| Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke subsidies worden verleend met betrekking tot het VESOC-actieplan 'diversiteit en evenredige arbeidsdeelname' | Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke subsidies worden verleend met betrekking tot het VESOC-actieplan 'diversiteit en evenredige arbeidsdeelname' |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
| 18 MEI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de | 18 MEI 2001. - Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de |
| criteria, de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke subsidies | criteria, de voorwaarden en de nadere regelen volgens welke subsidies |
| worden verleend met betrekking tot het VESOC-actieplan 'diversiteit en | worden verleend met betrekking tot het VESOC-actieplan 'diversiteit en |
| evenredige arbeidsdeelname' | evenredige arbeidsdeelname' |
| De Vlaamse regering, | De Vlaamse regering, |
| Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
| instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de | instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988 en de |
| bijzondere wetten van 12 januari 1989, 16 januari 1989, 5 mei 1993, 16 | bijzondere wetten van 12 januari 1989, 16 januari 1989, 5 mei 1993, 16 |
| juli 1993, 28 december 1994, 5 april 1995, 25 maart 1996, het | juli 1993, 28 december 1994, 5 april 1995, 25 maart 1996, het |
| bijzondere decreet van 24 juli 1996, de bijzondere wet van 4 december | bijzondere decreet van 24 juli 1996, de bijzondere wet van 4 december |
| 1996 en de bijzondere decreten van 15 juli 1997 en 14 juli 1998, de | 1996 en de bijzondere decreten van 15 juli 1997 en 14 juli 1998, de |
| bijzondere wetten van 8 februari 1999 en 19 maart 1999 en het | bijzondere wetten van 8 februari 1999 en 19 maart 1999 en het |
| bijzonder decreet van 18 mei 1999; | bijzonder decreet van 18 mei 1999; |
| Gelet op het decreet van 22 december 2000 houdende de algemene | Gelet op het decreet van 22 december 2000 houdende de algemene |
| uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar | uitgavenbegroting van de Vlaamse Gemeenschap voor het begrotingsjaar |
| 2001; | 2001; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie | Gelet op het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie |
| van de wetten op de rijkscomptabiliteit, inzonderheid op de artikelen | van de wetten op de rijkscomptabiliteit, inzonderheid op de artikelen |
| 12, 55 tot en met 58 en 94; | 12, 55 tot en met 58 en 94; |
| Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 2001 | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 19 januari 2001 |
| houdende de begrotingscontrole en -opmaak; | houdende de begrotingscontrole en -opmaak; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, |
| gegeven op 9 mei 2001; | gegeven op 9 mei 2001; |
| Overwegende het VESOC-akkoord 'Tewerkstelling van allochtonen' van 8 | Overwegende het VESOC-akkoord 'Tewerkstelling van allochtonen' van 8 |
| juni 1998; | juni 1998; |
| Overwegende het VESOC-actieplan 'Allochtonen en evenredige | Overwegende het VESOC-actieplan 'Allochtonen en evenredige |
| arbeidsdeelname' 2001 van 14 februari 2001; | arbeidsdeelname' 2001 van 14 februari 2001; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK I. - Begrippen | HOOFDSTUK I. - Begrippen |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° de minister : de Vlaamse minister bevoegd voor werkgelegenheid; | 1° de minister : de Vlaamse minister bevoegd voor werkgelegenheid; |
| 2° de administratie : de administratie Werkgelegenheid van het | 2° de administratie : de administratie Werkgelegenheid van het |
| departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en | departement Economie, Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en |
| Landbouw van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; | Landbouw van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; |
| 3° STC : sub-regionaal tewerkstellingscomité zoals bedoeld bij artikel | 3° STC : sub-regionaal tewerkstellingscomité zoals bedoeld bij artikel |
| 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 | 6 van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 |
| houdende organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding; | houdende organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding; |
| 4° BNCTO : Brussels Nederlands Comité voor Tewerkstelling en Opleiding | 4° BNCTO : Brussels Nederlands Comité voor Tewerkstelling en Opleiding |
| waarvan de opdracht, bevoegdheid en samenstelling worden geregeld op | waarvan de opdracht, bevoegdheid en samenstelling worden geregeld op |
| basis van het samenwerkingsakkoord van 4 april 1996 tussen de Vlaamse | basis van het samenwerkingsakkoord van 4 april 1996 tussen de Vlaamse |
| regering en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; | regering en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; |
| 5° STC-Coördinatieteam : het team zoals bedoeld bij artikel 20, § 4 | 5° STC-Coördinatieteam : het team zoals bedoeld bij artikel 20, § 4 |
| van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende | van het besluit van de Vlaamse regering van 21 december 1988 houdende |
| organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding; | organisatie van de arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding; |
