| Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wat betreft de ladingzekering | Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wat betreft de ladingzekering |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| 17 NOVEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van | 17 NOVEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van |
| het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement | het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement |
| op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare | op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare |
| weg, wat betreft de ladingzekering | weg, wat betreft de ladingzekering |
| DE VLAAMSE REGERING, | DE VLAAMSE REGERING, |
| Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, | Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, |
| gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, gewijzigd bij de wetten van | gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, gewijzigd bij de wetten van |
| 21 juni 1985, 20 juli 2005 en 28 april 2010; | 21 juni 1985, 20 juli 2005 en 28 april 2010; |
| Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen | Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen |
| reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de | reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de |
| openbare weg; | openbare weg; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
| begroting, gegeven op 5 oktober 2017; | begroting, gegeven op 5 oktober 2017; |
| Gelet op advies 62.264/3 van de Raad van State, gegeven op 8 november | Gelet op advies 62.264/3 van de Raad van State, gegeven op 8 november |
| 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, | Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, |
| Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn; | Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van |
Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van |
| richtlijn 2015/719 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april | richtlijn 2015/719 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april |
| 2015 tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG van de Raad houdende | 2015 tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG van de Raad houdende |
| vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap | vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap |
| deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het | deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het |
| internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in | internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in |
| het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten. | het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten. |
Art. 2.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 |
Art. 2.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975 |
| houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van | houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van |
| het gebruik van de openbare weg, het laatst gewijzigd bij het | het gebruik van de openbare weg, het laatst gewijzigd bij het |
| koninklijk besluit van 14 december 2016, wordt punt 4° vervangen door | koninklijk besluit van 14 december 2016, wordt punt 4° vervangen door |
| wat volgt: | wat volgt: |
| "4° de voor het toezicht op de openbare weg aangestelde | "4° de voor het toezicht op de openbare weg aangestelde |
| personeelsleden, de wegeninspecteurs, vermeld in artikel 16 van het | personeelsleden, de wegeninspecteurs, vermeld in artikel 16 van het |
| decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de | decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de |
| verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, en | verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, en |
| personeelsleden die de Vlaamse minister, bevoegd voor het | personeelsleden die de Vlaamse minister, bevoegd voor het |
| mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, en het | mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, en het |
| verkeersveiligheidsbeleid, aanwijst;". | verkeersveiligheidsbeleid, aanwijst;". |
Art. 3.Artikel 45bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 3.Artikel 45bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
