976: de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende 5° wet van 8 juli 1976: de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende
de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;
6° besluit van 5 juni 2009: het besluit van de Vlaamse Regering van 5 6° besluit van 5 juni 2009: het besluit van de Vlaamse Regering van 5
juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de juni 2009 houdende de organisatie van de arbeidsbemiddeling en de
beroepsopleiding; beroepsopleiding;
7° werkzoekende: de werkzoekende, vermeld in artikel 1, eerste lid, 7° werkzoekende: de werkzoekende, vermeld in artikel 1, eerste lid,
7°, van het besluit van 5 juni 2009; 7°, van het besluit van 5 juni 2009;
8° werkplek in de sociale economie: een werkplek op het niveau van een 8° werkplek in de sociale economie: een werkplek op het niveau van een
werknemer die erkend is als behorend tot de doelgroep van de sociale werknemer die erkend is als behorend tot de doelgroep van de sociale
economie; economie;
9° sociale economie: de ondernemingen die tot een van de volgende 9° sociale economie: de ondernemingen die tot een van de volgende
categorieën behoort: categorieën behoort:
a) de maatwerkbedrijven, vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van a) de maatwerkbedrijven, vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet van
12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling; 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling;
b) de maatwerkafdelingen, vermeld in artikel 3, 4°, van het decreet b) de maatwerkafdelingen, vermeld in artikel 3, 4°, van het decreet
van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling; van 12 juli 2013 betreffende maatwerk bij collectieve inschakeling;
c) de lokalediensteneconomieondernemingen, vermeld in artikel 3, 5°, c) de lokalediensteneconomieondernemingen, vermeld in artikel 3, 5°,
van het decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale van het decreet van 22 november 2013 betreffende de lokale
diensteneconomie; diensteneconomie;
d) de beschutte werkplaatsen, erkend conform artikel 79 van het d) de beschutte werkplaatsen, erkend conform artikel 79 van het
decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van decreet van 23 december 2005 houdende bepalingen tot begeleiding van
de begroting 2006; de begroting 2006;
e) de sociale werkplaatsen, erkend conform het decreet van 14 juli e) de sociale werkplaatsen, erkend conform het decreet van 14 juli
1998 inzake sociale werkplaatsen. 1998 inzake sociale werkplaatsen.
Afdeling 2. - Toeleiding Afdeling 2. - Toeleiding

Art. 2.De beslissing of een werkzoekende of een leefloongerechtigde

Art. 2.De beslissing of een werkzoekende of een leefloongerechtigde

in aanmerking komt voor het traject tijdelijke werkervaring wordt in aanmerking komt voor het traject tijdelijke werkervaring wordt
genomen door: genomen door:
1° het gemandateerde OCMW, als het een werkzoekende betreft die bij de 1° het gemandateerde OCMW, als het een werkzoekende betreft die bij de
aanvang van het traject leefloongerechtigde is; aanvang van het traject leefloongerechtigde is;
2° de VDAB, in alle andere gevallen dan het geval, vermeld in punt 1°. 2° de VDAB, in alle andere gevallen dan het geval, vermeld in punt 1°.
De beslissing wordt genomen na een grondige inschatting van het De beslissing wordt genomen na een grondige inschatting van het
arbeidsmatige profiel van de werkzoekende. arbeidsmatige profiel van de werkzoekende.
Bij het nemen van de beslissing wordt minstens rekening gehouden met Bij het nemen van de beslissing wordt minstens rekening gehouden met
de volgende principes: de volgende principes:
1° de werkzoekende heeft een gebrek aan werkervaring; 1° de werkzoekende heeft een gebrek aan werkervaring;
2° de werkzoekende heeft een gebrek aan generieke competenties die van 2° de werkzoekende heeft een gebrek aan generieke competenties die van
elke werknemer verwacht worden, ongeacht de functie die hij uitoefent; elke werknemer verwacht worden, ongeacht de functie die hij uitoefent;
3° de werkzoekende is niet in staat om onmiddellijk door te stromen 3° de werkzoekende is niet in staat om onmiddellijk door te stromen
naar de reguliere arbeidsmarkt; naar de reguliere arbeidsmarkt;
4° de werkzoekende beschikt over voldoende leerpotentieel om binnen 4° de werkzoekende beschikt over voldoende leerpotentieel om binnen
maximaal vierentwintig maanden inzetbaar te zijn op de reguliere maximaal vierentwintig maanden inzetbaar te zijn op de reguliere
arbeidsmarkt. arbeidsmarkt.
Voor de toepassing van het principe, vermeld in het derde lid, 1°, Voor de toepassing van het principe, vermeld in het derde lid, 1°,
worden de werkzoekenden die recent werden tewerkgesteld met toepassing worden de werkzoekenden die recent werden tewerkgesteld met toepassing
van artikel 60, § 7, of artikel 61 van de wet van 8 juli 1976 geacht van artikel 60, § 7, of artikel 61 van de wet van 8 juli 1976 geacht
tot de doelgroep van het stelsel tijdelijke werkervaring te behoren. tot de doelgroep van het stelsel tijdelijke werkervaring te behoren.

Art. 3.Er wordt een afsprakenkader opgesteld tussen de VDAB en de

Art. 3.Er wordt een afsprakenkader opgesteld tussen de VDAB en de

gemandateerde OCMW's om nadere richtlijnen en structuren te bieden bij gemandateerde OCMW's om nadere richtlijnen en structuren te bieden bij
het maken van de inschatting en het nemen van de beslissing, vermeld het maken van de inschatting en het nemen van de beslissing, vermeld
in artikel 2, de toepassing van dit besluit en de uitwerking van de in artikel 2, de toepassing van dit besluit en de uitwerking van de
samenwerking met de VDAB. samenwerking met de VDAB.
Dat afsprakenkader omvat ten minste: Dat afsprakenkader omvat ten minste:
1° de rechten en de plichten van de VDAB, de gemandateerde 1° de rechten en de plichten van de VDAB, de gemandateerde
partnerorganisatie en van de trajectbegeleider; partnerorganisatie en van de trajectbegeleider;
2° aanvullende afspraken over de toeleiding tot het traject tijdelijke 2° aanvullende afspraken over de toeleiding tot het traject tijdelijke
werkervaring; werkervaring;
3° concrete afspraken rond het inzetten van de instrumenten tijdens 3° concrete afspraken rond het inzetten van de instrumenten tijdens
het traject tijdelijke werkervaring; het traject tijdelijke werkervaring;
4° aanvullende regels over de schorsing en de stopzetting van het 4° aanvullende regels over de schorsing en de stopzetting van het
traject; traject;
5° afspraken over de samenwerking en de uitwisseling van expertise en 5° afspraken over de samenwerking en de uitwisseling van expertise en
ervaring tussen de VDAB en de gemandateerde OCMW's; ervaring tussen de VDAB en de gemandateerde OCMW's;
6° afspraken over de kwaliteit en de monitoring. 6° afspraken over de kwaliteit en de monitoring.

Art. 4.De leefloongerechtigde die in aanmerking komt voor een traject

Art. 4.De leefloongerechtigde die in aanmerking komt voor een traject

tijdelijke werkervaring, schrijft zich in als werkzoekende bij de VDAB tijdelijke werkervaring, schrijft zich in als werkzoekende bij de VDAB
vóór de start van het traject. vóór de start van het traject.
Afdeling 3. - Werkervaringsovereenkomst Afdeling 3. - Werkervaringsovereenkomst

Art. 5.De VDAB of de gemandateerde partnerorganisatie sluit met de

Art. 5.De VDAB of de gemandateerde partnerorganisatie sluit met de

werkzoekende die toegelaten is tot het traject tijdelijke werkzoekende die toegelaten is tot het traject tijdelijke
werkervaring, uiterlijk op de eerste dag van het traject een werkervaring, uiterlijk op de eerste dag van het traject een
werkervaringsovereenkomst. werkervaringsovereenkomst.
In afwijking van het eerste lid sluit het gemandateerde OCMW de In afwijking van het eerste lid sluit het gemandateerde OCMW de
werkervaringsovereenkomst als het een werkzoekende betreft die bij de werkervaringsovereenkomst als het een werkzoekende betreft die bij de
aanvang van het traject leefloongerechtigde is. aanvang van het traject leefloongerechtigde is.
De werkervaringsovereenkomst geeft recht op de premies, de De werkervaringsovereenkomst geeft recht op de premies, de
vergoedingen en de verzekering, vermeld in titel II, hoofdstuk I, vergoedingen en de verzekering, vermeld in titel II, hoofdstuk I,
afdeling II, van het besluit van 5 juni 2009, voor zover dat recht afdeling II, van het besluit van 5 juni 2009, voor zover dat recht
wordt geopend door de instrumenten die worden ingezet gedurende de wordt geopend door de instrumenten die worden ingezet gedurende de
werkervaringsovereenkomst. werkervaringsovereenkomst.