| 6° STC-stuurgroep : werkgroep van het VESOC, opgericht overeenkomstig | 6° STC-stuurgroep : werkgroep van het VESOC, opgericht overeenkomstig |
| artikel 20, § 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 21 | artikel 20, § 2, van het besluit van de Vlaamse regering van 21 |
| december 1988 houdende organisatie van de arbeidsbemiddeling en de | december 1988 houdende organisatie van de arbeidsbemiddeling en de |
| beroepsopleiding; | beroepsopleiding; |
| 7° Werkgroep allochtonen : werkgroep van de STC-stuurgroep, opgericht | 7° Werkgroep allochtonen : werkgroep van de STC-stuurgroep, opgericht |
| overeenkomstig artikel 20, § 4, van het besluit van de Vlaamse | overeenkomstig artikel 20, § 4, van het besluit van de Vlaamse |
| regering van 21 december 1988 houdende organisatie van de | regering van 21 december 1988 houdende organisatie van de |
| arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding; | arbeidsbemiddeling en de beroepsopleiding; |
| 8° sub-regionaal actieprogramma 'Evenredige arbeidsdeelname en | 8° sub-regionaal actieprogramma 'Evenredige arbeidsdeelname en |
| diversiteit' : het onderdeel van het STC-beleidsplan ter | diversiteit' : het onderdeel van het STC-beleidsplan ter |
| concretisering van het Vlaamse jaarprogramma 'Allochtonen en | concretisering van het Vlaamse jaarprogramma 'Allochtonen en |
| evenredige arbeidsdeelname' van 14 februari 2001; | evenredige arbeidsdeelname' van 14 februari 2001; |
| 9° aanvragers : | 9° aanvragers : |
| - ondernemingen en organisaties uit profit- en non-profitsector zoals | - ondernemingen en organisaties uit profit- en non-profitsector zoals |
| voorzien in hoofdstuk 3 van dit besluit; | voorzien in hoofdstuk 3 van dit besluit; |
| - Vlaamse openbare instellingen zoals voorzien in hoofdstuk 3 van dit | - Vlaamse openbare instellingen zoals voorzien in hoofdstuk 3 van dit |
| besluit; | besluit; |
| 10° migranten of allochtonen : legaal in België verblijvende burgers | 10° migranten of allochtonen : legaal in België verblijvende burgers |
| met een socio-culturele herkomst, teruggaand op een ander land, die al | met een socio-culturele herkomst, teruggaand op een ander land, die al |
| dan niet Belg geworden zijn en ofwel in het kader van gastarbeid en | dan niet Belg geworden zijn en ofwel in het kader van gastarbeid en |
| volgmigratie naar ons land gekomen zijn, ofwel het statuut van | volgmigratie naar ons land gekomen zijn, ofwel het statuut van |
| ontvankelijk verklaarde asielzoeker of van vluchteling hebben | ontvankelijk verklaarde asielzoeker of van vluchteling hebben |
| verkregen, ofwel een regularisatieaanvraag hebben ingediend in het | verkregen, ofwel een regularisatieaanvraag hebben ingediend in het |
| kader van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van | kader van de wet van 22 december 1999 betreffende de regularisatie van |
| het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op | het verblijf van bepaalde categorieën van vreemdelingen verblijvend op |
| het grondgebied van het Rijk, of elke als allochtoon geregistreerde | het grondgebied van het Rijk, of elke als allochtoon geregistreerde |
| persoon binnen een door het VESOC goedgekeurde registratiemethode; | persoon binnen een door het VESOC goedgekeurde registratiemethode; |
| 11° arbeidsgehandicapten : personen met of een VFSIPH-nummer, en/of | 11° arbeidsgehandicapten : personen met of een VFSIPH-nummer, en/of |
| ten hoogste een diploma BuSO, en/of bij de VDAB ingeschreven staan als | ten hoogste een diploma BuSO, en/of bij de VDAB ingeschreven staan als |
| beperkt of zeer beperkt arbeidsgeschikt, of elke als | beperkt of zeer beperkt arbeidsgeschikt, of elke als |
| arbeidsgehandicapte geregistreerde persoon binnen een door het VESOC | arbeidsgehandicapte geregistreerde persoon binnen een door het VESOC |
| goedgekeurde registratiemethode; | goedgekeurde registratiemethode; |
| 12° ouder wordende werknemers en werkzoekenden : 45- tot 64- jarigen; | 12° ouder wordende werknemers en werkzoekenden : 45- tot 64- jarigen; |
| 13° laaggeschoolden : personen met maximaal een diploma van het lager | 13° laaggeschoolden : personen met maximaal een diploma van het lager |
| secundair onderwijs, of afgestudeerden van middenstandsopleidingen, of | secundair onderwijs, of afgestudeerden van middenstandsopleidingen, of |
| houders van een niet erkend buitenlands diploma; | houders van een niet erkend buitenlands diploma; |
| 14° kansengroepen : categorieën van personen waarbij de | 14° kansengroepen : categorieën van personen waarbij de |
| werkzaamheidsgraad, zijnde het procentueel aandeel van de personen uit | werkzaamheidsgraad, zijnde het procentueel aandeel van de personen uit |
| de betrokken categorie op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar) die | de betrokken categorie op beroepsactieve leeftijd (15-64 jaar) die |
| effectief werken, lager ligt dan het gemiddelde bij de totale Vlaamse | effectief werken, lager ligt dan het gemiddelde bij de totale Vlaamse |
| beroepsbevolking; | beroepsbevolking; |
| 15° STC-vzw : de vereniging zonder winstoogmerk door een STC opgericht | 15° STC-vzw : de vereniging zonder winstoogmerk door een STC opgericht |
| overeenkomstig artikel 9 van het besluit van de Vlaamse regering van | overeenkomstig artikel 9 van het besluit van de Vlaamse regering van |