| koninklijk besluit van 27 april 2007 en gewijzigd bij het koninklijk | koninklijk besluit van 27 april 2007 en gewijzigd bij het koninklijk |
| besluit van 8 januari 2013, wordt vervangen door wat volgt: | besluit van 8 januari 2013, wordt vervangen door wat volgt: |
| " Art. 45bis.LADING VAN VOERTUIGEN: SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN |
" Art. 45bis.LADING VAN VOERTUIGEN: SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN |
| § 1. Dit artikel is van toepassing op de volgende voertuigcategorieën, | § 1. Dit artikel is van toepassing op de volgende voertuigcategorieën, |
| vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 | vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 |
| houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, | houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, |
| hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten | hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten |
| voldoen: | voldoen: |
| 1° categorie N2; | 1° categorie N2; |
| 2° categorie N3; | 2° categorie N3; |
| 3° categorie O3; | 3° categorie O3; |
| 4° categorie O4; | 4° categorie O4; |
| 5° categorie T, met een door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid van | 5° categorie T, met een door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid van |
| meer dan 40 km/u. | meer dan 40 km/u. |
| Dit artikel is niet van toepassing op voertuigen en samenstellen van | Dit artikel is niet van toepassing op voertuigen en samenstellen van |
| voertuigen die uitsluitend worden gebruikt door kermiskramers en die | voertuigen die uitsluitend worden gebruikt door kermiskramers en die |
| eigen zijn aan dat beroep. | eigen zijn aan dat beroep. |
| § 2. De bestuurder van een voertuig mag zijn voertuig niet gebruiken | § 2. De bestuurder van een voertuig mag zijn voertuig niet gebruiken |
| als het ladingzekeringssysteem van de in of op het voertuig vervoerde | als het ladingzekeringssysteem van de in of op het voertuig vervoerde |
| lading niet in overeenstemming is met de voorwaarden, vermeld in | lading niet in overeenstemming is met de voorwaarden, vermeld in |
| paragraaf 4. | paragraaf 4. |
| De bestuurder van een voertuig moet: | De bestuurder van een voertuig moet: |
| 1° een visuele controle uitvoeren om zich ervan te vergewissen dat de | 1° een visuele controle uitvoeren om zich ervan te vergewissen dat de |
| achterste laaddeuren, de inklapbare laadklep, de deuren, de dekzeilen, | achterste laaddeuren, de inklapbare laadklep, de deuren, de dekzeilen, |
| het reservewiel en de andere uitrustingen die te maken hebben met het | het reservewiel en de andere uitrustingen die te maken hebben met het |
| gebruik van het voertuig, zijn vastgezet; | gebruik van het voertuig, zijn vastgezet; |
| 2° zich ervan vergewissen dat de lading geen hinder vormt voor het | 2° zich ervan vergewissen dat de lading geen hinder vormt voor het |
| veilig besturen van het voertuig; | veilig besturen van het voertuig; |
| 3° zich ervan vergewissen dat het zwaartepunt van de lading zoveel | 3° zich ervan vergewissen dat het zwaartepunt van de lading zoveel |
| mogelijk gecentreerd wordt op het voertuig. | mogelijk gecentreerd wordt op het voertuig. |
| § 3. In deze paragraaf wordt verstaan onder laadeenheid: een | § 3. In deze paragraaf wordt verstaan onder laadeenheid: een |
| hoeveelheid goederen die zodanig is gebundeld of op een andere wijze | hoeveelheid goederen die zodanig is gebundeld of op een andere wijze |
| bijeen is gebracht dat de behandeling, de stapeling en de opslag als | bijeen is gebracht dat de behandeling, de stapeling en de opslag als |
| één verpakkingseenheid kan plaatsvinden. | één verpakkingseenheid kan plaatsvinden. |
| Als de primaire verpakking of laadeenheid van een goed beschadigd is | Als de primaire verpakking of laadeenheid van een goed beschadigd is |
| of niet voldoende stevig is voor een veilig transport van de goederen, | of niet voldoende stevig is voor een veilig transport van de goederen, |
| moet de verpakker en/of verlader de goederen bijkomend omhullen met | moet de verpakker en/of verlader de goederen bijkomend omhullen met |
| een transportverpakking die onbeschadigd en stevig genoeg is om een | een transportverpakking die onbeschadigd en stevig genoeg is om een |