Art. 6.De werkervaringsovereenkomst vermeldt minstens:

Art. 6.De werkervaringsovereenkomst vermeldt minstens:

1° de identiteit van de partijen; 1° de identiteit van de partijen;
2° de aanvangsdatum van het traject en de vermoedelijke duur ervan; 2° de aanvangsdatum van het traject en de vermoedelijke duur ervan;
3° de omschrijving en de inhoud van het traject; 3° de omschrijving en de inhoud van het traject;
4° de rechten en de plichten van de partijen. 4° de rechten en de plichten van de partijen.
De werkervaringsovereenkomst wordt door alle partijen ondertekend. Aan De werkervaringsovereenkomst wordt door alle partijen ondertekend. Aan
iedere partij wordt een exemplaar overhandigd. De gemandateerde iedere partij wordt een exemplaar overhandigd. De gemandateerde
partnerorganisatie bewaart de overeenkomst gedurende minstens tien partnerorganisatie bewaart de overeenkomst gedurende minstens tien
jaar. jaar.

Art. 7.§ 1. De trajectbegeleider bepaalt de vermoedelijke duur van

Art. 7.§ 1. De trajectbegeleider bepaalt de vermoedelijke duur van

het traject tijdelijke werkervaring op basis van de noden en het traject tijdelijke werkervaring op basis van de noden en
competenties van de werkzoekende, met een maximum van vierentwintig competenties van de werkzoekende, met een maximum van vierentwintig
maanden. De trajectbegeleider waakt er over dat het traject niet maanden. De trajectbegeleider waakt er over dat het traject niet
langer duurt dan noodzakelijk is om de doelstelling te bereiken. langer duurt dan noodzakelijk is om de doelstelling te bereiken.
De werkervaringsovereenkomst kan verlengd worden als dat noodzakelijk De werkervaringsovereenkomst kan verlengd worden als dat noodzakelijk
is om de doelstelling van het traject tijdelijke werkervaring te is om de doelstelling van het traject tijdelijke werkervaring te
bereiken, maar de gecumuleerde duur mag niet meer bedragen dan bereiken, maar de gecumuleerde duur mag niet meer bedragen dan
vierentwintig maanden. vierentwintig maanden.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 bedraagt de duur van de § 2. In afwijking van paragraaf 1 bedraagt de duur van de
werkervaringsovereenkomst minstens de tijd die noodzakelijk is om werkervaringsovereenkomst minstens de tijd die noodzakelijk is om
volledige sociale uitkeringen te verkrijgen, als een volledige sociale uitkeringen te verkrijgen, als een
werkervaringsovereenkomst een instrument als vermeld in artikel 60, § werkervaringsovereenkomst een instrument als vermeld in artikel 60, §
7, van de wet van 8 juli 1976, bevat. 7, van de wet van 8 juli 1976, bevat.
§ 3. In geval van ziekte, moederschapsverlof, ongeval of overmacht § 3. In geval van ziekte, moederschapsverlof, ongeval of overmacht
wordt de uitvoering van de overeenkomst geschorst. De werkzoekende is wordt de uitvoering van de overeenkomst geschorst. De werkzoekende is
er in geval van ziekte of ongeval toe gehouden zijn ongeschiktheid te er in geval van ziekte of ongeval toe gehouden zijn ongeschiktheid te
rechtvaardigen met een geneeskundig getuigschrift. rechtvaardigen met een geneeskundig getuigschrift.
De VDAB of de gemandateerde partnerorganisatie kan de De VDAB of de gemandateerde partnerorganisatie kan de
werkervaringsovereenkomst ook schorsen als de werkzoekende niet aan werkervaringsovereenkomst ook schorsen als de werkzoekende niet aan
zijn verplichtingen voldoet. zijn verplichtingen voldoet.

Art. 8.§ 1. De VDAB of de gemandateerde partnerorganisatie kan de

Art. 8.§ 1. De VDAB of de gemandateerde partnerorganisatie kan de

werkervaringsovereenkomst onmiddellijk beëindigen: werkervaringsovereenkomst onmiddellijk beëindigen:
1° als de werkzoekende ernstig tekortschiet in zijn verplichtingen of 1° als de werkzoekende ernstig tekortschiet in zijn verplichtingen of
in de uitvoering van de acties die met hem in het kader van zijn in de uitvoering van de acties die met hem in het kader van zijn
traject tijdelijke werkervaring zijn overeengekomen; traject tijdelijke werkervaring zijn overeengekomen;
2° als de schorsing, vermeld in artikel 7, § 3, een dusdanige duur 2° als de schorsing, vermeld in artikel 7, § 3, een dusdanige duur
heeft bereikt dat de re-integratie van de werkzoekende in het traject heeft bereikt dat de re-integratie van de werkzoekende in het traject
tijdelijke werkervaring niet zonder moeilijkheden kan verlopen; tijdelijke werkervaring niet zonder moeilijkheden kan verlopen;
3° als de VDAB of de gemandateerde partnerorganisatie van oordeel is 3° als de VDAB of de gemandateerde partnerorganisatie van oordeel is
dat de uitvoering van de overeenkomst kennelijk onmogelijk is dat de uitvoering van de overeenkomst kennelijk onmogelijk is
geworden; geworden;
4° als de werkzoekende aan het werk is, zonder dat het hier een 4° als de werkzoekende aan het werk is, zonder dat het hier een
tewerkstelling als vermeld in artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli tewerkstelling als vermeld in artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli
1976 betreft. 1976 betreft.
Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, beoordeelt de gemandateerde Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, beoordeelt de gemandateerde
partnerorganisatie wanneer een dusdanige duur is bereikt, echter: partnerorganisatie wanneer een dusdanige duur is bereikt, echter:
1° een dergelijke duur wordt geacht bereikt te zijn vanaf een 1° een dergelijke duur wordt geacht bereikt te zijn vanaf een
schorsingsperiode van ten minste zes maanden; schorsingsperiode van ten minste zes maanden;
2° een dergelijke duur kan nooit bereikt zijn als het een 2° een dergelijke duur kan nooit bereikt zijn als het een
schorsingsperiode betreft van minder dan een maand. schorsingsperiode betreft van minder dan een maand.
§ 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt de werkervaringsovereenkomst § 2. In afwijking van paragraaf 1 wordt de werkervaringsovereenkomst
die een instrument als vermeld in artikel 60, § 7, van de wet van 8 die een instrument als vermeld in artikel 60, § 7, van de wet van 8
juli 1976, omvat, pas effectief beëindigd zodra dat mogelijk is juli 1976, omvat, pas effectief beëindigd zodra dat mogelijk is
volgens het geldende arbeidsrecht. volgens het geldende arbeidsrecht.
§ 3. Elke stopzetting van de werkervaringsovereenkomst wordt § 3. Elke stopzetting van de werkervaringsovereenkomst wordt
geregistreerd in het systeem van de VDAB. De VDAB kan aanvullende geregistreerd in het systeem van de VDAB. De VDAB kan aanvullende
richtlijnen opstellen met betrekking tot die registratie. richtlijnen opstellen met betrekking tot die registratie.

Art. 9.§ 1. De verplicht ingeschreven werkzoekende die werkloosheids-

Art. 9.§ 1. De verplicht ingeschreven werkzoekende die werkloosheids-

of inschakelingsuitkeringen geniet en die een of inschakelingsuitkeringen geniet en die een
werkervaringsovereenkomst heeft gesloten, wordt automatisch werkervaringsovereenkomst heeft gesloten, wordt automatisch
vrijgesteld van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt met toepassing vrijgesteld van beschikbaarheid voor de arbeidsmarkt met toepassing
van artikel 5, § 1, 7°, b), van het decreet van 7 mei 2004 tot van artikel 5, § 1, 7°, b), van het decreet van 7 mei 2004 tot
oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern oprichting van het publiekrechtelijk vormgegeven extern
verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en verzelfstandigd agentschap "Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en
Beroepsopleiding" voor de duur van de werkervaringsovereenkomst, met Beroepsopleiding" voor de duur van de werkervaringsovereenkomst, met
een maximum van twaalf maanden. een maximum van twaalf maanden.
Als de werkervaringsovereenkomst, vermeld in het eerste lid, langer Als de werkervaringsovereenkomst, vermeld in het eerste lid, langer
duurt dan twaalf maanden, wordt de vrijstelling automatisch verlengd duurt dan twaalf maanden, wordt de vrijstelling automatisch verlengd
tot het einde van de werkervaringsovereenkomst zonder dat daarvoor een tot het einde van de werkervaringsovereenkomst zonder dat daarvoor een
tussenkomst van de werkzoekende vereist is. tussenkomst van de werkzoekende vereist is.
§ 2. De vrijstelling, vermeld in paragraaf 1, houdt in dat de § 2. De vrijstelling, vermeld in paragraaf 1, houdt in dat de
verplicht ingeschreven werkzoekende tijdens de duur van de verplicht ingeschreven werkzoekende tijdens de duur van de
werkervaringsovereenkomst niet hoeft in te gaan op een passend aanbod werkervaringsovereenkomst niet hoeft in te gaan op een passend aanbod
of een passende dienstbetrekking en zich niet langer hoeft te of een passende dienstbetrekking en zich niet langer hoeft te
integreren op de arbeidsmarkt. Hij gaat echter wel in op de acties en integreren op de arbeidsmarkt. Hij gaat echter wel in op de acties en
afspraken die worden gemaakt in het kader van het traject tijdelijke afspraken die worden gemaakt in het kader van het traject tijdelijke
werkervaring. De werkzoekende werkt ook actief mee aan de uitvoering werkervaring. De werkzoekende werkt ook actief mee aan de uitvoering
van het traject tijdelijke werkervaring en de instrumenten die worden van het traject tijdelijke werkervaring en de instrumenten die worden
ingezet in het kader van dat traject. ingezet in het kader van dat traject.
Als de werkervaringsovereenkomst wordt stopgezet met toepassing van Als de werkervaringsovereenkomst wordt stopgezet met toepassing van
artikel 111/40 van het besluit van 5 juni 2009, wordt de vrijstelling artikel 111/40 van het besluit van 5 juni 2009, wordt de vrijstelling
automatisch en onmiddellijk ingetrokken. automatisch en onmiddellijk ingetrokken.
§ 3. De toepassing van dit artikel kan uitsluitend aanleiding geven § 3. De toepassing van dit artikel kan uitsluitend aanleiding geven
tot het verlenen van een vrijstelling. Er kunnen geen andere rechten tot het verlenen van een vrijstelling. Er kunnen geen andere rechten
aan ontleend worden. aan ontleend worden.
Afdeling 4. - Begeleiding Afdeling 4. - Begeleiding