| 21 december 1988 houdende organisatie van de arbeidsbemiddeling en de | 21 december 1988 houdende organisatie van de arbeidsbemiddeling en de |
| beroepsopleiding. | beroepsopleiding. |
| HOOFDSTUK II. - Algemeen | HOOFDSTUK II. - Algemeen |
Art. 2.Binnen de perken van de op de begroting goedgekeurde kredieten |
Art. 2.Binnen de perken van de op de begroting goedgekeurde kredieten |
| voor de Vlaamse bijdrage tot het Belgisch actieplan in uitvoering van | voor de Vlaamse bijdrage tot het Belgisch actieplan in uitvoering van |
| de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren, zoals overeengekomen tussen | de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren, zoals overeengekomen tussen |
| de Vlaamse regering en de Vlaamse sociale partners, kunnen subsidies | de Vlaamse regering en de Vlaamse sociale partners, kunnen subsidies |
| en werkingsmiddelen worden toegekend aan de aanvragers die voldoen aan | en werkingsmiddelen worden toegekend aan de aanvragers die voldoen aan |
| de in hoofdstuk 3 van dit besluit gestelde voorwaarden. | de in hoofdstuk 3 van dit besluit gestelde voorwaarden. |
| HOOFDSTUK III. - Ondersteuning bij het opstellen en uitvoeren van een | HOOFDSTUK III. - Ondersteuning bij het opstellen en uitvoeren van een |
| actieplan 'Diversiteit en evenredige arbeidsdeelname' in ondernemingen | actieplan 'Diversiteit en evenredige arbeidsdeelname' in ondernemingen |
| en instellingen | en instellingen |
Art. 3.§ 1. Een actieplan 'Diversiteit en evenredige arbeidsdeelname' |
Art. 3.§ 1. Een actieplan 'Diversiteit en evenredige arbeidsdeelname' |
| op arbeidsorganisatieniveau impliceert het op een planmatige manier | op arbeidsorganisatieniveau impliceert het op een planmatige manier |
| wegnemen van direct en indirect discriminerende drempels en/of het | wegnemen van direct en indirect discriminerende drempels en/of het |
| scheppen van voorzieningen waardoor de verticale en horizontale | scheppen van voorzieningen waardoor de verticale en horizontale |
| mobiliteit van leden van de kansengroepen, en inzonderheid | mobiliteit van leden van de kansengroepen, en inzonderheid |
| allochtonen, op de bedrijfsinterne en -externe arbeidsmarkt worden | allochtonen, op de bedrijfsinterne en -externe arbeidsmarkt worden |
| vergroot en hun voortijdige uitstroomkansen worden verminderd, met het | vergroot en hun voortijdige uitstroomkansen worden verminderd, met het |
| oog op hun evenredige en volwaardige participatie in alle afdelingen | oog op hun evenredige en volwaardige participatie in alle afdelingen |
| en functies. | en functies. |
| § 2. Onder planmatig werken wordt het hanteren van minimaal een | § 2. Onder planmatig werken wordt het hanteren van minimaal een |
| vierstappenaanpak verstaan, wat het volgende inhoudt : | vierstappenaanpak verstaan, wat het volgende inhoudt : |
| - probleemdetectie aan de hand van een controlelijst; | - probleemdetectie aan de hand van een controlelijst; |
| - bepalen van de oorzaken van het probleem; | - bepalen van de oorzaken van het probleem; |
| - vastleggen van een oplossingsstrategie; | - vastleggen van een oplossingsstrategie; |
| - uitvoeren en evalueren van de gekozen aanpak. | - uitvoeren en evalueren van de gekozen aanpak. |
| § 3. Onder verticale mobiliteit wordt de toegang tot en de | § 3. Onder verticale mobiliteit wordt de toegang tot en de |
| doorstroming of promotie binnen de arbeidsorganisatie verstaan. | doorstroming of promotie binnen de arbeidsorganisatie verstaan. |
| § 4. Onder horizontale mobiliteit wordt de mogelijkheid verstaan om op | § 4. Onder horizontale mobiliteit wordt de mogelijkheid verstaan om op |
| basis van kwalificaties binnen elke afdeling van een | basis van kwalificaties binnen elke afdeling van een |
| arbeidsorganisatie werkzaam te zijn zonder geconfronteerd te worden | arbeidsorganisatie werkzaam te zijn zonder geconfronteerd te worden |
| met enige vorm van directe of indirecte discriminatie, ongeacht | met enige vorm van directe of indirecte discriminatie, ongeacht |
| (etnische) afstamming, geslacht, (religieuze) overtuiging, handicap, | (etnische) afstamming, geslacht, (religieuze) overtuiging, handicap, |
| leeftijd of seksuele geaardheid. | leeftijd of seksuele geaardheid. |
| § 5. Onder indirecte discriminatie worden gedragingen, procedures en | § 5. Onder indirecte discriminatie worden gedragingen, procedures en |
| structuren verstaan die niet de bedoeling hebben om bepaalde | structuren verstaan die niet de bedoeling hebben om bepaalde |
| individuen en/of groepen te discrimineren, maar die in hun uitwerking | individuen en/of groepen te discrimineren, maar die in hun uitwerking |
| stelselmatig nadelig uitvallen voor bepaalde individuen en/of groepen. | stelselmatig nadelig uitvallen voor bepaalde individuen en/of groepen. |
| § 6. Het actieplan omvat één of meer van de volgende maatregelen en | § 6. Het actieplan omvat één of meer van de volgende maatregelen en |
| acties : doorlichten en optimaliseren van het selectie- en | acties : doorlichten en optimaliseren van het selectie- en |
| wervingsbeleid; doorlichten en optimaliseren van het onthaalbeleid; | wervingsbeleid; doorlichten en optimaliseren van het onthaalbeleid; |
