Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 17/11/2017
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wat betreft de ladingzekering "
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wat betreft de ladingzekering Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wat betreft de ladingzekering
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
17 NOVEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van 17 NOVEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van
het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement
op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare
weg, wat betreft de ladingzekering weg, wat betreft de ladingzekering
DE VLAAMSE REGERING, DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer,
gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, gewijzigd bij de wetten van gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, gewijzigd bij de wetten van
21 juni 1985, 20 juli 2005 en 28 april 2010; 21 juni 1985, 20 juli 2005 en 28 april 2010;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen Gelet op het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen
reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de
openbare weg; openbare weg;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 5 oktober 2017; begroting, gegeven op 5 oktober 2017;
Gelet op advies 62.264/3 van de Raad van State, gegeven op 8 november Gelet op advies 62.264/3 van de Raad van State, gegeven op 8 november
2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken,
Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn; Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van

richtlijn 2015/719 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april richtlijn 2015/719 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april
2015 tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG van de Raad houdende 2015 tot wijziging van Richtlijn 96/53/EG van de Raad houdende
vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap
deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en het
internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in
het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten. het internationale verkeer maximaal toegestane gewichten.

Art. 2.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975

Art. 2.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 1 december 1975

houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van
het gebruik van de openbare weg, het laatst gewijzigd bij het het gebruik van de openbare weg, het laatst gewijzigd bij het
koninklijk besluit van 14 december 2016, wordt punt 4° vervangen door koninklijk besluit van 14 december 2016, wordt punt 4° vervangen door
wat volgt: wat volgt:
"4° de voor het toezicht op de openbare weg aangestelde "4° de voor het toezicht op de openbare weg aangestelde
personeelsleden, de wegeninspecteurs, vermeld in artikel 16 van het personeelsleden, de wegeninspecteurs, vermeld in artikel 16 van het
decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de decreet van 3 mei 2013 betreffende de bescherming van de
verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, en verkeersinfrastructuur in geval van bijzonder wegtransport, en
personeelsleden die de Vlaamse minister, bevoegd voor het personeelsleden die de Vlaamse minister, bevoegd voor het
mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, en het mobiliteitsbeleid, de openbare werken en het vervoer, en het
verkeersveiligheidsbeleid, aanwijst;". verkeersveiligheidsbeleid, aanwijst;".

Art. 3.Artikel 45bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

Art. 3.Artikel 45bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het

koninklijk besluit van 27 april 2007 en gewijzigd bij het koninklijk koninklijk besluit van 27 april 2007 en gewijzigd bij het koninklijk
besluit van 8 januari 2013, wordt vervangen door wat volgt: besluit van 8 januari 2013, wordt vervangen door wat volgt:
"

Art. 45bis.LADING VAN VOERTUIGEN: SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN

"