| afdoende ladingzekering mogelijk te maken. | afdoende ladingzekering mogelijk te maken. |
| De verlader bezorgt de vervoerder waarop hij een beroep doet vooraf | De verlader bezorgt de vervoerder waarop hij een beroep doet vooraf |
| schriftelijk alle informatie die de vervoerder nodig acht om de | schriftelijk alle informatie die de vervoerder nodig acht om de |
| goederen te stouwen. Die informatie bestaat minstens uit: | goederen te stouwen. Die informatie bestaat minstens uit: |
| 1° de aard van de laadeenheid; | 1° de aard van de laadeenheid; |
| 2° de massa van de lading en elke laadeenheid; | 2° de massa van de lading en elke laadeenheid; |
| 3° de positie van het zwaartepunt van elke laadeenheid als die niet in | 3° de positie van het zwaartepunt van elke laadeenheid als die niet in |
| het midden ligt; | het midden ligt; |
| 4° de buitenafmetingen van elke laadeenheid; | 4° de buitenafmetingen van elke laadeenheid; |
| 5° de beperkingen voor het stapelen en de richting die tijdens het | 5° de beperkingen voor het stapelen en de richting die tijdens het |
| vervoer moet worden toegepast; | vervoer moet worden toegepast; |
| 6° de wrijvingsfactor van de goederen, als die niet is opgenomen in | 6° de wrijvingsfactor van de goederen, als die niet is opgenomen in |
| bijlage B van EN 12195:2010 of in de bijlage van de normen | bijlage B van EN 12195:2010 of in de bijlage van de normen |
| IMO/UNECE/ILO; | IMO/UNECE/ILO; |
| 7° alle aanvullende informatie die vereist is voor de juiste zekering. | 7° alle aanvullende informatie die vereist is voor de juiste zekering. |
| Als de verlader de vervoerder de opdracht geeft om containers of | Als de verlader de vervoerder de opdracht geeft om containers of |
| wissellaadbakken te vervoeren, verstrekt de verlader aan de vervoerder | wissellaadbakken te vervoeren, verstrekt de verlader aan de vervoerder |
| een verklaring waarin het gewicht van de vervoerde containers of | een verklaring waarin het gewicht van de vervoerde containers of |
| wissellaadbakken wordt vermeld. | wissellaadbakken wordt vermeld. |
| De vervoerder verschaft toegang tot alle ter zake doende documentatie | De vervoerder verschaft toegang tot alle ter zake doende documentatie |
| van de verlader aan de bevoegde personen in het kader van een | van de verlader aan de bevoegde personen in het kader van een |
| controle. | controle. |
| Tenzij op voorhand en schriftelijk anders wordt overeengekomen moet | Tenzij op voorhand en schriftelijk anders wordt overeengekomen moet |
| aan al de volgende voorwaarden voldaan zijn: | aan al de volgende voorwaarden voldaan zijn: |
| 1° de vervoerder voldoet aan de volgende voorwaarden: | 1° de vervoerder voldoet aan de volgende voorwaarden: |
| a) hij voorziet een voertuig dat geschikt is voor de lading waarvoor | a) hij voorziet een voertuig dat geschikt is voor de lading waarvoor |
| hij is gecontracteerd; | hij is gecontracteerd; |
| b) hij biedt op de plaats van laden een voertuig aan dat schoon en | b) hij biedt op de plaats van laden een voertuig aan dat schoon en |
| zonder structurele schade is; | zonder structurele schade is; |
| c) hij staat in voor het bevestigen van de container op het chassis; | c) hij staat in voor het bevestigen van de container op het chassis; |
| d) hij zekert de lading conform dit artikel; | d) hij zekert de lading conform dit artikel; |
| 2° de verpakker voldoet aan de volgende voorwaarden: | 2° de verpakker voldoet aan de volgende voorwaarden: |
| a) hij beschrijft de goederen. Die beschrijving bevat minstens de | a) hij beschrijft de goederen. Die beschrijving bevat minstens de |
| informatie, vermeld in het derde lid; | informatie, vermeld in het derde lid; |
| b) als de kans bestaat dat de goederen beschadigd worden door | b) als de kans bestaat dat de goederen beschadigd worden door |
| spanbanden, beschrijft hij een alternatieve methode voor het zekeren | spanbanden, beschrijft hij een alternatieve methode voor het zekeren |
| van de goederen. Als die alternatieve methode specifieke eisen stelt | van de goederen. Als die alternatieve methode specifieke eisen stelt |
| aan het gebruikte voertuig, worden die vermeld; | aan het gebruikte voertuig, worden die vermeld; |