| het organiseren van coaching en interne begeleiding voor nieuwe | het organiseren van coaching en interne begeleiding voor nieuwe |
| medewerkers uit de kansengroepen; het (laten) organiseren van | medewerkers uit de kansengroepen; het (laten) organiseren van |
| taalopleidingen, taalstages of cursussen Nederlands op de werkvloer; | taalopleidingen, taalstages of cursussen Nederlands op de werkvloer; |
| het (laten) organiseren van trainingen of opleidingen rond | het (laten) organiseren van trainingen of opleidingen rond |
| interculturele communicatie, het managen van verschillen, het | interculturele communicatie, het managen van verschillen, het |
| tegengaan van alledaags racisme op de werkvloer; het (laten) | tegengaan van alledaags racisme op de werkvloer; het (laten) |
| organiseren van opleidingen gericht op de horizontale of verticale | organiseren van opleidingen gericht op de horizontale of verticale |
| doorstroom van leden van de kansengroepen, en inzonderheid | doorstroom van leden van de kansengroepen, en inzonderheid |
| allochtonen, binnen de organisatie; het opzetten van nieuwe | allochtonen, binnen de organisatie; het opzetten van nieuwe |
| rekruteringskanalen, gekoppeld aan actieve wervingsinspanningen | rekruteringskanalen, gekoppeld aan actieve wervingsinspanningen |
| gericht op leden van de kansengroepen, en inzonderheid allochtonen; | gericht op leden van de kansengroepen, en inzonderheid allochtonen; |
| voorzien in begeleide, additionele stage- of werkervaringsplaatsen | voorzien in begeleide, additionele stage- of werkervaringsplaatsen |
| voor leden van de kansengroepen, en inzonderheid allochtonen; | voor leden van de kansengroepen, en inzonderheid allochtonen; |
| functioneren als voorbeeldonderneming binnen een regio en/of sector; | functioneren als voorbeeldonderneming binnen een regio en/of sector; |
| in samenhang met minstens één van de hiervoor genoemde acties, | in samenhang met minstens één van de hiervoor genoemde acties, |
| voorzien in een (project)structuur voor het verbreden van het | voorzien in een (project)structuur voor het verbreden van het |
| draagvlak en voor het opvolgen en sturen van het beleid van | draagvlak en voor het opvolgen en sturen van het beleid van |
| diversiteit en evenredige arbeidsdeelname. | diversiteit en evenredige arbeidsdeelname. |
| § 7. Het actieplan richt zich minstens tot de kansengroep allochtonen, | § 7. Het actieplan richt zich minstens tot de kansengroep allochtonen, |
| maar kan uitgebreid worden tot andere kansengroepen. | maar kan uitgebreid worden tot andere kansengroepen. |
| § 8. Ter verdieping van het beleid van diversiteit en evenredige | § 8. Ter verdieping van het beleid van diversiteit en evenredige |
| arbeidsdeelname van ondernemingen en instellingen, worden 'beste | arbeidsdeelname van ondernemingen en instellingen, worden 'beste |
| praktijken' ontwikkeld in een aantal ondernemingen en instellingen. Om | praktijken' ontwikkeld in een aantal ondernemingen en instellingen. Om |
| weerhouden te worden als 'beste praktijk' moet de onderneming of | weerhouden te worden als 'beste praktijk' moet de onderneming of |
| instelling : | instelling : |
| 1° een positieve actieplan hebben opgestart in het kader van één van | 1° een positieve actieplan hebben opgestart in het kader van één van |
| de vorige VESOC-jaarprogramma's allochtonen, of in het verleden | de vorige VESOC-jaarprogramma's allochtonen, of in het verleden |
| bewezen inspanningen hebben geleverd rond gelijke kansen voor mannen | bewezen inspanningen hebben geleverd rond gelijke kansen voor mannen |
| en vrouwen of voor de integratie in de onderneming van | en vrouwen of voor de integratie in de onderneming van |
| arbeidsgehandicapten of oudere werknemers; | arbeidsgehandicapten of oudere werknemers; |
| 2° haar ervaringen bekend maken en functioneren als | 2° haar ervaringen bekend maken en functioneren als |
| voorbeeldonderneming binnen een regio en/of sector; | voorbeeldonderneming binnen een regio en/of sector; |
| 3° een actieplan opstellen, waarin concrete engagementen worden | 3° een actieplan opstellen, waarin concrete engagementen worden |
| opgenomen omtrent instroom en/of (horizontale of verticale) doorstroom | opgenomen omtrent instroom en/of (horizontale of verticale) doorstroom |
| van leden van diverse kansengroepen, waaronder allochtonen; | van leden van diverse kansengroepen, waaronder allochtonen; |
| 4° het actieplan omvat daarnaast één of meerdere van de volgende | 4° het actieplan omvat daarnaast één of meerdere van de volgende |
| acties : optreden als peterbedrijf voor minstens één andere | acties : optreden als peterbedrijf voor minstens één andere |
| onderneming (die niet behoort tot de eigen juridische of economische | onderneming (die niet behoort tot de eigen juridische of economische |
| bedrijfseenheid) die een beleid van diversiteit en evenredige | bedrijfseenheid) die een beleid van diversiteit en evenredige |
| arbeidsdeelname opstart; experimenteerruimte bieden voor het uittesten | arbeidsdeelname opstart; experimenteerruimte bieden voor het uittesten |
| van nieuwe methodieken of trainingspakketten die de integratie van | van nieuwe methodieken of trainingspakketten die de integratie van |
