Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 21/06/2024
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 maart 2024 over het stimuleren van een veilig sportklimaat"
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 maart 2024 over het stimuleren van een veilig sportklimaat Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 15 maart 2024 over het stimuleren van een veilig sportklimaat
21 JUNI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het 21 JUNI 2024. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het
decreet van 15 maart 2024 over het stimuleren van een veilig decreet van 15 maart 2024 over het stimuleren van een veilig
sportklimaat sportklimaat
Rechtsgronden Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op: Dit besluit is gebaseerd op:
- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der - de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli
1993; 1993;
- het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring - het decreet van 10 juni 2016 houdende de erkenning en subsidiëring
van de georganiseerde sportsector, artikel 9, eerste lid, vervangen van de georganiseerde sportsector, artikel 9, eerste lid, vervangen
bij het decreet van 20 mei 2022; bij het decreet van 20 mei 2022;
- de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019, artikel 76/2, - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019, artikel 76/2,
derde lid, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2022; derde lid, ingevoegd bij het decreet van 1 juli 2022;
- het decreet van 15 maart 2024 over het stimuleren van een veilig - het decreet van 15 maart 2024 over het stimuleren van een veilig
sportklimaat, artikel 4, derde en vierde lid, artikel 7, derde lid, sportklimaat, artikel 4, derde en vierde lid, artikel 7, derde lid,
artikel 11, § 1, tweede lid, en § 2, artikel 18, § 2, artikel 25, artikel 11, § 1, tweede lid, en § 2, artikel 18, § 2, artikel 25,
tweede lid, artikel 31, tweede lid, artikel 33, 36, 37, eerste lid, tweede lid, artikel 31, tweede lid, artikel 33, 36, 37, eerste lid,
2°, tweede lid, vierde lid en vijfde lid, en artikel 61. 2°, tweede lid, vierde lid en vijfde lid, en artikel 61.
Vormvereisten Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld: De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn
akkoord gegeven op 25 maart 2024. akkoord gegeven op 25 maart 2024.
- De SARC heeft advies gegeven op 26 april 2024. - De SARC heeft advies gegeven op 26 april 2024.
- De Raad van State heeft advies nr. 76.363/3 gegeven op 3 juni 2024, - De Raad van State heeft advies nr. 76.363/3 gegeven op 3 juni 2024,
met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs, Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Onderwijs,
Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand. Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand.
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

1° decreet van 10 juni 2016: het decreet van 10 juni 2016 houdende de 1° decreet van 10 juni 2016: het decreet van 10 juni 2016 houdende de
erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector; erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector;
2° decreet van 15 maart 2024: het decreet van 15 maart 2024 over het 2° decreet van 15 maart 2024: het decreet van 15 maart 2024 over het
stimuleren van een veilig sportklimaat; stimuleren van een veilig sportklimaat;
3° erkende sportfederatie: de sportorganisatie die erkend is als 3° erkende sportfederatie: de sportorganisatie die erkend is als
Vlaamse sportfederatie met toepassing van het decreet van 10 juni Vlaamse sportfederatie met toepassing van het decreet van 10 juni
2016; 2016;
4° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de sport. 4° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de sport.

Art. 2.De volgende indicatoren worden gebruikt om bij de

Art. 2.De volgende indicatoren worden gebruikt om bij de

beleidsevaluatie de subsidie van de organisatie voor beleidsevaluatie de subsidie van de organisatie voor
beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van veilig beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van veilig
sporten inhoudelijk en financieel te evalueren: sporten inhoudelijk en financieel te evalueren:
1° het aantal actoren binnen de Vlaamse sportsector dat op maat is 1° het aantal actoren binnen de Vlaamse sportsector dat op maat is
begeleid en ondersteund bij de implementatie van hun beleid rond begeleid en ondersteund bij de implementatie van hun beleid rond
veilig sporten; veilig sporten;
2° het aantal aangeboden opleidingsmomenten; 2° het aantal aangeboden opleidingsmomenten;
3° het aantal erkende sportfederaties dat jaarlijks minstens een keer 3° het aantal erkende sportfederaties dat jaarlijks minstens een keer
een beroep doet op de dienstverlening van de organisatie; een beroep doet op de dienstverlening van de organisatie;
4° de mate waarin de organisatie erin slaagt om multidisciplinair 4° de mate waarin de organisatie erin slaagt om multidisciplinair
samen te werken met actoren uit de sportsector en andere relevante samen te werken met actoren uit de sportsector en andere relevante
sectoren. sectoren.
De volgende indicatoren worden gebruikt om bij de beleidsevaluatie de De volgende indicatoren worden gebruikt om bij de beleidsevaluatie de
subsidie van het overkoepelende tuchtorgaan voor de sportsector subsidie van het overkoepelende tuchtorgaan voor de sportsector
inhoudelijk en financieel te evalueren: inhoudelijk en financieel te evalueren:
1° het aantal gesubsidieerde sportfederaties dat lid is van het 1° het aantal gesubsidieerde sportfederaties dat lid is van het
overkoepelende tuchtorgaan voor de sportsector; overkoepelende tuchtorgaan voor de sportsector;
2° het aantal aangemelde tuchtdossiers; 2° het aantal aangemelde tuchtdossiers;
3° de kwaliteit van de afhandeling van de aangemelde tuchtdossiers; 3° de kwaliteit van de afhandeling van de aangemelde tuchtdossiers;
4° de doorlooptijd van de aangemelde tuchtdossiers. 4° de doorlooptijd van de aangemelde tuchtdossiers.
In het tweede lid, 1°, wordt verstaan onder gesubsidieerde In het tweede lid, 1°, wordt verstaan onder gesubsidieerde
sportfederatie: de sportorganisatie die gesubsidieerd is als Vlaamse sportfederatie: de sportorganisatie die gesubsidieerd is als Vlaamse
sportfederatie met toepassing van het decreet van 10 juni 2016. sportfederatie met toepassing van het decreet van 10 juni 2016.
HOOFDSTUK 2. - Verantwoordelijkheden en verplichtingen voor HOOFDSTUK 2. - Verantwoordelijkheden en verplichtingen voor
sportorganisaties over veilig sporten sportorganisaties over veilig sporten
Afdeling 1. - Algemene bevordering van veilig sporten Afdeling 1. - Algemene bevordering van veilig sporten

