Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de geldelijke maatregelen en andere bepalingen | Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de geldelijke maatregelen en andere bepalingen |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
16 JULI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het | 16 JULI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het |
Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de | Vlaams personeelsstatuut van 13 januari 2006, wat betreft de |
geldelijke maatregelen en andere bepalingen | geldelijke maatregelen en andere bepalingen |
Rechtsgronden | Rechtsgronden |
Dit besluit is gebaseerd op: | Dit besluit is gebaseerd op: |
- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | - de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 | instellingen, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 |
juli 1993, en § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 | juli 1993, en § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 |
en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014; | en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014; |
- het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het | - het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het |
gemeenschapsonderwijs, artikel 67, § 2; | gemeenschapsonderwijs, artikel 67, § 2; |
- het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.23. | - het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.23. |
Vormvereisten | Vormvereisten |
De volgende vormvereisten zijn vervuld: | De volgende vormvereisten zijn vervuld: |
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord | - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord |
gegeven op 25 maart 2021. | gegeven op 25 maart 2021. |
- Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest heeft | - Het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest heeft |
protocol nr. 398.1271 gesloten op 28 mei 2021. | protocol nr. 398.1271 gesloten op 28 mei 2021. |
- De Raad van State heeft advies 69.552/3 gegeven op 8 juli 2021, met | - De Raad van State heeft advies 69.552/3 gegeven op 8 juli 2021, met |
toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de | toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de |
Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. | Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973. |
Initiatiefnemer | Initiatiefnemer |
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands | Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Binnenlands |
Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen. | Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen. |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: | DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: |
Artikel 1.Aan artikel I 2 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 |
Artikel 1.Aan artikel I 2 van het Vlaams personeelsstatuut van 13 |
januari 2006, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse | januari 2006, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse |
Regering van 27 november 2020, wordt een punt 34° toegevoegd, dat | Regering van 27 november 2020, wordt een punt 34° toegevoegd, dat |
luidt als volgt: | luidt als volgt: |
"34° integratieprotocol: een document met afspraken over maatregelen | "34° integratieprotocol: een document met afspraken over maatregelen |
die de tewerkstelling van een personeelslid met een handicap of | die de tewerkstelling van een personeelslid met een handicap of |
chronische ziekte ondersteunen.". | chronische ziekte ondersteunen.". |
Art. 2.In artikel I 9, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende |
Art. 2.In artikel I 9, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende |
wijzigingen aangebracht: | wijzigingen aangebracht: |
1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: | 1° het tweede lid wordt vervangen door wat volgt: |
"In afwijking van het eerste lid heeft de raad van beroep in de | "In afwijking van het eerste lid heeft de raad van beroep in de |
volgende gevallen een beslissende bevoegdheid: | volgende gevallen een beslissende bevoegdheid: |
1° als de raad van beroep met eenparigheid van stemmen besluit tot de | 1° als de raad van beroep met eenparigheid van stemmen besluit tot de |
gegrondheid of ongegrondheid van de bestreden beslissing; | gegrondheid of ongegrondheid van de bestreden beslissing; |
2° als de raad van beroep met eenparigheid van stemmen, aansluitend op | 2° als de raad van beroep met eenparigheid van stemmen, aansluitend op |