| leden van de kansengroepen binnen de onderneming bevorderen; meewerken | leden van de kansengroepen binnen de onderneming bevorderen; meewerken |
| aan de ontwikkeling van nieuwe methodieken of acties in uitvoering van | aan de ontwikkeling van nieuwe methodieken of acties in uitvoering van |
| het VESOC-jaarprogramma 2001 en/of van de TRIVISI-pioniersgroep | het VESOC-jaarprogramma 2001 en/of van de TRIVISI-pioniersgroep |
| 'Diversiteit'; | 'Diversiteit'; |
| 5° het actieplan richt zich op een geïntegreerde wijze tot meerdere | 5° het actieplan richt zich op een geïntegreerde wijze tot meerdere |
| kansengroepen, waaronder de kansengroep allochtonen. | kansengroepen, waaronder de kansengroep allochtonen. |
Art. 4.§ 1. De aanvragers zoals bedoeld in artikel 1, 8°, eerste en |
Art. 4.§ 1. De aanvragers zoals bedoeld in artikel 1, 8°, eerste en |
| tweede lid dienen : | tweede lid dienen : |
| 1° zich te engageren tot een continuering van het beleid van | 1° zich te engageren tot een continuering van het beleid van |
| diversiteit en evenredige arbeidsdeelname na de subsidieperiode; | diversiteit en evenredige arbeidsdeelname na de subsidieperiode; |
| 2° een actieplan, zoals bedoeld in artikel 3, voor te leggen of een | 2° een actieplan, zoals bedoeld in artikel 3, voor te leggen of een |
| 'beste praktijk', zoals bedoeld in artikel 3, te ontwikkelen; | 'beste praktijk', zoals bedoeld in artikel 3, te ontwikkelen; |
| 3° in cofinanciering te voorzien. | 3° in cofinanciering te voorzien. |
| § 2. Behoudens de aanvragen voor de ontwikkeling van een 'beste | § 2. Behoudens de aanvragen voor de ontwikkeling van een 'beste |
| praktijk', hebben de aanvragers zoals bedoeld in artikel 1, 8°, eerste | praktijk', hebben de aanvragers zoals bedoeld in artikel 1, 8°, eerste |
| en tweede lid, geen subsidie ontvangen in het kader van het besluit | en tweede lid, geen subsidie ontvangen in het kader van het besluit |
| van de Vlaamse regering van 21 april 1999 of van het besluit van de | van de Vlaamse regering van 21 april 1999 of van het besluit van de |
| Vlaamse regering van 17 juli 2000 tot vaststelling van de criteria, de | Vlaamse regering van 17 juli 2000 tot vaststelling van de criteria, de |
| voorwaarden en de nadere regelen volgens welke subsidies worden | voorwaarden en de nadere regelen volgens welke subsidies worden |
| verleend met betrekking tot het VESOC-actieplan migranten. Behoudens | verleend met betrekking tot het VESOC-actieplan migranten. Behoudens |
| de aanvragen voor de ontwikkeling van een 'beste praktijk', hebben de | de aanvragen voor de ontwikkeling van een 'beste praktijk', hebben de |
| aanvragers evenmin een subsidie aangevraagd of ontvangen in het kader | aanvragers evenmin een subsidie aangevraagd of ontvangen in het kader |
| van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000 tot | van het besluit van de Vlaamse regering van 17 juli 2000 tot |
| vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regelen | vaststelling van de criteria, de voorwaarden en de nadere regelen |
| volgens welke subsidies worden verleend met betrekking tot het | volgens welke subsidies worden verleend met betrekking tot het |
| VESOC-actieplan voor acties rond de man/vrouw-problematiek. | VESOC-actieplan voor acties rond de man/vrouw-problematiek. |
Art. 5.§ 1. De erkenningsprocedure voor de aanvragers zoals bedoeld |
Art. 5.§ 1. De erkenningsprocedure voor de aanvragers zoals bedoeld |
| in artikel 1, 8°, eerste lid, met uitzondering van deze die niet onder | in artikel 1, 8°, eerste lid, met uitzondering van deze die niet onder |
| één STC ressorteren, is als volgt : | één STC ressorteren, is als volgt : |
| De aanvragers dienen een aanvraag in bij het bevoegde STC. | De aanvragers dienen een aanvraag in bij het bevoegde STC. |
| Het STC beoordeelt de onder artikel 4, §§ 1 en 2, gestelde voorwaarden | Het STC beoordeelt de onder artikel 4, §§ 1 en 2, gestelde voorwaarden |
| en maakt zijn advies over aan de administratie binnen de dertig dagen | en maakt zijn advies over aan de administratie binnen de dertig dagen |
| na ontvangst van de aanvraag en uiterlijk op 16 oktober 2001. | na ontvangst van de aanvraag en uiterlijk op 16 oktober 2001. |
| De administratie beoordeelt eveneens de onder artikel 4, §§ 1 en 2, | De administratie beoordeelt eveneens de onder artikel 4, §§ 1 en 2, |
| gestelde voorwaarden binnen de veertien dagen na ontvangst. | gestelde voorwaarden binnen de veertien dagen na ontvangst. |
| Beide adviezen worden via de administratie aan de minister | Beide adviezen worden via de administratie aan de minister |
| overgemaakt. | overgemaakt. |
| De minister beslist over de toekenning van de subsidie, waarbij | De minister beslist over de toekenning van de subsidie, waarbij |
| minstens één positief advies als voorwaarde geldt voor een | minstens één positief advies als voorwaarde geldt voor een |
| goedkeuring. | goedkeuring. |
| § 2. De erkenningsprocedure voor de aanvragers zoals bedoeld in | § 2. De erkenningsprocedure voor de aanvragers zoals bedoeld in |
| artikel 1, 8°, eerste lid die niet onder één STC ressorteren en zoals | artikel 1, 8°, eerste lid die niet onder één STC ressorteren en zoals |
| bedoeld in artikel 1, 8°, tweede lid is als volgt : | bedoeld in artikel 1, 8°, tweede lid is als volgt : |
| De aanvragers dienen een aanvraag in bij de administratie | De aanvragers dienen een aanvraag in bij de administratie |