Art. 3.In dit artikel wordt verstaan onder sporten op een gezonde

Art. 3.In dit artikel wordt verstaan onder sporten op een gezonde

manier: alle gedragingen die ervoor zorgen dat mensen op een manier: alle gedragingen die ervoor zorgen dat mensen op een
verantwoorde wijze kunnen sporten en die ervoor zorgen dat de fysieke verantwoorde wijze kunnen sporten en die ervoor zorgen dat de fysieke
en psychische integriteit van de sporter tijdens het sporten wordt en psychische integriteit van de sporter tijdens het sporten wordt
gewaarborgd. gewaarborgd.
Ter uitvoering van artikel 4, derde lid, van het decreet van 15 maart Ter uitvoering van artikel 4, derde lid, van het decreet van 15 maart
2024 neemt elke sportorganisatie, om het veilig sporten te bevorderen 2024 neemt elke sportorganisatie, om het veilig sporten te bevorderen
en rekening houdend met de aard en de context van de sportbeoefening, en rekening houdend met de aard en de context van de sportbeoefening,
initiatieven die passen in een beleid dat in het bijzonder aandacht initiatieven die passen in een beleid dat in het bijzonder aandacht
besteedt aan sporten op een gezonde manier en dat al de volgende besteedt aan sporten op een gezonde manier en dat al de volgende
aspecten bevat: aspecten bevat:
1° maatregelen en initiatieven om sportspecifieke risico's te 1° maatregelen en initiatieven om sportspecifieke risico's te
voorkomen en te remediëren, met voor erkende sportfederaties, voorkomen en te remediëren, met voor erkende sportfederaties,
inclusief een wetenschappelijk onderbouwd blessurepreventiebeleid; inclusief een wetenschappelijk onderbouwd blessurepreventiebeleid;
2° een gemotiveerde keuze die gebaseerd is op een visie over het al 2° een gemotiveerde keuze die gebaseerd is op een visie over het al
dan niet aanbevelen of opleggen van een sportmedisch dan niet aanbevelen of opleggen van een sportmedisch
geschiktheidsonderzoek als vermeld in artikel 6 van het voormelde geschiktheidsonderzoek als vermeld in artikel 6 van het voormelde
decreet; decreet;
3° een gemotiveerde keuze die gebaseerd is op een visie over het al 3° een gemotiveerde keuze die gebaseerd is op een visie over het al
dan niet toepassen van leeftijdsgrenzen. dan niet toepassen van leeftijdsgrenzen.
Sportorganisaties die deel uitmaken van een overkoepelende Sportorganisaties die deel uitmaken van een overkoepelende
sportorganisatie die een beleid heeft dat aandacht besteedt aan sportorganisatie die een beleid heeft dat aandacht besteedt aan
sporten op een gezonde manier als vermeld in het tweede lid, worden sporten op een gezonde manier als vermeld in het tweede lid, worden
geacht te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, op geacht te voldoen aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, op
voorwaarde dat ze dat beleid van die overkoepelende sportorganisatie voorwaarde dat ze dat beleid van die overkoepelende sportorganisatie
toepassen in hun werking en ernaar verwijzen in hun communicatie. toepassen in hun werking en ernaar verwijzen in hun communicatie.
Ter uitvoering van artikel 4, derde lid, van het decreet van 15 maart Ter uitvoering van artikel 4, derde lid, van het decreet van 15 maart
2024 kan de minister aan een sportorganisatie die niet voldoet aan de 2024 kan de minister aan een sportorganisatie die niet voldoet aan de
voorwaarde, vermeld in het tweede lid, 1°, op de volgende wijze de voorwaarde, vermeld in het tweede lid, 1°, op de volgende wijze de
maatregelen, vermeld in artikel 36 van het voormelde decreet, maatregelen, vermeld in artikel 36 van het voormelde decreet,
opleggen: opleggen:
1° bij een eerste vaststelling: een aanmaning om zich te conformeren 1° bij een eerste vaststelling: een aanmaning om zich te conformeren
aan de voorwaarde, vermeld in het tweede lid, 1°, conform artikel 36, aan de voorwaarde, vermeld in het tweede lid, 1°, conform artikel 36,
1°, van het voormelde decreet; 1°, van het voormelde decreet;
2° bij een volgende vaststelling of als geen gevolg is gegeven aan de 2° bij een volgende vaststelling of als geen gevolg is gegeven aan de
aanmaning, vermeld in punt 1°, binnen de opgelegde termijn: een aanmaning, vermeld in punt 1°, binnen de opgelegde termijn: een
administratieve geldboete als vermeld in artikel 36, 2°, van het administratieve geldboete als vermeld in artikel 36, 2°, van het
voormelde decreet, of het verbod om gedurende een bepaalde termijn voormelde decreet, of het verbod om gedurende een bepaalde termijn
sportbeoefening te organiseren, de deelname eraan mogelijk te maken of sportbeoefening te organiseren, de deelname eraan mogelijk te maken of
daarvoor als leidende instantie op te treden, vermeld in artikel 36, daarvoor als leidende instantie op te treden, vermeld in artikel 36,
3°, van het voormelde decreet. De minister houdt bij het bepalen van 3°, van het voormelde decreet. De minister houdt bij het bepalen van
die maatregelen rekening met de aard en de ernst van de inbreuk. die maatregelen rekening met de aard en de ernst van de inbreuk.
Ter uitvoering van artikel 4, derde lid, van het decreet van 15 maart Ter uitvoering van artikel 4, derde lid, van het decreet van 15 maart
2024 kan de minister aan een sportorganisatie die niet voldoet aan de 2024 kan de minister aan een sportorganisatie die niet voldoet aan de
voorwaarden, vermeld in het tweede lid, 2°, of 3°, op de volgende voorwaarden, vermeld in het tweede lid, 2°, of 3°, op de volgende
wijze de maatregelen, vermeld in artikel 36 van het voormelde decreet, wijze de maatregelen, vermeld in artikel 36 van het voormelde decreet,
opleggen: opleggen:
1° bij een eerste vaststelling: een aanmaning om zich te conformeren 1° bij een eerste vaststelling: een aanmaning om zich te conformeren
aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, 2° of 3°, conform aan de voorwaarden, vermeld in het tweede lid, 2° of 3°, conform
artikel 36, 1°, van het voormelde decreet; artikel 36, 1°, van het voormelde decreet;
2° bij een volgende vaststelling of als geen gevolg is gegeven aan de 2° bij een volgende vaststelling of als geen gevolg is gegeven aan de
aanmaning, vermeld in punt 1°, binnen de opgelegde termijn: een aanmaning, vermeld in punt 1°, binnen de opgelegde termijn: een
administratieve geldboete als vermeld in artikel 36, 2°, van het administratieve geldboete als vermeld in artikel 36, 2°, van het
voormelde decreet. De minister houdt bij het bepalen van de hoogte van voormelde decreet. De minister houdt bij het bepalen van de hoogte van
de administratieve geldboete rekening met de aard en de ernst van de de administratieve geldboete rekening met de aard en de ernst van de
inbreuk. inbreuk.

