Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie | Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning en het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
17 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het | 17 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het |
besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 inzake erkenning | besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 inzake erkenning |
en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, | en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning, |
het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot uitvoering | het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot uitvoering |
van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van | van het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van |
preventieve gezinsondersteuning en het besluit van de Vlaamse Regering | preventieve gezinsondersteuning en het besluit van de Vlaamse Regering |
van 17 november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de | van 17 november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de |
vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie | vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie |
DE VLAAMSE REGERING, | DE VLAAMSE REGERING, |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, artikel 20, gewijzigd bij bijzondere wet van 16 juli | instellingen, artikel 20, gewijzigd bij bijzondere wet van 16 juli |
1993; | 1993; |
Gelet op het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van | Gelet op het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van |
de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, artikel 5, artikel 6, § 1 en | de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, artikel 5, artikel 6, § 1 en |
§ 2, artikel 12, § 1, 2°, en artikel 14; | § 2, artikel 12, § 1, 2°, en artikel 14; |
Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern | Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern |
verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, | verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, |
artikel 5, § 1, 1°, f) en § 2, 2°, vervangen bij het decreet van 1 | artikel 5, § 1, 1°, f) en § 2, 2°, vervangen bij het decreet van 1 |
maart 2019, en artikel 12, gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2019; | maart 2019, en artikel 12, gewijzigd bij het decreet van 1 maart 2019; |
Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale | Gelet op het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale |
jeugdhulp, artikel 42, § 2; | jeugdhulp, artikel 42, § 2; |
Gelet op het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van | Gelet op het decreet van 29 november 2013 houdende de organisatie van |
preventieve gezinsondersteuning, artikel 8, derde lid; | preventieve gezinsondersteuning, artikel 8, derde lid; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 |
inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en | inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor kinderzorg en |
gezinsondersteuning; | gezinsondersteuning; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 28 maart 2014 tot |
uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de | uitvoering van het decreet van 29 november 2013 houdende de |
organisatie van preventieve gezinsondersteuning; | organisatie van preventieve gezinsondersteuning; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2017 | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 november 2017 |
betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra | betreffende de erkenning en subsidiëring van de vertrouwenscentra |
kindermishandeling en de partnerorganisatie; | kindermishandeling en de partnerorganisatie; |
Gelet op het ministerieel besluit van 10 juni 2002 betreffende de | Gelet op het ministerieel besluit van 10 juni 2002 betreffende de |
kwaliteitszorg in de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning; | kwaliteitszorg in de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning; |
Gelet op het ministerieel besluit van 10 juni 2002 betreffende de | Gelet op het ministerieel besluit van 10 juni 2002 betreffende de |
kwaliteitszorg in de vertrouwenscentra kindermishandeling; | kwaliteitszorg in de vertrouwenscentra kindermishandeling; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