een eenparige beslissing over de ongegrondheid, een eventuele andere | een eenparige beslissing over de ongegrondheid, een eventuele andere |
passende maatregel oplegt; | passende maatregel oplegt; |
3° als de raad van beroep bij meerderheid besluit tot de | 3° als de raad van beroep bij meerderheid besluit tot de |
onontvankelijkheid van het beroep."; | onontvankelijkheid van het beroep."; |
2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: | 2° er wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: |
"Als de raad van beroep conform het tweede lid, 3°, beslist tot de | "Als de raad van beroep conform het tweede lid, 3°, beslist tot de |
onontvankelijkheid, dan is de aangevochten beslissing hierdoor | onontvankelijkheid, dan is de aangevochten beslissing hierdoor |
definitief geworden vanaf de dag na het verstrijken van de termijn | definitief geworden vanaf de dag na het verstrijken van de termijn |
voor instelling van het beroep". | voor instelling van het beroep". |
Art. 3.Aan artikel VI 26, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, |
Art. 3.Aan artikel VI 26, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit, |
ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en | ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en |
vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016, | vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016, |
wordt de volgende zin toegevoegd: | wordt de volgende zin toegevoegd: |
"De adviseur met salarisschaal A218, A251 of A252 die overgeplaatst | "De adviseur met salarisschaal A218, A251 of A252 die overgeplaatst |
wordt naar de graad van adviseur, behoudt salarisschaal A218, A251 of | wordt naar de graad van adviseur, behoudt salarisschaal A218, A251 of |
A252.". | A252.". |
Art. 4.In deel VI, titel 7, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 4.In deel VI, titel 7, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en het laatst | besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en het laatst |
gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september | gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 11 september |
2020, wordt hoofdstuk 1, dat bestaat uit artikel VI 68 tot en met VI | 2020, wordt hoofdstuk 1, dat bestaat uit artikel VI 68 tot en met VI |
73, opgeheven. | 73, opgeheven. |
Art. 5.Aan deel VI, titel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
Art. 5.Aan deel VI, titel 9 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de |
besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, 23 mei 2008, 29 | besluiten van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, 23 mei 2008, 29 |
mei 2009 en 24 juni 2016, wordt een hoofdstuk 5, dat bestaat uit | mei 2009 en 24 juni 2016, wordt een hoofdstuk 5, dat bestaat uit |
artikel VI 118ter, toegevoegd, dat luidt als volgt: | artikel VI 118ter, toegevoegd, dat luidt als volgt: |
"Hoofdstuk 5. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de regeling van | "Hoofdstuk 5. Bijzondere bepalingen met betrekking tot de regeling van |
de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Informatie- en | de rechtspositie van het personeel van de Vlaamse Informatie- en |
screeningsdienst op de lokale geloofsgemeenschappen | screeningsdienst op de lokale geloofsgemeenschappen |
Art. VI 118ter. Alleen de personen die beschikken over een | Art. VI 118ter. Alleen de personen die beschikken over een |
veiligheidsmachtiging van het niveau "GEHEIM" uitgereikt door de | veiligheidsmachtiging van het niveau "GEHEIM" uitgereikt door de |
Nationale Veiligheidsoverheid die niet ouder is dan vijf jaar, zoals | Nationale Veiligheidsoverheid die niet ouder is dan vijf jaar, zoals |
bedoeld in de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en | bedoeld in de wet van 11 december 1998 betreffende de classificatie en |
de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en | de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en |
veiligheidsadviezen, hebben toegang tot een functie bij de Vlaamse | veiligheidsadviezen, hebben toegang tot een functie bij de Vlaamse |
Informatie-en screeningsdienst op de lokale geloofsgemeenschappen.". | Informatie-en screeningsdienst op de lokale geloofsgemeenschappen.". |
Art. 6.Artikel VI 123 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 6.Artikel VI 123 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het | besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 en 19 maart 2021, | besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 en 19 maart 2021, |
wordt opgeheven. | wordt opgeheven. |
