Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 25 maart 2022 tot regeling van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het volwassenenonderwijs | Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering van het decreet van 25 maart 2022 tot regeling van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het volwassenenonderwijs |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
17 JUNI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering | 17 JUNI 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende uitvoering |
van het decreet van 25 maart 2022 tot regeling van bepaalde aspecten | van het decreet van 25 maart 2022 tot regeling van bepaalde aspecten |
van duale opleidingen in het volwassenenonderwijs | van duale opleidingen in het volwassenenonderwijs |
Rechtsgronden | Rechtsgronden |
Dit besluit is gebaseerd op: | Dit besluit is gebaseerd op: |
- het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van | - het decreet van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van |
alternerende opleidingen, artikel 17, § 1, tweede lid; | alternerende opleidingen, artikel 17, § 1, tweede lid; |
- het decreet van 25 maart 2022 tot regeling van bepaalde aspecten van | - het decreet van 25 maart 2022 tot regeling van bepaalde aspecten van |
duale opleidingen in het volwassenenonderwijs, artikel 5, 8, 17 en 24. | duale opleidingen in het volwassenenonderwijs, artikel 5, 8, 17 en 24. |
Vormvereisten | Vormvereisten |
De volgende vormvereisten zijn vervuld: | De volgende vormvereisten zijn vervuld: |
- De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 7 februari 2022. | - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 7 februari 2022. |
- De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens | - De Vlaamse toezichtcommissie voor de verwerking van persoonsgegevens |
heeft advies nr. 2022/028 gegeven op 6 april 2022. | heeft advies nr. 2022/028 gegeven op 6 april 2022. |
- De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen heeft advies gegeven op | - De Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen heeft advies gegeven op |
11 april 2022. | 11 april 2022. |
- De Vlaamse Onderwijsraad heeft advies gegeven op 19 april 2022. | - De Vlaamse Onderwijsraad heeft advies gegeven op 19 april 2022. |
- Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren heeft advies gegeven op 20 april | - Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren heeft advies gegeven op 20 april |
2022. | 2022. |
- De Raad van State heeft advies 71.462/1 gegeven op 7 juni 2022, met | - De Raad van State heeft advies 71.462/1 gegeven op 7 juni 2022, met |
toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de | toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de |
Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. | Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. |
Initiatiefnemers | Initiatiefnemers |
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, | Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Economie, |
Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw en de Vlaamse minister | Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw en de Vlaamse minister |
van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand. | van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand. |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: | DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: |
HOOFDSTUK 1. - Definities | HOOFDSTUK 1. - Definities |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
1° decreet van 25 maart 2022: het decreet van 25 maart 2022 tot | 1° decreet van 25 maart 2022: het decreet van 25 maart 2022 tot |
regeling van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het | regeling van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het |
volwassenenonderwijs; | volwassenenonderwijs; |
2° schriftelijk: per brief, per e-mail of, in voorkomend geval, met | 2° schriftelijk: per brief, per e-mail of, in voorkomend geval, met |
een webformulier; | een webformulier; |
3° werkdag: elke kalenderdag met uitzondering van zondagen en | 3° werkdag: elke kalenderdag met uitzondering van zondagen en |
wettelijke feestdagen. | wettelijke feestdagen. |