Art. 10.Een werkzoekende in tijdelijke werkervaring zal tijdens de

Art. 10.Een werkzoekende in tijdelijke werkervaring zal tijdens de

duur van het traject tijdelijke werkervaring begeleid worden door de duur van het traject tijdelijke werkervaring begeleid worden door de
trajectbegeleider van de gemandateerde partnerorganisatie. trajectbegeleider van de gemandateerde partnerorganisatie.
De begeleiding van de werkzoekende die bij de aanvang van het traject De begeleiding van de werkzoekende die bij de aanvang van het traject
tijdelijke werkervaring leefloongerechtigde was, wordt opgenomen door tijdelijke werkervaring leefloongerechtigde was, wordt opgenomen door
de trajectbegeleider van het gemandateerde OCMW voor de duur van het de trajectbegeleider van het gemandateerde OCMW voor de duur van het
traject tijdelijke werkervaring. traject tijdelijke werkervaring.
De gemandateerde partnerorganisatie kan voor de uitvoering van haar De gemandateerde partnerorganisatie kan voor de uitvoering van haar
opdracht beroep doen op andere ondernemingen om de opdracht geheel of opdracht beroep doen op andere ondernemingen om de opdracht geheel of
gedeeltelijk uit te voeren. Die onderaanneming gebeurt op initiatief gedeeltelijk uit te voeren. Die onderaanneming gebeurt op initiatief
en verantwoordelijkheid van de gemandateerde partnerorganisatie. en verantwoordelijkheid van de gemandateerde partnerorganisatie.

Art. 11.§ 1. Voor de aanvang van het traject tijdelijke werkervaring

Art. 11.§ 1. Voor de aanvang van het traject tijdelijke werkervaring

wordt door de trajectbegeleider en de werkzoekende in onderling wordt door de trajectbegeleider en de werkzoekende in onderling
overleg een opleidingsplan opgesteld. De trajectbegeleider bezorgt een overleg een opleidingsplan opgesteld. De trajectbegeleider bezorgt een
exemplaar van het opleidingsplan aan de werkzoekende. exemplaar van het opleidingsplan aan de werkzoekende.
§ 2. Het opleidingsplan bevat minstens: § 2. Het opleidingsplan bevat minstens:
1° een concrete weergave van de competenties die de werkzoekende 1° een concrete weergave van de competenties die de werkzoekende
gedurende het traject tijdelijke werkervaring moet verwerven; gedurende het traject tijdelijke werkervaring moet verwerven;
2° de instrumenten die zullen worden ingezet gedurende het traject. De 2° de instrumenten die zullen worden ingezet gedurende het traject. De
instrumenten worden in volgorde vermeld. instrumenten worden in volgorde vermeld.
Gedurende het traject tijdelijke werkervaring kunnen er wijzigingen Gedurende het traject tijdelijke werkervaring kunnen er wijzigingen
van het opleidingsplan worden voorgesteld door de trajectbegeleider. van het opleidingsplan worden voorgesteld door de trajectbegeleider.
Elke wijziging van het opleidingsplan wordt meegedeeld aan de Elke wijziging van het opleidingsplan wordt meegedeeld aan de
werkzoekende. werkzoekende.

Art. 12.De taken van de trajectbegeleider omvatten ten minste:

Art. 12.De taken van de trajectbegeleider omvatten ten minste:

1° de werkervaringsovereenkomst met de VDAB opmaken, sluiten en 1° de werkervaringsovereenkomst met de VDAB opmaken, sluiten en
registreren; registreren;
2° het opleidingsplan, vermeld in artikel 11, opstellen; 2° het opleidingsplan, vermeld in artikel 11, opstellen;
3° de werkzoekende opvolgen en het traject tijdelijke werkervaring en 3° de werkzoekende opvolgen en het traject tijdelijke werkervaring en
het opleidingsplan evalueren, waarbij minstens om de zes maanden een het opleidingsplan evalueren, waarbij minstens om de zes maanden een
evaluatie wordt gemaakt; evaluatie wordt gemaakt;
4° de werkzoekende begeleiden en ondersteunen met aandacht voor de 4° de werkzoekende begeleiden en ondersteunen met aandacht voor de
ontwikkeling van zijn generieke competenties; ontwikkeling van zijn generieke competenties;
5° de verschillende instrumenten, vermeld in afdeling 5, inzetten in 5° de verschillende instrumenten, vermeld in afdeling 5, inzetten in
overeenstemming met het opleidingsplan en met aandacht voor de overeenstemming met het opleidingsplan en met aandacht voor de
ondersteuning en begeleiding van de werkzoekende, en naar werkplekken ondersteuning en begeleiding van de werkzoekende, en naar werkplekken
voor de werkzoekende zoeken; voor de werkzoekende zoeken;
6° de verschillende instrumenten, vermeld in afdeling 5, als ze 6° de verschillende instrumenten, vermeld in afdeling 5, als ze
ingezet worden, opvolgen en evalueren, ook op de werkplek zelf; ingezet worden, opvolgen en evalueren, ook op de werkplek zelf;
7° de rol van contactpersoon vervullen voor de VDAB, voor de 7° de rol van contactpersoon vervullen voor de VDAB, voor de
werkzoekende en voor de aanbieders van werkplekken, inclusief werkzoekende en voor de aanbieders van werkplekken, inclusief
administratieve ondersteuning bieden; administratieve ondersteuning bieden;
8° algemene ondersteuning bieden aan de aanbieder van de werkplek; 8° algemene ondersteuning bieden aan de aanbieder van de werkplek;
9° registratie de werkzoekende registreren in het systeem van de VDAB 9° registratie de werkzoekende registreren in het systeem van de VDAB
en administratieve opvolging van het dossier van de werkzoekende en administratieve opvolging van het dossier van de werkzoekende
administratief opvolgen; administratief opvolgen;
10° de rol van contactpersoon vervullen voor de werkzoekende en voor 10° de rol van contactpersoon vervullen voor de werkzoekende en voor
de werkgever bij een tewerkstelling die volgt op het traject de werkgever bij een tewerkstelling die volgt op het traject
tijdelijke werkervaring. tijdelijke werkervaring.
Afdeling 5. - Instrumenten en opbouw traject Afdeling 5. - Instrumenten en opbouw traject
Onderafdeling 1. - Instrumenten Onderafdeling 1. - Instrumenten

Art. 13.Tijdens het traject tijdelijke werkervaring kan de

Art. 13.Tijdens het traject tijdelijke werkervaring kan de

trajectbegeleider in overeenstemming met het opleidingsplan de trajectbegeleider in overeenstemming met het opleidingsplan de
instrumenten, vermeld in deze afdeling, inzetten. instrumenten, vermeld in deze afdeling, inzetten.

Art. 14.De trajectbegeleider kan het instrument van de

Art. 14.De trajectbegeleider kan het instrument van de

beroepsopleiding of de opleidingsstage, vermeld in artikel 78 tot en beroepsopleiding of de opleidingsstage, vermeld in artikel 78 tot en
met 86 van het besluit van 5 juni 2009, inzetten. met 86 van het besluit van 5 juni 2009, inzetten.

Art. 15.De trajectbegeleider van het gemandateerde OCMW moet het

Art. 15.De trajectbegeleider van het gemandateerde OCMW moet het

instrument, vermeld in artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli 1976, instrument, vermeld in artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli 1976,
inzetten als aan de volgende voorwaarden is voldaan: inzetten als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1° de werkzoekende is een leefloongerechtigde bij de aanvang van het 1° de werkzoekende is een leefloongerechtigde bij de aanvang van het
traject en heeft bij de aanvang van het traject tijdelijke traject en heeft bij de aanvang van het traject tijdelijke
werkervaring geen recht op volledige sociale uitkeringen; werkervaring geen recht op volledige sociale uitkeringen;
2° het instrument wordt ingezet aan het begin van het traject en 2° het instrument wordt ingezet aan het begin van het traject en
begint uiterlijk vóór het einde van de tweede maand van het traject; begint uiterlijk vóór het einde van de tweede maand van het traject;
3 het instrument wordt slechts ingezet tot het moment dat de 3 het instrument wordt slechts ingezet tot het moment dat de
werkzoekende volledige sociale rechten heeft verworven; werkzoekende volledige sociale rechten heeft verworven;
4° het instrument wordt bij voorkeur ingezet met een voltijdse 4° het instrument wordt bij voorkeur ingezet met een voltijdse
tewerkstelling. Uitzonderlijk is een deeltijdse tewerkstelling tewerkstelling. Uitzonderlijk is een deeltijdse tewerkstelling
mogelijk, als het minstens een halftijdse tewerkstelling bedraagt. mogelijk, als het minstens een halftijdse tewerkstelling bedraagt.
Als de trajectbegeleider van het gemandateerde OCMW niet het OCMW is Als de trajectbegeleider van het gemandateerde OCMW niet het OCMW is
dat bevoegd is voor het afsluiten van de arbeidsovereenkomst, vermeld dat bevoegd is voor het afsluiten van de arbeidsovereenkomst, vermeld
in artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli 1976, verzoekt het in artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli 1976, verzoekt het
gemandateerde OCMW aan het bevoegde OCMW om de arbeidsovereenkomst te gemandateerde OCMW aan het bevoegde OCMW om de arbeidsovereenkomst te
sluiten. sluiten.