begroting, gegeven op 27 maart 2019; | begroting, gegeven op 27 maart 2019; |
Gelet op advies 65.943/1 van de Raad van State, gegeven op 9 mei 2019, | Gelet op advies 65.943/1 van de Raad van State, gegeven op 9 mei 2019, |
met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op | met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op |
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en | Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en |
Gezin; | Gezin; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van | HOOFDSTUK 1. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van |
9 november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor | 9 november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor |
kinderzorg en gezinsondersteuning | kinderzorg en gezinsondersteuning |
Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 |
Artikel 1.Aan artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 9 |
november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor | november 2012 inzake erkenning en subsidiëring van de centra voor |
kinderzorg en gezinsondersteuning, gewijzigd bij het besluit van de | kinderzorg en gezinsondersteuning, gewijzigd bij het besluit van de |
Vlaamse Regering van 30 januari 2015, worden een punt 11° tot en met | Vlaamse Regering van 30 januari 2015, worden een punt 11° tot en met |
13° toegevoegd, die luiden als volgt: | 13° toegevoegd, die luiden als volgt: |
"11° decreet van 17 oktober 2003: het decreet van 17 oktober 2003 | "11° decreet van 17 oktober 2003: het decreet van 17 oktober 2003 |
betreffende de kwaliteit van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen; | betreffende de kwaliteit van gezondheids- en welzijnsvoorzieningen; |
12° outputgebieden: de resultaatgerichte aandachtsgebieden die | 12° outputgebieden: de resultaatgerichte aandachtsgebieden die |
betrekking hebben op de verschillende aspecten van de | betrekking hebben op de verschillende aspecten van de |
organisatievoering, met name de gebruikers-, medewerkers- en | organisatievoering, met name de gebruikers-, medewerkers- en |
samenlevingsresultaten; | samenlevingsresultaten; |
13° kernprocessen: de basisprocessen en -procedures volgens welke een | 13° kernprocessen: de basisprocessen en -procedures volgens welke een |
organisatie haar hulpverlening vormgeeft, en die bestaan uit: | organisatie haar hulpverlening vormgeeft, en die bestaan uit: |
a) het onthaal van de gebruiker; | a) het onthaal van de gebruiker; |
b) de doelstelling en het handelingsplan; | b) de doelstelling en het handelingsplan; |
c) de afsluiting en de nazorg; | c) de afsluiting en de nazorg; |
d) het pedagogische profiel; | d) het pedagogische profiel; |
e) het gebruikersdossier.". | e) het gebruikersdossier.". |
Art. 2.Aan hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
Art. 2.Aan hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018, wordt een | besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018, wordt een |
afdeling 4, die bestaat uit artikel 26/1 tot en met 26/5, toegevoegd, | afdeling 4, die bestaat uit artikel 26/1 tot en met 26/5, toegevoegd, |
die luidt als volgt: | die luidt als volgt: |
"Afdeling 4. Kwaliteitsbeleid | "Afdeling 4. Kwaliteitsbeleid |
Art. 26/1.De voorziening heeft een kwaliteitsbeleid als vermeld in |
Art. 26/1.De voorziening heeft een kwaliteitsbeleid als vermeld in |
artikel 4 en 5, § 1, van het decreet van 17 oktober 2003, dat al de | artikel 4 en 5, § 1, van het decreet van 17 oktober 2003, dat al de |
volgende elementen bevat: | volgende elementen bevat: |
1° de missie van de voorziening; | 1° de missie van de voorziening; |
2° de visie van de voorziening; | 2° de visie van de voorziening; |
3° de waarden; | 3° de waarden; |
4° de te creëren maatschappelijke meerwaarde, alsook de strategische | 4° de te creëren maatschappelijke meerwaarde, alsook de strategische |
doelstellingen om die meerwaarde te realiseren; | doelstellingen om die meerwaarde te realiseren; |
5° de omschrijving van al de volgende aandachtsgebieden: | 5° de omschrijving van al de volgende aandachtsgebieden: |
a) kwaliteitszorg; | a) kwaliteitszorg; |
b) inputgebieden: | b) inputgebieden: |
1) leiderschap; | 1) leiderschap; |
