Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijke project voor de toekenning van extra lestijden aan de scholen van het basisonderwijs in de gemeenten die grenzen aan de Brusselse randgemeenten en in de gemeenten die grenzen aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het tijdelijke project voor de toekenning van extra lestijden aan de scholen van het basisonderwijs in de gemeenten die grenzen aan de Brusselse randgemeenten en in de gemeenten die grenzen aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
17 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het | 17 MAART 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende het |
tijdelijke project voor de toekenning van extra lestijden aan de | tijdelijke project voor de toekenning van extra lestijden aan de |
scholen van het basisonderwijs in de gemeenten die grenzen aan de | scholen van het basisonderwijs in de gemeenten die grenzen aan de |
Brusselse randgemeenten en in de gemeenten die grenzen aan het | Brusselse randgemeenten en in de gemeenten die grenzen aan het |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest | Brussels Hoofdstedelijk Gewest |
De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
Gelet op het decreet van 9 december 2005 betreffende de organisatie | Gelet op het decreet van 9 december 2005 betreffende de organisatie |
van tijdelijke projecten in het onderwijs, inzonderheid op artikel 3; | van tijdelijke projecten in het onderwijs, inzonderheid op artikel 3; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
begroting, gegeven op 15 december 2005; | begroting, gegeven op 15 december 2005; |
Gelet op protocol nr. 591 van 13 januari 2006 houdende de conclusies | Gelet op protocol nr. 591 van 13 januari 2006 houdende de conclusies |
van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke | van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke |
vergadering van het sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse | vergadering van het sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse |
Gemeenschap » van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en | Gemeenschap » van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en |
plaatselijke overheidsdiensten; | plaatselijke overheidsdiensten; |
Gelet op protocol nr. 356 van 13 januari 2006 houdende de conclusies | Gelet op protocol nr. 356 van 13 januari 2006 houdende de conclusies |
van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend | van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelend |
onderhandelingscomité; | onderhandelingscomité; |
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 39.810/1, gegeven op 16 | Gelet op het advies van de Raad van State nr. 39.810/1, gegeven op 16 |
februari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van | februari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van |
de gecoördineerde wetten op de Raad van State; | de gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de door de Vlaamse |
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de door de Vlaamse |
Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde scholen van het | Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde scholen van het |
basisonderwijs in de gemeenten die grenzen aan de randgemeenten, | basisonderwijs in de gemeenten die grenzen aan de randgemeenten, |
vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in | vermeld in artikel 7 van de wetten op het gebruik van de talen in |
bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, en in de gemeenten die | bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966, en in de gemeenten die |
grenzen aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. | grenzen aan het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder |
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder |
leerling TNN (leerling met thuistaal niet het Nederlands) : leerling | leerling TNN (leerling met thuistaal niet het Nederlands) : leerling |
van wie de taal die gebruikt wordt voor de gangbare communicatie in | van wie de taal die gebruikt wordt voor de gangbare communicatie in |
het gezin niet het Nederlands is. | het gezin niet het Nederlands is. |
Art. 3.Dit tijdelijke project heeft via de toekenning van extra |
Art. 3.Dit tijdelijke project heeft via de toekenning van extra |
lestijden tot doel de integratie van het grote aantal anderstalige | lestijden tot doel de integratie van het grote aantal anderstalige |
leerlingen te bevorderen en een eventuele leerbedreiging en | leerlingen te bevorderen en een eventuele leerbedreiging en |