| Werkgelegenheid. | Werkgelegenheid. |
| De administratie en de STC-stuurgroep, of bij delegatie de Werkgroep | De administratie en de STC-stuurgroep, of bij delegatie de Werkgroep |
| allochtonen, beoordelen de onder artikel 4, § 1, gestelde voorwaarden | allochtonen, beoordelen de onder artikel 4, § 1, gestelde voorwaarden |
| binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag en uiterlijk op 16 | binnen de dertig dagen na ontvangst van de aanvraag en uiterlijk op 16 |
| oktober 2001. | oktober 2001. |
| Beide adviezen worden via de administratie aan de minister | Beide adviezen worden via de administratie aan de minister |
| overgemaakt. | overgemaakt. |
| De minister beslist over de toekenning van de subsidie, waarbij | De minister beslist over de toekenning van de subsidie, waarbij |
| minstens één positief advies als voorwaarde geldt voor een | minstens één positief advies als voorwaarde geldt voor een |
| goedkeuring. | goedkeuring. |
| § 3. Wanneer het totaalbedrag van de aanvragen meer zou bedragen dan | § 3. Wanneer het totaalbedrag van de aanvragen meer zou bedragen dan |
| 1.852.500 euro voor de uitvoering van de actieplannen 'Diversiteit en | 1.852.500 euro voor de uitvoering van de actieplannen 'Diversiteit en |
| evenredige arbeidsdeelname' en meer dan 247 000 euro voor de | evenredige arbeidsdeelname' en meer dan 247 000 euro voor de |
| ontwikkeling van 'beste praktijken', stellen de administratie en de | ontwikkeling van 'beste praktijken', stellen de administratie en de |
| STC-stuurgroep, of bij delegatie de Werkgroep allochtonen, samen een | STC-stuurgroep, of bij delegatie de Werkgroep allochtonen, samen een |
| gemotiveerde rangorde op van de 15 laatst ingediende aanvragen voor de | gemotiveerde rangorde op van de 15 laatst ingediende aanvragen voor de |
| subsidiering van actieplannen en van de 5 laatst ingediende aanvragen | subsidiering van actieplannen en van de 5 laatst ingediende aanvragen |
| voor de subsidiering van 'beste praktijken', op basis van de in | voor de subsidiering van 'beste praktijken', op basis van de in |
| artikel 4 vermelde criteria en waarbij tevens gestreefd wordt naar | artikel 4 vermelde criteria en waarbij tevens gestreefd wordt naar |
| minstens 5 actieplannen 'Diversiteit en evenredige arbeidsdeelname' en | minstens 5 actieplannen 'Diversiteit en evenredige arbeidsdeelname' en |
| één 'beste praktijk' per STC. | één 'beste praktijk' per STC. |
Art. 6.Zesmaandelijks wordt door de STC's een opvolgingsverslag |
Art. 6.Zesmaandelijks wordt door de STC's een opvolgingsverslag |
| aangaande de globale uitvoering van de actieplannen en 'beste | aangaande de globale uitvoering van de actieplannen en 'beste |
| praktijken' aan de administratie toegestuurd, en na bespreking op de | praktijken' aan de administratie toegestuurd, en na bespreking op de |
| STC-stuurgroep, of bij delegatie op de Werkgroep allochtonen, aan de | STC-stuurgroep, of bij delegatie op de Werkgroep allochtonen, aan de |
| minister bezorgd. | minister bezorgd. |
Art. 7.§ 1. Ingeval een subsidie wordt toegekend, heeft de aanvrager |
Art. 7.§ 1. Ingeval een subsidie wordt toegekend, heeft de aanvrager |
| recht op een tussenkomst van 2/3 in de gedane uitgaven met betrekking | recht op een tussenkomst van 2/3 in de gedane uitgaven met betrekking |
| tot het actieplan of de ontwikkeling van een 'beste praktijk', met een | tot het actieplan of de ontwikkeling van een 'beste praktijk', met een |
| maximum van 12 350 euro. | maximum van 12 350 euro. |
| § 2. Voor financiering komen loonkosten, met een maximum van 4/5 van | § 2. Voor financiering komen loonkosten, met een maximum van 4/5 van |
| de toegekende subsidie, en werkingsmiddelen ter uitvoering van het | de toegekende subsidie, en werkingsmiddelen ter uitvoering van het |
| actieplan in aanmerking. Enkel de kosten die voortvloeien uit de | actieplan in aanmerking. Enkel de kosten die voortvloeien uit de |
| voorbereiding en uitvoering van de specifieke acties voorzien in het | voorbereiding en uitvoering van de specifieke acties voorzien in het |
| actieplan 'Diversiteit en evenredige arbeidsdeelname' komen voor | actieplan 'Diversiteit en evenredige arbeidsdeelname' komen voor |
| subsidie in aanmerking. Komen derhalve niet in aanmerking voor | subsidie in aanmerking. Komen derhalve niet in aanmerking voor |
| subsidie : | subsidie : |
| - de loutere inschakeling van leden van de kansengroepen in het | - de loutere inschakeling van leden van de kansengroepen in het |
| productieproces; de subsidie kan niet aangewend worden als | productieproces; de subsidie kan niet aangewend worden als |
| inschakelingpremie; | inschakelingpremie; |
| - de aanschaf van algemene investeringsgoederen; | - de aanschaf van algemene investeringsgoederen; |
| - algemene technische opleidingen voor het personeel. | - algemene technische opleidingen voor het personeel. |
| § 3. Alle kosten dienen bewezen te worden. | § 3. Alle kosten dienen bewezen te worden. |
| § 4. De subsidie kan in geen geval gecumuleerd worden met een andere | § 4. De subsidie kan in geen geval gecumuleerd worden met een andere |
| betoelaging voor dezelfde loonkosten en werkingsmiddelen. | betoelaging voor dezelfde loonkosten en werkingsmiddelen. |