Art. 4.Ter uitvoering van artikel 4, derde lid, van het decreet van

Art. 4.Ter uitvoering van artikel 4, derde lid, van het decreet van

15 maart 2024 wijst elke erkende sportfederatie en erkende organisatie 15 maart 2024 wijst elke erkende sportfederatie en erkende organisatie
voor de sportieve vrijetijdsbesteding een medewerker aan die voor de sportieve vrijetijdsbesteding een medewerker aan die
verantwoordelijk is voor veilig sporten en die de volgende rollen verantwoordelijk is voor veilig sporten en die de volgende rollen
vervult: vervult:
1° aanspreekpunt zijn voor het agentschap Sport Vlaanderen en voor de 1° aanspreekpunt zijn voor het agentschap Sport Vlaanderen en voor de
organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het
gebied van veilig sporten; gebied van veilig sporten;
2° informatie en opleidingsmogelijkheden over veilig sporten 2° informatie en opleidingsmogelijkheden over veilig sporten
verspreiden binnen de eigen sportorganisatie en onder haar aangesloten verspreiden binnen de eigen sportorganisatie en onder haar aangesloten
sportclubs, respectievelijk aangesloten verenigingen; sportclubs, respectievelijk aangesloten verenigingen;
3° advies inwinnen bij onder meer medische en paramedische experten om 3° advies inwinnen bij onder meer medische en paramedische experten om
het veiligsportenbeleid van de erkende sportfederatie of de erkende het veiligsportenbeleid van de erkende sportfederatie of de erkende
organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding uit te werken. organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding uit te werken.
In het eerste lid wordt verstaan onder erkende organisatie voor de In het eerste lid wordt verstaan onder erkende organisatie voor de
sportieve vrijetijdsbesteding: de sportorganisatie die erkend is als sportieve vrijetijdsbesteding: de sportorganisatie die erkend is als
organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding met toepassing van organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding met toepassing van
het decreet van 10 juni 2016. het decreet van 10 juni 2016.
Ter uitvoering van artikel 4, derde lid, van het decreet van 15 maart Ter uitvoering van artikel 4, derde lid, van het decreet van 15 maart
2024 kan de minister aan een erkende sportfederatie of een erkende 2024 kan de minister aan een erkende sportfederatie of een erkende
organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding die niet voldoet aan organisatie voor de sportieve vrijetijdsbesteding die niet voldoet aan
de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° of 3°, op de de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° of 3°, op de
volgende wijze de maatregelen, vermeld in artikel 36 van het voormelde volgende wijze de maatregelen, vermeld in artikel 36 van het voormelde
decreet, opleggen: decreet, opleggen:
1° bij een eerste vaststelling: een aanmaning om zich te conformeren 1° bij een eerste vaststelling: een aanmaning om zich te conformeren
aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° of 3°, conform aan de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, 1°, 2° of 3°, conform
artikel 36, 1°, van het voormelde decreet; artikel 36, 1°, van het voormelde decreet;
2° bij een volgende vaststelling of als geen gevolg is gegeven aan de 2° bij een volgende vaststelling of als geen gevolg is gegeven aan de
aanmaning, vermeld in punt 1°, binnen de opgelegde termijn: een aanmaning, vermeld in punt 1°, binnen de opgelegde termijn: een
administratieve geldboete als vermeld in artikel 36, 2°, van het administratieve geldboete als vermeld in artikel 36, 2°, van het
voormelde decreet, of het verbod om gedurende een bepaalde termijn voormelde decreet, of het verbod om gedurende een bepaalde termijn
sportbeoefening te organiseren, de deelname eraan mogelijk te maken of sportbeoefening te organiseren, de deelname eraan mogelijk te maken of
daarvoor als leidende instantie op te treden, vermeld in artikel 36, daarvoor als leidende instantie op te treden, vermeld in artikel 36,
3°, van het voormelde decreet. De minister houdt bij het bepalen van 3°, van het voormelde decreet. De minister houdt bij het bepalen van
die maatregelen rekening met de aard en de ernst van de inbreuk. die maatregelen rekening met de aard en de ernst van de inbreuk.
Afdeling 2. - Rapporteren over veilig sporten Afdeling 2. - Rapporteren over veilig sporten

Art. 5.Ter uitvoering van artikel 4, vierde lid, van het decreet van

Art. 5.Ter uitvoering van artikel 4, vierde lid, van het decreet van

15 maart 2024 rapporteert elke sportorganisatie die daartoe door het 15 maart 2024 rapporteert elke sportorganisatie die daartoe door het
agentschap Sport Vlaanderen wordt verzocht, binnen de dertig dagen na agentschap Sport Vlaanderen wordt verzocht, binnen de dertig dagen na
dat verzoek over de wijze waarop de sportorganisatie voldoet aan de dat verzoek over de wijze waarop de sportorganisatie voldoet aan de
voorwaarden, vermeld in artikel 4, eerste lid, artikel 5 of 6 van het voorwaarden, vermeld in artikel 4, eerste lid, artikel 5 of 6 van het
voormelde decreet. voormelde decreet.
Als een sportorganisatie binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, Als een sportorganisatie binnen de termijn, vermeld in het eerste lid,
niet aantoont dat ze voldoet aan de verplichting, vermeld in artikel niet aantoont dat ze voldoet aan de verplichting, vermeld in artikel
5, eerste lid, 1°, van het voormelde decreet, kan de minister een of 5, eerste lid, 1°, van het voormelde decreet, kan de minister een of
meer van de maatregelen, vermeld in artikel 36 van het voormelde meer van de maatregelen, vermeld in artikel 36 van het voormelde
decreet, opleggen. decreet, opleggen.

Art. 6.Met behoud van de toepassing van artikel 5 meldt de erkende

Art. 6.Met behoud van de toepassing van artikel 5 meldt de erkende

sportfederatie aan het agentschap Sport Vlaanderen de link naar de sportfederatie aan het agentschap Sport Vlaanderen de link naar de
webpagina of webpagina's waar er gecommuniceerd wordt over veilig webpagina of webpagina's waar er gecommuniceerd wordt over veilig
sporten of waar aspecten van veilig sporten aan bod komen. sporten of waar aspecten van veilig sporten aan bod komen.
HOOFDSTUK 3. - Expertise en kennisopbouw over veilig sporten HOOFDSTUK 3. - Expertise en kennisopbouw over veilig sporten
Afdeling 1. - Erkenning en subsidiëring van een organisatie voor Afdeling 1. - Erkenning en subsidiëring van een organisatie voor
beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van veilig beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het gebied van veilig
sporten sporten

Art. 7.Het beleidsplan, vermeld in artikel 11, § 2, van het decreet

Art. 7.Het beleidsplan, vermeld in artikel 11, § 2, van het decreet

van 15 maart 2024, van de organisatie voor beleidsondersteuning en van 15 maart 2024, van de organisatie voor beleidsondersteuning en
praktijkontwikkeling op het gebied van veilig sporten bevat al de praktijkontwikkeling op het gebied van veilig sporten bevat al de
volgende elementen: volgende elementen:
1° de strategische en operationele doelstellingen van de volledige 1° de strategische en operationele doelstellingen van de volledige
werking, met markering van de doelstellingen die vooropgesteld worden werking, met markering van de doelstellingen die vooropgesteld worden
in het kader van de opdrachten voor de subsidiëring, vermeld in in het kader van de opdrachten voor de subsidiëring, vermeld in
artikel 11, § 1, eerste lid, van het voormelde decreet; artikel 11, § 1, eerste lid, van het voormelde decreet;
2° de prioritaire acties met indicatieve timing om de vooropgestelde 2° de prioritaire acties met indicatieve timing om de vooropgestelde
doelstellingen te bereiken. doelstellingen te bereiken.
Als het beleidsplan tussentijds wordt bijgestuurd, bezorgt de Als het beleidsplan tussentijds wordt bijgestuurd, bezorgt de
organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het organisatie voor beleidsondersteuning en praktijkontwikkeling op het
gebied van veilig sporten een geactualiseerd beleidsplan aan het gebied van veilig sporten een geactualiseerd beleidsplan aan het
agentschap Sport Vlaanderen. agentschap Sport Vlaanderen.
Afdeling 2. - Erkenning en subsidiëring van een overkoepelend Afdeling 2. - Erkenning en subsidiëring van een overkoepelend
tuchtorgaan voor de sportsector tuchtorgaan voor de sportsector