2) personeelsbeleid; | 2) personeelsbeleid; |
3) beleid en strategie; | 3) beleid en strategie; |
4) middelen en partnerschappen; | 4) middelen en partnerschappen; |
c) kernprocessen; | c) kernprocessen; |
d) outputgebieden: | d) outputgebieden: |
1) gebruikersresultaten; | 1) gebruikersresultaten; |
2) medewerkersresultaten; | 2) medewerkersresultaten; |
3) samenlevingsresultaten. | 3) samenlevingsresultaten. |
In het eerste lid, 5°, b), wordt verstaan onder inputgebieden: de | In het eerste lid, 5°, b), wordt verstaan onder inputgebieden: de |
organisatorisch gerichte aandachtsgebieden die betrekking hebben op de | organisatorisch gerichte aandachtsgebieden die betrekking hebben op de |
activiteiten die het mogelijk maken dat de organisatie bepaalde | activiteiten die het mogelijk maken dat de organisatie bepaalde |
resultaten behaalt op het vlak van leiderschap, personeelsbeleid, | resultaten behaalt op het vlak van leiderschap, personeelsbeleid, |
beleid en strategie, en middelen en partnerschappen. | beleid en strategie, en middelen en partnerschappen. |
Art. 26/2.Met toepassing van artikel 6, § 2, van het decreet van 17 |
Art. 26/2.Met toepassing van artikel 6, § 2, van het decreet van 17 |
oktober 2003 heeft de voorziening in haar kwaliteitsbeleid aandacht | oktober 2003 heeft de voorziening in haar kwaliteitsbeleid aandacht |
voor de volgende aspecten: | voor de volgende aspecten: |
1° gelijke kansen op het gebied van toegankelijkheid, diversiteit en | 1° gelijke kansen op het gebied van toegankelijkheid, diversiteit en |
non-discriminatie; | non-discriminatie; |
2° goed bestuur, in het bijzonder wat betreft de diversiteit in | 2° goed bestuur, in het bijzonder wat betreft de diversiteit in |
samenstelling, de deskundigheid, de opdrachten en de | samenstelling, de deskundigheid, de opdrachten en de |
verantwoordelijkheden van de bestuursorganen. | verantwoordelijkheden van de bestuursorganen. |
Art. 26/3.De voorziening beschikt over een |
Art. 26/3.De voorziening beschikt over een |
kwaliteitsmanagementsysteem als vermeld in artikel 4 en 5, § 2, van | kwaliteitsmanagementsysteem als vermeld in artikel 4 en 5, § 2, van |
het decreet van 17 oktober 2003, dat minimaal de organisatorische | het decreet van 17 oktober 2003, dat minimaal de organisatorische |
structuur, de bevoegdheden, de verantwoordelijkheden en de processen | structuur, de bevoegdheden, de verantwoordelijkheden en de processen |
en procedures in het bijzonder van de aandachtsgebieden, vermeld in | en procedures in het bijzonder van de aandachtsgebieden, vermeld in |
artikel 26/1, eerste lid, 5°, van dit besluit, bevat. | artikel 26/1, eerste lid, 5°, van dit besluit, bevat. |
Art. 26/4.Met toepassing van artikel 4 en 5, § 3, van het decreet van |
Art. 26/4.Met toepassing van artikel 4 en 5, § 3, van het decreet van |
17 oktober 2003 evalueert de voorziening systematisch zelf haar | 17 oktober 2003 evalueert de voorziening systematisch zelf haar |
werking en minimaal de aandachtsgebieden kwaliteitszorg, kernprocessen | werking en minimaal de aandachtsgebieden kwaliteitszorg, kernprocessen |
en outputgebieden, vermeld in artikel 26/1, eerste lid, 5°, van dit | en outputgebieden, vermeld in artikel 26/1, eerste lid, 5°, van dit |
besluit, op basis van het schema dat opgenomen is in de bijlage die | besluit, op basis van het schema dat opgenomen is in de bijlage die |
bij dit besluit is gevoegd. | bij dit besluit is gevoegd. |
Op basis van de zelfevaluatie, vermeld in het eerste lid, formuleert | Op basis van de zelfevaluatie, vermeld in het eerste lid, formuleert |
de voorziening verbeteracties die betrekking kunnen hebben op alle | de voorziening verbeteracties die betrekking kunnen hebben op alle |
elementen van het kwaliteitsbeleid, vermeld in artikel 26/1. | elementen van het kwaliteitsbeleid, vermeld in artikel 26/1. |
Art. 26/5.De voorziening beschikt over een borgend kwaliteitshandboek |
Art. 26/5.De voorziening beschikt over een borgend kwaliteitshandboek |
als vermeld in artikel 5, § 4, en artikel 6 van het decreet van 17 | als vermeld in artikel 5, § 4, en artikel 6 van het decreet van 17 |
oktober 2003, dat al de volgende elementen bevat: | oktober 2003, dat al de volgende elementen bevat: |
1° het kwaliteitsbeleid, vermeld in artikel 26/1 van dit besluit; | 1° het kwaliteitsbeleid, vermeld in artikel 26/1 van dit besluit; |