Art. 16.De trajectbegeleider kan het instrument van de oriënterende

Art. 16.De trajectbegeleider kan het instrument van de oriënterende

stage, vermeld in titel II, hoofdstuk II, afdeling III, van het stage, vermeld in titel II, hoofdstuk II, afdeling III, van het
besluit van 5 juni 2009, inzetten als aan de volgende voorwaarden is besluit van 5 juni 2009, inzetten als aan de volgende voorwaarden is
voldaan: voldaan:
1° het instrument wordt ingezet aan het begin van het traject, bij 1° het instrument wordt ingezet aan het begin van het traject, bij
voorkeur als eerste instrument van het traject tijdelijke voorkeur als eerste instrument van het traject tijdelijke
werkervaring. Uitzonderlijk kan de trajectbegeleider daarvan afwijken werkervaring. Uitzonderlijk kan de trajectbegeleider daarvan afwijken
als hij op een later tijdstip een behoefte aan oriëntering of als hij op een later tijdstip een behoefte aan oriëntering of
heroriëntering bij de werkzoekende vaststelt; heroriëntering bij de werkzoekende vaststelt;
2° verschillende oriënterende stages zijn alleen mogelijk als de 2° verschillende oriënterende stages zijn alleen mogelijk als de
gecumuleerde duur van die stages niet meer dan dertig dagen bedraagt. gecumuleerde duur van die stages niet meer dan dertig dagen bedraagt.

Art. 17.De trajectbegeleider kan het instrument van de

Art. 17.De trajectbegeleider kan het instrument van de

werkervaringsstage, vermeld in artikel 111/0/1 van het besluit van de werkervaringsstage, vermeld in artikel 111/0/1 van het besluit van de
Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 houdende de organisatie van de
arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding, inzetten als aan de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding, inzetten als aan de
volgende voorwaarden is voldaan: volgende voorwaarden is voldaan:
1° de werkzoekende heeft een grote, maar overbrugbare afstand tot de 1° de werkzoekende heeft een grote, maar overbrugbare afstand tot de
arbeidsmarkt; arbeidsmarkt;
2° de werkzoekende beschikt over voldoende leerpotentieel om baat te 2° de werkzoekende beschikt over voldoende leerpotentieel om baat te
hebben bij een werkervaring; hebben bij een werkervaring;
3° een werkervaringsstage op een werkplek in de sociale economie is 3° een werkervaringsstage op een werkplek in de sociale economie is
alleen mogelijk in de eerste twaalf maanden van het traject tijdelijke alleen mogelijk in de eerste twaalf maanden van het traject tijdelijke
werkervaring; werkervaring;
4° de werkervaringsstage op een werkplek in de sociale economie mag de 4° de werkervaringsstage op een werkplek in de sociale economie mag de
gecumuleerde duur van twaalf maanden niet overschrijden; gecumuleerde duur van twaalf maanden niet overschrijden;
5° verschillende werkervaringsstages zijn alleen mogelijk op duidelijk 5° verschillende werkervaringsstages zijn alleen mogelijk op duidelijk
verschillende werkplekken of bij duidelijk verschillende functies. verschillende werkplekken of bij duidelijk verschillende functies.

Art. 18.De trajectbegeleider kan het instrument van de individuele

Art. 18.De trajectbegeleider kan het instrument van de individuele

beroepsopleiding, vermeld in titel III, hoofdstuk III, van het besluit beroepsopleiding, vermeld in titel III, hoofdstuk III, van het besluit
van 5 juni 2009, inzetten als aan de volgende voorwaarden is voldaan: van 5 juni 2009, inzetten als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
1° de werkzoekende heeft reeds een ander instrument van deze afdeling 1° de werkzoekende heeft reeds een ander instrument van deze afdeling
doorlopen en is bijna klaar om ingezet te worden op de reguliere doorlopen en is bijna klaar om ingezet te worden op de reguliere
arbeidsmarkt; arbeidsmarkt;
2° de individuele beroepsopleiding wordt ingezet als laatste 2° de individuele beroepsopleiding wordt ingezet als laatste
instrument van het traject. instrument van het traject.
Onderafdeling 2. - Opbouw traject Onderafdeling 2. - Opbouw traject

Art. 19.De trajectbegeleider die tijdens het traject tijdelijke

Art. 19.De trajectbegeleider die tijdens het traject tijdelijke

werkervaring de instrumenten, vermeld in onderafdeling 1, inzet, waakt werkervaring de instrumenten, vermeld in onderafdeling 1, inzet, waakt
er over een logische volgorde van de instrumenten te hanteren. Deze er over een logische volgorde van de instrumenten te hanteren. Deze
volgorde van de instrumenten wordt opgenomen in het opleidingsplan. volgorde van de instrumenten wordt opgenomen in het opleidingsplan.
Om de instrumenten en de volgorde van de instrumenten vast te stellen, Om de instrumenten en de volgorde van de instrumenten vast te stellen,
houdt de trajectbegeleider rekening met de volgende principes: houdt de trajectbegeleider rekening met de volgende principes:
1° de instrumenten die een oriënterende doelstelling hebben, worden zo 1° de instrumenten die een oriënterende doelstelling hebben, worden zo
veel mogelijk ingezet aan het begin van het traject; veel mogelijk ingezet aan het begin van het traject;
2° de instrumenten worden ingezet met aandacht voor de ontwikkeling 2° de instrumenten worden ingezet met aandacht voor de ontwikkeling
van de toenemende competenties van de werkzoekende in de loop van het van de toenemende competenties van de werkzoekende in de loop van het
traject; traject;
3° de instrumenten worden zo veel mogelijk ingezet in een volgorde die 3° de instrumenten worden zo veel mogelijk ingezet in een volgorde die
voor de werkzoekende een stijgende financiële tegemoetkoming tot voor de werkzoekende een stijgende financiële tegemoetkoming tot
gevolg heeft; gevolg heeft;
4° de inzet van de instrumenten op werkplekken in de sociale economie 4° de inzet van de instrumenten op werkplekken in de sociale economie
is alleen mogelijk tijdens twaalf maanden van het traject tijdelijke is alleen mogelijk tijdens twaalf maanden van het traject tijdelijke
werkervaring; werkervaring;
5° het traject tijdelijke werkervaring omvat ten minste twee 5° het traject tijdelijke werkervaring omvat ten minste twee
instrumenten per jaar; instrumenten per jaar;
6° er wordt naar gestreefd om de instrumenten die worden ingezet 6° er wordt naar gestreefd om de instrumenten die worden ingezet
gedurende het traject tijdelijke werkervaring, zo goed mogelijk op gedurende het traject tijdelijke werkervaring, zo goed mogelijk op
elkaar te laten aansluiten, zodat de periodes tussen de inzet van de elkaar te laten aansluiten, zodat de periodes tussen de inzet van de
instrumenten tot een minimum worden herleid. instrumenten tot een minimum worden herleid.
Voor het instrument, vermeld in artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli Voor het instrument, vermeld in artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli
1976, kan van de principes, vermeld in het tweede lid, 3° tot en met 1976, kan van de principes, vermeld in het tweede lid, 3° tot en met
5°, worden afgeweken. 5°, worden afgeweken.