Art. 7.Artikel VI 124 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 7.Artikel VI 124 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij de | besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij de |
besluiten van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 en 21 februari 2014, | besluiten van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 en 21 februari 2014, |
wordt opgeheven. | wordt opgeheven. |
Art. 8.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van |
Art. 8.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van |
de Vlaamse Regering van 18 december 2020 wordt een artikel VI 171 | de Vlaamse Regering van 18 december 2020 wordt een artikel VI 171 |
ingevoegd, dat luidt als volgt: | ingevoegd, dat luidt als volgt: |
"Art. VI 171. Voor de ambtenaren die houder zijn van een IT-mandaat op | "Art. VI 171. Voor de ambtenaren die houder zijn van een IT-mandaat op |
datum van 31 juli 2021, blijft de regeling gelden die op hen van | datum van 31 juli 2021, blijft de regeling gelden die op hen van |
toepassing was op 31 juli 2021.". | toepassing was op 31 juli 2021.". |
Art. 9.In artikel VII 20, § 2, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd |
Art. 9.In artikel VII 20, § 2, 1°, van hetzelfde besluit, ingevoegd |
bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd | bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd |
bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, wordt de | bij het besluit van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, wordt de |
zinsnede "zoals bedoeld in artikel VII 6 § 2" vervangen door de | zinsnede "zoals bedoeld in artikel VII 6 § 2" vervangen door de |
zinsnede ", vermeld in artikel VII 6, § 2, § 2bis, § 2ter en § 3.". | zinsnede ", vermeld in artikel VII 6, § 2, § 2bis, § 2ter en § 3.". |
Art. 10.Aan deel VII, titel 2, hoofdstuk 2, van hetzelfde besluit, |
Art. 10.Aan deel VII, titel 2, hoofdstuk 2, van hetzelfde besluit, |
ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en | ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en |
het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 | het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 |
september 2019, wordt een afdeling 13, die bestaat uit artikel VII | september 2019, wordt een afdeling 13, die bestaat uit artikel VII |
44quater, toegevoegd, die luidt als volgt: | 44quater, toegevoegd, die luidt als volgt: |
"Afdeling 13. Vervangende toelage maaltijdcheques | "Afdeling 13. Vervangende toelage maaltijdcheques |
Art. VII 44quater. Een personeelslid ontvangt de volgende toelage per | Art. VII 44quater. Een personeelslid ontvangt de volgende toelage per |
maaltijdcheque, die niet binnen de door de RSZ-reglementering | maaltijdcheque, die niet binnen de door de RSZ-reglementering |
voorgeschreven termijn is toegekend: | voorgeschreven termijn is toegekend: |
nominale waarde maaltijdcheque | nominale waarde maaltijdcheque |
statutairen | statutairen |
contractuelen | contractuelen |
vakantiewerkers | vakantiewerkers |
7 euro | 7 euro |
10,82 euro | 10,82 euro |
12,01 euro | 12,01 euro |
6,07 euro | 6,07 euro |
4 euro | 4 euro |
5,33 euro | 5,33 euro |
5,91 euro | 5,91 euro |
- | - |
". | ". |
Art. 11.In artikel VII 70ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 11.In artikel VII 70ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008 en gewijzigd bij | besluit van de Vlaamse Regering van 5 september 2008 en gewijzigd bij |
de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 en 22 september | de besluiten van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009 en 22 september |
2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: | 2017, worden de volgende wijzigingen aangebracht: |
1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: | 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: |
"De toelage, vermeld in het eerste lid, wordt voor de personeelsleden | "De toelage, vermeld in het eerste lid, wordt voor de personeelsleden |
die na 1 januari 2008 in dienst zijn getreden, niet toegekend tijdens | die na 1 januari 2008 in dienst zijn getreden, niet toegekend tijdens |
de proeftijd, behalve in de volgende gevallen: | de proeftijd, behalve in de volgende gevallen: |
1° de proeftijd sluit aan op een contractuele tewerkstelling in | 1° de proeftijd sluit aan op een contractuele tewerkstelling in |
dezelfde functie; | dezelfde functie; |
2° het personeelslid heeft het opleidingstraject met goed gevolg | 2° het personeelslid heeft het opleidingstraject met goed gevolg |
doorlopen en wordt operationeel ingezet."; | doorlopen en wordt operationeel ingezet."; |