leerachterstand tegen te gaan. | leerachterstand tegen te gaan. |
Art. 4.§ 1. Met toepassing van artikel 3 van het decreet van 9 |
Art. 4.§ 1. Met toepassing van artikel 3 van het decreet van 9 |
december 2005 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in | december 2005 betreffende de organisatie van tijdelijke projecten in |
het onderwijs worden extra lestijden toegekend aan de scholen, vermeld | het onderwijs worden extra lestijden toegekend aan de scholen, vermeld |
in artikel 1, die op 1 februari 2005 minstens 10 % leerlingen TNN | in artikel 1, die op 1 februari 2005 minstens 10 % leerlingen TNN |
telden. | telden. |
§ 2. Het binnen de begroting van de Vlaamse gemeenschap vastgestelde | § 2. Het binnen de begroting van de Vlaamse gemeenschap vastgestelde |
budget voor dit tijdelijke project bedraagt 1.442.250 euro. | budget voor dit tijdelijke project bedraagt 1.442.250 euro. |
§ 3. Het beantwoorden aan de in § 1 bepaalde indicator wordt bewezen | § 3. Het beantwoorden aan de in § 1 bepaalde indicator wordt bewezen |
aan de hand van een verklaring op eer door de ouders. De verklaringen | aan de hand van een verklaring op eer door de ouders. De verklaringen |
op eer worden ten minste vijf jaar bewaard in de school. | op eer worden ten minste vijf jaar bewaard in de school. |
Art. 5.§ 1. Het aantal extra lestijden waarop de school recht heeft, |
Art. 5.§ 1. Het aantal extra lestijden waarop de school recht heeft, |
wordt vastgesteld volgens de onderstaande berekening : | wordt vastgesteld volgens de onderstaande berekening : |
- elke school met ten minste 10 % leerlingen TNN op 1 februari 2005, | - elke school met ten minste 10 % leerlingen TNN op 1 februari 2005, |
heeft recht op een sokkel van zes extra lestijden; | heeft recht op een sokkel van zes extra lestijden; |
- bijkomend worden aan elke school met meer dan 25 % leerlingen TNN | - bijkomend worden aan elke school met meer dan 25 % leerlingen TNN |
extra lestijden toegekend door het aantal leerlingen TNN op 1 februari | extra lestijden toegekend door het aantal leerlingen TNN op 1 februari |
2005, verminderd met 25 % van het totaal aantal leerlingen op 1 | 2005, verminderd met 25 % van het totaal aantal leerlingen op 1 |
februari 2005, te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 0,508; | februari 2005, te vermenigvuldigen met de coëfficiënt 0,508; |
- het resultaat van de berekening wordt afgerond naar de hogere | - het resultaat van de berekening wordt afgerond naar de hogere |
eenheid indien het eerste cijfer na de komma groter is dan 4. | eenheid indien het eerste cijfer na de komma groter is dan 4. |
§ 2. Het schoolbestuur verbindt er zich toe zich te laten begeleiden | § 2. Het schoolbestuur verbindt er zich toe zich te laten begeleiden |
door de pedagogische begeleiding. | door de pedagogische begeleiding. |
Art. 6.§ 1. Uit de extra lestijden kunnen volgende betrekkingen |
Art. 6.§ 1. Uit de extra lestijden kunnen volgende betrekkingen |
worden geput in het gewoon basisonderwijs : | worden geput in het gewoon basisonderwijs : |
1° het ambt van kleuteronderwijzer. | 1° het ambt van kleuteronderwijzer. |
2° het ambt van onderwijzer. | 2° het ambt van onderwijzer. |
§ 2. Uit de extra lestijden kunnen volgende betrekkingen worden geput | § 2. Uit de extra lestijden kunnen volgende betrekkingen worden geput |
in het buitengewoon basisonderwijs : | in het buitengewoon basisonderwijs : |
1° het ambt van kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming. | 1° het ambt van kleuteronderwijzer algemene en sociale vorming. |
2° het ambt van onderwijzer algemene en sociale vorming. | 2° het ambt van onderwijzer algemene en sociale vorming. |
Art. 7.De extra lestijden worden toegekend voor de periode van 1 |
Art. 7.De extra lestijden worden toegekend voor de periode van 1 |
januari 2006 tot en met 30 juni 2006. | januari 2006 tot en met 30 juni 2006. |
Art. 8.De onderwijsinspectie evalueert het tijdelijke project en |
Art. 8.De onderwijsinspectie evalueert het tijdelijke project en |
betrekt de pedagogische begeleiding in deze evaluatie. | betrekt de pedagogische begeleiding in deze evaluatie. |
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met |
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast met |
de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 17 maart 2006. | Brussel, 17 maart 2006. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
Y. LETERME | Y. LETERME |
De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, | De Vlaamse minister van Werk, Onderwijs en Vorming, |
F. VANDENBROUCKE | F. VANDENBROUCKE |