Art. 20.Als de VDAB vaststelt dat de bepalingen van dit hoofdstuk

Art. 20.Als de VDAB vaststelt dat de bepalingen van dit hoofdstuk

niet worden nageleefd door de gemandateerde partnerorganisatie bij een niet worden nageleefd door de gemandateerde partnerorganisatie bij een
traject tijdelijke werkervaring, kan de VDAB beslissen het traject traject tijdelijke werkervaring, kan de VDAB beslissen het traject
stop te zetten. stop te zetten.
De gemandateerde partnerorganisatie laat de VDAB of de door de VDAB De gemandateerde partnerorganisatie laat de VDAB of de door de VDAB
aangestelde persoon of organisatie op elk moment toe een aangestelde persoon of organisatie op elk moment toe een
kwaliteitscontrole te verrichten op de dienstverlening ter uitvoering kwaliteitscontrole te verrichten op de dienstverlening ter uitvoering
van dit besluit. van dit besluit.
Voor de controle op de bepalingen van dit hoofdstuk kan de VDAB alle Voor de controle op de bepalingen van dit hoofdstuk kan de VDAB alle
noodzakelijke gegevensbronnen raadplegen. noodzakelijke gegevensbronnen raadplegen.
HOOFDSTUK 2. - Subsidievoorwaarden voor de begeleiding van HOOFDSTUK 2. - Subsidievoorwaarden voor de begeleiding van
leefloongerechtigden die in een traject tijdelijk werkervaring stappen leefloongerechtigden die in een traject tijdelijk werkervaring stappen
Afdeling 1. - Definitie Afdeling 1. - Definitie

Art. 21.In dit hoofdstuk wordt verstaan onder vergoeding: een

Art. 21.In dit hoofdstuk wordt verstaan onder vergoeding: een

financiële compensatie voor de uitvoering van de dienstverlening, financiële compensatie voor de uitvoering van de dienstverlening,
vermeld in dit hoofdstuk. vermeld in dit hoofdstuk.
Afdeling 2. - Voorwaarden Afdeling 2. - Voorwaarden

Art. 22.Binnen de perken van de goedgekeurde jaarlijkse

Art. 22.Binnen de perken van de goedgekeurde jaarlijkse

begrotingskredieten en volgens de voorwaarden, vermeld in dit begrotingskredieten en volgens de voorwaarden, vermeld in dit
hoofdstuk, kent de Vlaamse minister, bevoegd voor het hoofdstuk, kent de Vlaamse minister, bevoegd voor het
tewerkstellingsbeleid, de dienstverlening, vermeld in dit hoofdstuk, tewerkstellingsbeleid, de dienstverlening, vermeld in dit hoofdstuk,
toe aan het OCMW. De VDAB verstrekt aan het gemandateerde OCMW de toe aan het OCMW. De VDAB verstrekt aan het gemandateerde OCMW de
steun, vermeld in dit hoofdstuk, voor de realisatie van de voormelde steun, vermeld in dit hoofdstuk, voor de realisatie van de voormelde
dienstverlening. dienstverlening.
Zolang het gemandateerde OCMW voldoet aan de voorwaarden voor de Zolang het gemandateerde OCMW voldoet aan de voorwaarden voor de
realisatie van de dienstverlening, vermeld in dit besluit, geldt de realisatie van de dienstverlening, vermeld in dit besluit, geldt de
steun, vermeld in dit besluit, voor een duur van tien jaar vanaf de steun, vermeld in dit besluit, voor een duur van tien jaar vanaf de
mandatering. mandatering.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, brengt De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, brengt
het gemandateerde OCMW schriftelijk op de hoogte van de het gemandateerde OCMW schriftelijk op de hoogte van de
toekenningsvoorwaarden van de mandatering. Hij vermeldt daarbij in het toekenningsvoorwaarden van de mandatering. Hij vermeldt daarbij in het
bijzonder: bijzonder:
1° de naam en het adres van het OCMW; 1° de naam en het adres van het OCMW;
2° de duur van de beslissing; 2° de duur van de beslissing;
3° de omschrijving van de openbare dienstverlening; 3° de omschrijving van de openbare dienstverlening;
4° een beschrijving van het compensatiemechanisme en de parameters 4° een beschrijving van het compensatiemechanisme en de parameters
voor de berekening, monitoring en herziening van de compensatie; voor de berekening, monitoring en herziening van de compensatie;
5° de regeling om eventuele overcompensatie te vermijden en terug te 5° de regeling om eventuele overcompensatie te vermijden en terug te
vorderen; vorderen;
6° de opgave van de wettelijke grondslag voor de dienstverlening; 6° de opgave van de wettelijke grondslag voor de dienstverlening;
7° de niet-overdraagbaarheid van het mandaat. 7° de niet-overdraagbaarheid van het mandaat.

Art. 23.Het gemandateerde OCMW is belast met de begeleiding van

Art. 23.Het gemandateerde OCMW is belast met de begeleiding van

werkzoekenden tijdens het traject tijdelijke werkervaring en verkrijgt werkzoekenden tijdens het traject tijdelijke werkervaring en verkrijgt
de steun, vermeld in dit besluit, als aan de volgende voorwaarden de steun, vermeld in dit besluit, als aan de volgende voorwaarden
voldaan is: voldaan is:
1° het gaat om een leefloongerechtigde bij de start van het traject 1° het gaat om een leefloongerechtigde bij de start van het traject
tijdelijke werkervaring; tijdelijke werkervaring;
2° het gemandateerde OCMW voorziet tijdens het traject tijdelijke 2° het gemandateerde OCMW voorziet tijdens het traject tijdelijke
werkervaring in de toepassing van het instrument, vermeld in artikel werkervaring in de toepassing van het instrument, vermeld in artikel
15; 15;
3° het gemandateerde OCMW voorziet in begeleiding conform alle 3° het gemandateerde OCMW voorziet in begeleiding conform alle
bepalingen van dit besluit voor de volledige duur van het traject bepalingen van dit besluit voor de volledige duur van het traject
tijdelijke werkervaring, met inbegrip van de tewerkstelling met tijdelijke werkervaring, met inbegrip van de tewerkstelling met
toepassing van artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli 1976. toepassing van artikel 60, § 7, van de wet van 8 juli 1976.

Art. 24.§ 1. Het gemandateerde OCMW kan voor de uitvoering van de

Art. 24.§ 1. Het gemandateerde OCMW kan voor de uitvoering van de

dienstverlening, vermeld in dit besluit, een beroep doen op dienstverlening, vermeld in dit besluit, een beroep doen op
onderaannemers. Dat gebeurt telkens op initiatief en onderaannemers. Dat gebeurt telkens op initiatief en
verantwoordelijkheid van het gemandateerde OCMW zelf. verantwoordelijkheid van het gemandateerde OCMW zelf.
De steun kan door het gemandateerde OCMW geheel of gedeeltelijk De steun kan door het gemandateerde OCMW geheel of gedeeltelijk
doorgegeven worden aan de onderaannemers waar het gemandateerde OCMW doorgegeven worden aan de onderaannemers waar het gemandateerde OCMW
mee samenwerkt voor de uitvoering van de begeleiding. Het mee samenwerkt voor de uitvoering van de begeleiding. Het
gemandateerde OCMW verbindt er zich in dat geval toe om een gemandateerde OCMW verbindt er zich in dat geval toe om een
samenwerkingsovereenkomst te sluiten met die onderaannemers, waarin samenwerkingsovereenkomst te sluiten met die onderaannemers, waarin
minstens afspraken worden vastgelegd over de verdeling van het minstens afspraken worden vastgelegd over de verdeling van het
ontvangen subsidiebedrag. ontvangen subsidiebedrag.
§ 2. Het gemandateerde OCMW kan ervoor kiezen om de dienstverlening, § 2. Het gemandateerde OCMW kan ervoor kiezen om de dienstverlening,
vermeld in dit besluit, door te geven aan een ander OCMW dat vermeld in dit besluit, door te geven aan een ander OCMW dat
gemandateerd is in het kader van dit besluit. Het gemandateerde OCMW gemandateerd is in het kader van dit besluit. Het gemandateerde OCMW
maakt in dat geval de nodige afspraken over de verdeling van het maakt in dat geval de nodige afspraken over de verdeling van het
ontvangen subsidiebedrag. ontvangen subsidiebedrag.

Art. 25.Het gemandateerde OCMW maakt jaarlijks een begroting op met

Art. 25.Het gemandateerde OCMW maakt jaarlijks een begroting op met

een overzicht van de voorzienbare inkomsten en de geraamde uitgaven een overzicht van de voorzienbare inkomsten en de geraamde uitgaven
voor de van toepassing zijnde dienstverlening, vermeld in dit voor de van toepassing zijnde dienstverlening, vermeld in dit
hoofdstuk. hoofdstuk.
Het gemandateerde OCMW hanteert een boekhouding die de inkomsten en de Het gemandateerde OCMW hanteert een boekhouding die de inkomsten en de
uitgaven die verband houden met de dienstverlening, vermeld in dit uitgaven die verband houden met de dienstverlening, vermeld in dit
besluit, alsook de parameters, vermeld in artikel 29 en 34, voor de besluit, alsook de parameters, vermeld in artikel 29 en 34, voor de
toerekening van de kosten en de inkomsten, transparant afzondert. toerekening van de kosten en de inkomsten, transparant afzondert.
Als het gemandateerde OCMW met onderaannemers werkt, moet duidelijk Als het gemandateerde OCMW met onderaannemers werkt, moet duidelijk
zichtbaar zijn welke inkomsten die onderaannemers verworven hebben en zichtbaar zijn welke inkomsten die onderaannemers verworven hebben en
welke uitgaven ze gedaan hebben, en aan welke dienstverlening dat welke uitgaven ze gedaan hebben, en aan welke dienstverlening dat
gekoppeld is. gekoppeld is.
Het gemandateerde OCMW draagt in alle gevallen de financiële Het gemandateerde OCMW draagt in alle gevallen de financiële
eindverantwoordelijkheid voor de toepassing van dit hoofdstuk, eindverantwoordelijkheid voor de toepassing van dit hoofdstuk,
ongeacht of er met onderaannemers wordt gewerkt. ongeacht of er met onderaannemers wordt gewerkt.
De VDAB kan aanvullende richtlijnen uitvaardigen voor de te hanteren De VDAB kan aanvullende richtlijnen uitvaardigen voor de te hanteren
boekhouding en de wijze waarop ze ingediend moet worden met het oog op boekhouding en de wijze waarop ze ingediend moet worden met het oog op
de rechtmatigheidscontrole van de kosten en de inkomsten. de rechtmatigheidscontrole van de kosten en de inkomsten.