Art. 8.Het beleidsplan van het overkoepelende tuchtorgaan voor de

Art. 8.Het beleidsplan van het overkoepelende tuchtorgaan voor de

sportsector, vermeld in artikel 18, § 2, van het decreet van 15 maart sportsector, vermeld in artikel 18, § 2, van het decreet van 15 maart
2024, bevat al de volgende elementen: 2024, bevat al de volgende elementen:
1° de strategische en operationele doelstellingen van de volledige 1° de strategische en operationele doelstellingen van de volledige
werking, met markering van de doelstellingen die vooropgesteld worden werking, met markering van de doelstellingen die vooropgesteld worden
in het kader van de opdrachten voor de subsidiëring, vermeld in in het kader van de opdrachten voor de subsidiëring, vermeld in
artikel 18, § 1, van het voormelde decreet; artikel 18, § 1, van het voormelde decreet;
2° de prioritaire acties met indicatieve timing om de vooropgestelde 2° de prioritaire acties met indicatieve timing om de vooropgestelde
doelstellingen te bereiken. doelstellingen te bereiken.
Als het beleidsplan tussentijds wordt bijgestuurd, bezorgt het Als het beleidsplan tussentijds wordt bijgestuurd, bezorgt het
overkoepelende tuchtorgaan voor de sportsector een geactualiseerd overkoepelende tuchtorgaan voor de sportsector een geactualiseerd
beleidsplan aan het agentschap Sport Vlaanderen. beleidsplan aan het agentschap Sport Vlaanderen.
Afdeling 3. - Erkennings- en subsidiëringsprocedure voor de Afdeling 3. - Erkennings- en subsidiëringsprocedure voor de
organisaties, vermeld in afdeling 1 en 2 organisaties, vermeld in afdeling 1 en 2

Art. 9.Ter uitvoering van artikel 25, tweede lid, en artikel 31,

Art. 9.Ter uitvoering van artikel 25, tweede lid, en artikel 31,

tweede lid, van het decreet van 15 maart 2024 worden het financiële tweede lid, van het decreet van 15 maart 2024 worden het financiële
verslag en het werkingsverslag op digitale wijze bezorgd aan het verslag en het werkingsverslag op digitale wijze bezorgd aan het
agentschap Sport Vlaanderen. agentschap Sport Vlaanderen.

Art. 10.Het financiële verslag, vermeld in artikel 25, tweede lid, en

Art. 10.Het financiële verslag, vermeld in artikel 25, tweede lid, en

artikel 31, tweede lid, van het decreet van 15 maart 2024, bevat al de artikel 31, tweede lid, van het decreet van 15 maart 2024, bevat al de
volgende elementen: volgende elementen:
1° de jaarrekening die bestaat uit al de volgende elementen: 1° de jaarrekening die bestaat uit al de volgende elementen:
a) een balans; a) een balans;
b) een sociale balans; b) een sociale balans;
c) een resultatenrekening; c) een resultatenrekening;
d) een toelichting; d) een toelichting;
2° het ondertekende verslag van de algemene vergadering waarin de 2° het ondertekende verslag van de algemene vergadering waarin de
jaarrekening, vermeld in punt 1°, is goedgekeurd; jaarrekening, vermeld in punt 1°, is goedgekeurd;
3° de algemene saldibalans; 3° de algemene saldibalans;
4° de analytische saldibalans met vermelding van alle debet- en 4° de analytische saldibalans met vermelding van alle debet- en
creditsaldi van alle rekeningen; creditsaldi van alle rekeningen;
5° het analytische grootboek, met vermelding van alle gebruikte 5° het analytische grootboek, met vermelding van alle gebruikte
rekeningen. rekeningen.

Art. 11.De beslissingsbevoegdheid, vermeld in artikel 9, derde lid,

Art. 11.De beslissingsbevoegdheid, vermeld in artikel 9, derde lid,

artikel 16, tweede lid, artikel 24, § 2 en § 3, artikel 26, § 3, § 4 artikel 16, tweede lid, artikel 24, § 2 en § 3, artikel 26, § 3, § 4
en § 5, artikel 28, § 2 en § 3, artikel 29, derde lid, en artikel 30, en § 5, artikel 28, § 2 en § 3, artikel 29, derde lid, en artikel 30,
derde lid, van het decreet van 15 maart 2024, wordt gedelegeerd aan de derde lid, van het decreet van 15 maart 2024, wordt gedelegeerd aan de
minister, en het advies van het agentschap Sport Vlaanderen, vermeld minister, en het advies van het agentschap Sport Vlaanderen, vermeld
in artikel 24, § 1, en § 3, tweede lid, artikel 26, § 2, artikel 28, § in artikel 24, § 1, en § 3, tweede lid, artikel 26, § 2, artikel 28, §
1, en § 3, tweede lid, artikel 29, tweede lid, en artikel 30, tweede 1, en § 3, tweede lid, artikel 29, tweede lid, en artikel 30, tweede
lid, van het voormelde decreet, wordt bezorgd aan de minister. lid, van het voormelde decreet, wordt bezorgd aan de minister.
Afdeling 4. - Instrumenten voor expertise en kennisopbouw over veilig Afdeling 4. - Instrumenten voor expertise en kennisopbouw over veilig
sporten sporten

Art. 12.Bij de oprichting van een expertencommissie over een bepaald

Art. 12.Bij de oprichting van een expertencommissie over een bepaald

aspect of een bepaalde problematiek van veilig sporten als vermeld in aspect of een bepaalde problematiek van veilig sporten als vermeld in
artikel 33 van het decreet van 15 maart 2024, kan de minister de artikel 33 van het decreet van 15 maart 2024, kan de minister de
werkingsmodaliteiten van die expertencommissie bepalen: werkingsmodaliteiten van die expertencommissie bepalen:
1° de wijze en de frequentie van rapporteren van de expertencommissie 1° de wijze en de frequentie van rapporteren van de expertencommissie
aan het agentschap Sport Vlaanderen; aan het agentschap Sport Vlaanderen;
2° het tijdsschema met tussentijdse doelstellingen om de opdracht van 2° het tijdsschema met tussentijdse doelstellingen om de opdracht van
de expertencommissie te realiseren. de expertencommissie te realiseren.

Art. 13.De minister benoemt de voorzitter en de leden van een

Art. 13.De minister benoemt de voorzitter en de leden van een

expertencommissie over een bepaald aspect of een bepaalde problematiek expertencommissie over een bepaald aspect of een bepaalde problematiek
van veilig sporten als vermeld in artikel 33 van het decreet van 15 van veilig sporten als vermeld in artikel 33 van het decreet van 15
maart 2024. maart 2024.
De minister kan op verzoek van de betrokkene het mandaat van de De minister kan op verzoek van de betrokkene het mandaat van de
voorzitter of van een lid van een expertencommissie beëindigen. voorzitter of van een lid van een expertencommissie beëindigen.
De minister kan in de volgende gevallen ambtshalve een einde stellen De minister kan in de volgende gevallen ambtshalve een einde stellen
aan een mandaat als voorzitter of lid van een expertencommissie: aan een mandaat als voorzitter of lid van een expertencommissie:
1° de mandaathouder woont drie keer na elkaar zonder voorafgaande 1° de mandaathouder woont drie keer na elkaar zonder voorafgaande
kennisgeving de vergaderingen van de expertencommissie niet bij; kennisgeving de vergaderingen van de expertencommissie niet bij;
2° de mandaathouder eerbiedigt het vertrouwelijke karakter van de 2° de mandaathouder eerbiedigt het vertrouwelijke karakter van de
beraadslagingen van de expertencommissie niet of verspreidt beraadslagingen van de expertencommissie niet of verspreidt
vertrouwelijke documenten; vertrouwelijke documenten;
3° de mandaathouder wordt mogelijk geconfronteerd met een 3° de mandaathouder wordt mogelijk geconfronteerd met een
belangenconflict. belangenconflict.
Een vertegenwoordiger van de minister kan de vergaderingen van een Een vertegenwoordiger van de minister kan de vergaderingen van een
expertencommissie als vermeld in artikel 33 van het voormelde decreet expertencommissie als vermeld in artikel 33 van het voormelde decreet
bijwonen zonder stemrecht. bijwonen zonder stemrecht.
Na het akkoord van het agentschap Sport Vlaanderen kan een Na het akkoord van het agentschap Sport Vlaanderen kan een
expertencommissie externe deskundigen consulteren of uitnodigen om expertencommissie externe deskundigen consulteren of uitnodigen om
deel te nemen aan een of meer activiteiten van die expertencommissie. deel te nemen aan een of meer activiteiten van die expertencommissie.