2° in paragraaf 3 worden tussen het woord "de" en het woord "nautisch" | 2° in paragraaf 3 worden tussen het woord "de" en het woord "nautisch" |
de woorden "verkeersleiders en de" ingevoegd. | de woorden "verkeersleiders en de" ingevoegd. |
Art. 12.In artikel VII 84, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij |
Art. 12.In artikel VII 84, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij |
het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2017, wordt het | het besluit van de Vlaamse Regering van 27 januari 2017, wordt het |
tweede lid opgeheven. | tweede lid opgeheven. |
Art. 13.In artikel VII 91 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 13.In artikel VII 91 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en vervangen bij het | besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en vervangen bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2021, wordt een 14° punt | besluit van de Vlaamse Regering van 30 april 2021, wordt een 14° punt |
toegevoegd dat luidt als volgt : | toegevoegd dat luidt als volgt : |
"14° een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang.". | "14° een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang.". |
Art. 14.Artikel VII 92 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 14.Artikel VII 92 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij de | besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007 en gewijzigd bij de |
besluiten van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, 27 januari 2017 en | besluiten van de Vlaamse Regering van 29 mei 2009, 27 januari 2017 en |
20 april 2018, wordt vervangen door wat volgt: | 20 april 2018, wordt vervangen door wat volgt: |
"Art. VII 92. § 1. Bij het overlijden van een personeelslid wordt een | "Art. VII 92. § 1. Bij het overlijden van een personeelslid wordt een |
vergoeding uitgekeerd aan de natuurlijke persoon die bewijst dat hij | vergoeding uitgekeerd aan de natuurlijke persoon die bewijst dat hij |
de begrafeniskosten van de overledene heeft gedragen. Als | de begrafeniskosten van de overledene heeft gedragen. Als |
verschillende natuurlijke personen die kosten hebben gedragen, wordt | verschillende natuurlijke personen die kosten hebben gedragen, wordt |
de vergoeding evenredig aan hun bijdrage verdeeld. | de vergoeding evenredig aan hun bijdrage verdeeld. |
Bij het overlijden van de volgende personen wordt de vergoeding voor | Bij het overlijden van de volgende personen wordt de vergoeding voor |
begrafeniskosten, vermeld in het eerste lid, niet uitgekeerd: | begrafeniskosten, vermeld in het eerste lid, niet uitgekeerd: |
1° het personeelslid met een arbeidsovereenkomst voor studenten; | 1° het personeelslid met een arbeidsovereenkomst voor studenten; |
2° het personeelslid van Sport Vlaanderen met een arbeidsovereenkomst | 2° het personeelslid van Sport Vlaanderen met een arbeidsovereenkomst |
voor occasioneel personeel (AOP); | voor occasioneel personeel (AOP); |
3° de occasionele lesgever van de VDAB, vermeld in artikel 1, 10°, van | 3° de occasionele lesgever van de VDAB, vermeld in artikel 1, 10°, van |
het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de | het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de |
agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel | agentschapspecifieke regeling van de rechtspositie van het personeel |
van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. | van de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. |
§ 2. De vergoeding stemt overeen met de werkelijke kosten, maar wordt | § 2. De vergoeding stemt overeen met de werkelijke kosten, maar wordt |
beperkt tot een twaalfde van het bedrag, vermeld in artikel 39 van de | beperkt tot een twaalfde van het bedrag, vermeld in artikel 39 van de |
Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.". | Arbeidsongevallenwet van 10 april 1971.". |
Art. 15.Artikel VII 93 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 15.Artikel VII 93 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt opgeheven. | besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt opgeheven. |
Art. 16.In artikel VII 94 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 16.In artikel VII 94 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt de zinsnede | besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, wordt de zinsnede |
"In afwijking van artikel VII 92, § 3, kan de bevoegde Vlaamse | "In afwijking van artikel VII 92, § 3, kan de bevoegde Vlaamse |
minister of zijn gemachtigde," vervangen door de woorden "De Vlaamse | minister of zijn gemachtigde," vervangen door de woorden "De Vlaamse |