Art. 26.Het gemandateerde OCMW registreert minimaal de volgende

Art. 26.Het gemandateerde OCMW registreert minimaal de volgende

gegevens in de databank van de VDAB: gegevens in de databank van de VDAB:
1° de identiteit van de werkzoekende; 1° de identiteit van de werkzoekende;
2° de identiteit van de trajectbegeleider; 2° de identiteit van de trajectbegeleider;
3° de aanvangsdatum en de datum van de beëindiging van de 3° de aanvangsdatum en de datum van de beëindiging van de
werkervaringsovereenkomst; werkervaringsovereenkomst;
4° de tussentijdse evaluaties van het traject tijdelijke werkervaring, 4° de tussentijdse evaluaties van het traject tijdelijke werkervaring,
met inbegrip van het scoren van de verworven competenties en het in met inbegrip van het scoren van de verworven competenties en het in
kaart brengen van de te verwerven competenties; kaart brengen van de te verwerven competenties;
5° de eindevaluatie van het traject tijdelijke werkervaring; 5° de eindevaluatie van het traject tijdelijke werkervaring;
6° het opleidingsplan, vermeld in artikel 11. 6° het opleidingsplan, vermeld in artikel 11.
Voor de toepassing van het eerste lid kan het gemandateerde OCMW de Voor de toepassing van het eerste lid kan het gemandateerde OCMW de
gegevens laten registreren door de onderaannemer die het heeft gegevens laten registreren door de onderaannemer die het heeft
aangesteld om die dienstverlening uit te voeren. aangesteld om die dienstverlening uit te voeren.
Elke registratie verloopt volgens de richtlijnen die de VDAB opstelt. Elke registratie verloopt volgens de richtlijnen die de VDAB opstelt.
De VDAB kan bijkomende registratieverplichtingen bepalen. De VDAB kan bijkomende registratieverplichtingen bepalen.

Art. 27.Het gemandateerde OCMW heeft de integriteit en geschiktheid

Art. 27.Het gemandateerde OCMW heeft de integriteit en geschiktheid

om op een rechtmatige manier, rekening houdend met geldende normen en om op een rechtmatige manier, rekening houdend met geldende normen en
waarden, met de steun, vermeld in dit besluit, om te gaan en de waarden, met de steun, vermeld in dit besluit, om te gaan en de
bijbehorende specifieke dienstverlening en voorwaarden na te leven. bijbehorende specifieke dienstverlening en voorwaarden na te leven.
Afdeling 3. - Steun Afdeling 3. - Steun

Art. 28.De steun, verleend met toepassing of ter uitvoering van dit

Art. 28.De steun, verleend met toepassing of ter uitvoering van dit

hoofdstuk, wordt toegekend met inachtneming van de voorwaarden van het hoofdstuk, wordt toegekend met inachtneming van de voorwaarden van het
besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende
de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie
voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van
diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen. diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.

Art. 29.§ 1. Volgens de voorwaarden, vermeld in dit besluit,

Art. 29.§ 1. Volgens de voorwaarden, vermeld in dit besluit,

verstrekt de VDAB aan het gemandateerde OCMW een vergoeding voor de verstrekt de VDAB aan het gemandateerde OCMW een vergoeding voor de
realisatie van de dienstverlening, vermeld in dit besluit. realisatie van de dienstverlening, vermeld in dit besluit.
De vergoeding bedraagt per begeleiding per jaar maximaal 3000 euro en De vergoeding bedraagt per begeleiding per jaar maximaal 3000 euro en
vertegenwoordigt: vertegenwoordigt:
1° de personeelskosten van de begeleider; 1° de personeelskosten van de begeleider;
2° de werkingskosten die maximaal 20% van de personeelskosten 2° de werkingskosten die maximaal 20% van de personeelskosten
bedragen; bedragen;
3° een winstaandeel dat niet hoger ligt dan de relevante swaprente, 3° een winstaandeel dat niet hoger ligt dan de relevante swaprente,
verhoogd met een opslag van 100 basispunten. verhoogd met een opslag van 100 basispunten.
In het tweede lid, 1°, wordt onder personeelskosten ook verstaan: het In het tweede lid, 1°, wordt onder personeelskosten ook verstaan: het
geheel van vergoedingen aan de onderaannemer die overeenkomen met de geheel van vergoedingen aan de onderaannemer die overeenkomen met de
personeelskosten van het gemandateerde OCMW, als de onderaannemer in personeelskosten van het gemandateerde OCMW, als de onderaannemer in
dienst zou zijn van het gemandateerde OCMW. dienst zou zijn van het gemandateerde OCMW.
In het tweede lid, 2°, wordt verstaan onder werkingskosten: In het tweede lid, 2°, wordt verstaan onder werkingskosten:
1° de uitgaven die rechtstreeks betrekking hebben op de planning, 1° de uitgaven die rechtstreeks betrekking hebben op de planning,
uitvoering, monitoring en evaluatie van de begeleiding; uitvoering, monitoring en evaluatie van de begeleiding;
2° de uitgaven die onrechtstreeks betrekking hebben op de organisatie 2° de uitgaven die onrechtstreeks betrekking hebben op de organisatie
van het gemandateerde OCMW in het kader van de begeleiding. van het gemandateerde OCMW in het kader van de begeleiding.
In het tweede lid, 3°, wordt verstaan onder relevante swaprente: de In het tweede lid, 3°, wordt verstaan onder relevante swaprente: de
swaprente waarvan de looptijd en de valuta overeenstemmen met de swaprente waarvan de looptijd en de valuta overeenstemmen met de
looptijd en de valuta uit dit besluit. looptijd en de valuta uit dit besluit.
Als het gemandateerde OCMW een beroep doet op onderaannemers, worden Als het gemandateerde OCMW een beroep doet op onderaannemers, worden
de werkingskosten, vermeld in het vierde lid, van het gemandateerde de werkingskosten, vermeld in het vierde lid, van het gemandateerde
OCMW en de onderaannemers samengeteld. OCMW en de onderaannemers samengeteld.
De vergoeding, vermeld in dit artikel, kan maximaal betrekking hebben De vergoeding, vermeld in dit artikel, kan maximaal betrekking hebben
op 24 maanden dienstverlening, zelfs als het traject tijdelijke op 24 maanden dienstverlening, zelfs als het traject tijdelijke
werkervaring langer dan 24 maanden duurt. werkervaring langer dan 24 maanden duurt.
§ 2. De vergoeding, vermeld in paragraaf 1, wordt uitbetaald in het § 2. De vergoeding, vermeld in paragraaf 1, wordt uitbetaald in het
kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de dienstverlening is kwartaal dat volgt op het kwartaal waarin de dienstverlening is
geleverd, en heeft betrekking op maximaal 24 maanden effectieve geleverd, en heeft betrekking op maximaal 24 maanden effectieve
dienstverlening als vermeld in dit hoofdstuk. dienstverlening als vermeld in dit hoofdstuk.
In het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar in kwestie, is er In het kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar in kwestie, is er
een afrekening. Als de gegevens die de basis vormen voor de berekening een afrekening. Als de gegevens die de basis vormen voor de berekening
van de steun, fout zijn, kan er een rechtzetting komen. van de steun, fout zijn, kan er een rechtzetting komen.
§ 3. De vergoeding, vermeld in paragraaf 1, wordt aangevuld met een § 3. De vergoeding, vermeld in paragraaf 1, wordt aangevuld met een
compensatie voor de maanden van het traject tijdelijke werkervaring compensatie voor de maanden van het traject tijdelijke werkervaring
waarin gebruik gemaakt wordt van het instrument vermeld in artikel 15. waarin gebruik gemaakt wordt van het instrument vermeld in artikel 15.
De compensatie bedraagt het verschil tussen 445 euro en de reeds De compensatie bedraagt het verschil tussen 445 euro en de reeds
genoten vergoedingen die werden toegekend met toepassing van paragraaf genoten vergoedingen die werden toegekend met toepassing van paragraaf
1 of artikel 34. 1 of artikel 34.
De compensatie wordt uitbetaald in het kwartaal dat volgt op het De compensatie wordt uitbetaald in het kwartaal dat volgt op het
kwartaal waarin de dienstverlening werd geleverd. Per maand wordt een kwartaal waarin de dienstverlening werd geleverd. Per maand wordt een
voorlopig bedrag van 150 euro uitbetaald. De betaalde bedragen worden voorlopig bedrag van 150 euro uitbetaald. De betaalde bedragen worden
na afloop van het traject tijdelijke werkervaring verrekend met de na afloop van het traject tijdelijke werkervaring verrekend met de
vergoedingen die werden toegekend met toepassing van paragraaf 1 of vergoedingen die werden toegekend met toepassing van paragraaf 1 of
artikel 34. artikel 34.
In afwijking van artikel 28 valt de compensatie, vermeld in deze In afwijking van artikel 28 valt de compensatie, vermeld in deze
paragraaf, niet onder de toepassing van het besluit 2012/21/EU van de paragraaf, niet onder de toepassing van het besluit 2012/21/EU van de
Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel Commissie van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel
106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare Unie op staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare
dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen
economisch belang belaste ondernemingen. economisch belang belaste ondernemingen.