Art. 14.De minister kan in de werkingsmodaliteiten van een

Art. 14.De minister kan in de werkingsmodaliteiten van een

expertencommissie, vermeld in artikel 12 ook bepalingen opnemen over expertencommissie, vermeld in artikel 12 ook bepalingen opnemen over
de rol van het agentschap Sport Vlaanderen en over het feit of de de rol van het agentschap Sport Vlaanderen en over het feit of de
vergaderingen openbaar zijn en of de besprekingen vertrouwelijk zijn. vergaderingen openbaar zijn en of de besprekingen vertrouwelijk zijn.
De minister kan een expertencommissie als vermeld in artikel 33 van De minister kan een expertencommissie als vermeld in artikel 33 van
het voormelde decreet, opdragen een huishoudelijk reglement op te het voormelde decreet, opdragen een huishoudelijk reglement op te
maken. Het huishoudelijk reglement van een expertencommissie wordt ter maken. Het huishoudelijk reglement van een expertencommissie wordt ter
goedkeuring voorgelegd aan het agentschap Sport Vlaanderen. goedkeuring voorgelegd aan het agentschap Sport Vlaanderen.

Art. 15.De minister kan de ondersteuning en de vergoeding van de

Art. 15.De minister kan de ondersteuning en de vergoeding van de

voorzitter en de leden van een expertencommissie als vermeld in voorzitter en de leden van een expertencommissie als vermeld in
artikel 13, bepalen. De minister kan een vergoeding voor externe artikel 13, bepalen. De minister kan een vergoeding voor externe
deskundigen als vermeld in artikel 13, vijfde lid, bepalen. deskundigen als vermeld in artikel 13, vijfde lid, bepalen.
HOOFDSTUK 4. - Handhaving HOOFDSTUK 4. - Handhaving

Art. 16.In het kader van de toepassing van artikel 36 van het decreet

Art. 16.In het kader van de toepassing van artikel 36 van het decreet

van 15 maart 2024 kan het agentschap Sport Vlaanderen een dossier van 15 maart 2024 kan het agentschap Sport Vlaanderen een dossier
openen zodra het kennis krijgt van een mogelijke overtreding als openen zodra het kennis krijgt van een mogelijke overtreding als
vermeld in artikel 36 van het voormelde decreet. vermeld in artikel 36 van het voormelde decreet.
Elk dossier, vermeld in het eerste lid, wordt opgevolgd door het Elk dossier, vermeld in het eerste lid, wordt opgevolgd door het
agentschap Sport Vlaanderen. agentschap Sport Vlaanderen.
Elk dossier, vermeld in het eerste lid, bevat als dat mogelijk is en Elk dossier, vermeld in het eerste lid, bevat als dat mogelijk is en
in voorkomend geval: in voorkomend geval:
1° een omschrijving van de reden die aanleiding heeft gegeven tot het 1° een omschrijving van de reden die aanleiding heeft gegeven tot het
openen van het dossier; openen van het dossier;
2° de vermelding van de datum van de opening van het dossier; 2° de vermelding van de datum van de opening van het dossier;
3° een inventaris van de stukken, met vermelding van de datum van de 3° een inventaris van de stukken, met vermelding van de datum van de
opname ervan in het dossier; opname ervan in het dossier;
4° de identiteit van de vermoedelijke overtreders; 4° de identiteit van de vermoedelijke overtreders;
5° een afschrift van alle andere documenten die nuttig kunnen zijn 5° een afschrift van alle andere documenten die nuttig kunnen zijn
voor de behandeling van het dossier. voor de behandeling van het dossier.
Zodra het agentschap Sport Vlaanderen beslist dat het dossier, vermeld Zodra het agentschap Sport Vlaanderen beslist dat het dossier, vermeld
in het eerste lid, conform het derde lid volledig is, brengt het de in het eerste lid, conform het derde lid volledig is, brengt het de
minister en elke vermoedelijke overtreder onmiddellijk op de hoogte minister en elke vermoedelijke overtreder onmiddellijk op de hoogte
van: van:
1° het bestaan van het dossier; 1° het bestaan van het dossier;
2° de omschrijving van de reden die aanleiding heeft gegeven tot het 2° de omschrijving van de reden die aanleiding heeft gegeven tot het
openen van het dossier; openen van het dossier;
3° de omschrijving van de vermoedelijke overtreding, met verwijzing 3° de omschrijving van de vermoedelijke overtreding, met verwijzing
naar artikel 36 van het decreet van 15 maart 2024; naar artikel 36 van het decreet van 15 maart 2024;
4° het feit dat het dossier wordt bezorgd aan de minister; 4° het feit dat het dossier wordt bezorgd aan de minister;
5° de mogelijkheid om gebruik te maken van het hoorrecht, vermeld in 5° de mogelijkheid om gebruik te maken van het hoorrecht, vermeld in
het zesde lid. het zesde lid.
De minister neemt de maatregelen, vermeld in artikel 36 van het De minister neemt de maatregelen, vermeld in artikel 36 van het
decreet van 15 maart 2024. decreet van 15 maart 2024.
De minister beslist binnen twintig werkdagen nadat hij het dossier, De minister beslist binnen twintig werkdagen nadat hij het dossier,
vermeld in het eerste lid, van het agentschap Sport Vlaanderen heeft vermeld in het eerste lid, van het agentschap Sport Vlaanderen heeft
ontvangen. Voor de minister een of meer van de vastgelegde ontvangen. Voor de minister een of meer van de vastgelegde
maatregelen, vermeld in het vijfde lid, neemt, wordt de maatregelen, vermeld in het vijfde lid, neemt, wordt de
sportorganisatie in kwestie uitgenodigd voor een hoorzitting, op sportorganisatie in kwestie uitgenodigd voor een hoorzitting, op
voorwaarde dat die sportorganisatie het agentschap Sport Vlaanderen voorwaarde dat die sportorganisatie het agentschap Sport Vlaanderen
daarom heeft verzocht met een aangetekende brief uiterlijk tien dagen daarom heeft verzocht met een aangetekende brief uiterlijk tien dagen
na de verzending van de kennisgeving, vermeld in het vierde lid. na de verzending van de kennisgeving, vermeld in het vierde lid.
In geval van een hoorzitting wordt de termijn waarin de minister een In geval van een hoorzitting wordt de termijn waarin de minister een
beslissing neemt, vermeld in het zesde lid, verlengd met twintig beslissing neemt, vermeld in het zesde lid, verlengd met twintig
werkdagen. werkdagen.
Als de minister een of meer van de maatregelen, vermeld in artikel 36 Als de minister een of meer van de maatregelen, vermeld in artikel 36
van het decreet van 15 maart 2024, oplegt, wordt de sportorganisatie van het decreet van 15 maart 2024, oplegt, wordt de sportorganisatie
in kwestie daarvan met een aangetekende brief op de hoogte gebracht. in kwestie daarvan met een aangetekende brief op de hoogte gebracht.
HOOFDSTUK 5. - Budgettaire bepalingen HOOFDSTUK 5. - Budgettaire bepalingen
Afdeling 1. - Subsidiëring van initiatieven ter bevordering van het Afdeling 1. - Subsidiëring van initiatieven ter bevordering van het
veilig sporten met een projectmatig karakter, wetenschappelijk veilig sporten met een projectmatig karakter, wetenschappelijk
onderzoek over veilig sporten of instrumenten voor expertise en onderzoek over veilig sporten of instrumenten voor expertise en
kennisopbouw over veilig sporten kennisopbouw over veilig sporten