minister bevoegd voor bestuurszaken of zijn gemachtigde kan". | minister bevoegd voor bestuurszaken of zijn gemachtigde kan". |
Art. 17.In artikel VII 102 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
Art. 17.In artikel VII 102 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, vervangen bij het | besluit van de Vlaamse Regering van 16 maart 2007, vervangen bij het |
besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2019 en gewijzigd bij | besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2019 en gewijzigd bij |
het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2020, worden de | het besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2020, worden de |
volgende wijzigingen aangebracht: | volgende wijzigingen aangebracht: |
1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: | 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: |
" § 1. Het personeelslid dat de verplaatsing van en naar de vaste | " § 1. Het personeelslid dat de verplaatsing van en naar de vaste |
tewerkstellingsplaats geheel of gedeeltelijk met de fiets of de | tewerkstellingsplaats geheel of gedeeltelijk met de fiets of de |
speedpedelec aflegt, ontvangt een maandelijkse fietsvergoeding op | speedpedelec aflegt, ontvangt een maandelijkse fietsvergoeding op |
basis van het aantal dagen dat hij de verplaatsing naar de vaste | basis van het aantal dagen dat hij de verplaatsing naar de vaste |
tewerkstellingsplaats effectief aflegt."; | tewerkstellingsplaats effectief aflegt."; |
2° paragraaf 4 en 5 worden vervangen door wat volgt: | 2° paragraaf 4 en 5 worden vervangen door wat volgt: |
" § 4. Het personeelslid dat op ten minste 80% van het aantal dagen | " § 4. Het personeelslid dat op ten minste 80% van het aantal dagen |
dat hij zich verplaatst naar de vaste tewerkstellingsplaats, het | dat hij zich verplaatst naar de vaste tewerkstellingsplaats, het |
traject geheel of gedeeltelijk met de fiets of de speedpedelec aflegt, | traject geheel of gedeeltelijk met de fiets of de speedpedelec aflegt, |
heeft voor datzelfde traject geen recht op een tegemoetkoming in de | heeft voor datzelfde traject geen recht op een tegemoetkoming in de |
kosten van het openbaar vervoer als vermeld in artikel VII 95. | kosten van het openbaar vervoer als vermeld in artikel VII 95. |
§ 5. Het personeelslid dat minder dan 80% van het aantal dagen dat hij | § 5. Het personeelslid dat minder dan 80% van het aantal dagen dat hij |
zich verplaatst naar de vaste tewerkstellingsplaats, het traject | zich verplaatst naar de vaste tewerkstellingsplaats, het traject |
geheel of gedeeltelijk met de fiets of de speedpedelec aflegt, heeft | geheel of gedeeltelijk met de fiets of de speedpedelec aflegt, heeft |
ook recht op een tegemoetkoming in de kosten van het openbaar vervoer | ook recht op een tegemoetkoming in de kosten van het openbaar vervoer |
als vermeld in artikel VII 95.". | als vermeld in artikel VII 95.". |
Art. 18.In artikel X 10 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd |
Art. 18.In artikel X 10 van hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd |
bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2019, worden | bij het besluit van de Vlaamse Regering van 6 september 2019, worden |
de volgende wijzigingen aangebracht: | de volgende wijzigingen aangebracht: |
1° aan het vierde lid wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als | 1° aan het vierde lid wordt een punt 7° toegevoegd, dat luidt als |
volgt: | volgt: |
"7° het onbetaalde verlof wegens een prestatie als militair van het | "7° het onbetaalde verlof wegens een prestatie als militair van het |
reservekader bij de krijgsmacht."; | reservekader bij de krijgsmacht."; |
2° het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt: | 2° het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt: |
"In afwijking van het derde lid wordt het jaarlijkse vakantieverlof | "In afwijking van het derde lid wordt het jaarlijkse vakantieverlof |
van de ambtenaar niet evenredig verminderd in geval van: | van de ambtenaar niet evenredig verminderd in geval van: |
1° pleegzorg; | 1° pleegzorg; |
2° pleegouderverlof; | 2° pleegouderverlof; |
3° het geboorteverlof waarin de ambtenaar geen recht heeft op een | 3° het geboorteverlof waarin de ambtenaar geen recht heeft op een |
volledig salaris; | volledig salaris; |
4° het onbetaald verlof wegens een prestatie als militair van het | 4° het onbetaald verlof wegens een prestatie als militair van het |
reservekader bij de krijgsmacht.". | reservekader bij de krijgsmacht.". |