Art. 30.De VDAB stelt jaarlijks in het eerste kwartaal van het

Art. 30.De VDAB stelt jaarlijks in het eerste kwartaal van het

kalenderjaar een kasvoorschot van de jaarlijkse vergoeding bepaald in kalenderjaar een kasvoorschot van de jaarlijkse vergoeding bepaald in
artikel 29 voor het gemiddelde aantal begeleidingen op jaarbasis ter artikel 29 voor het gemiddelde aantal begeleidingen op jaarbasis ter
beschikking van de gemandateerde OCMW's, vermenigvuldigd met 25%. Dat beschikking van de gemandateerde OCMW's, vermenigvuldigd met 25%. Dat
kasvoorschot wordt jaarlijks bijgesteld naargelang het aantal kasvoorschot wordt jaarlijks bijgesteld naargelang het aantal
trajecten dat in begeleiding was in het voorafgaande kalenderjaar. trajecten dat in begeleiding was in het voorafgaande kalenderjaar.
In afwijking van het eerste lid wordt het eerste kasvoorschot In afwijking van het eerste lid wordt het eerste kasvoorschot
uitbetaald in het eerste kwartaal na de opstart van het stelsel uitbetaald in het eerste kwartaal na de opstart van het stelsel
tijdelijke werkervaring, gebaseerd op historische gegevens. Om die tijdelijke werkervaring, gebaseerd op historische gegevens. Om die
historische gegevens te bepalen, wordt rekening gehouden met het historische gegevens te bepalen, wordt rekening gehouden met het
aantal tewerkstellingen met toepassing van artikel 60, § 7, van de wet aantal tewerkstellingen met toepassing van artikel 60, § 7, van de wet
van 8 juli 1976 in refertejaar 2015, vermenigvuldigd met de jaarlijkse van 8 juli 1976 in refertejaar 2015, vermenigvuldigd met de jaarlijkse
vergoeding voor de begeleiding, vermeld in artikel 29 van dit besluit, vergoeding voor de begeleiding, vermeld in artikel 29 van dit besluit,
vermenigvuldigd met 25%, rekening houdend met de verwachte evolutie vermenigvuldigd met 25%, rekening houdend met de verwachte evolutie
van het aantal tewerkstellingen met toepassing van artikel 60, § 7, van het aantal tewerkstellingen met toepassing van artikel 60, § 7,
van de wet van 8 juli 1976. van de wet van 8 juli 1976.

Art. 31.De vergoeding, vermeld in artikel 29, wordt verrekend naar

Art. 31.De vergoeding, vermeld in artikel 29, wordt verrekend naar

rato van de correct geregistreerde prestaties die het gemandateerde rato van de correct geregistreerde prestaties die het gemandateerde
OCMW of zijn onderaannemers conform dit besluit effectief geleverd OCMW of zijn onderaannemers conform dit besluit effectief geleverd
hebben op het vlak van de begeleiding. hebben op het vlak van de begeleiding.

Art. 32.De vergoeding, vermeld in artikel 29, kan niet gecumuleerd

Art. 32.De vergoeding, vermeld in artikel 29, kan niet gecumuleerd

worden met enige andere vorm van steun voor dezelfde kosten of voor worden met enige andere vorm van steun voor dezelfde kosten of voor
kosten die elkaar geheel of gedeeltelijk overlappen, van werknemers kosten die elkaar geheel of gedeeltelijk overlappen, van werknemers
die het gemandateerde OCMW of zijn onderaannemers in dienst hebben die het gemandateerde OCMW of zijn onderaannemers in dienst hebben
voor de uitvoering van de begeleiding. voor de uitvoering van de begeleiding.

Art. 33.Het gemandateerde OCMW kan voor de leefloongerechtigde geen

Art. 33.Het gemandateerde OCMW kan voor de leefloongerechtigde geen

enkele andere vergoeding voor de begeleiding ontvangen dan de enkele andere vergoeding voor de begeleiding ontvangen dan de
vergoeding, vermeld in dit besluit. vergoeding, vermeld in dit besluit.

Art. 34.In dit artikel wordt verstaan onder:

Art. 34.In dit artikel wordt verstaan onder:

1° professionele activering: het geheel van acties, adviezen en 1° professionele activering: het geheel van acties, adviezen en
diensten die de VDAB of een partnerorganisatie aanbiedt in het kader diensten die de VDAB of een partnerorganisatie aanbiedt in het kader
van een traject naar werk van de werkzoekende; van een traject naar werk van de werkzoekende;
2° stimuleringsfinanciering: de bijkomende financiële ondersteuning 2° stimuleringsfinanciering: de bijkomende financiële ondersteuning
met het oog op een hoger bereik van een positieve uitstroom. met het oog op een hoger bereik van een positieve uitstroom.
Binnen de grenzen van de goedgekeurde jaarlijkse begrotingskredieten Binnen de grenzen van de goedgekeurde jaarlijkse begrotingskredieten
en volgens de voorwaarden, vermeld in dit besluit, verkrijgt het en volgens de voorwaarden, vermeld in dit besluit, verkrijgt het
gemandateerde OCMW een stimuleringsfinanciering per geslaagde gemandateerde OCMW een stimuleringsfinanciering per geslaagde
begeleiding. De begeleiding wordt als geslaagd beschouwd als de begeleiding. De begeleiding wordt als geslaagd beschouwd als de
werkzoekende aan het werk is. werkzoekende aan het werk is.
Het gemandateerd OCMW ontvangt een forfaitaire vergoeding van 300 euro Het gemandateerd OCMW ontvangt een forfaitaire vergoeding van 300 euro
indien de werkzoekende de dag na beëindiging van de indien de werkzoekende de dag na beëindiging van de
werkervaringsovereenkomst aan het werk is. werkervaringsovereenkomst aan het werk is.
Het gemandateerd OCMW ontvangt een forfaitaire vergoeding van 600 euro Het gemandateerd OCMW ontvangt een forfaitaire vergoeding van 600 euro
indien de werkzoekende drie maanden na beëindiging van de indien de werkzoekende drie maanden na beëindiging van de
werkervaringsovereenkomst aan het werk is. werkervaringsovereenkomst aan het werk is.
De vergoeding bepaald in dit artikel moet aangewend worden in het De vergoeding bepaald in dit artikel moet aangewend worden in het
kader van professionele activering. kader van professionele activering.
Afdeling 4. - Controle en sancties Afdeling 4. - Controle en sancties

Art. 35.De VDAB voert op regelmatige basis en minimaal om de drie

Art. 35.De VDAB voert op regelmatige basis en minimaal om de drie

jaar en na het beëindigen van de mandatering controles uit die gericht jaar en na het beëindigen van de mandatering controles uit die gericht
zijn op de naleving van de bepalingen van dit besluit, om de omvang zijn op de naleving van de bepalingen van dit besluit, om de omvang
van de vergoeding voor de begeleiding te bepalen. van de vergoeding voor de begeleiding te bepalen.
De controle, vermeld in het eerste lid, kan aanleiding geven tot de De controle, vermeld in het eerste lid, kan aanleiding geven tot de
herziening van de vergoeding, vermeld in artikel 29. herziening van de vergoeding, vermeld in artikel 29.

Art. 36.De informatiegegevens die betrekking hebben op de naleving

Art. 36.De informatiegegevens die betrekking hebben op de naleving

van de voorwaarden van dit besluit, worden door het gemandateerde OCMW van de voorwaarden van dit besluit, worden door het gemandateerde OCMW
bewaard gedurende minimaal tien jaar na afloop van de periode van bewaard gedurende minimaal tien jaar na afloop van de periode van
mandatering. mandatering.

Art. 37.De VDAB zal de vergoeding verminderen of terugvorderen als:

Art. 37.De VDAB zal de vergoeding verminderen of terugvorderen als:

1° het gemandateerde OCMW de bepalingen van dit besluit niet naleeft; 1° het gemandateerde OCMW de bepalingen van dit besluit niet naleeft;
2° de VDAB inbreuken vaststelt op de bepalingen van het besluit 2° de VDAB inbreuken vaststelt op de bepalingen van het besluit
2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de 2012/21/EU van de Commissie van 20 december 2011 betreffende de
toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van het Verdrag betreffende de
werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie werking van de Europese Unie op staatssteun in de vorm van compensatie
voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van voor de openbare dienst, verleend aan bepaalde met het beheer van
diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen. diensten van algemeen economisch belang belaste ondernemingen.
De beslissing tot vermindering of terugvordering is definitief nadat De beslissing tot vermindering of terugvordering is definitief nadat
het gemandateerde OCMW de mogelijkheid heeft gekregen om zijn het gemandateerde OCMW de mogelijkheid heeft gekregen om zijn
verweermiddelen mee te delen binnen een vervaltermijn van dertig verweermiddelen mee te delen binnen een vervaltermijn van dertig
dagen. dagen.
De termijn, vermeld in het tweede lid, vangt aan de dag nadat het De termijn, vermeld in het tweede lid, vangt aan de dag nadat het
voornemen aan het gemandateerde OCMW ter kennisgeving is verzonden met voornemen aan het gemandateerde OCMW ter kennisgeving is verzonden met
een aangetekende brief. een aangetekende brief.