Art. 17.Ter uitvoering van artikel 37, tweede lid, van het decreet

Art. 17.Ter uitvoering van artikel 37, tweede lid, van het decreet

van 15 maart 2024 verloopt de aanvraag tot subsidiëring van een van 15 maart 2024 verloopt de aanvraag tot subsidiëring van een
projectmatig initiatief ter bevordering van het veilig sporten, projectmatig initiatief ter bevordering van het veilig sporten,
wetenschappelijk onderzoek over veilig sporten of van instrumenten wetenschappelijk onderzoek over veilig sporten of van instrumenten
voor expertise en kennisopbouw over veilig sporten, vermeld in artikel voor expertise en kennisopbouw over veilig sporten, vermeld in artikel
37, eerste lid, 1°, 3° en 4°, van het voormelde decreet, op de wijze, 37, eerste lid, 1°, 3° en 4°, van het voormelde decreet, op de wijze,
vermeld in het tweede tot en met het vijfde lid. vermeld in het tweede tot en met het vijfde lid.
De aanvraag, vermeld in het eerste lid, wordt ingediend bij het De aanvraag, vermeld in het eerste lid, wordt ingediend bij het
agentschap Sport Vlaanderen met een dossier dat toelaat om al de agentschap Sport Vlaanderen met een dossier dat toelaat om al de
volgende elementen te beoordelen: volgende elementen te beoordelen:
1° het precieze doel en voorwerp van de aanvraag en de verwachte 1° het precieze doel en voorwerp van de aanvraag en de verwachte
realisaties van de aanvraag; realisaties van de aanvraag;
2° de elementen, vermeld in artikel 37, derde lid, van het voormelde 2° de elementen, vermeld in artikel 37, derde lid, van het voormelde
decreet. decreet.
De aanvraag, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende De aanvraag, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende
elementen: elementen:
1° de gegevens van de aanvrager en, in voorkomend geval als het gaat 1° de gegevens van de aanvrager en, in voorkomend geval als het gaat
om een rechtspersoon, de statuten van de rechtspersoon waarin de om een rechtspersoon, de statuten van de rechtspersoon waarin de
aanvrager is opgericht. De aanvrager is een rechtspersoon of een aanvrager is opgericht. De aanvrager is een rechtspersoon of een
feitelijke vereniging; feitelijke vereniging;
2° het beoogde bedrag van de subsidie, het doel waarvoor de aanvrager 2° het beoogde bedrag van de subsidie, het doel waarvoor de aanvrager
de subsidie wil aanwenden, gekoppeld aan indicatoren, en de beoogde de subsidie wil aanwenden, gekoppeld aan indicatoren, en de beoogde
periode waarop de subsidie betrekking heeft; periode waarop de subsidie betrekking heeft;
3° een gedetailleerde en verantwoorde begroting die op de 3° een gedetailleerde en verantwoorde begroting die op de
gesubsidieerde initiatieven of activiteiten betrekking heeft, met gesubsidieerde initiatieven of activiteiten betrekking heeft, met
opgave van eventuele opbrengsten die verwacht worden of die uit de opgave van eventuele opbrengsten die verwacht worden of die uit de
gesubsidieerde werking kunnen voortvloeien, en de vermelding van de gesubsidieerde werking kunnen voortvloeien, en de vermelding van de
eventuele eigen financiële inbreng of een andere vastgelegde eventuele eigen financiële inbreng of een andere vastgelegde
financiële inbreng in de gesubsidieerde initiatieven of activiteiten. financiële inbreng in de gesubsidieerde initiatieven of activiteiten.
Het agentschap Sport Vlaanderen bevestigt de ontvangst van de Het agentschap Sport Vlaanderen bevestigt de ontvangst van de
aanvraag, vermeld in het eerste lid. Het agentschap Sport Vlaanderen aanvraag, vermeld in het eerste lid. Het agentschap Sport Vlaanderen
brengt bij de minister advies uit over de aanvraag, vermeld in het brengt bij de minister advies uit over de aanvraag, vermeld in het
eerste lid. eerste lid.
De minister beslist binnen zestig dagen na de dag waarop het De minister beslist binnen zestig dagen na de dag waarop het
agentschap Sport Vlaanderen de aanvraag, vermeld in het eerste lid, agentschap Sport Vlaanderen de aanvraag, vermeld in het eerste lid,
heeft ontvangen. De minister deelt zijn beslissing om al dan niet een heeft ontvangen. De minister deelt zijn beslissing om al dan niet een
subsidie toe te kennen en, in voorkomend geval, het bedrag van de subsidie toe te kennen en, in voorkomend geval, het bedrag van de
subsidie mee aan de aanvrager. subsidie mee aan de aanvrager.
Afdeling 2. - Financiële tegemoetkoming voor het sportmedische Afdeling 2. - Financiële tegemoetkoming voor het sportmedische
geschiktheidsonderzoek voor een of meer categorieën van getalenteerde geschiktheidsonderzoek voor een of meer categorieën van getalenteerde
sporters sporters

