Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bijdrage van de besturen in de uitgaven die verbonden zijn aan de gewestelijk ontvangers | Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de bijdrage van de besturen in de uitgaven die verbonden zijn aan de gewestelijk ontvangers |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
17 OKTOBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de | 17 OKTOBER 2008. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de |
bijdrage van de besturen in de uitgaven die verbonden zijn aan de | bijdrage van de besturen in de uitgaven die verbonden zijn aan de |
gewestelijk ontvangers | gewestelijk ontvangers |
De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare | Gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare |
centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 43, § 3, | centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 43, § 3, |
vervangen bij het decreet van 7 juli 2006; | vervangen bij het decreet van 7 juli 2006; |
Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid op artikel | Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid op artikel |
76, § 2, derde lid; | 76, § 2, derde lid; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 21 december 2007 |
houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van | houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de ambten van |
gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van | gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel beheerder, secretaris van |
een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een | een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn en ontvanger van een |
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden | openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn deeltijds kunnen worden |
uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de | uitgeoefend, en houdende vaststelling van sommige gevallen waarin de |
ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een | ambten van gemeentelijk financieel beheerder en van ontvanger van een |
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden | openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn kunnen worden |
uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger; | uitgeoefend door een gewestelijke ontvanger; |
Overwegende dat de Vlaamse Overheid de uitgaven draagt die verbonden | Overwegende dat de Vlaamse Overheid de uitgaven draagt die verbonden |
zijn aan de gewestelijk ontvangers, en dat het wenselijk is dat de | zijn aan de gewestelijk ontvangers, en dat het wenselijk is dat de |
gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die een | gemeenten en de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die een |
beroep doen op een gewestelijk ontvanger, daarvoor een billijke | beroep doen op een gewestelijk ontvanger, daarvoor een billijke |
vergoeding betalen; | vergoeding betalen; |
Overwegende dat de Vlaamse Regering het samenwerkingsakkoord van 9 | Overwegende dat de Vlaamse Regering het samenwerkingsakkoord van 9 |
december 1997 tussen de federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het | december 1997 tussen de federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het |
Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de wijze van | Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap betreffende de wijze van |
omslag van de kosten van de gewestelijke ontvangers en de wijze van de | omslag van de kosten van de gewestelijke ontvangers en de wijze van de |
inhouding van de bijdrage in die kosten door de besturen opzegt met | inhouding van de bijdrage in die kosten door de besturen opzegt met |
ingang van 1 januari 2009; | ingang van 1 januari 2009; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 juli | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 juli |
2008; | 2008; |
Gelet op het advies n° 45 017/VR/3 van de Raad van State, gegeven op | Gelet op het advies n° 45 017/VR/3 van de Raad van State, gegeven op |
23 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste, lid, | 23 september 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste, lid, |
1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, | 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, | Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, |
Stedenbeleid, Wonen en Inburgering; | Stedenbeleid, Wonen en Inburgering; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Elk kalenderjaar krijgen de gemeenten en de openbare centra |
Artikel 1.Elk kalenderjaar krijgen de gemeenten en de openbare centra |
voor maatschappelijk welzijn die gebruikmaken van een gewestelijk | voor maatschappelijk welzijn die gebruikmaken van een gewestelijk |
ontvanger, een afrekening van het voorgaande kalenderjaar voor het | ontvanger, een afrekening van het voorgaande kalenderjaar voor het |
gebruik van die gewestelijk ontvanger. | gebruik van die gewestelijk ontvanger. |
Art. 2.De bijdrage die elke individuele gemeente en elk individueel |
Art. 2.De bijdrage die elke individuele gemeente en elk individueel |
openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn betaalt, is afhankelijk | openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn betaalt, is afhankelijk |