2° het kwaliteitsmanagementsysteem, vermeld in artikel 26/3 van dit | 2° het kwaliteitsmanagementsysteem, vermeld in artikel 26/3 van dit |
besluit; | besluit; |
3° de zelfevaluatie en de verbeteracties, vermeld in artikel 26/4 van | 3° de zelfevaluatie en de verbeteracties, vermeld in artikel 26/4 van |
dit besluit. | dit besluit. |
Het kwaliteitshandboek, vermeld in het eerste lid, is | Het kwaliteitshandboek, vermeld in het eerste lid, is |
gebruiksvriendelijk en toegankelijk en wordt door alle geledingen van | gebruiksvriendelijk en toegankelijk en wordt door alle geledingen van |
de voorziening gedragen.". | de voorziening gedragen.". |
Art. 3.Aan hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit |
Art. 3.Aan hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit |
van de Vlaamse Regering van 21 december 2018, wordt een bijlage | van de Vlaamse Regering van 21 december 2018, wordt een bijlage |
toegevoegd, die bij dit besluit is gevoegd. | toegevoegd, die bij dit besluit is gevoegd. |
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van | HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van |
28 maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 | 28 maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 |
houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning | houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning |
Art. 4.In artikel 61 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 |
Art. 4.In artikel 61 van het besluit van de Vlaamse Regering van 28 |
maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 | maart 2014 tot uitvoering van het decreet van 29 november 2013 |
houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning worden de | houdende de organisatie van preventieve gezinsondersteuning worden de |
volgende wijzigingen aangebracht: | volgende wijzigingen aangebracht: |
1° voor paragraaf 1, die paragraaf 1/1 wordt, wordt een nieuwe | 1° voor paragraaf 1, die paragraaf 1/1 wordt, wordt een nieuwe |
paragraaf 1 ingevoegd, die luidt als volgt: | paragraaf 1 ingevoegd, die luidt als volgt: |
" § 1. Het subsidiebedrag dat een organisator kan krijgen, bestaat uit | " § 1. Het subsidiebedrag dat een organisator kan krijgen, bestaat uit |
een vast en een variabel deel."; | een vast en een variabel deel."; |
2° in paragraaf 1, die paragraaf 1/1 wordt, worden in het eerste lid | 2° in paragraaf 1, die paragraaf 1/1 wordt, worden in het eerste lid |
tussen de woorden "herberekening van het" en het woord | tussen de woorden "herberekening van het" en het woord |
"subsidiebedrag" de woorden "variabel deel van het" ingevoegd; | "subsidiebedrag" de woorden "variabel deel van het" ingevoegd; |
3° in paragraaf 1, die paragraaf 1/1 wordt, worden in het eerste lid | 3° in paragraaf 1, die paragraaf 1/1 wordt, worden in het eerste lid |
de woorden "dat een organisator kan krijgen" opgeheven; | de woorden "dat een organisator kan krijgen" opgeheven; |
4° aan paragraaf 6, die wordt vernummerd tot paragraaf 3, wordt een | 4° aan paragraaf 6, die wordt vernummerd tot paragraaf 3, wordt een |
tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: | tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: |
"De minister bepaalt de hoogte van het vaste bedrag per aanbodsvorm en | "De minister bepaalt de hoogte van het vaste bedrag per aanbodsvorm en |
kan een maximumbedrag bepalen dat per aanbodsvorm wordt toegekend.". | kan een maximumbedrag bepalen dat per aanbodsvorm wordt toegekend.". |
HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van | HOOFDSTUK 3. - Wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van |
17 november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de | 17 november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de |
vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie | vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie |
Art. 5.Artikel 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 |
Art. 5.Artikel 27 van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 |
november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de | november 2017 betreffende de erkenning en subsidiëring van de |
vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie wordt | vertrouwenscentra kindermishandeling en de partnerorganisatie wordt |