| HOOFDSTUK IV. - Sub-regionale actieprogramma's 'Evenredige | HOOFDSTUK IV. - Sub-regionale actieprogramma's 'Evenredige |
| arbeidsdeelname en diversiteit' | arbeidsdeelname en diversiteit' |
Art. 8.§ 1. Binnen de perken van de op de begroting goedgekeurde |
Art. 8.§ 1. Binnen de perken van de op de begroting goedgekeurde |
| kredieten voor de Vlaamse bijdrage tot het Belgisch actieplan in | kredieten voor de Vlaamse bijdrage tot het Belgisch actieplan in |
| uitvoering van de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren, zoals | uitvoering van de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren, zoals |
| overeengekomen tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse sociale | overeengekomen tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse sociale |
| partners, kunnen subsidies worden toegekend voor de ondersteuning van | partners, kunnen subsidies worden toegekend voor de ondersteuning van |
| welbepaalde acties uit de sub-regionale actieprogramma's 'Evenredige | welbepaalde acties uit de sub-regionale actieprogramma's 'Evenredige |
| arbeidsdeelname en diversiteit'; | arbeidsdeelname en diversiteit'; |
| § 2. De acties die voor financiële ondersteuning in aanmerking komen | § 2. De acties die voor financiële ondersteuning in aanmerking komen |
| zijn - een brede en uniforme informatie- en sensibilisatiecampagne, op | zijn - een brede en uniforme informatie- en sensibilisatiecampagne, op |
| Vlaams niveau uitgewerkt in overleg met de STC', die georganiseerd | Vlaams niveau uitgewerkt in overleg met de STC', die georganiseerd |
| wordt via de lokale en regionale media - een decentraal georganiseerd | wordt via de lokale en regionale media - een decentraal georganiseerd |
| vormingsaanbod dat op Vlaams niveau wordt uitgewerkt, in overleg met | vormingsaanbod dat op Vlaams niveau wordt uitgewerkt, in overleg met |
| de STC's. | de STC's. |
| Deze middelen dienen ter ondersteuning van de sub-regionale prospectie | Deze middelen dienen ter ondersteuning van de sub-regionale prospectie |
| om ondernemingen te sensibiliseren voor het voeren van een kleurrijk | om ondernemingen te sensibiliseren voor het voeren van een kleurrijk |
| personeelsbeleid en moeten een versnelde dynamiek, een breder | personeelsbeleid en moeten een versnelde dynamiek, een breder |
| draagvlak en een verdieping van de knowhow bij de organisaties in de | draagvlak en een verdieping van de knowhow bij de organisaties in de |
| regio mogelijk te maken. | regio mogelijk te maken. |
| § 3. Het maximumbedrag voor de ondersteuning van de informatie- en | § 3. Het maximumbedrag voor de ondersteuning van de informatie- en |
| sensibilisatiecampagne en voor het decentraal georganiseerd | sensibilisatiecampagne en voor het decentraal georganiseerd |
| vormingsaanbod bedraagt 322.270 euro. | vormingsaanbod bedraagt 322.270 euro. |
| § 4. De sub-regionale actieprogramma's bevatten minstens in aanzet een | § 4. De sub-regionale actieprogramma's bevatten minstens in aanzet een |
| geïntegreerde aanpak naar meerdere kansengroepen, waaronder de | geïntegreerde aanpak naar meerdere kansengroepen, waaronder de |
| kansengroep allochtonen en bevatten een kwantitatieve doelstelling | kansengroep allochtonen en bevatten een kwantitatieve doelstelling |
| over het aantal arbeidsorganisaties in de sub-regio die in de looptijd | over het aantal arbeidsorganisaties in de sub-regio die in de looptijd |
| van het Vlaamse jaarprogramma door het STC ondersteund worden bij het | van het Vlaamse jaarprogramma door het STC ondersteund worden bij het |
| opstarten of verdiepen en verbreden van hun actieplan 'Diversiteit en | opstarten of verdiepen en verbreden van hun actieplan 'Diversiteit en |
| evenredige arbeidsdeelname' of van hun 'beste praktijk'. | evenredige arbeidsdeelname' of van hun 'beste praktijk'. |
| § 5. Het sub-regionale actieprogramma 'Evenredige arbeidsdeelname en | § 5. Het sub-regionale actieprogramma 'Evenredige arbeidsdeelname en |
| diversiteit' besteedt aandacht aan : | diversiteit' besteedt aandacht aan : |
| 1° ondersteuning van en overleg, netwerkvorming en samenwerking met | 1° ondersteuning van en overleg, netwerkvorming en samenwerking met |
| (regionale) zelforganisaties van kansengroepen; | (regionale) zelforganisaties van kansengroepen; |
| 2° ondersteuning van ondernemingen, instellingen en lokale besturen | 2° ondersteuning van ondernemingen, instellingen en lokale besturen |
| bij de opstart en uitvoering van actieplannen 'Diversiteit en | bij de opstart en uitvoering van actieplannen 'Diversiteit en |
| evenredige arbeidsdeelname' door meet te werken aan de ontwikkeling, | evenredige arbeidsdeelname' door meet te werken aan de ontwikkeling, |
| afstemming en verspreiding van aan de kansengroepen aangepaste | afstemming en verspreiding van aan de kansengroepen aangepaste |
| HRM-instrumenten; | HRM-instrumenten; |
| 3° samenwerking met intermediaire actoren op de arbeidsmarkt, | 3° samenwerking met intermediaire actoren op de arbeidsmarkt, |
| waaronder sectoren en sectorfondsen, werkgevers- en | waaronder sectoren en sectorfondsen, werkgevers- en |
| werknemersorganisaties, opleidingsinitiatieven, lokale besturen e.d. | werknemersorganisaties, opleidingsinitiatieven, lokale besturen e.d. |