van de prestatiebreuk van de gewestelijk ontvanger in dat bestuur, | van de prestatiebreuk van de gewestelijk ontvanger in dat bestuur, |
vastgesteld in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering | vastgesteld in overeenstemming met het besluit van de Vlaamse Regering |
van 21 december 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden | van 21 december 2007 houdende vaststelling van de voorwaarden |
waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel | waaronder de ambten van gemeentesecretaris, gemeentelijk financieel |
beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk | beheerder, secretaris van een openbaar centrum voor maatschappelijk |
welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk | welzijn en ontvanger van een openbaar centrum voor maatschappelijk |
welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling | welzijn deeltijds kunnen worden uitgeoefend, en houdende vaststelling |
van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel | van sommige gevallen waarin de ambten van gemeentelijk financieel |
beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor | beheerder en van ontvanger van een openbaar centrum voor |
maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een | maatschappelijk welzijn kunnen worden uitgeoefend door een |
gewestelijke ontvanger. | gewestelijke ontvanger. |
Art. 3.Elk jaar worden de totale kosten die de Vlaamse overheid |
Art. 3.Elk jaar worden de totale kosten die de Vlaamse overheid |
tijdens het voorgaande jaar gemaakt heeft voor de gewestelijk | tijdens het voorgaande jaar gemaakt heeft voor de gewestelijk |
ontvangers, samengeteld. Het totaalbedrag dat op die manier verkregen | ontvangers, samengeteld. Het totaalbedrag dat op die manier verkregen |
wordt, wordt gedeeld door het aantal gewestelijk ontvangers, in | wordt, wordt gedeeld door het aantal gewestelijk ontvangers, in |
voltijdse equivalenten uitgedrukt, dat in dat jaar in dienst geweest | voltijdse equivalenten uitgedrukt, dat in dat jaar in dienst geweest |
is. Het quotiënt daarvan vormt de gemiddelde kostprijs per gewestelijk | is. Het quotiënt daarvan vormt de gemiddelde kostprijs per gewestelijk |
ontvanger. | ontvanger. |
De bijdrage van elk bestuur wordt berekend door de gemiddelde | De bijdrage van elk bestuur wordt berekend door de gemiddelde |
kostprijs per gewestelijk ontvanger, vermeld in het eerste lid, te | kostprijs per gewestelijk ontvanger, vermeld in het eerste lid, te |
vermenigvuldigen met de prestatiebreuk van de gewestelijk ontvanger in | vermenigvuldigen met de prestatiebreuk van de gewestelijk ontvanger in |
dat bestuur, uitgedrukt in achtendertigsten. | dat bestuur, uitgedrukt in achtendertigsten. |
Art. 4.In afwijking van artikel 3, tweede lid, wordt voor de |
Art. 4.In afwijking van artikel 3, tweede lid, wordt voor de |
gemeenten tot 1 000 inwoners en de openbare centra voor | gemeenten tot 1 000 inwoners en de openbare centra voor |
maatschappelijk welzijn van die gemeenten het product, verkregen door | maatschappelijk welzijn van die gemeenten het product, verkregen door |
de vermenigvuldiging in artikel 3, tweede lid, gedeeld door twee. | de vermenigvuldiging in artikel 3, tweede lid, gedeeld door twee. |
Voor de toepassing van dit besluit geldt het bevolkingscijfer van de | Voor de toepassing van dit besluit geldt het bevolkingscijfer van de |
gemeente, vermeld in artikel 5, § 3, van het gemeentedecreet van 15 | gemeente, vermeld in artikel 5, § 3, van het gemeentedecreet van 15 |
juli 2005. | juli 2005. |
Art. 5.Dit besluit wordt de eerste keer toegepast bij de afrekening |
Art. 5.Dit besluit wordt de eerste keer toegepast bij de afrekening |
van de kosten voor de gewestelijk ontvangers voor het kalenderjaar | van de kosten voor de gewestelijk ontvangers voor het kalenderjaar |
2009. Voor de afrekening van de jaren die aan die datum voorafgaan, | 2009. Voor de afrekening van de jaren die aan die datum voorafgaan, |
blijft het samenwerkingsakkoord van 9 december 1997 tussen de federale | blijft het samenwerkingsakkoord van 9 december 1997 tussen de federale |
Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige | Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige |
Gemeenschap betreffende de wijze van omslag van de kosten van de | Gemeenschap betreffende de wijze van omslag van de kosten van de |
gewestelijke ontvangers en de wijze van de inhouding van de bijdrage | gewestelijke ontvangers en de wijze van de inhouding van de bijdrage |
in die kosten door de besturen van kracht. | in die kosten door de besturen van kracht. |
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009. |
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2009. |
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Binnenlandse |
Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Binnenlandse |
Aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit. | Aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 17 oktober 2008. | Brussel, 17 oktober 2008. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en | De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en |
Inburgering, | Inburgering, |
M. KEULEN | M. KEULEN |