| 3° de verlader voldoet aan de volgende voorwaarden: | 3° de verlader voldoet aan de volgende voorwaarden: |
| a) hij staat in voor de verdeling van de lading over de laadvloer; | a) hij staat in voor de verdeling van de lading over de laadvloer; |
| b) hij respecteert de maximale toelaatbare massa en de aslasten van | b) hij respecteert de maximale toelaatbare massa en de aslasten van |
| het voertuig; | het voertuig; |
| c) hij verstrekt de informatie, vermeld in het derde en vierde lid; | c) hij verstrekt de informatie, vermeld in het derde en vierde lid; |
| d) hij maakt een correcte zekering mogelijk; | d) hij maakt een correcte zekering mogelijk; |
| 4° de verzender voorziet in alle nodige documenten, met daarin | 4° de verzender voorziet in alle nodige documenten, met daarin |
| minstens: | minstens: |
| a) een correcte beschrijving van de goederen; | a) een correcte beschrijving van de goederen; |
| b) de massa van de totale lading; | b) de massa van de totale lading; |
| c) alle informatie die nodig is voor de juiste verpakking; | c) alle informatie die nodig is voor de juiste verpakking; |
| d) de kennisgeving aan de verpakker en/of vervoerder van ongewone | d) de kennisgeving aan de verpakker en/of vervoerder van ongewone |
| transportparameters bij individuele verpakkingen. | transportparameters bij individuele verpakkingen. |
| § 4. Het ladingzekeringssysteem moet de krachten kunnen weerstaan die | § 4. Het ladingzekeringssysteem moet de krachten kunnen weerstaan die |
| worden uitgeoefend als het voertuig de volgende versnellingen of | worden uitgeoefend als het voertuig de volgende versnellingen of |
| vertragingen ondergaat: | vertragingen ondergaat: |
| 1° 0,8 g in voorwaartse richting; | 1° 0,8 g in voorwaartse richting; |
| 2° 0,5 g in achterwaartse richting; | 2° 0,5 g in achterwaartse richting; |
| 3° 0,5 g in zijdelingse richting, aan beide zijden. | 3° 0,5 g in zijdelingse richting, aan beide zijden. |
| Als een samenstellend onderdeel van een ladingzekeringssysteem | Als een samenstellend onderdeel van een ladingzekeringssysteem |
| onderworpen wordt aan een kracht als vermeld in het eerste lid, mag de | onderworpen wordt aan een kracht als vermeld in het eerste lid, mag de |
| erop uitgeoefende drukkracht de maximale nominale last van dat | erop uitgeoefende drukkracht de maximale nominale last van dat |
| onderdeel niet overschrijden. | onderdeel niet overschrijden. |
| De samenstellende onderdelen van een ladingzekeringssysteem van een | De samenstellende onderdelen van een ladingzekeringssysteem van een |
| voertuig voldoen aan al de volgende voorwaarden: | voertuig voldoen aan al de volgende voorwaarden: |
| 1° ze moeten correct functioneren; | 1° ze moeten correct functioneren; |
| 2° ze moeten geschikt zijn voor het gebruik dat ervan wordt gemaakt; | 2° ze moeten geschikt zijn voor het gebruik dat ervan wordt gemaakt; |
| 3° ze mogen geen knopen, beschadigde of verzwakte elementen vertonen | 3° ze mogen geen knopen, beschadigde of verzwakte elementen vertonen |
| die de werking ervan met het oog op het zekeren van de lading kunnen | die de werking ervan met het oog op het zekeren van de lading kunnen |
| aantasten; | aantasten; |
| 4° ze mogen geen scheuren, sneden of uitrafelingen vertonen; | 4° ze mogen geen scheuren, sneden of uitrafelingen vertonen; |
| 5° ze moeten conform de daarvoor geldende Europese en/of | 5° ze moeten conform de daarvoor geldende Europese en/of |
| internationale productnormen zijn. | internationale productnormen zijn. |
| Het ladingzekeringssysteem dat wordt gebruikt om een lading in of op | Het ladingzekeringssysteem dat wordt gebruikt om een lading in of op |
| een voertuig te omsluiten, vast te zetten of tegen te houden, moet | een voertuig te omsluiten, vast te zetten of tegen te houden, moet |
| geschikt zijn voor de afmetingen, de vorm, de stevigheid en de | geschikt zijn voor de afmetingen, de vorm, de stevigheid en de |
| kenmerken van de lading. | kenmerken van de lading. |
| Het ladingzekeringssysteem kan opgebouwd zijn uit een enkelvoudige of | Het ladingzekeringssysteem kan opgebouwd zijn uit een enkelvoudige of |
| gecombineerde toepassing van ladingzekeringssystemen. | gecombineerde toepassing van ladingzekeringssystemen. |
| Het omvallen of het kantelen van de lading wordt voorkomen. | Het omvallen of het kantelen van de lading wordt voorkomen. |