Art. 18.§ 1. Ter uitvoering van artikel 37, tweede lid, van het

Art. 18.§ 1. Ter uitvoering van artikel 37, tweede lid, van het

decreet van 15 maart 2024 wordt de financiële tegemoetkoming voor het decreet van 15 maart 2024 wordt de financiële tegemoetkoming voor het
sportmedische geschiktheidsonderzoek voor getalenteerde sporters, sportmedische geschiktheidsonderzoek voor getalenteerde sporters,
vermeld in artikel 37, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet, vermeld in artikel 37, eerste lid, 2°, van het voormelde decreet,
uitgekeerd conform paragraaf 2 tot en met paragraaf 5. uitgekeerd conform paragraaf 2 tot en met paragraaf 5.
§ 2. Ter uitvoering van artikel 37, vierde lid, van het decreet van 15 § 2. Ter uitvoering van artikel 37, vierde lid, van het decreet van 15
maart 2024 kan voor de volgende getalenteerde sporters een financiële maart 2024 kan voor de volgende getalenteerde sporters een financiële
tegemoetkoming voor het sportmedische geschiktheidsonderzoek tegemoetkoming voor het sportmedische geschiktheidsonderzoek
aangevraagd worden: aangevraagd worden:
1° de sporters aan wie een statuut van topsportbelofte is toegekend op 1° de sporters aan wie een statuut van topsportbelofte is toegekend op
basis van het globale topsportconvenant, vermeld in artikel 11, eerste basis van het globale topsportconvenant, vermeld in artikel 11, eerste
lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2017 lid, 1°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2017
betreffende de uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 houdende de betreffende de uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 houdende de
erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector inzake de erkenning en subsidiëring van de georganiseerde sportsector inzake de
vaststelling van de voorwaarden om een subsidie te verkrijgen voor de vaststelling van de voorwaarden om een subsidie te verkrijgen voor de
uitvoering van de beleidsfocus topsport; uitvoering van de beleidsfocus topsport;
2° de geregistreerde topsporters of topsporttalenten die ondersteund 2° de geregistreerde topsporters of topsporttalenten die ondersteund
worden in het kader van een ontwikkelingsprogramma als vermeld in worden in het kader van een ontwikkelingsprogramma als vermeld in
artikel 1, 5°, van het voormelde besluit, of een prestatieprogramma artikel 1, 5°, van het voormelde besluit, of een prestatieprogramma
als vermeld in artikel 1, 6°, van het voormelde besluit; als vermeld in artikel 1, 6°, van het voormelde besluit;
3° de topsporters die over een arbeidsovereenkomst beschikken in het 3° de topsporters die over een arbeidsovereenkomst beschikken in het
kader van het Sport Vlaanderen-tewerkstellingsproject Topsport of het kader van het Sport Vlaanderen-tewerkstellingsproject Topsport of het
Sport Vlaanderen-Topsportstudentenproject; Sport Vlaanderen-Topsportstudentenproject;
4° de Vlaamse topsporters van de `Be Gold'-projecten. 4° de Vlaamse topsporters van de `Be Gold'-projecten.
§ 3. Ter uitvoering van artikel 37, vijfde lid, 2°, van het voormelde § 3. Ter uitvoering van artikel 37, vijfde lid, 2°, van het voormelde
decreet bepaalt de minister de geneeskundige prestaties die in het decreet bepaalt de minister de geneeskundige prestaties die in het
kader van het sportmedische geschiktheidsonderzoek voor getalenteerde kader van het sportmedische geschiktheidsonderzoek voor getalenteerde
sporters in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. De sporters in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. De
minister bepaalt per geneeskundige prestatie de maximale toelage. minister bepaalt per geneeskundige prestatie de maximale toelage.
Ter uitvoering van artikel 37, vijfde lid, 3°, van het voormelde Ter uitvoering van artikel 37, vijfde lid, 3°, van het voormelde
decreet kan de minister de getalenteerde sporters, vermeld in decreet kan de minister de getalenteerde sporters, vermeld in
paragraaf 2, met het oog op een financiële tegemoetkoming indelen in paragraaf 2, met het oog op een financiële tegemoetkoming indelen in
categorieën op basis van het niveau, de leeftijd of de aard van de categorieën op basis van het niveau, de leeftijd of de aard van de
beoefende sportdiscipline. beoefende sportdiscipline.
In functie van de specifieke behoeften van de categorieën van In functie van de specifieke behoeften van de categorieën van
getalenteerde sporters, vermeld in het tweede lid, kan de minister per getalenteerde sporters, vermeld in het tweede lid, kan de minister per
categorie van getalenteerde sporters een andere set van toegelaten categorie van getalenteerde sporters een andere set van toegelaten
geneeskundige prestaties en een daaraan gekoppelde maximale toelage geneeskundige prestaties en een daaraan gekoppelde maximale toelage
bepalen. bepalen.
§ 4. Ter uitvoering van artikel 37, vijfde lid, 1°, van het voormelde § 4. Ter uitvoering van artikel 37, vijfde lid, 1°, van het voormelde
decreet komt een sportmedisch geschiktheidsonderzoek voor een decreet komt een sportmedisch geschiktheidsonderzoek voor een
getalenteerde sporter alleen in aanmerking voor een financiële getalenteerde sporter alleen in aanmerking voor een financiële
tegemoetkoming als het is uitgevoerd door een arts die aan de volgende tegemoetkoming als het is uitgevoerd door een arts die aan de volgende
voorwaarden voldoet: voorwaarden voldoet:
1° houder zijn van een van de volgende diploma's: 1° houder zijn van een van de volgende diploma's:
a) licentie in de lichamelijke opvoeding; a) licentie in de lichamelijke opvoeding;
b) master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen; b) master in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen;
c) bijzondere licentie in de lichamelijke opvoeding en de c) bijzondere licentie in de lichamelijke opvoeding en de
sportgeneeskunde; sportgeneeskunde;
d) licentie in de sportgeneeskunde; d) licentie in de sportgeneeskunde;
e) getuigschrift van aanvullend onderwijs in de sportgeneeskunde; e) getuigschrift van aanvullend onderwijs in de sportgeneeskunde;
f) master in de sportgeneeskunde; f) master in de sportgeneeskunde;
2° houder zijn van een elektrocardiografiegetuigschrift, afgekort 2° houder zijn van een elektrocardiografiegetuigschrift, afgekort
EKG-getuigschrift; EKG-getuigschrift;
3° het antidopingbeleid, zoals uitgevoerd door NADO Vlaanderen, 3° het antidopingbeleid, zoals uitgevoerd door NADO Vlaanderen,
onderschrijven; onderschrijven;
4° beschikken over de nodige apparatuur en ruimte om de absolute en 4° beschikken over de nodige apparatuur en ruimte om de absolute en
relatieve sportmedische geschiktheidscriteria bij sporters te kunnen relatieve sportmedische geschiktheidscriteria bij sporters te kunnen
vaststellen. Bij die nodige apparatuur behoort minstens de volgende vaststellen. Bij die nodige apparatuur behoort minstens de volgende
apparatuur: apparatuur:
a) ergometrie-installatie met fietsergometer, en ook de nodige a) ergometrie-installatie met fietsergometer, en ook de nodige
apparatuur om een inspanningselektrocardiogram af te nemen; apparatuur om een inspanningselektrocardiogram af te nemen;
b) apparatuur voor longfunctietests; b) apparatuur voor longfunctietests;
c) apparatuur voor antropometrisch onderzoek en bepaling van het c) apparatuur voor antropometrisch onderzoek en bepaling van het
vetgehalte; vetgehalte;
d) reanimatieapparatuur, minimaal een defibrillator; d) reanimatieapparatuur, minimaal een defibrillator;
5° een engagementsverklaring ondertekenen om minstens zes uur per 5° een engagementsverklaring ondertekenen om minstens zes uur per
kalenderjaar vormingsactiviteiten in de sportgeneeskunde bij te wonen kalenderjaar vormingsactiviteiten in de sportgeneeskunde bij te wonen
en het agentschap Sport Vlaanderen daarover te informeren als het dat en het agentschap Sport Vlaanderen daarover te informeren als het dat
vraagt. vraagt.
In het eerste lid, 3°, wordt verstaan onder NADO Vlaanderen: de In het eerste lid, 3°, wordt verstaan onder NADO Vlaanderen: de
Nationale Antidopingorganisatie Vlaanderen, vermeld in artikel 2, 5°, Nationale Antidopingorganisatie Vlaanderen, vermeld in artikel 2, 5°,
van het decreet van 7 mei 2004 betreffende het intern verzelfstandigd van het decreet van 7 mei 2004 betreffende het intern verzelfstandigd
agentschap met rechtspersoonlijkheid "Sport Vlaanderen". agentschap met rechtspersoonlijkheid "Sport Vlaanderen".
Voor de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 1°, geldt dat Voor de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 1°, geldt dat
gelijkwaardige diploma's, toegekend door een andere gemeenschap binnen gelijkwaardige diploma's, toegekend door een andere gemeenschap binnen
België, door een andere lidstaat van de Europese Unie of door een België, door een andere lidstaat van de Europese Unie of door een
staat waarmee een overeenkomst is gesloten, waarbij de erkenning van staat waarmee een overeenkomst is gesloten, waarbij de erkenning van
een gelijkwaardige beroepskwalificatie wordt opgelegd, ook in een gelijkwaardige beroepskwalificatie wordt opgelegd, ook in
aanmerking komen. aanmerking komen.
Om controle op de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, mogelijk te Om controle op de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, mogelijk te
maken, bezorgt de arts het agentschap Sport Vlaanderen eenmalig de maken, bezorgt de arts het agentschap Sport Vlaanderen eenmalig de
bewijsstukken en de engagementsverklaring, vermeld in het eerste lid, bewijsstukken en de engagementsverklaring, vermeld in het eerste lid,
5°, waarna de arts wordt opgenomen op een lijst. 5°, waarna de arts wordt opgenomen op een lijst.
In de volgende gevallen wordt een arts van de lijst, vermeld in het In de volgende gevallen wordt een arts van de lijst, vermeld in het
vierde lid geschrapt: vierde lid geschrapt:
1° de arts verzoekt er zelf om; 1° de arts verzoekt er zelf om;
2° de arts voldoet niet langer aan de voorwaarden, vermeld in het 2° de arts voldoet niet langer aan de voorwaarden, vermeld in het
eerste lid. eerste lid.
§ 5. Ter uitvoering van artikel 37, vijfde lid, 4°, van het voormelde § 5. Ter uitvoering van artikel 37, vijfde lid, 4°, van het voormelde
decreet kan een sportfederatie een financiële tegemoetkoming ontvangen decreet kan een sportfederatie een financiële tegemoetkoming ontvangen
voor de kosten voor een sportmedisch geschiktheidsonderzoek van een voor de kosten voor een sportmedisch geschiktheidsonderzoek van een
getalenteerde sporter, als vermeld in paragraaf 2, als ze die kosten getalenteerde sporter, als vermeld in paragraaf 2, als ze die kosten
op zich neemt of als ze voorziet in een terugbetalingsregeling van die op zich neemt of als ze voorziet in een terugbetalingsregeling van die
kosten aan de getalenteerde sporters. kosten aan de getalenteerde sporters.
De sportfederatie bezorgt een overzicht van de uitgevoerde De sportfederatie bezorgt een overzicht van de uitgevoerde
sportmedische geschiktheidsonderzoeken aan het agentschap Sport sportmedische geschiktheidsonderzoeken aan het agentschap Sport
Vlaanderen. Vlaanderen.
Op eenvoudig verzoek van het agentschap Sport Vlaanderen legt de Op eenvoudig verzoek van het agentschap Sport Vlaanderen legt de
getalenteerde sporter, de sportfederatie waaronder hij ressorteert, of getalenteerde sporter, de sportfederatie waaronder hij ressorteert, of
de arts onder de verantwoordelijkheid van wie zijn sportmedische de arts onder de verantwoordelijkheid van wie zijn sportmedische
geschiktheidsonderzoek is uitgevoerd, een bewijs voor van de geschiktheidsonderzoek is uitgevoerd, een bewijs voor van de
betalingen die zijn verricht voor de sportmedische onderzoeken die in betalingen die zijn verricht voor de sportmedische onderzoeken die in
aanmerking komen voor terugbetaling. aanmerking komen voor terugbetaling.
De sportfederatie dient de terugbetalingsaanvragen in op de wijze die De sportfederatie dient de terugbetalingsaanvragen in op de wijze die
het agentschap Sport Vlaanderen bepaalt. De terugbetalingsaanvragen het agentschap Sport Vlaanderen bepaalt. De terugbetalingsaanvragen
voor sportmedische geschiktheidsonderzoeken, uitgevoerd in het jaar x voor sportmedische geschiktheidsonderzoeken, uitgevoerd in het jaar x
- 1, worden uiterlijk ingediend op 30 juni van het jaar x. - 1, worden uiterlijk ingediend op 30 juni van het jaar x.
Nadat het agentschap Sport Vlaanderen een overzicht van de uitgevoerde Nadat het agentschap Sport Vlaanderen een overzicht van de uitgevoerde
sportmedische geschiktheidsonderzoeken van een sportfederatie heeft sportmedische geschiktheidsonderzoeken van een sportfederatie heeft
ontvangen, en als voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in het eerste ontvangen, en als voldaan is aan de voorwaarden, vermeld in het eerste
tot en met het vierde lid, en paragraaf 2 tot en met 4, betaalt het tot en met het vierde lid, en paragraaf 2 tot en met 4, betaalt het
agentschap Sport Vlaanderen de financiële tegemoetkoming aan die agentschap Sport Vlaanderen de financiële tegemoetkoming aan die
sportfederatie. sportfederatie.
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepaling HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepaling

Art. 19.In bijlage 3 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16

Art. 19.In bijlage 3 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16

september 2016 tot vaststelling van de algemene erkennings- en september 2016 tot vaststelling van de algemene erkennings- en
subsidiëringsvoorwaarden voor de georganiseerde sportsector, gewijzigd subsidiëringsvoorwaarden voor de georganiseerde sportsector, gewijzigd
bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021, 3 bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 8 januari 2021, 3
september 2021 en 9 september 2022, wordt punt 10° opgeheven. september 2021 en 9 september 2022, wordt punt 10° opgeheven.
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 20.Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014 houdende

Art. 20.Het besluit van de Vlaamse Regering van 4 april 2014 houdende

uitvoering van het decreet van 20 december 2013 inzake gezond en uitvoering van het decreet van 20 december 2013 inzake gezond en
ethisch sporten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering ethisch sporten, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering
van 8 juli 2016 en van 15 juli 2016, wordt opgeheven. van 8 juli 2016 en van 15 juli 2016, wordt opgeheven.

Art. 21.Het decreet van 15 maart 2024 over het stimuleren van een

Art. 21.Het decreet van 15 maart 2024 over het stimuleren van een

veilig sportklimaat treedt in werking op 1 september 2024, met veilig sportklimaat treedt in werking op 1 september 2024, met
uitzondering van artikel 44, dat in werking treedt op 1 januari 2025. uitzondering van artikel 44, dat in werking treedt op 1 januari 2025.

Art. 22.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2024, met

Art. 22.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2024, met

uitzondering van artikel 19, dat in werking treedt op 1 januari 2025. uitzondering van artikel 19, dat in werking treedt op 1 januari 2025.

Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor de sport, is belast met de

Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor de sport, is belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 juni 2024. Brussel, 21 juni 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON J. JAMBON
De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse
Rand, Rand,
B. WEYTS B. WEYTS
^