Art. 38.Ieder kwartaal vindt er een monitoring plaats door de VDAB op

Art. 38.Ieder kwartaal vindt er een monitoring plaats door de VDAB op

de uitvoering van de bepalingen van dit hoofdstuk door de de uitvoering van de bepalingen van dit hoofdstuk door de
gemandateerde OCMW's. Die monitoring houdt het volgende in: gemandateerde OCMW's. Die monitoring houdt het volgende in:
1° de monitoring van de correctheid van de ingevoerde gegevens; 1° de monitoring van de correctheid van de ingevoerde gegevens;
2° de monitoring van de effectieve prestaties. 2° de monitoring van de effectieve prestaties.
Als aan de twee voorwaarden, vermeld in het eerste lid, is voldaan, Als aan de twee voorwaarden, vermeld in het eerste lid, is voldaan,
wordt het kwartaal waarin prestaties zijn geleverd, volledig wordt het kwartaal waarin prestaties zijn geleverd, volledig
uitbetaald in het volgende kwartaal. uitbetaald in het volgende kwartaal.
Ieder kalenderjaar vindt er bijkomend een financiële controle plaats Ieder kalenderjaar vindt er bijkomend een financiële controle plaats
van dubbele inkomsten. De vastgestelde extra inkomsten worden daarbij van dubbele inkomsten. De vastgestelde extra inkomsten worden daarbij
in mindering gebracht van de reeds al verkregen vergoeding. Ieder in mindering gebracht van de reeds al verkregen vergoeding. Ieder
kalenderjaar worden daarnaast de niet-geleverde prestaties op kalenderjaar worden daarnaast de niet-geleverde prestaties op
maandbasis in mindering gebracht van de al betaalde vergoedingen op maandbasis in mindering gebracht van de al betaalde vergoedingen op
jaarbasis. jaarbasis.
HOOFDSTUK 3. - Toezicht op de toelagen aan openbare centra voor HOOFDSTUK 3. - Toezicht op de toelagen aan openbare centra voor
maatschappelijk welzijn in het kader van artikel 60, § 7, van de wet maatschappelijk welzijn in het kader van artikel 60, § 7, van de wet
van 8 juli 1976 van 8 juli 1976

Art. 39.De VDAB oefent toezicht uit op de OCMW's voor de toekenning

Art. 39.De VDAB oefent toezicht uit op de OCMW's voor de toekenning

en aanwending van toelagen voor tewerkstelling in het kader van en aanwending van toelagen voor tewerkstelling in het kader van
artikel 57quater, 60, § 7, en artikel 61 van de wet van 8 juli 1976. artikel 57quater, 60, § 7, en artikel 61 van de wet van 8 juli 1976.
Om het toezicht, vermeld in het eerste lid, uit te voeren, kan de VDAB Om het toezicht, vermeld in het eerste lid, uit te voeren, kan de VDAB
de volgende stukken en informatie opvragen bij de OCMW's: de volgende stukken en informatie opvragen bij de OCMW's:
1° boekhoudkundige stukken; 1° boekhoudkundige stukken;
2° de volgende informatie over de trajecten: 2° de volgende informatie over de trajecten:
a) het aantal lopende trajecten tijdelijke werkervaring; a) het aantal lopende trajecten tijdelijke werkervaring;
b) het aantal lopende arbeidsovereenkomsten met toepassing van artikel b) het aantal lopende arbeidsovereenkomsten met toepassing van artikel
60, § 7, van de wet van 8 juli 1976; 60, § 7, van de wet van 8 juli 1976;
c) het aantal lopende overeenkomsten met toepassing van artikel 61 van c) het aantal lopende overeenkomsten met toepassing van artikel 61 van
de wet van 8 juli 1976; de wet van 8 juli 1976;
3° de volgende informatie over de toelagen: 3° de volgende informatie over de toelagen:
a) het aantal ontvangen toelagen voor de toepassing van artikel a) het aantal ontvangen toelagen voor de toepassing van artikel
57quater van de wet van 8 juli 1976; 57quater van de wet van 8 juli 1976;
b) het aantal ontvangen toelagen voor tewerkstellingen met toepassing b) het aantal ontvangen toelagen voor tewerkstellingen met toepassing
van artikel 60, § 7, van het wet van 8 juli 1976; van artikel 60, § 7, van het wet van 8 juli 1976;
c) het aantal ontvangen toelagen voor de toepassing van artikel 61 van c) het aantal ontvangen toelagen voor de toepassing van artikel 61 van
de wet van 8 juli 1976. de wet van 8 juli 1976.
De VDAB kan aanvullende informatie of toelichting vragen bij het De VDAB kan aanvullende informatie of toelichting vragen bij het
betrokken OCMW. Het betrokken OCMW kan op eigen initiatief aan de VDAB betrokken OCMW. Het betrokken OCMW kan op eigen initiatief aan de VDAB
ook aanvullende informatie bezorgen of een toelichting geven. ook aanvullende informatie bezorgen of een toelichting geven.
Voor de controle op de bepalingen van dit hoofdstuk kan de VDAB alle Voor de controle op de bepalingen van dit hoofdstuk kan de VDAB alle
noodzakelijke gegevensbronnen raadplegen. noodzakelijke gegevensbronnen raadplegen.

Art. 40.Als de VDAB bij de uitoefening van het toezicht, vermeld in

Art. 40.Als de VDAB bij de uitoefening van het toezicht, vermeld in

artikel 39 van dit besluit, onregelmatigheden vaststelt die buiten het artikel 39 van dit besluit, onregelmatigheden vaststelt die buiten het
toepassingsgebied van dit besluit vallen, maar waarvan de VDAB toepassingsgebied van dit besluit vallen, maar waarvan de VDAB
vermoedt dat ze een inbreuk kunnen vormen op het decreet houdende vermoedt dat ze een inbreuk kunnen vormen op het decreet houdende
sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004, kan de VDAB het dossier sociaalrechtelijk toezicht van 30 april 2004, kan de VDAB het dossier
bezorgen aan de instelling die belast is met de toepassing van het bezorgen aan de instelling die belast is met de toepassing van het
voormelde decreet. voormelde decreet.

Art. 41.Als de VDAB bij de uitoefening van het toezicht, vermeld in

Art. 41.Als de VDAB bij de uitoefening van het toezicht, vermeld in

artikel 39, vaststelt dat er ten onrechte toelagen zijn betaald of dat artikel 39, vaststelt dat er ten onrechte toelagen zijn betaald of dat
er te veel toelagen zijn betaald aan het betrokken OCMW, kan hij die er te veel toelagen zijn betaald aan het betrokken OCMW, kan hij die
toelagen terugvorderen. toelagen terugvorderen.
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen

Art. 42.De volgende bepalingen treden in werking op 1 januari 2017:

Art. 42.De volgende bepalingen treden in werking op 1 januari 2017:

1° artikel 1 tot en met 23 en 27 tot en met 36 van het 1° artikel 1 tot en met 23 en 27 tot en met 36 van het
Tijdelijke-werkervaringsdecreet van 9 december 2016; Tijdelijke-werkervaringsdecreet van 9 december 2016;
2° dit besluit. 2° dit besluit.

Art. 43.De arbeidsovereenkomsten die gesloten zijn met toepassing van

Art. 43.De arbeidsovereenkomsten die gesloten zijn met toepassing van

artikel 60, § 7, of artikel 61 van de wet van 8 juli 1976, die zijn artikel 60, § 7, of artikel 61 van de wet van 8 juli 1976, die zijn
ingegaan vóór de inwerkingtreding van dit besluit, lopen verder ingegaan vóór de inwerkingtreding van dit besluit, lopen verder
volgens de regelgeving die gold op de dag vóór de inwerkingtreding van volgens de regelgeving die gold op de dag vóór de inwerkingtreding van
dit besluit, met inbegrip van de toelagen die aan het betrokken OCMW dit besluit, met inbegrip van de toelagen die aan het betrokken OCMW
worden toegekend voor deze tewerkstelling, en met inbegrip van de worden toegekend voor deze tewerkstelling, en met inbegrip van de
bijdragevermindering voor de sociale zekerheid bedoeld in de artikelen bijdragevermindering voor de sociale zekerheid bedoeld in de artikelen
12, 15, 34 en 35 van het Tijdelijke-werkervaringsdecreet van 9 12, 15, 34 en 35 van het Tijdelijke-werkervaringsdecreet van 9
december 2016. december 2016.
In afwijking van artikel 42 treden de artikelen 12, 15, 34 en 35 van In afwijking van artikel 42 treden de artikelen 12, 15, 34 en 35 van
het Tijdelijke-werkervaringsdecreet van 9 december 2016, voor zover het Tijdelijke-werkervaringsdecreet van 9 december 2016, voor zover
zij van toepassing zijn op overeenkomsten bedoeld in het eerste lid zij van toepassing zijn op overeenkomsten bedoeld in het eerste lid
die zijn ingegaan vóór de inwerkingtreding van dit besluit, ten die zijn ingegaan vóór de inwerkingtreding van dit besluit, ten
laatste in werking op 1 januari 2019. Vanaf die datum kan er niet laatste in werking op 1 januari 2019. Vanaf die datum kan er niet
langer van de bijdragevermindering voor de sociale zekerheid worden langer van de bijdragevermindering voor de sociale zekerheid worden
genoten die worden opgeheven met deze artikelen. genoten die worden opgeheven met deze artikelen.

Art. 44.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid,

Art. 44.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid,

is belast met de uitvoering van dit besluit. is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 december 2016. Brussel, 23 december 2016.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport,
Ph. MUYTERS Ph. MUYTERS
^