Art. 45bis.LADING VAN VOERTUIGEN: SPECIFIEKE VOORSCHRIFTEN

§ 1. Dit artikel is van toepassing op de volgende voertuigcategorieën, § 1. Dit artikel is van toepassing op de volgende voertuigcategorieën,
vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 vermeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 15 maart 1968
houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's,
hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten
voldoen: voldoen:
1° categorie N2; 1° categorie N2;
2° categorie N3; 2° categorie N3;
3° categorie O3; 3° categorie O3;
4° categorie O4; 4° categorie O4;
5° categorie T, met een door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid van 5° categorie T, met een door het ontwerp bepaalde maximumsnelheid van
meer dan 40 km/u. meer dan 40 km/u.
Dit artikel is niet van toepassing op voertuigen en samenstellen van Dit artikel is niet van toepassing op voertuigen en samenstellen van
voertuigen die uitsluitend worden gebruikt door kermiskramers en die voertuigen die uitsluitend worden gebruikt door kermiskramers en die
eigen zijn aan dat beroep. eigen zijn aan dat beroep.
§ 2. De bestuurder van een voertuig mag zijn voertuig niet gebruiken § 2. De bestuurder van een voertuig mag zijn voertuig niet gebruiken
als het ladingzekeringssysteem van de in of op het voertuig vervoerde als het ladingzekeringssysteem van de in of op het voertuig vervoerde
lading niet in overeenstemming is met de voorwaarden, vermeld in lading niet in overeenstemming is met de voorwaarden, vermeld in
paragraaf 4. paragraaf 4.
De bestuurder van een voertuig moet: De bestuurder van een voertuig moet:
1° een visuele controle uitvoeren om zich ervan te vergewissen dat de 1° een visuele controle uitvoeren om zich ervan te vergewissen dat de
achterste laaddeuren, de inklapbare laadklep, de deuren, de dekzeilen, achterste laaddeuren, de inklapbare laadklep, de deuren, de dekzeilen,
het reservewiel en de andere uitrustingen die te maken hebben met het het reservewiel en de andere uitrustingen die te maken hebben met het
gebruik van het voertuig, zijn vastgezet; gebruik van het voertuig, zijn vastgezet;
2° zich ervan vergewissen dat de lading geen hinder vormt voor het 2° zich ervan vergewissen dat de lading geen hinder vormt voor het
veilig besturen van het voertuig; veilig besturen van het voertuig;
3° zich ervan vergewissen dat het zwaartepunt van de lading zoveel 3° zich ervan vergewissen dat het zwaartepunt van de lading zoveel
mogelijk gecentreerd wordt op het voertuig. mogelijk gecentreerd wordt op het voertuig.
§ 3. In deze paragraaf wordt verstaan onder laadeenheid: een § 3. In deze paragraaf wordt verstaan onder laadeenheid: een
hoeveelheid goederen die zodanig is gebundeld of op een andere wijze hoeveelheid goederen die zodanig is gebundeld of op een andere wijze
bijeen is gebracht dat de behandeling, de stapeling en de opslag als bijeen is gebracht dat de behandeling, de stapeling en de opslag als
één verpakkingseenheid kan plaatsvinden. één verpakkingseenheid kan plaatsvinden.
Als de primaire verpakking of laadeenheid van een goed beschadigd is Als de primaire verpakking of laadeenheid van een goed beschadigd is
of niet voldoende stevig is voor een veilig transport van de goederen, of niet voldoende stevig is voor een veilig transport van de goederen,
moet de verpakker en/of verlader de goederen bijkomend omhullen met moet de verpakker en/of verlader de goederen bijkomend omhullen met
een transportverpakking die onbeschadigd en stevig genoeg is om een een transportverpakking die onbeschadigd en stevig genoeg is om een
afdoende ladingzekering mogelijk te maken. afdoende ladingzekering mogelijk te maken.
De verlader bezorgt de vervoerder waarop hij een beroep doet vooraf De verlader bezorgt de vervoerder waarop hij een beroep doet vooraf
schriftelijk alle informatie die de vervoerder nodig acht om de schriftelijk alle informatie die de vervoerder nodig acht om de