HOOFDSTUK 2. - Model van de overeenkomst van duale opleiding en van de | HOOFDSTUK 2. - Model van de overeenkomst van duale opleiding en van de |
overeenkomst van duale opleiding conform het socialezekerheidsstatuut | overeenkomst van duale opleiding conform het socialezekerheidsstatuut |
van leerling in het kader van een alternerende opleiding | van leerling in het kader van een alternerende opleiding |
Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, en de |
Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, en de |
Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, leggen samen het | Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, leggen samen het |
model van de overeenkomst van duale opleiding en het model van de | model van de overeenkomst van duale opleiding en het model van de |
overeenkomst van duale opleiding conform het socialezekerheidsstatuut | overeenkomst van duale opleiding conform het socialezekerheidsstatuut |
van leerling in het kader van een alternerende opleiding, vermeld in | van leerling in het kader van een alternerende opleiding, vermeld in |
artikel 3, eerste lid, 1° en 2°, van het decreet van 25 maart 2022 | artikel 3, eerste lid, 1° en 2°, van het decreet van 25 maart 2022 |
vast. | vast. |
HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden voor de onderneming | HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden voor de onderneming |
Art. 3.Het sectorale partnerschap of, bij afwezigheid van een |
Art. 3.Het sectorale partnerschap of, bij afwezigheid van een |
sectoraal partnerschap, het Vlaams Partnerschap Duaal Leren beoordeelt | sectoraal partnerschap, het Vlaams Partnerschap Duaal Leren beoordeelt |
op basis van het uittreksel uit het Strafregister, vermeld in artikel | op basis van het uittreksel uit het Strafregister, vermeld in artikel |
596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, of de mentor van | 596, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, of de mentor van |
onberispelijk gedrag is als vermeld in artikel 8, § 1, eerste lid, 1°, | onberispelijk gedrag is als vermeld in artikel 8, § 1, eerste lid, 1°, |
a), van het decreet van 25 maart 2022. Het Vlaams Partnerschap Duaal | a), van het decreet van 25 maart 2022. Het Vlaams Partnerschap Duaal |
Leren stelt hiertoe richtlijnen vast en legt die ter goedkeuring voor | Leren stelt hiertoe richtlijnen vast en legt die ter goedkeuring voor |
aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, en aan de | aan de Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, en aan de |
Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming. | Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming. |
Het uittreksel uit het Strafregister, vermeld in het eerste lid, mag | Het uittreksel uit het Strafregister, vermeld in het eerste lid, mag |
geen enkele relevante vermelding bevatten over feiten ten aanzien van | geen enkele relevante vermelding bevatten over feiten ten aanzien van |
minderjarigen. Het sectorale partnerschap of, bij afwezigheid van een | minderjarigen. Het sectorale partnerschap of, bij afwezigheid van een |
sectoraal partnerschap, het Vlaams Partnerschap Duaal Leren bepaalt | sectoraal partnerschap, het Vlaams Partnerschap Duaal Leren bepaalt |
wat relevant is. | wat relevant is. |
Art. 4.De onderneming laat de mentor een mentoropleiding volgen en |
Art. 4.De onderneming laat de mentor een mentoropleiding volgen en |
laat de mentor ook de bijkomende initiatieven volgen die nodig zijn | laat de mentor ook de bijkomende initiatieven volgen die nodig zijn |
voor de professionalisering van de mentor en die het sectorale | voor de professionalisering van de mentor en die het sectorale |
partnerschap of, bij afwezigheid van een sectoraal partnerschap, het | partnerschap of, bij afwezigheid van een sectoraal partnerschap, het |
Vlaams Partnerschap Duaal Leren eventueel neemt. | Vlaams Partnerschap Duaal Leren eventueel neemt. |
Het sectorale partnerschap of, bij afwezigheid van een sectoraal | Het sectorale partnerschap of, bij afwezigheid van een sectoraal |
partnerschap, het Vlaams Partnerschap Duaal Leren bepaalt de termijn | partnerschap, het Vlaams Partnerschap Duaal Leren bepaalt de termijn |
waarin de mentoropleiding en de eventuele bijkomende initiatieven, | waarin de mentoropleiding en de eventuele bijkomende initiatieven, |
vermeld in het eerste lid, moeten worden gevolgd, en beslist over | vermeld in het eerste lid, moeten worden gevolgd, en beslist over |
eventuele vrijstellingen. De termijn om de mentoropleiding te volgen, | eventuele vrijstellingen. De termijn om de mentoropleiding te volgen, |
bedraagt niet meer dan een jaar vanaf de erkenning van de onderneming | bedraagt niet meer dan een jaar vanaf de erkenning van de onderneming |
of in het geval van de aanwijzing van een nieuwe of bijkomende mentor | of in het geval van de aanwijzing van een nieuwe of bijkomende mentor |
vanaf de aanwijzing van deze mentor. | vanaf de aanwijzing van deze mentor. |
De mentoropleiding omvat minstens een opleiding in het coachen, | De mentoropleiding omvat minstens een opleiding in het coachen, |
motiveren, bijsturen en evalueren van cursisten. Het sectorale | motiveren, bijsturen en evalueren van cursisten. Het sectorale |
partnerschap of, bij afwezigheid van een sectoraal partnerschap, het | partnerschap of, bij afwezigheid van een sectoraal partnerschap, het |
Vlaams Partnerschap Duaal Leren, bepaalt welke opleidingen in | Vlaams Partnerschap Duaal Leren, bepaalt welke opleidingen in |
aanmerking komen als mentoropleiding. | aanmerking komen als mentoropleiding. |
Art. 5.Per vestigingsplaats van de onderneming bedraagt het aantal |
Art. 5.Per vestigingsplaats van de onderneming bedraagt het aantal |
cursisten in opleiding niet meer dan het aantal werknemers met een | cursisten in opleiding niet meer dan het aantal werknemers met een |
arbeidsovereenkomst. | arbeidsovereenkomst. |
Een onderneming die geen werknemers met een arbeidsovereenkomst in | Een onderneming die geen werknemers met een arbeidsovereenkomst in |
dienst heeft, kan maar één cursist tegelijk opleiden. | dienst heeft, kan maar één cursist tegelijk opleiden. |
Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan het sectorale | Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan het sectorale |
partnerschap het maximumaantal cursisten bepalen dat per mentor | partnerschap het maximumaantal cursisten bepalen dat per mentor |
gelijktijdig kan worden opgeleid in de sector in kwestie. | gelijktijdig kan worden opgeleid in de sector in kwestie. |
Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan het Vlaams | Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan het Vlaams |
Partnerschap Duaal Leren het maximumaantal cursisten bepalen dat per | Partnerschap Duaal Leren het maximumaantal cursisten bepalen dat per |
mentor kan worden opgeleid in de sectoren waar geen maximumaantal | mentor kan worden opgeleid in de sectoren waar geen maximumaantal |
cursisten per mentor is bepaald door een sectoraal partnerschap. | cursisten per mentor is bepaald door een sectoraal partnerschap. |
Art. 6.Bij de beoordeling van de financiële draagkracht, vermeld in |
Art. 6.Bij de beoordeling van de financiële draagkracht, vermeld in |
artikel 8, § 1, eerste lid, 3°, van het decreet van 25 maart 2022, | artikel 8, § 1, eerste lid, 3°, van het decreet van 25 maart 2022, |
wordt onder meer rekening gehouden met achterstallige belastingen en | wordt onder meer rekening gehouden met achterstallige belastingen en |
met achterstallige bijdragen die worden geïnd door een instelling die | met achterstallige bijdragen die worden geïnd door een instelling die |
belast is met de inning van de socialezekerheidsbijdragen. Er wordt | belast is met de inning van de socialezekerheidsbijdragen. Er wordt |
geen rekening gehouden met bedragen die het voorwerp uitmaken van een | geen rekening gehouden met bedragen die het voorwerp uitmaken van een |
afbetalingsplan bij de instelling die belast is met de inning van de | afbetalingsplan bij de instelling die belast is met de inning van de |
socialezekerheidsbijdragen, dat wordt geëerbiedigd. | socialezekerheidsbijdragen, dat wordt geëerbiedigd. |
Art. 7.Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren oordeelt of de mentor een |
Art. 7.Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren oordeelt of de mentor een |
bewijs van vooropleiding heeft als vermeld in artikel 8, § 1, tweede | bewijs van vooropleiding heeft als vermeld in artikel 8, § 1, tweede |
lid, 1° en 2°, van het decreet van 25 maart 2022. | lid, 1° en 2°, van het decreet van 25 maart 2022. |
Als bewijs van vooropleiding komen de volgende bewijzen in aanmerking: | Als bewijs van vooropleiding komen de volgende bewijzen in aanmerking: |
1° elk studiebewijs dat uitgereikt is door een reguliere | 1° elk studiebewijs dat uitgereikt is door een reguliere |
onderwijsinstelling of een centrum voor vorming van zelfstandigen en | onderwijsinstelling of een centrum voor vorming van zelfstandigen en |
kleine en middelgrote ondernemingen en dat betrekking heeft op de | kleine en middelgrote ondernemingen en dat betrekking heeft op de |
competenties die de onderneming volgens het opleidingsplan moet | competenties die de onderneming volgens het opleidingsplan moet |
aanleren; | aanleren; |
2° elk bewijs van elders verworven competenties of kwalificaties dat | 2° elk bewijs van elders verworven competenties of kwalificaties dat |
betrekking heeft op de competenties die de onderneming volgens het | betrekking heeft op de competenties die de onderneming volgens het |
opleidingsplan moet aanleren. | opleidingsplan moet aanleren. |
HOOFDSTUK 4. - Beroepsmogelijkheden | HOOFDSTUK 4. - Beroepsmogelijkheden |
Afdeling 1. - Beroep tegen de niet-erkenning van een onderneming, | Afdeling 1. - Beroep tegen de niet-erkenning van een onderneming, |
opheffing van de erkenning van een onderneming of uitsluiting van een | opheffing van de erkenning van een onderneming of uitsluiting van een |
onderneming | onderneming |
Art. 8.Als een sectoraal partnerschap in het kader van een |
Art. 8.Als een sectoraal partnerschap in het kader van een |
samenwerkingsakkoord met het Vlaams Partnerschap Duaal Leren of de | samenwerkingsakkoord met het Vlaams Partnerschap Duaal Leren of de |
dienst, vermeld in artikel 2, § 3, van het besluit van de Vlaamse | dienst, vermeld in artikel 2, § 3, van het besluit van de Vlaamse |
Regering van 20 november 2020 houdende de uitvoering van het decreet | Regering van 20 november 2020 houdende de uitvoering van het decreet |
van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende | van 10 juni 2016 tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende |
opleidingen, de onderneming niet erkent, de erkenning opheft of een | opleidingen, de onderneming niet erkent, de erkenning opheft of een |
onderneming uitsluit, kan de onderneming tegen die beslissing binnen | onderneming uitsluit, kan de onderneming tegen die beslissing binnen |
tien dagen nadat ze de schriftelijke mededeling van de voormelde | tien dagen nadat ze de schriftelijke mededeling van de voormelde |
beslissing ontvangen heeft, schriftelijk een gemotiveerd verzoek tot | beslissing ontvangen heeft, schriftelijk een gemotiveerd verzoek tot |
herziening indienen bij de beroepscommissie, vermeld in artikel 11 van | herziening indienen bij de beroepscommissie, vermeld in artikel 11 van |
het voormelde besluit. De schriftelijke mededeling van de beslissing | het voormelde besluit. De schriftelijke mededeling van de beslissing |
tot de niet-erkenning, de opheffing van de erkenning of de uitsluiting | tot de niet-erkenning, de opheffing van de erkenning of de uitsluiting |
van een onderneming wordt geacht te zijn ontvangen de derde werkdag na | van een onderneming wordt geacht te zijn ontvangen de derde werkdag na |
de verzending ervan. | de verzending ervan. |
Na onderzoek en nadat ze de onderneming gehoord heeft, neemt de | Na onderzoek en nadat ze de onderneming gehoord heeft, neemt de |
beroepscommissie een beslissing uiterlijk binnen zestig dagen na de | beroepscommissie een beslissing uiterlijk binnen zestig dagen na de |
dag waarop de beroepscommissie het verzoek heeft ontvangen. Bij | dag waarop de beroepscommissie het verzoek heeft ontvangen. Bij |
overschrijding van die termijn is de omstreden beslissing van | overschrijding van die termijn is de omstreden beslissing van |
rechtswege nietig. | rechtswege nietig. |
Als het Vlaams Partnerschap Duaal Leren de onderneming niet erkent, de | Als het Vlaams Partnerschap Duaal Leren de onderneming niet erkent, de |
erkenning opheft of een onderneming uitsluit, kan de onderneming | erkenning opheft of een onderneming uitsluit, kan de onderneming |
binnen tien dagen nadat ze de schriftelijke mededeling van de | binnen tien dagen nadat ze de schriftelijke mededeling van de |
voormelde beslissing ontvangen heeft, schriftelijk een gemotiveerd | voormelde beslissing ontvangen heeft, schriftelijk een gemotiveerd |
verzoek tot herziening indienen bij de Vlaamse minister, bevoegd voor | verzoek tot herziening indienen bij de Vlaamse minister, bevoegd voor |
de competenties. De schriftelijke mededeling van de beslissing tot de | de competenties. De schriftelijke mededeling van de beslissing tot de |
niet-erkenning, de opheffing van de erkenning of de uitsluiting van | niet-erkenning, de opheffing van de erkenning of de uitsluiting van |
een onderneming wordt geacht te zijn ontvangen de derde werkdag na de | een onderneming wordt geacht te zijn ontvangen de derde werkdag na de |
verzending ervan. | verzending ervan. |
Na onderzoek en nadat hij de onderneming heeft gehoord, beslist de | Na onderzoek en nadat hij de onderneming heeft gehoord, beslist de |
Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, uiterlijk binnen | Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, uiterlijk binnen |
zestig dagen na de dag waarop hij het verzoek heeft ontvangen. Bij | zestig dagen na de dag waarop hij het verzoek heeft ontvangen. Bij |
overschrijding van die termijn is de omstreden beslissing van | overschrijding van die termijn is de omstreden beslissing van |
rechtswege nietig. | rechtswege nietig. |
Zolang de beroepsprocedure tegen de niet-erkenning van de onderneming | Zolang de beroepsprocedure tegen de niet-erkenning van de onderneming |
loopt, kan de onderneming geen overeenkomsten sluiten. | loopt, kan de onderneming geen overeenkomsten sluiten. |
Zolang de beroepsprocedure tegen de opheffing van de erkenning van de | Zolang de beroepsprocedure tegen de opheffing van de erkenning van de |
onderneming of tegen de tijdelijke uitsluiting van de onderneming | onderneming of tegen de tijdelijke uitsluiting van de onderneming |
loopt, kan de onderneming geen nieuwe overeenkomsten sluiten. De | loopt, kan de onderneming geen nieuwe overeenkomsten sluiten. De |
lopende overeenkomsten worden nog altijd uitgevoerd. | lopende overeenkomsten worden nog altijd uitgevoerd. |
Zolang de beroepsprocedure tegen de definitieve uitsluiting van de | Zolang de beroepsprocedure tegen de definitieve uitsluiting van de |
onderneming loopt, kan de onderneming geen nieuwe overeenkomsten | onderneming loopt, kan de onderneming geen nieuwe overeenkomsten |
sluiten. De lopende overeenkomsten worden beëindigd. | sluiten. De lopende overeenkomsten worden beëindigd. |
Afdeling 2. - Beroep tegen de beëindiging van de overeenkomst van | Afdeling 2. - Beroep tegen de beëindiging van de overeenkomst van |
duale opleiding of van de overeenkomst van duale opleiding conform het | duale opleiding of van de overeenkomst van duale opleiding conform het |
socialezekerheidsstatuut van leerling in het kader van een | socialezekerheidsstatuut van leerling in het kader van een |
alternerende opleiding | alternerende opleiding |
Art. 9.De cursist of de onderneming dient een gemotiveerd beroep als |
Art. 9.De cursist of de onderneming dient een gemotiveerd beroep als |
vermeld in artikel 24, § 3, van het decreet van 25 maart 2022, | vermeld in artikel 24, § 3, van het decreet van 25 maart 2022, |
schriftelijk in bij het Vlaams Partnerschap Duaal Leren binnen tien | schriftelijk in bij het Vlaams Partnerschap Duaal Leren binnen tien |
dagen na de dag waarop de cursist of de onderneming de schriftelijke | dagen na de dag waarop de cursist of de onderneming de schriftelijke |
mededeling van de beslissing tot beëindiging van de overeenkomst heeft | mededeling van de beslissing tot beëindiging van de overeenkomst heeft |
ontvangen. De schriftelijke mededeling van de beslissing tot | ontvangen. De schriftelijke mededeling van de beslissing tot |
beëindiging van de overeenkomst wordt geacht te zijn ontvangen de | beëindiging van de overeenkomst wordt geacht te zijn ontvangen de |
derde werkdag na de verzending ervan. | derde werkdag na de verzending ervan. |
Het beroep is gericht aan de voorzitter van het Vlaams Partnerschap | Het beroep is gericht aan de voorzitter van het Vlaams Partnerschap |
Duaal Leren. Bij het beroep wordt als bijlage een afschrift van de | Duaal Leren. Bij het beroep wordt als bijlage een afschrift van de |
schriftelijke mededeling van de beëindiging van de overeenkomst | schriftelijke mededeling van de beëindiging van de overeenkomst |
gevoegd. | gevoegd. |
Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren spreekt zich binnen zestig dagen | Het Vlaams Partnerschap Duaal Leren spreekt zich binnen zestig dagen |
na de verzending van het beroep, vermeld in het eerste lid, uit over | na de verzending van het beroep, vermeld in het eerste lid, uit over |
de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de reden tot beëindiging van | de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de reden tot beëindiging van |
de overeenkomst. Daarbij hoort het Vlaams Partnerschap Duaal Leren de | de overeenkomst. Daarbij hoort het Vlaams Partnerschap Duaal Leren de |
partijen die bij de overeenkomst betrokken zijn. De partijen kunnen | partijen die bij de overeenkomst betrokken zijn. De partijen kunnen |
zich laten bijstaan. | zich laten bijstaan. |
De onderneming stelt de cursist in staat om aanwezig te zijn op de | De onderneming stelt de cursist in staat om aanwezig te zijn op de |
vergadering van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren waarop de partijen | vergadering van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren waarop de partijen |
conform het derde lid gehoord worden. | conform het derde lid gehoord worden. |
HOOFDSTUK 5. - Vergoeding van de overeenkomsten | HOOFDSTUK 5. - Vergoeding van de overeenkomsten |
Art. 10.De leervergoeding, vermeld in artikel 17, § 1, eerste lid, |
Art. 10.De leervergoeding, vermeld in artikel 17, § 1, eerste lid, |
van het decreet van 25 maart 2022, bedraagt per uur minimaal 0,21% van | van het decreet van 25 maart 2022, bedraagt per uur minimaal 0,21% van |
het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen, vermeld in artikel 3, | het gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen, vermeld in artikel 3, |
eerste lid van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei | eerste lid van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei |
1988 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen. | 1988 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen. |
Het bedrag van de leervergoeding per uur dat is vastgesteld conform | Het bedrag van de leervergoeding per uur dat is vastgesteld conform |
het eerste lid, wordt afgerond tot de hogere cent. | het eerste lid, wordt afgerond tot de hogere cent. |
Art. 11.De onderneming betaalt de leervergoeding aan de cursist, |
Art. 11.De onderneming betaalt de leervergoeding aan de cursist, |
tenzij er verzet is door de wettelijke vertegenwoordiger van de | tenzij er verzet is door de wettelijke vertegenwoordiger van de |
minderjarige cursist. | minderjarige cursist. |
Bij verzet van de wettelijke vertegenwoordiger betaalt de onderneming | Bij verzet van de wettelijke vertegenwoordiger betaalt de onderneming |
de leervergoeding aan de wettelijke vertegenwoordiger. | de leervergoeding aan de wettelijke vertegenwoordiger. |
Art. 12.Met behoud van toepassing van de regelgeving inzake de |
Art. 12.Met behoud van toepassing van de regelgeving inzake de |
sociale zekerheid kan de cursist van wie de inkomsten verminderd | sociale zekerheid kan de cursist van wie de inkomsten verminderd |
worden door de leervergoeding, volledig of gedeeltelijk afzien van de | worden door de leervergoeding, volledig of gedeeltelijk afzien van de |
leervergoeding in de overeenkomst. De cursist levert hiervoor een | leervergoeding in de overeenkomst. De cursist levert hiervoor een |
verklaring aan die als bijlage bij de overeenkomst wordt gevoegd. De | verklaring aan die als bijlage bij de overeenkomst wordt gevoegd. De |
Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, en de Vlaamse | Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, en de Vlaamse |
minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, leggen samen het model | minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, leggen samen het model |
van de verklaring vast. | van de verklaring vast. |
HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepaling | HOOFDSTUK 6. - Wijzigingsbepaling |
Art. 13.Aan artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 |
Art. 13.Aan artikel 11 van het besluit van de Vlaamse Regering van 20 |
november 2020 houdende de uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 | november 2020 houdende de uitvoering van het decreet van 10 juni 2016 |
tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen wordt | tot regeling van bepaalde aspecten van alternerende opleidingen wordt |
een zesde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: | een zesde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: |
"Als de beroepscommissie oordeelt over een gemotiveerd verzoek in het | "Als de beroepscommissie oordeelt over een gemotiveerd verzoek in het |
kader van artikel 8, § 5 en § 6, van het decreet van 25 maart 2022 tot | kader van artikel 8, § 5 en § 6, van het decreet van 25 maart 2022 tot |
regeling van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het | regeling van bepaalde aspecten van duale opleidingen in het |
volwassenenonderwijs, wordt ze in afwijking van het eerste lid op de | volwassenenonderwijs, wordt ze in afwijking van het eerste lid op de |
volgende wijze samengesteld: | volgende wijze samengesteld: |
1° de voorzitter van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren; | 1° de voorzitter van het Vlaams Partnerschap Duaal Leren; |
2° twee van de vier leden, vermeld in artikel 2bis, § 2, eerste lid, | 2° twee van de vier leden, vermeld in artikel 2bis, § 2, eerste lid, |
2°, van het decreet van 10 juni 2016; | 2°, van het decreet van 10 juni 2016; |
3° twee van de vier leden, vermeld in artikel 2bis, § 2, eerste lid, | 3° twee van de vier leden, vermeld in artikel 2bis, § 2, eerste lid, |
3°, van het voormelde decreet; | 3°, van het voormelde decreet; |
4° vier van de leden, vermeld in artikel 2bis, § 2, eerste lid, 12° en | 4° vier van de leden, vermeld in artikel 2bis, § 2, eerste lid, 12° en |
13°, van het voormelde decreet.". | 13°, van het voormelde decreet.". |
Art. 14.In artikel 15, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de zin |
Art. 14.In artikel 15, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt de zin |
"De leervergoeding bedraagt het volgende percentage van het nationaal | "De leervergoeding bedraagt het volgende percentage van het nationaal |
gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen, zoals bepaald voor | gewaarborgd gemiddeld minimummaandinkomen, zoals bepaald voor |
werknemers van achttien jaar bij collectieve arbeidsovereenkomst die | werknemers van achttien jaar bij collectieve arbeidsovereenkomst die |
gesloten is in de Nationale Arbeidsraad:" vervangen door de zin "De | gesloten is in de Nationale Arbeidsraad:" vervangen door de zin "De |
leervergoeding bedraagt het volgende percentage van het gewaarborgd | leervergoeding bedraagt het volgende percentage van het gewaarborgd |
gemiddeld minimummaandinkomen, vermeld in artikel 3, eerste lid van de | gemiddeld minimummaandinkomen, vermeld in artikel 3, eerste lid van de |
collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 betreffende de | collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 betreffende de |
waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen:". | waarborg van een gemiddeld minimummaandinkomen:". |
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen |
Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2022. |
Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 september 2022. |
Art. 16.De Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, en de |
Art. 16.De Vlaamse minister, bevoegd voor de competenties, en de |
Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, zijn, ieder wat | Vlaamse minister, bevoegd voor onderwijs en vorming, zijn, ieder wat |
hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 17 juni 2022. | Brussel, 17 juni 2022. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
J. JAMBON | J. JAMBON |
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en | De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en |
Landbouw, | Landbouw, |
J. BROUNS | J. BROUNS |
De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse | De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse |
Rand, | Rand, |
B. WEYTS | B. WEYTS |