Art. 19.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij besluit van de |
Art. 19.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij besluit van de |
Vlaamse Regering van 30 april 2021, wordt een artikel X 63bis | Vlaamse Regering van 30 april 2021, wordt een artikel X 63bis |
ingevoegd, dat luidt als volgt: | ingevoegd, dat luidt als volgt: |
"Art. X 63bis. Als een personeelslid een prestatie vervult als | "Art. X 63bis. Als een personeelslid een prestatie vervult als |
militair van het reservekader bij de krijgsmacht, krijgt het | militair van het reservekader bij de krijgsmacht, krijgt het |
personeelslid onbetaald verlof voor de duur van de prestaties. | personeelslid onbetaald verlof voor de duur van de prestaties. |
Het onbetaalde verlof, vermeld in het eerste lid, wordt met | Het onbetaalde verlof, vermeld in het eerste lid, wordt met |
dienstactiviteit gelijkgesteld. Tijdens het onbetaalde verlof heeft | dienstactiviteit gelijkgesteld. Tijdens het onbetaalde verlof heeft |
het personeelslid geen recht op salaris.". | het personeelslid geen recht op salaris.". |
Art. 20.In artikel X 72 van hetzelfde besluit wordt de bepaling "- |
Art. 20.In artikel X 72 van hetzelfde besluit wordt de bepaling "- |
voorbehoedend verlof;" opgeheven. | voorbehoedend verlof;" opgeheven. |
Art. 21.In artikel XI 8, § 1 van hetzelfde besluit, vervangen bij |
Art. 21.In artikel XI 8, § 1 van hetzelfde besluit, vervangen bij |
besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019, wordt het tweede | besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019, wordt het tweede |
lid vervangen door wat volgt: | lid vervangen door wat volgt: |
"De benoemende overheid neemt de beslissing tot ontslag van de | "De benoemende overheid neemt de beslissing tot ontslag van de |
ambtenaar binnen de 30 kalenderdagen die volgen op de datum waarop de | ambtenaar binnen de 30 kalenderdagen die volgen op de datum waarop de |
onvoldoende definitief is geworden. In het geval dat de raad van | onvoldoende definitief is geworden. In het geval dat de raad van |
beroep beslist tot de onontvankelijkheid van het beroep, begint de | beroep beslist tot de onontvankelijkheid van het beroep, begint de |
termijn van 30 kalenderdagen niettegenstaande hetgeen is voorzien in | termijn van 30 kalenderdagen niettegenstaande hetgeen is voorzien in |
artikel I 9, § 1, derde lid, te lopen vanaf de datum van kennisgeving | artikel I 9, § 1, derde lid, te lopen vanaf de datum van kennisgeving |
van de uitspraak van de raad van beroep aan de entiteit. Indien de | van de uitspraak van de raad van beroep aan de entiteit. Indien de |
benoemende overheid de beslissing tot ontslag niet binnen de voormelde | benoemende overheid de beslissing tot ontslag niet binnen de voormelde |
30 kalenderdagen neemt, dan wordt de ambtenaar geacht niet te zijn | 30 kalenderdagen neemt, dan wordt de ambtenaar geacht niet te zijn |
ontslagen.". | ontslagen.". |
Art. 22.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand |
Art. 22.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand |
volgend op de goedkeuring ervan, met uitzondering van: | volgend op de goedkeuring ervan, met uitzondering van: |
Artikel 3 heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2020. | Artikel 3 heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2020. |
Artikel 5 heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2021. | Artikel 5 heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2021. |
Artikel 9 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018. | Artikel 9 heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2018. |
Artikel 10 heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2020. | Artikel 10 heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2020. |
Artikel 11, 2°, heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2018. | Artikel 11, 2°, heeft uitwerking met ingang van 1 februari 2018. |
Artikel 18 en 19 hebben uitwerking hebben met ingang van 1 januari | Artikel 18 en 19 hebben uitwerking hebben met ingang van 1 januari |
2020. | 2020. |
Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor de human resources, is |
Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor de human resources, is |
belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 16 juli 2021. | Brussel, 16 juli 2021. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
J. JAMBON | J. JAMBON |
De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, | De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, |
Inburgering en Gelijke Kansen, | Inburgering en Gelijke Kansen, |
B. SOMERS | B. SOMERS |