goederen te stouwen. Die informatie bestaat minstens uit: goederen te stouwen. Die informatie bestaat minstens uit:
1° de aard van de laadeenheid; 1° de aard van de laadeenheid;
2° de massa van de lading en elke laadeenheid; 2° de massa van de lading en elke laadeenheid;
3° de positie van het zwaartepunt van elke laadeenheid als die niet in 3° de positie van het zwaartepunt van elke laadeenheid als die niet in
het midden ligt; het midden ligt;
4° de buitenafmetingen van elke laadeenheid; 4° de buitenafmetingen van elke laadeenheid;
5° de beperkingen voor het stapelen en de richting die tijdens het 5° de beperkingen voor het stapelen en de richting die tijdens het
vervoer moet worden toegepast; vervoer moet worden toegepast;
6° de wrijvingsfactor van de goederen, als die niet is opgenomen in 6° de wrijvingsfactor van de goederen, als die niet is opgenomen in
bijlage B van EN 12195:2010 of in de bijlage van de normen bijlage B van EN 12195:2010 of in de bijlage van de normen
IMO/UNECE/ILO; IMO/UNECE/ILO;
7° alle aanvullende informatie die vereist is voor de juiste zekering. 7° alle aanvullende informatie die vereist is voor de juiste zekering.
Als de verlader de vervoerder de opdracht geeft om containers of Als de verlader de vervoerder de opdracht geeft om containers of
wissellaadbakken te vervoeren, verstrekt de verlader aan de vervoerder wissellaadbakken te vervoeren, verstrekt de verlader aan de vervoerder
een verklaring waarin het gewicht van de vervoerde containers of een verklaring waarin het gewicht van de vervoerde containers of
wissellaadbakken wordt vermeld. wissellaadbakken wordt vermeld.
De vervoerder verschaft toegang tot alle ter zake doende documentatie De vervoerder verschaft toegang tot alle ter zake doende documentatie
van de verlader aan de bevoegde personen in het kader van een van de verlader aan de bevoegde personen in het kader van een
controle. controle.
Tenzij op voorhand en schriftelijk anders wordt overeengekomen moet Tenzij op voorhand en schriftelijk anders wordt overeengekomen moet
aan al de volgende voorwaarden voldaan zijn: aan al de volgende voorwaarden voldaan zijn:
1° de vervoerder voldoet aan de volgende voorwaarden: 1° de vervoerder voldoet aan de volgende voorwaarden:
a) hij voorziet een voertuig dat geschikt is voor de lading waarvoor a) hij voorziet een voertuig dat geschikt is voor de lading waarvoor
hij is gecontracteerd; hij is gecontracteerd;
b) hij biedt op de plaats van laden een voertuig aan dat schoon en b) hij biedt op de plaats van laden een voertuig aan dat schoon en
zonder structurele schade is; zonder structurele schade is;
c) hij staat in voor het bevestigen van de container op het chassis; c) hij staat in voor het bevestigen van de container op het chassis;
d) hij zekert de lading conform dit artikel; d) hij zekert de lading conform dit artikel;
2° de verpakker voldoet aan de volgende voorwaarden: 2° de verpakker voldoet aan de volgende voorwaarden:
a) hij beschrijft de goederen. Die beschrijving bevat minstens de a) hij beschrijft de goederen. Die beschrijving bevat minstens de
informatie, vermeld in het derde lid; informatie, vermeld in het derde lid;
b) als de kans bestaat dat de goederen beschadigd worden door b) als de kans bestaat dat de goederen beschadigd worden door
spanbanden, beschrijft hij een alternatieve methode voor het zekeren spanbanden, beschrijft hij een alternatieve methode voor het zekeren
van de goederen. Als die alternatieve methode specifieke eisen stelt van de goederen. Als die alternatieve methode specifieke eisen stelt
aan het gebruikte voertuig, worden die vermeld; aan het gebruikte voertuig, worden die vermeld;
3° de verlader voldoet aan de volgende voorwaarden: 3° de verlader voldoet aan de volgende voorwaarden:
a) hij staat in voor de verdeling van de lading over de laadvloer; a) hij staat in voor de verdeling van de lading over de laadvloer;