vervangen door wat volgt: | vervangen door wat volgt: |
" Art. 27.Het vertrouwenscentrum kindermishandeling en de |
" Art. 27.Het vertrouwenscentrum kindermishandeling en de |
partnerorganisatie, erkend conform dit besluit, ontvangen binnen de | partnerorganisatie, erkend conform dit besluit, ontvangen binnen de |
perken van de begrotingskredieten jaarlijks een algemene | perken van de begrotingskredieten jaarlijks een algemene |
werkingssubsidie ter ondersteuning van de personeels- en | werkingssubsidie ter ondersteuning van de personeels- en |
werkingskosten. | werkingskosten. |
Het agentschap kent voor de duur van de erkenning een subsidie toe als | Het agentschap kent voor de duur van de erkenning een subsidie toe als |
vermeld in het eerste lid.". | vermeld in het eerste lid.". |
Art. 6.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende |
Art. 6.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende |
wijzigingen aangebracht: | wijzigingen aangebracht: |
1° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "50.000,00 euro (vijftigduizend | 1° in paragraaf 3 wordt de zinsnede "50.000,00 euro (vijftigduizend |
euro)" vervangen door de zinsnede "79.000 euro (negenenzeventigduizend | euro)" vervangen door de zinsnede "79.000 euro (negenenzeventigduizend |
euro)"; | euro)"; |
2° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, die luidt als volgt: | 2° er wordt een paragraaf 3/1 ingevoegd, die luidt als volgt: |
" § 3/1. De jaarlijkse subsidie voor de partnerorganisatie bedraagt | " § 3/1. De jaarlijkse subsidie voor de partnerorganisatie bedraagt |
100.000 euro (honderdduizend euro)."; | 100.000 euro (honderdduizend euro)."; |
3° in paragraaf 4 wordt de zin "De subsidies, vermeld in dit artikel, | 3° in paragraaf 4 wordt de zin "De subsidies, vermeld in dit artikel, |
zijn uitgedrukt tegen 100 % van de spilindex die van toepassing is op | zijn uitgedrukt tegen 100 % van de spilindex die van toepassing is op |
1 januari 2017." vervangen door de zin "De subsidies, vermeld in dit | 1 januari 2017." vervangen door de zin "De subsidies, vermeld in dit |
artikel, zijn gekoppeld aan de spilindex die van toepassing is op 1 | artikel, zijn gekoppeld aan de spilindex die van toepassing is op 1 |
januari 2017, met uitzondering van de subsidie vermeld in paragraaf | januari 2017, met uitzondering van de subsidie vermeld in paragraaf |
3/1 van dit artikel, die gekoppeld is aan de spilindex die van | 3/1 van dit artikel, die gekoppeld is aan de spilindex die van |
toepassing is op 1 januari 2019.". | toepassing is op 1 januari 2019.". |
HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen |
Art. 7.Het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van |
Art. 7.Het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van |
de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen treedt in werking voor de | de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen treedt in werking voor de |
centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning. | centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning. |
Art. 8.De volgende regelingen worden opgeheven: |
Art. 8.De volgende regelingen worden opgeheven: |
1° het ministerieel besluit van 10 juni 2002 betreffende de | 1° het ministerieel besluit van 10 juni 2002 betreffende de |
kwaliteitszorg in de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning; | kwaliteitszorg in de centra voor kinderzorg en gezinsondersteuning; |
2° het ministerieel besluit van 10 juni 2002 betreffende de | 2° het ministerieel besluit van 10 juni 2002 betreffende de |
kwaliteitszorg in de vertrouwenscentra kindermishandeling. | kwaliteitszorg in de vertrouwenscentra kindermishandeling. |
Art. 9.Artikel 5 en 6 hebben uitwerking met ingang van 1 januari |
Art. 9.Artikel 5 en 6 hebben uitwerking met ingang van 1 januari |
2019. | 2019. |
Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, |
Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, |
is belast met de uitvoering van dit besluit. | is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 17 mei 2019. | Brussel, 17 mei 2019. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
J. VANDEURZEN | J. VANDEURZEN |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |