Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 17/12/1999
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse regering betreffende het tijdelijke project onderwijsvoorrang in het secundair onderwijs "
Besluit van de Vlaamse regering betreffende het tijdelijke project onderwijsvoorrang in het secundair onderwijs Besluit van de Vlaamse regering betreffende het tijdelijke project onderwijsvoorrang in het secundair onderwijs
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
17 DECEMBER 1999. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende het 17 DECEMBER 1999. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende het
tijdelijke project onderwijsvoorrang in het secundair onderwijs tijdelijke project onderwijsvoorrang in het secundair onderwijs
De Vlaamse regering, De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II, Gelet op het decreet van 31 juli 1990 betreffende het onderwijs-II,
inzonderheid op artikel 46, § 1, gewijzigd bij het decreet van 14 juli inzonderheid op artikel 46, § 1, gewijzigd bij het decreet van 14 juli
1998; 1998;
Gelet op het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie en Gelet op het decreet van 17 juli 1991 betreffende inspectie en
pedagogische begeleidingsdiensten, inzonderheid op artikel 5, § 1, 6°, pedagogische begeleidingsdiensten, inzonderheid op artikel 5, § 1, 6°,
gewijzigd bij decreet van 28 april 1993; gewijzigd bij decreet van 28 april 1993;
Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende diverse maatregelen met
betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het betrekking tot het secundair onderwijs en tot wijziging van het
decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs, decreet van 25 februari 1997 betreffende het basisonderwijs,
inzonderheid op artikel 8; inzonderheid op artikel 8;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 16 maart 1999; begroting, gegeven op 16 maart 1999;
Gelet op het protocol nr. 330 van 27 april 1999 houdende de conclusies Gelet op het protocol nr. 330 van 27 april 1999 houdende de conclusies
van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke
vergadering van het sectorcomité X en van de onderafdeling "Vlaamse vergadering van het sectorcomité X en van de onderafdeling "Vlaamse
Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en de Gemeenschap" van afdeling 2 van het comité voor de provinciale en de
plaatselijke overheidsdiensten; plaatselijke overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 105 van 27 april 1999 houdende de conclusies Gelet op het protocol nr. 105 van 27 april 1999 houdende de conclusies
van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelende van de onderhandelingen die gevoerd werden in het overkoepelende
onderhandelingscomité van het vrij gesubsidieerd onderwijs; onderhandelingscomité van het vrij gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 4 mei 1999 Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 4 mei 1999
betreffende de vraag om advies bij de Raad van State binnen de maand; betreffende de vraag om advies bij de Raad van State binnen de maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 1 juli 1999, met Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 1 juli 1999, met
toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde
wetten op de Raad van State, wetten op de Raad van State,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de door de Vlaamse

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de door de Vlaamse

Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde scholen van het voltijds Gemeenschap gefinancierde en gesubsidieerde scholen van het voltijds
secundair onderwijs. secundair onderwijs.
Het is niet van toepassing op de vierde graad van het secundair Het is niet van toepassing op de vierde graad van het secundair
onderwijs en op het buitengewoon secundair onderwijs. onderwijs en op het buitengewoon secundair onderwijs.

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

1° leerling onderwijsvoorrang : de regelmatige leerling in het 1° leerling onderwijsvoorrang : de regelmatige leerling in het
secundair onderwijs, van wie : secundair onderwijs, van wie :
a) de grootmoeder langs moederszijde, niet in België is geboren en a) de grootmoeder langs moederszijde, niet in België is geboren en
niet in het bezit is van de Belgische of Nederlandse nationaliteit niet in het bezit is van de Belgische of Nederlandse nationaliteit
door geboorte, en door geboorte, en
b) de moeder hoogstens tot het einde van het schooljaar van het jaar b) de moeder hoogstens tot het einde van het schooljaar van het jaar
waarin ze achttien werd, onderwijs heeft gevolgd; waarin ze achttien werd, onderwijs heeft gevolgd;
2° aanwendingsplan : plan waarin beschreven wordt op welke wijze de 2° aanwendingsplan : plan waarin beschreven wordt op welke wijze de
wekelijkse extra uren-leraar onderwijsvoorrang worden aangewend; wekelijkse extra uren-leraar onderwijsvoorrang worden aangewend;
3° wekelijkse extra uren-leraar onderwijsvoorrang : uren-leraar die 3° wekelijkse extra uren-leraar onderwijsvoorrang : uren-leraar die
gebruikt worden om : gebruikt worden om :
a) de doorstroming van leerlingen onderwijsvoorrang in het secundair a) de doorstroming van leerlingen onderwijsvoorrang in het secundair
onderwijs te bevorderen en onderwijs te bevorderen en
b) de wijze van leren, het omgaan met leerlingen en de werking van de b) de wijze van leren, het omgaan met leerlingen en de werking van de
school af te stemmen op de culturele en sociale diversiteit van haar school af te stemmen op de culturele en sociale diversiteit van haar
leerlingpopulatie; leerlingpopulatie;
4° doorstroming : 4° doorstroming :
a) het bevorderen van een optimale instroom van het aantal leerlingen a) het bevorderen van een optimale instroom van het aantal leerlingen
onderwijsvoorrang en in de A-stroom van de eerste graad en het onderwijsvoorrang en in de A-stroom van de eerste graad en het
verhogen van een gekwalificeerde uitstroom van het aantal leerlingen verhogen van een gekwalificeerde uitstroom van het aantal leerlingen
onderwijsvoorrang en in een van de onderwijsvormen Algemeen Secundair onderwijsvoorrang en in een van de onderwijsvormen Algemeen Secundair
Onderwijs, Technisch Secundair Onderwijs of Kunstsecundair Onderwijs, Onderwijs, Technisch Secundair Onderwijs of Kunstsecundair Onderwijs,
en en
b) het verhogen van het aantal studiebewijzen in het algemeen; b) het verhogen van het aantal studiebewijzen in het algemeen;
5° intercultureel onderwijs (ICO) : het geheel van globale maatregelen 5° intercultureel onderwijs (ICO) : het geheel van globale maatregelen
en specifieke acties die een school onderneemt om al haar leerlingen en specifieke acties die een school onderneemt om al haar leerlingen
vaardigheden en kennisinhouden bij te brengen die nodig zijn om op een vaardigheden en kennisinhouden bij te brengen die nodig zijn om op een
adequate en flexibele wijze om te gaan met culturele en sociale adequate en flexibele wijze om te gaan met culturele en sociale
diversiteit; diversiteit;
6° Nederlands als Tweede Taal (NT2) : de specifieke aanpak binnen het 6° Nederlands als Tweede Taal (NT2) : de specifieke aanpak binnen het
vak Nederlands die erop gericht is de taalvaardigheid van het vak Nederlands die erop gericht is de taalvaardigheid van het
Nederlands te bevorderen bij leerlingen van wie het Nederlands niet de Nederlands te bevorderen bij leerlingen van wie het Nederlands niet de
moedertaal is, maar die het Nederlands wel nodig hebben om succesvol moedertaal is, maar die het Nederlands wel nodig hebben om succesvol
te kunnen functioneren in school en maatschappij; te kunnen functioneren in school en maatschappij;
7° Nederlands als Instructietaal (NIT) : het specifiek gebruik van het 7° Nederlands als Instructietaal (NIT) : het specifiek gebruik van het
Nederlands, voor eender welk vak in het Nederlandstalig onderwijs, om Nederlands, voor eender welk vak in het Nederlandstalig onderwijs, om
leerprocessen bij leerlingen op te zetten, waardoor deze in staat leerprocessen bij leerlingen op te zetten, waardoor deze in staat
moeten zijn om formele boodschappen in het schoolse Nederlands te moeten zijn om formele boodschappen in het schoolse Nederlands te
begrijpen en te produceren; begrijpen en te produceren;
8° leerlingbetrokkenheid : initiatieven die de betrokkenheid tussen 8° leerlingbetrokkenheid : initiatieven die de betrokkenheid tussen
school, leerlingen en ouders verstrekken en onderbouwen; school, leerlingen en ouders verstrekken en onderbouwen;
9° leerlingbegeleiding : initiatieven inzake sociaal-emotionele 9° leerlingbegeleiding : initiatieven inzake sociaal-emotionele
begeleiding, studiekeuzebegeleiding en studiebegeleiding van de begeleiding, studiekeuzebegeleiding en studiebegeleiding van de
leerlingen, met het oog op het opvolgen van de schoolloopbaan van een leerlingen, met het oog op het opvolgen van de schoolloopbaan van een
leerling met behulp van een leerlingvolgsysteem; leerling met behulp van een leerlingvolgsysteem;
10° leerlingvolgsysteem : het geheel van individuele leerlingdossiers 10° leerlingvolgsysteem : het geheel van individuele leerlingdossiers
waarin de schoolloopbaan van de leerlingen wordt beschreven met waarin de schoolloopbaan van de leerlingen wordt beschreven met
betrekking tot de vooropleiding, de in de school gevolgde betrekking tot de vooropleiding, de in de school gevolgde
studierichting(en), de leerresultaten en -evoluties, en eventueel de studierichting(en), de leerresultaten en -evoluties, en eventueel de
voortgezette opleiding of eerste beroepsenvaring(en); voortgezette opleiding of eerste beroepsenvaring(en);
11° Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur (OETC) : onderwijs in de 11° Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur (OETC) : onderwijs in de
moedertaal van de doelgroep; moedertaal van de doelgroep;
12° non-discriminatiebeleid : het geheel van maatregelen in het gewoon 12° non-discriminatiebeleid : het geheel van maatregelen in het gewoon
onderwijs die tot doel hebben te komen tot een meer bewuste opstelling onderwijs die tot doel hebben te komen tot een meer bewuste opstelling
van de school betreffende het voorkomen en tegengaan van van de school betreffende het voorkomen en tegengaan van
discriminatie, enerzijds, en tot het bevorderen van een meer discriminatie, enerzijds, en tot het bevorderen van een meer
evenredige aanwezigheid van de leerlingen onderwijsvoorrang over de evenredige aanwezigheid van de leerlingen onderwijsvoorrang over de
scholen, anderzijds; scholen, anderzijds;
13° overeenkomst inzake toelatingsbeleid : een overeenkomst tussen 13° overeenkomst inzake toelatingsbeleid : een overeenkomst tussen
alle inrichtende machten die secundair onderwijs inrichten in alle inrichtende machten die secundair onderwijs inrichten in
eenzelfde gemeente, eventueel regio, of in het Brussels Hoofdstedelijk eenzelfde gemeente, eventueel regio, of in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, die tot doel heeft de toegang van de leerlingen Gewest, die tot doel heeft de toegang van de leerlingen
onderwijsvoorrang te maximaliseren tot alle scholen in deze gemeente, onderwijsvoorrang te maximaliseren tot alle scholen in deze gemeente,
eventueel regio, om een meer evenredige aanwezigheid van deze eventueel regio, om een meer evenredige aanwezigheid van deze
leerlingen onderwijsvoorrang te verkrijgen. leerlingen onderwijsvoorrang te verkrijgen.
De overeenkomst gaat in op 1 september volgend op het afsluiten van de De overeenkomst gaat in op 1 september volgend op het afsluiten van de
overeenkomst en geldt voor de duur van vijf opeenvolgende schooljaren. overeenkomst en geldt voor de duur van vijf opeenvolgende schooljaren.

Art. 3.§ 1. Binnen de vastgestelde begrotingskredieten kunnen per

Art. 3.§ 1. Binnen de vastgestelde begrotingskredieten kunnen per

school een aantal voorwaardelijke wekelijkse extra uren-leraar school een aantal voorwaardelijke wekelijkse extra uren-leraar
onderwijsvoorrang toegekend worden aan die scholen die gelijktijdig onderwijsvoorrang toegekend worden aan die scholen die gelijktijdig
aan de volgende voorwaarden voldoen : aan de volgende voorwaarden voldoen :
1° a) behoren tot een scholengemeenschap en op 1 februari van het 1° a) behoren tot een scholengemeenschap en op 1 februari van het
voorafgaand schooljaar in de aanvragende school minstens tien procent voorafgaand schooljaar in de aanvragende school minstens tien procent
of twintig leerlingen onderwijsvoorrang tellen op het totaal aantal of twintig leerlingen onderwijsvoorrang tellen op het totaal aantal
leerlingen in de eerste graad; leerlingen in de eerste graad;
of of
b) niet behoren tot een scholengemeenschap en : b) niet behoren tot een scholengemeenschap en :
- minstens een eerste graad en een van de onderwijsvormen Algemeen - minstens een eerste graad en een van de onderwijsvormen Algemeen
Secundair Onderwijs, Technisch Secundair Onderwijs of Kunstsecundair Secundair Onderwijs, Technisch Secundair Onderwijs of Kunstsecundair
Onderwijs met meer dan twee studierichtingen aanbieden en op 1 Onderwijs met meer dan twee studierichtingen aanbieden en op 1
februari van het voorafgaand schooljaar in de aanvragende school februari van het voorafgaand schooljaar in de aanvragende school
minstens tien procent of twintig leerlingen onderwijsvoorrang tellen minstens tien procent of twintig leerlingen onderwijsvoorrang tellen
op het totaal aantal leerlingen in de eerste graad; op het totaal aantal leerlingen in de eerste graad;
- of wanneer ze niet beantwoorden aan de voorwaarden zoals gesteld in - of wanneer ze niet beantwoorden aan de voorwaarden zoals gesteld in
de eerste gedachtenstreep van sub b), een samenwerkingsakkoord de eerste gedachtenstreep van sub b), een samenwerkingsakkoord
afsluiten met één of meer scholen die minstens één van de afsluiten met één of meer scholen die minstens één van de
onderwijsvormen Algemeen Secundair Onderwijs, Technisch Secundair onderwijsvormen Algemeen Secundair Onderwijs, Technisch Secundair
Onderwijs of Kunstsecundair Onderwijs met meer dan twee Onderwijs of Kunstsecundair Onderwijs met meer dan twee
studierichtingen aanbieden en op 1 februari van het voorafgaand studierichtingen aanbieden en op 1 februari van het voorafgaand
schooljaar in de aanvragende school minstens tien procent of twintig schooljaar in de aanvragende school minstens tien procent of twintig
leerlingen onderwijsvoorrang tellen op het totaal aantal leerlingen in leerlingen onderwijsvoorrang tellen op het totaal aantal leerlingen in
de eerste graad; de eerste graad;
2° tweejaarlijks een aanvraag en een aanwendingsplan indienen bij de 2° tweejaarlijks een aanvraag en een aanwendingsplan indienen bij de
bevoegde administratie van het departement Onderwijs, met opgave van bevoegde administratie van het departement Onderwijs, met opgave van
het aantal leerlingen onderwijsvoorrang verdeeld over de verschillende het aantal leerlingen onderwijsvoorrang verdeeld over de verschillende
graden en onderwijsvornen; graden en onderwijsvornen;
De aanvragende scholen zoals bedoeld in 1° sub a) moeten in de De aanvragende scholen zoals bedoeld in 1° sub a) moeten in de
aanvraag aanduiden met welke school of scholen van de aanvraag aanduiden met welke school of scholen van de
scholengemeenschap samengewerkt wordt. scholengemeenschap samengewerkt wordt.
De aanvragende scholen zoals bedoeld in 1° sub b), tweede De aanvragende scholen zoals bedoeld in 1° sub b), tweede
gedachtenstreep, moeten het door alle betrokken partijen ondertekend gedachtenstreep, moeten het door alle betrokken partijen ondertekend
samenwerkingsakkoord insluiten bij het aanwendingsplan. samenwerkingsakkoord insluiten bij het aanwendingsplan.
De vaststelling omtrent het behoren tot de doelgroep gebeurt op grond De vaststelling omtrent het behoren tot de doelgroep gebeurt op grond
van een schriftelijke verklaring op eer, gedateerd en ondertekend door van een schriftelijke verklaring op eer, gedateerd en ondertekend door
de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of die de minderjarige de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent of die de minderjarige
leerling in rechte of in feite onder zijn bewaring heeft; leerling in rechte of in feite onder zijn bewaring heeft;
3° over een door de beoordelingscommissie goedgekeurd aanwendingsplan 3° over een door de beoordelingscommissie goedgekeurd aanwendingsplan
beschikken; beschikken;
4° geen negatief oordeel ontvangen hebben van de onderwijsinspectie 4° geen negatief oordeel ontvangen hebben van de onderwijsinspectie
over de aanwending van de wekelijkse extra uren-leraar; over de aanwending van de wekelijkse extra uren-leraar;
5° verklaren met andere onderwijsinstellingen samen te werken aan een 5° verklaren met andere onderwijsinstellingen samen te werken aan een
meer evenredige aanwezigheid en een optimale doorstroming van meer evenredige aanwezigheid en een optimale doorstroming van
leerlingen onderwijsvoorrang. leerlingen onderwijsvoorrang.
Dit moet na hoogstens twee jaar tot uiting komen in een actieve en Dit moet na hoogstens twee jaar tot uiting komen in een actieve en
schriftelijk vastgelegde deelname aan het non-discriminatiebeleid dat schriftelijk vastgelegde deelname aan het non-discriminatiebeleid dat
minimaal het uitwerken van een toelatingsbeleid en een minimaal het uitwerken van een toelatingsbeleid en een
non-discriminatiecode inhoudt; non-discriminatiecode inhoudt;
6° verklaren een samenwerkingsakkoord af te sluiten met een 6° verklaren een samenwerkingsakkoord af te sluiten met een
PMS-centrurn en vanaf het schooljaar 2000-2001 met een Centrum voor PMS-centrurn en vanaf het schooljaar 2000-2001 met een Centrum voor
Leerlingenbegeleiding, dat door de Vlaamse Gemeenschap georganiseerd Leerlingenbegeleiding, dat door de Vlaamse Gemeenschap georganiseerd
of gesubsidieerd wordt voor de ondersteuning van de school bij het of gesubsidieerd wordt voor de ondersteuning van de school bij het
opzetten van de leerlingbegeleiding; opzetten van de leerlingbegeleiding;
7° verklaren zich te laten begeleiden door de pedagogische begeleiding 7° verklaren zich te laten begeleiden door de pedagogische begeleiding
van het net of de koepel waartoe de school behoort; van het net of de koepel waartoe de school behoort;
8° verklaren de leerkrachten nascholing te laten volgen inzake de 8° verklaren de leerkrachten nascholing te laten volgen inzake de
actieterreinen zoals bedoeld in artikel 4, 1° en hen steunen bij actieterreinen zoals bedoeld in artikel 4, 1° en hen steunen bij
deelname aan activiteiten in het kader van de netoverschrijdende deelname aan activiteiten in het kader van de netoverschrijdende
coördinatie en ondersteuning; coördinatie en ondersteuning;
9° verklaren samen te werken met een erkende welzijnsinstelling of 9° verklaren samen te werken met een erkende welzijnsinstelling of
socio-culturele instelling of met een integratiecentrum of socio-culturele instelling of met een integratiecentrum of
integratiedienst voor migranten zoals bepaald in het decreet van 28 integratiedienst voor migranten zoals bepaald in het decreet van 28
april 1998 inzake het Vlaams beleid ten aanzien van etnisch-culturele april 1998 inzake het Vlaams beleid ten aanzien van etnisch-culturele
minderheden; minderheden;
§ 2. Het voordeel van de wekelijkse extra uren-leraar wordt toegekend § 2. Het voordeel van de wekelijkse extra uren-leraar wordt toegekend
voor twee schooljaren. voor twee schooljaren.

Art. 4.In het aanwendingsplan zoals bedoeld in artikel 3, § 1, 2°,

Art. 4.In het aanwendingsplan zoals bedoeld in artikel 3, § 1, 2°,

moet de inrichtende macht van een school of de inrichtende machten van moet de inrichtende macht van een school of de inrichtende machten van
samenwerkende scholen binnen of buiten een scholengemeenschap, zoals samenwerkende scholen binnen of buiten een scholengemeenschap, zoals
bedoeld in artikel 3, § 1, 1° : bedoeld in artikel 3, § 1, 1° :
1° beschrijven op welke manier in elke vestigingsplaats van de school 1° beschrijven op welke manier in elke vestigingsplaats van de school
of van de samenwerkende scholen gewerkt wordt aan de volgende of van de samenwerkende scholen gewerkt wordt aan de volgende
actieterreinen en hoe deze werking kadert binnen het schoolbeleid : actieterreinen en hoe deze werking kadert binnen het schoolbeleid :
a) Nederlands als Tweede Taal en Nederlands als Instructietaal; a) Nederlands als Tweede Taal en Nederlands als Instructietaal;
b) Intercultureel Onderwijs; b) Intercultureel Onderwijs;
c) leerlingbegeleiding; c) leerlingbegeleiding;
d) leerlingbetrokkenheid; d) leerlingbetrokkenheid;
e) Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur, als de school daarvoor opteert; e) Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur, als de school daarvoor opteert;
2° voor elk van de actieterreinen beschrijven : 2° voor elk van de actieterreinen beschrijven :
a) hoe het geheel van het pakket uren-leraar wordt aangewend om a) hoe het geheel van het pakket uren-leraar wordt aangewend om
resultaten te bereiken; resultaten te bereiken;
b) hoe de wekelijkse extra uren-leraar worden ingezet om resultaten te b) hoe de wekelijkse extra uren-leraar worden ingezet om resultaten te
bereiken; bereiken;
c) hoe de planmatige werking wordt opgezet; c) hoe de planmatige werking wordt opgezet;
d) hoe het overleg binnen het schoolteam en de nascholing van d) hoe het overleg binnen het schoolteam en de nascholing van
leerkrachten georganiseerd zijn en hoe samengewerkt wordt met externe leerkrachten georganiseerd zijn en hoe samengewerkt wordt met externe
instanties; instanties;
e) hoe de werking en de resultaten worden geëvalueerd; e) hoe de werking en de resultaten worden geëvalueerd;
3° beschrijven hoe de wekelijkse extra uren-leraar worden verdeeld 3° beschrijven hoe de wekelijkse extra uren-leraar worden verdeeld
over de verschillende graden, de verschillende onderwijsvormen en de over de verschillende graden, de verschillende onderwijsvormen en de
verschillende vestigingsplaatsen van de school of van de samenwerkende verschillende vestigingsplaatsen van de school of van de samenwerkende
scholen binnen of buiten een scholengemeenschap. scholen binnen of buiten een scholengemeenschap.

Art. 5.§ 1. De gegevens over de leerlingenaantallen en vormelijke

Art. 5.§ 1. De gegevens over de leerlingenaantallen en vormelijke

vereisten voor de aanvraag en het aanwendingsplan worden door het vereisten voor de aanvraag en het aanwendingsplan worden door het
departement Onderwijs gecontroleerd. departement Onderwijs gecontroleerd.
§ 2. De inhoud van het aanwendingsplan wordt beoordeeld door een § 2. De inhoud van het aanwendingsplan wordt beoordeeld door een
beoordelingscommissie, samengesteld uit leden van de beoordelingscommissie, samengesteld uit leden van de
onderwijsinspectie, leden van het departement Onderwijs en externe onderwijsinspectie, leden van het departement Onderwijs en externe
deskundigen. Wil een school in aanmerking komen voor wekelijkse extra deskundigen. Wil een school in aanmerking komen voor wekelijkse extra
uren-leraar dan moet het aanwendingsplan op grond van het vervullen uren-leraar dan moet het aanwendingsplan op grond van het vervullen
van de voorwaarden, bedoeld in artikel 4, gunstig beoordeeld worden. van de voorwaarden, bedoeld in artikel 4, gunstig beoordeeld worden.
De negatieve beslissing van de beoordelingscommissie wordt omstandig De negatieve beslissing van de beoordelingscommissie wordt omstandig
gemotiveerd. Tegen deze beslissing kan een gemotiveerd beroep gemotiveerd. Tegen deze beslissing kan een gemotiveerd beroep
ingesteld worden bij de administratie secundair onderwijs - afdeling ingesteld worden bij de administratie secundair onderwijs - afdeling
beleidsvoorbereiding binnen de vijf werkdagen na de dag van berekening beleidsvoorbereiding binnen de vijf werkdagen na de dag van berekening
van de negatieve beslissing. van de negatieve beslissing.

Art. 6.Als de op de begroting voorziene kredieten voor

Art. 6.Als de op de begroting voorziene kredieten voor

onderwijsvoorrang niet voldoende zijn om alle verantwoorde aanvragen onderwijsvoorrang niet voldoende zijn om alle verantwoorde aanvragen
te honoreren, worden de wekelijkse extra uren-leraar op basis van de te honoreren, worden de wekelijkse extra uren-leraar op basis van de
beoordeling door de beoordelingscommissie, door de overheid toegekend beoordeling door de beoordelingscommissie, door de overheid toegekend
aan de scholen waarvan het aanwendingsplan de beste beoordeling aan de scholen waarvan het aanwendingsplan de beste beoordeling
krijgt. Bij gelijke beoordeling wordt rekening gehouden met het krijgt. Bij gelijke beoordeling wordt rekening gehouden met het
percentage van het aantal leerlingen onderwijsvoorrang. De keuze wordt percentage van het aantal leerlingen onderwijsvoorrang. De keuze wordt
door de beoordelingscommissie verantwoord. door de beoordelingscommissie verantwoord.

Art. 7.§ 1. De wekelijkse extra uren-leraar worden aan de school

Art. 7.§ 1. De wekelijkse extra uren-leraar worden aan de school

toegekend voor een periode van twee schooljaren. toegekend voor een periode van twee schooljaren.
Het aantal wekelijkse extra uren-leraar wordt per schooljaar en per Het aantal wekelijkse extra uren-leraar wordt per schooljaar en per
school berekend door op het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen school berekend door op het aantal regelmatig ingeschreven leerlingen
onderwijsvoorrang van de eerste graad en van de tweede graad Algemeen onderwijsvoorrang van de eerste graad en van de tweede graad Algemeen
Secundair Onderwijs, Technisch Secundair Onderwijs of Kunstsecundair Secundair Onderwijs, Technisch Secundair Onderwijs of Kunstsecundair
Onderwijs op 1 februari van het voorafgaand schooljaar een coëfficiënt Onderwijs op 1 februari van het voorafgaand schooljaar een coëfficiënt
toe te passen. toe te passen.
Voor de eerste graad betreft het een coëfficiënt van 0,47 per leerling Voor de eerste graad betreft het een coëfficiënt van 0,47 per leerling
onderwijsvoorrang, voor de tweede graad een coëfficiënt van 0,3 per onderwijsvoorrang, voor de tweede graad een coëfficiënt van 0,3 per
leerling onderwijsvoorrang. leerling onderwijsvoorrang.
Nadat de aantallen leerlingen onderwijsvoorrang met hun Nadat de aantallen leerlingen onderwijsvoorrang met hun
respectievelijke coëfficiënten zijn vermenigvuldigd, worden de respectievelijke coëfficiënten zijn vermenigvuldigd, worden de
producten opgeteld. De som wordt afgerond naar de hogere eenheid zodra producten opgeteld. De som wordt afgerond naar de hogere eenheid zodra
het eerste cijfer na de komma, groter is dan of gelijk is aan vijf. De het eerste cijfer na de komma, groter is dan of gelijk is aan vijf. De
som wordt afgerond naar de lagere eenheid zodra het eerste cijfer na som wordt afgerond naar de lagere eenheid zodra het eerste cijfer na
de komma kleiner is dan vijf. de komma kleiner is dan vijf.
§ 2. Scholen die het tweede schooljaar de minimumdrempel, bedoeld in § 2. Scholen die het tweede schooljaar de minimumdrempel, bedoeld in
artikel 3, § 1, 1°, niet meer bereiken, behouden de mogelijkheid op artikel 3, § 1, 1°, niet meer bereiken, behouden de mogelijkheid op
wekelijkse extra uren-leraar. wekelijkse extra uren-leraar.
Een school kan nooit voor het tweede schooljaar meer wekelijkse extra Een school kan nooit voor het tweede schooljaar meer wekelijkse extra
uren-leraar krijgen dan wat ze verkregen heeft voor het eerste uren-leraar krijgen dan wat ze verkregen heeft voor het eerste
schooljaar. schooljaar.
§ 3. De scholen die in het schooljaar 1998-1999 voor een eerste § 3. De scholen die in het schooljaar 1998-1999 voor een eerste
schooljaar een basispakket van 28 wekelijkse extra uren-leraar schooljaar een basispakket van 28 wekelijkse extra uren-leraar
verkregen plus 0,25 wekelijkse extra uren-leraar per regelmatig verkregen plus 0,25 wekelijkse extra uren-leraar per regelmatig
ingeschreven leerling onderwijsvoorrang in de eerste graad op 1 ingeschreven leerling onderwijsvoorrang in de eerste graad op 1
februari van het voorafgaand schooljaar, blijven zich daarop beroepen februari van het voorafgaand schooljaar, blijven zich daarop beroepen
voor de schooljaren 1999-2000 en 2000-2001. voor de schooljaren 1999-2000 en 2000-2001.
Het vaste basispakket van 28 wekelijkse extra uren-leraar moet als Het vaste basispakket van 28 wekelijkse extra uren-leraar moet als
volgt aangewend worden : volgt aangewend worden :
a) 4 uren-leraar voor schoolinterne coördinatie; a) 4 uren-leraar voor schoolinterne coördinatie;
b) 20 uren-leraar voor bijscholing en overleg tussen de betrokken b) 20 uren-leraar voor bijscholing en overleg tussen de betrokken
leerkrachten; leerkrachten;
c) 4 uren-leraar voor schooloverstijgende activiteiten. c) 4 uren-leraar voor schooloverstijgende activiteiten.
§ 4. Wanneer er in het tweede jaar meer kredieten beschikbaar komen, § 4. Wanneer er in het tweede jaar meer kredieten beschikbaar komen,
kunnen aan de scholen die door de toepassing van artikel 6 geen kunnen aan de scholen die door de toepassing van artikel 6 geen
wekelijkse extra uren-leraar hebben gekregen, toch voor een schooljaar wekelijkse extra uren-leraar hebben gekregen, toch voor een schooljaar
wekelijkse extra uren-leraar toegekend worden. Deze toekenning gebeurt wekelijkse extra uren-leraar toegekend worden. Deze toekenning gebeurt
volgens de criteria van artikel 6. volgens de criteria van artikel 6.

Art. 8.§ 1. In afwijking van artikel 7 en bij daling van het aantal

Art. 8.§ 1. In afwijking van artikel 7 en bij daling van het aantal

leerlingen onderwijsvoorrang wordt in een gemeente, eventueel regio, leerlingen onderwijsvoorrang wordt in een gemeente, eventueel regio,
waarin een overeenkomst inzake toelatingsbeleid loopt, het totaal waarin een overeenkomst inzake toelatingsbeleid loopt, het totaal
aantal wekelijkse extra uren-leraar onderwijsvoorrang behouden en op aantal wekelijkse extra uren-leraar onderwijsvoorrang behouden en op
het aantal van het schooljaar voorafgaand aan het ingaan van de het aantal van het schooljaar voorafgaand aan het ingaan van de
overeenkomst voor de duur van de overeenkomst. overeenkomst voor de duur van de overeenkomst.
§ 2. In een gemeente, eventueel regio, waarin een overeenkomst inzake § 2. In een gemeente, eventueel regio, waarin een overeenkomst inzake
toelatingsbeleid loopt, dragen de inrichtende machten, in toelatingsbeleid loopt, dragen de inrichtende machten, in
gemeenschappelijk overleg, de scholen voor die in aanmerking komen gemeenschappelijk overleg, de scholen voor die in aanmerking komen
voor het saldopakket wekelijkse extra uren-leraar onderwijsvoorrang. voor het saldopakket wekelijkse extra uren-leraar onderwijsvoorrang.
Dit saldopakket wekelijkse extra uren-leraar ontstaat ten gevolge van Dit saldopakket wekelijkse extra uren-leraar ontstaat ten gevolge van
een daling onder het niveau van het totaal aantal wekelijkse extra een daling onder het niveau van het totaal aantal wekelijkse extra
uren-leraar onderwijsvoorrang van het schooljaar voorafgaand aan het uren-leraar onderwijsvoorrang van het schooljaar voorafgaand aan het
ingaan van de overeenkomst op voorwaarde dat deze daling het ingaan van de overeenkomst op voorwaarde dat deze daling het
rechtstreeks gevolg is van een vermindering van het aantal leerlingen rechtstreeks gevolg is van een vermindering van het aantal leerlingen
onderwijsvoorrang in de gemeente, eventueel regio, overeenkomstig het onderwijsvoorrang in de gemeente, eventueel regio, overeenkomstig het
non-discriminatiebeleid. non-discriminatiebeleid.
§ 3. Elke school die op basis van de voordracht van het lokale overleg § 3. Elke school die op basis van de voordracht van het lokale overleg
in aanmerking komt voor de in § 2 bedoelde wekelijkse extra in aanmerking komt voor de in § 2 bedoelde wekelijkse extra
uren-leraar, moet een aanwendingsplan indienen conform artikel 3 en 4. uren-leraar, moet een aanwendingsplan indienen conform artikel 3 en 4.

Art. 9.Het gebruik van de wekelijkse extra uren-leraar wordt

Art. 9.Het gebruik van de wekelijkse extra uren-leraar wordt

beoordeeld door de onderwijsinspectie. Die beoordeling kan aanleiding beoordeeld door de onderwijsinspectie. Die beoordeling kan aanleiding
geven tot de maatregelen zoals bedoeld in artikel 10. Tegen de geven tot de maatregelen zoals bedoeld in artikel 10. Tegen de
gestelde maatregelen kan een gemotiveerd beroep ingesteld worden bij gestelde maatregelen kan een gemotiveerd beroep ingesteld worden bij
de administratie secundair onderwijs - afdeling beleidsvoorbereiding de administratie secundair onderwijs - afdeling beleidsvoorbereiding
binnen de vijf werkdagen na de dag van de berekening van de beslissing binnen de vijf werkdagen na de dag van de berekening van de beslissing
waaien de maatregel wordt vermeld. waaien de maatregel wordt vermeld.

Art. 10.§ 1. De extra subsidiëring of financiering aan de scholen

Art. 10.§ 1. De extra subsidiëring of financiering aan de scholen

wordt stopgezet in de twee volgende gevallen : wordt stopgezet in de twee volgende gevallen :
1° als het aanwendingsplan onjuiste gegevens bevat, of 1° als het aanwendingsplan onjuiste gegevens bevat, of
2° als het aanwendingsplan niet nageleefd wordt. 2° als het aanwendingsplan niet nageleefd wordt.
§ 2. De stopzetting gaat in principe het daaropvolgend schooljaar in. § 2. De stopzetting gaat in principe het daaropvolgend schooljaar in.
In afwijking hierop, gaat de stopzetting onmiddellijk in wanneer er In afwijking hierop, gaat de stopzetting onmiddellijk in wanneer er
frauduleuze handelingen werden vastgesteld, met terugvordering van de frauduleuze handelingen werden vastgesteld, met terugvordering van de
verkregen subsidiëring of financiering tot op het ogenblik dat de verkregen subsidiëring of financiering tot op het ogenblik dat de
frauduleuze handeling werd gesteld. frauduleuze handeling werd gesteld.

Art. 11.§ 1. De wekelijkse extra uren-leraar worden beschouwd als

Art. 11.§ 1. De wekelijkse extra uren-leraar worden beschouwd als

"uren die geen lesuren zijn" voor de reglementering inzake "uren die geen lesuren zijn" voor de reglementering inzake
bekwaamheidsbewijzen, weddenschalen, prestatiestelsel en bekwaamheidsbewijzen, weddenschalen, prestatiestelsel en
bezoldigingsregeling en inzake de ter beschikkingstelling wegens bezoldigingsregeling en inzake de ter beschikkingstelling wegens
ontstentenis van betrekking en reaffectatie. ontstentenis van betrekking en reaffectatie.
§ 2. In de wekelijkse extra uren-leraar bedoeld in § 1 kunnen § 2. In de wekelijkse extra uren-leraar bedoeld in § 1 kunnen
personeelsleden niet vast benoemd worden. Een vaste benoeming in deze personeelsleden niet vast benoemd worden. Een vaste benoeming in deze
uren-leraar heeft geen uitwerking ten aanzien van de overheid. De uren-leraar heeft geen uitwerking ten aanzien van de overheid. De
betrekkingen die ontstaan uit deze wekelijkse extra uren-leraar kunnen betrekkingen die ontstaan uit deze wekelijkse extra uren-leraar kunnen
niet vacant verklaard worden. niet vacant verklaard worden.

Art. 12.De vaststelling van de criteria en de aanwending van het

Art. 12.De vaststelling van de criteria en de aanwending van het

pakket extra uren-leraar, alsmede van het aanwendingsplan worden pakket extra uren-leraar, alsmede van het aanwendingsplan worden
onderhandeld in het bevoegde lokale onderhandelingscomité en overlegd onderhandeld in het bevoegde lokale onderhandelingscomité en overlegd
in het bevoegde lokale participatieorgaan. in het bevoegde lokale participatieorgaan.

Art. 13.De volgende regelingen worden opgeheven :

Art. 13.De volgende regelingen worden opgeheven :

1° het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 houdende 1° het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 houdende
maatregelen tot uitvoering van het onderwijsbeleid voor migranten in maatregelen tot uitvoering van het onderwijsbeleid voor migranten in
het voltijds secundair onderwijs van de eerste graad, en het voltijds secundair onderwijs van de eerste graad, en
2° het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 houdende 2° het besluit van de Vlaamse regering van 22 juli 1993 houdende
maatregelen tot uitvoering van het onderwijsbeleid voor migranten in maatregelen tot uitvoering van het onderwijsbeleid voor migranten in
het voltijds secundair onderwijs van de tweede graad. het voltijds secundair onderwijs van de tweede graad.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 1 september 1999.

Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast

Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor het Onderwijs, is belast

met de uitvoering van dit besluit. met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 december 1999. Brussel, 17 december 1999.
De minister-president van de Vlaamse regering, De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
Mevr. M. VANDERPOORTEN Mevr. M. VANDERPOORTEN
^