| Voor het vastzetten van de lading wordt gebruikgemaakt van een of meer | Voor het vastzetten van de lading wordt gebruikgemaakt van een of meer |
| van de volgende bevestigingsmethodes: | van de volgende bevestigingsmethodes: |
| 1° opsluiten; | 1° opsluiten; |
| 2° vergrendelen (plaatselijk/overal); | 2° vergrendelen (plaatselijk/overal); |
| 3° direct vastzetten; | 3° direct vastzetten; |
| 4° neersjorren. | 4° neersjorren. |
| § 5. De stouwvoorziening of de geïntegreerde vergrendelvoorziening die | § 5. De stouwvoorziening of de geïntegreerde vergrendelvoorziening die |
| wordt gebruikt om een lading aan een voertuig vast te maken, wordt | wordt gebruikt om een lading aan een voertuig vast te maken, wordt |
| zelf zodanig gezekerd dat ze niet ontgrendeld kan raken of kan | zelf zodanig gezekerd dat ze niet ontgrendeld kan raken of kan |
| loskomen. | loskomen. |
| De stouwvoorziening of de geïntegreerde vergrendelvoorziening die | De stouwvoorziening of de geïntegreerde vergrendelvoorziening die |
| wordt gebruikt om een lading in of op een voertuig vast te zetten, | wordt gebruikt om een lading in of op een voertuig vast te zetten, |
| moet voldoen aan al de volgende voorwaarden: | moet voldoen aan al de volgende voorwaarden: |
| 1° ze is ontworpen en vervaardigd voor de doeleinden waarvoor ze wordt | 1° ze is ontworpen en vervaardigd voor de doeleinden waarvoor ze wordt |
| gebruikt; | gebruikt; |
| 2° ze wordt gebruikt en onderhouden in overeenstemming met de | 2° ze wordt gebruikt en onderhouden in overeenstemming met de |
| specificaties van de fabrikant en de geldende Europese en/of | specificaties van de fabrikant en de geldende Europese en/of |
| internationale normen. | internationale normen. |
| § 6. Voor een lading die op een voertuig omsloten, vastgezet of | § 6. Voor een lading die op een voertuig omsloten, vastgezet of |
| gestouwd wordt in overeenstemming met de richtsnoeren voor Europese | gestouwd wordt in overeenstemming met de richtsnoeren voor Europese |
| beste praktijken over het zekeren van lading voor vervoer over de weg, | beste praktijken over het zekeren van lading voor vervoer over de weg, |
| geldt dat het ladingzekeringssysteem voldoet aan de eisen, vermeld in | geldt dat het ladingzekeringssysteem voldoet aan de eisen, vermeld in |
| paragraaf 4, eerste lid. | paragraaf 4, eerste lid. |
| De zekeringsmethoden en -middelen zijn in overeenstemming met de meest | De zekeringsmethoden en -middelen zijn in overeenstemming met de meest |
| recente versie van de onderstaande normen: | recente versie van de onderstaande normen: |
| Norm | Norm |
| Onderwerp | Onderwerp |
| EN 12195-1 | EN 12195-1 |
| Berekening van de sjorkrachten | Berekening van de sjorkrachten |
| EN 12640 | EN 12640 |
| Sjorpunten | Sjorpunten |
| EN 12642 | EN 12642 |
| Sterkte van de structuur van de laadvloer | Sterkte van de structuur van de laadvloer |
| EN 12195-2 | EN 12195-2 |
| Sjorbanden gemaakt van kunstvezels | Sjorbanden gemaakt van kunstvezels |
| EN 12195-3 | EN 12195-3 |
| Sjorkettingen | Sjorkettingen |
| EN 12195-4 | EN 12195-4 |
| Sjorstaalkabels | Sjorstaalkabels |
| ISO 1161, ISO 1496 | ISO 1161, ISO 1496 |
| ISO-container | ISO-container |
| EN 283 | EN 283 |
| Wissellaadbakken | Wissellaadbakken |
| EN 12641 | EN 12641 |
| Dekzeilen | Dekzeilen |
| EUMOS 40511 | EUMOS 40511 |
| Palen - Rongen | Palen - Rongen |
| EUMOS 40509 | EUMOS 40509 |
| Vervoer - Verpakking | Vervoer - Verpakking |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de |
Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de |
| openbare werken en het vervoer, en de Vlaamse minister, bevoegd voor | openbare werken en het vervoer, en de Vlaamse minister, bevoegd voor |
| het verkeersveiligheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, | het verkeersveiligheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, |
| belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 17 november 2017. | Brussel, 17 november 2017. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
| De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, | De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, |
| Toerisme en Dierenwelzijn, | Toerisme en Dierenwelzijn, |
| B. WEYTS | B. WEYTS |