Art. 9.Zesmaandelijks wordt door het STC's een opvolgingsverslag |
Art. 9.Zesmaandelijks wordt door het STC's een opvolgingsverslag |
| aangaande de globale uitvoering van het sub-regionale actieprogramma | aangaande de globale uitvoering van het sub-regionale actieprogramma |
| 'Evenredige arbeidsdeelname en diversiteit' aan de administratie | 'Evenredige arbeidsdeelname en diversiteit' aan de administratie |
| toegestuurd, en na bespreking op de STC-stuurgroep, of bij delegatie | toegestuurd, en na bespreking op de STC-stuurgroep, of bij delegatie |
| op de Werkgroep allochtonen, aan de minister bezorgd. | op de Werkgroep allochtonen, aan de minister bezorgd. |
| HOOFDSTUK V. - Centrale ondersteuning en productontwikkeling en de | HOOFDSTUK V. - Centrale ondersteuning en productontwikkeling en de |
| ondersteuning van kwalificerende trajecten | ondersteuning van kwalificerende trajecten |
Art. 10.§ 1. Binnen de perken van de op de begroting goedgekeurde |
Art. 10.§ 1. Binnen de perken van de op de begroting goedgekeurde |
| kredieten voor de Vlaamse bijdrage tot het Belgisch actieplan in | kredieten voor de Vlaamse bijdrage tot het Belgisch actieplan in |
| uitvoering van de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren, zoals | uitvoering van de Europese werkgelegenheidsrichtsnoeren, zoals |
| overeengekomen tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse sociale | overeengekomen tussen de Vlaamse regering en de Vlaamse sociale |
| partners, kunnen subsidies en werkingsmiddelen worden toegekend voor | partners, kunnen subsidies en werkingsmiddelen worden toegekend voor |
| de centrale ondersteuning en productontwikkeling bij de implementatie | de centrale ondersteuning en productontwikkeling bij de implementatie |
| van het VESOC-jaarprogramma 'Diversiteit en evenredige | van het VESOC-jaarprogramma 'Diversiteit en evenredige |
| arbeidsdeelname' voor 2001, en voor de ondersteuning en ontwikkeling | arbeidsdeelname' voor 2001, en voor de ondersteuning en ontwikkeling |
| van kwalificerende trajecten die de arbeidsmarktkansen van | van kwalificerende trajecten die de arbeidsmarktkansen van |
| kansengroepen, en inzonderheid allochtonen, verhogen. | kansengroepen, en inzonderheid allochtonen, verhogen. |
| § 2. Het maximumbedrag dat aan subsidies wordt toegekend voor het | § 2. Het maximumbedrag dat aan subsidies wordt toegekend voor het |
| totaal van de posten ondersteuning van het positieve actiebeleid en | totaal van de posten ondersteuning van het positieve actiebeleid en |
| ontwikkeling van 'beste praktijken' in ondernemingen en instellingen, | ontwikkeling van 'beste praktijken' in ondernemingen en instellingen, |
| ondersteuning van sub-regionale actieprogramma's 'Evenredige | ondersteuning van sub-regionale actieprogramma's 'Evenredige |
| arbeidsdeelname en diversiteit', centrale productontwikkeling en | arbeidsdeelname en diversiteit', centrale productontwikkeling en |
| ondersteuning van kwalificerende trajecten, bedraagt 2 726 830 euro. | ondersteuning van kwalificerende trajecten, bedraagt 2 726 830 euro. |
| HOOFDSTUK VI. - Toezicht en slotbepalingen | HOOFDSTUK VI. - Toezicht en slotbepalingen |
Art. 11.§ 1. De in de eerste kolom van onderstaande tabel vermelde |
Art. 11.§ 1. De in de eerste kolom van onderstaande tabel vermelde |
| artikelen hebben betrekking op dit besluit. Met betrekking tot de | artikelen hebben betrekking op dit besluit. Met betrekking tot de |
| bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van deze tabel, | bedragen die in euro worden vermeld in de tweede kolom van deze tabel, |
| gelden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met | gelden vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit tot en met |
| 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in | 31 december 2001 de bedragen die in Belgische frank worden vermeld in |
| de derde kolom. | de derde kolom. |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| § 2. De bedragen die in euro worden vermeld in de artikelen 5, 7, 12 | § 2. De bedragen die in euro worden vermeld in de artikelen 5, 7, 12 |
| en 13 van dit besluit, treden in werking op 1 januari 2002. | en 13 van dit besluit, treden in werking op 1 januari 2002. |
Art. 12.De personeelsleden van de afdeling Inspectie Werkgelegenheid |
Art. 12.De personeelsleden van de afdeling Inspectie Werkgelegenheid |
| van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zijn gerechtigd om ter | van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap zijn gerechtigd om ter |
| plaatse controle uit te oefenen op de aanwending van de toegekende | plaatse controle uit te oefenen op de aanwending van de toegekende |
| gelden. | gelden. |
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 18 mei 2001. |
Art. 13.Dit besluit treedt in werking op 18 mei 2001. |
Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor werkgelegenheid, is belast |
Art. 14.De Vlaamse minister, bevoegd voor werkgelegenheid, is belast |
| met de uitvoering van dit besluit. | met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 18 mei 2001. | Brussel, 18 mei 2001. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
| P. DEWAEL | P. DEWAEL |
| De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, | De Vlaamse minister van Werkgelegenheid en Toerisme, |
| R. LANDUYT | R. LANDUYT |