b) hij respecteert de maximale toelaatbare massa en de aslasten van b) hij respecteert de maximale toelaatbare massa en de aslasten van
het voertuig; het voertuig;
c) hij verstrekt de informatie, vermeld in het derde en vierde lid; c) hij verstrekt de informatie, vermeld in het derde en vierde lid;
d) hij maakt een correcte zekering mogelijk; d) hij maakt een correcte zekering mogelijk;
4° de verzender voorziet in alle nodige documenten, met daarin 4° de verzender voorziet in alle nodige documenten, met daarin
minstens: minstens:
a) een correcte beschrijving van de goederen; a) een correcte beschrijving van de goederen;
b) de massa van de totale lading; b) de massa van de totale lading;
c) alle informatie die nodig is voor de juiste verpakking; c) alle informatie die nodig is voor de juiste verpakking;
d) de kennisgeving aan de verpakker en/of vervoerder van ongewone d) de kennisgeving aan de verpakker en/of vervoerder van ongewone
transportparameters bij individuele verpakkingen. transportparameters bij individuele verpakkingen.
§ 4. Het ladingzekeringssysteem moet de krachten kunnen weerstaan die § 4. Het ladingzekeringssysteem moet de krachten kunnen weerstaan die
worden uitgeoefend als het voertuig de volgende versnellingen of worden uitgeoefend als het voertuig de volgende versnellingen of
vertragingen ondergaat: vertragingen ondergaat:
1° 0,8 g in voorwaartse richting; 1° 0,8 g in voorwaartse richting;
2° 0,5 g in achterwaartse richting; 2° 0,5 g in achterwaartse richting;
3° 0,5 g in zijdelingse richting, aan beide zijden. 3° 0,5 g in zijdelingse richting, aan beide zijden.
Als een samenstellend onderdeel van een ladingzekeringssysteem Als een samenstellend onderdeel van een ladingzekeringssysteem
onderworpen wordt aan een kracht als vermeld in het eerste lid, mag de onderworpen wordt aan een kracht als vermeld in het eerste lid, mag de
erop uitgeoefende drukkracht de maximale nominale last van dat erop uitgeoefende drukkracht de maximale nominale last van dat
onderdeel niet overschrijden. onderdeel niet overschrijden.
De samenstellende onderdelen van een ladingzekeringssysteem van een De samenstellende onderdelen van een ladingzekeringssysteem van een
voertuig voldoen aan al de volgende voorwaarden: voertuig voldoen aan al de volgende voorwaarden:
1° ze moeten correct functioneren; 1° ze moeten correct functioneren;
2° ze moeten geschikt zijn voor het gebruik dat ervan wordt gemaakt; 2° ze moeten geschikt zijn voor het gebruik dat ervan wordt gemaakt;
3° ze mogen geen knopen, beschadigde of verzwakte elementen vertonen 3° ze mogen geen knopen, beschadigde of verzwakte elementen vertonen
die de werking ervan met het oog op het zekeren van de lading kunnen die de werking ervan met het oog op het zekeren van de lading kunnen
aantasten; aantasten;
4° ze mogen geen scheuren, sneden of uitrafelingen vertonen; 4° ze mogen geen scheuren, sneden of uitrafelingen vertonen;
5° ze moeten conform de daarvoor geldende Europese en/of 5° ze moeten conform de daarvoor geldende Europese en/of
internationale productnormen zijn. internationale productnormen zijn.
Het ladingzekeringssysteem dat wordt gebruikt om een lading in of op Het ladingzekeringssysteem dat wordt gebruikt om een lading in of op
een voertuig te omsluiten, vast te zetten of tegen te houden, moet een voertuig te omsluiten, vast te zetten of tegen te houden, moet
geschikt zijn voor de afmetingen, de vorm, de stevigheid en de geschikt zijn voor de afmetingen, de vorm, de stevigheid en de
kenmerken van de lading. kenmerken van de lading.
Het ladingzekeringssysteem kan opgebouwd zijn uit een enkelvoudige of Het ladingzekeringssysteem kan opgebouwd zijn uit een enkelvoudige of
gecombineerde toepassing van ladingzekeringssystemen. gecombineerde toepassing van ladingzekeringssystemen.
Het omvallen of het kantelen van de lading wordt voorkomen. Het omvallen of het kantelen van de lading wordt voorkomen.
Voor het vastzetten van de lading wordt gebruikgemaakt van een of meer Voor het vastzetten van de lading wordt gebruikgemaakt van een of meer
van de volgende bevestigingsmethodes: van de volgende bevestigingsmethodes:
1° opsluiten; 1° opsluiten;
2° vergrendelen (plaatselijk/overal); 2° vergrendelen (plaatselijk/overal);
3° direct vastzetten; 3° direct vastzetten;
4° neersjorren. 4° neersjorren.
§ 5. De stouwvoorziening of de geïntegreerde vergrendelvoorziening die § 5. De stouwvoorziening of de geïntegreerde vergrendelvoorziening die
wordt gebruikt om een lading aan een voertuig vast te maken, wordt wordt gebruikt om een lading aan een voertuig vast te maken, wordt
zelf zodanig gezekerd dat ze niet ontgrendeld kan raken of kan zelf zodanig gezekerd dat ze niet ontgrendeld kan raken of kan
loskomen. loskomen.
De stouwvoorziening of de geïntegreerde vergrendelvoorziening die De stouwvoorziening of de geïntegreerde vergrendelvoorziening die
wordt gebruikt om een lading in of op een voertuig vast te zetten, wordt gebruikt om een lading in of op een voertuig vast te zetten,
moet voldoen aan al de volgende voorwaarden: moet voldoen aan al de volgende voorwaarden:
1° ze is ontworpen en vervaardigd voor de doeleinden waarvoor ze wordt 1° ze is ontworpen en vervaardigd voor de doeleinden waarvoor ze wordt
gebruikt; gebruikt;
2° ze wordt gebruikt en onderhouden in overeenstemming met de 2° ze wordt gebruikt en onderhouden in overeenstemming met de
specificaties van de fabrikant en de geldende Europese en/of specificaties van de fabrikant en de geldende Europese en/of
internationale normen. internationale normen.
§ 6. Voor een lading die op een voertuig omsloten, vastgezet of § 6. Voor een lading die op een voertuig omsloten, vastgezet of
gestouwd wordt in overeenstemming met de richtsnoeren voor Europese gestouwd wordt in overeenstemming met de richtsnoeren voor Europese
beste praktijken over het zekeren van lading voor vervoer over de weg, beste praktijken over het zekeren van lading voor vervoer over de weg,
geldt dat het ladingzekeringssysteem voldoet aan de eisen, vermeld in geldt dat het ladingzekeringssysteem voldoet aan de eisen, vermeld in
paragraaf 4, eerste lid. paragraaf 4, eerste lid.
De zekeringsmethoden en -middelen zijn in overeenstemming met de meest De zekeringsmethoden en -middelen zijn in overeenstemming met de meest
recente versie van de onderstaande normen: recente versie van de onderstaande normen:
Norm Norm
Onderwerp Onderwerp
EN 12195-1 EN 12195-1
Berekening van de sjorkrachten Berekening van de sjorkrachten
EN 12640 EN 12640
Sjorpunten Sjorpunten
EN 12642 EN 12642
Sterkte van de structuur van de laadvloer Sterkte van de structuur van de laadvloer
EN 12195-2 EN 12195-2
Sjorbanden gemaakt van kunstvezels Sjorbanden gemaakt van kunstvezels
EN 12195-3 EN 12195-3
Sjorkettingen Sjorkettingen
EN 12195-4 EN 12195-4
Sjorstaalkabels Sjorstaalkabels
ISO 1161, ISO 1496 ISO 1161, ISO 1496
ISO-container ISO-container
EN 283 EN 283
Wissellaadbakken Wissellaadbakken
EN 12641 EN 12641
Dekzeilen Dekzeilen
EUMOS 40511 EUMOS 40511
Palen - Rongen Palen - Rongen
EUMOS 40509 EUMOS 40509
Vervoer - Verpakking Vervoer - Verpakking

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de

Art. 4.De Vlaamse minister, bevoegd voor het mobiliteitsbeleid, de

openbare werken en het vervoer, en de Vlaamse minister, bevoegd voor openbare werken en het vervoer, en de Vlaamse minister, bevoegd voor
het verkeersveiligheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft, het verkeersveiligheidsbeleid, zijn, ieder wat hem of haar betreft,
belast met de uitvoering van dit besluit. belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 november 2017. Brussel, 17 november 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand,
Toerisme en Dierenwelzijn, Toerisme en Dierenwelzijn,
B. WEYTS B. WEYTS
^