Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot vaststelling van de vergoedingen, voor de jaren 1996 en 1997, in uitvoering van artikel 15, § 9 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen | Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot vaststelling van de vergoedingen, voor de jaren 1996 en 1997, in uitvoering van artikel 15, § 9 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen |
---|---|
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
15 JULI 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het | 15 JULI 1997. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het |
besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot vaststelling | besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot vaststelling |
van de vergoedingen, voor de jaren 1996 en 1997, in uitvoering van | van de vergoedingen, voor de jaren 1996 en 1997, in uitvoering van |
artikel 15, § 9 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de | artikel 15, § 9 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de |
bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door | bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door |
meststoffen | meststoffen |
De Vlaamse regering, | De Vlaamse regering, |
Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het | Gelet op het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het |
leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, inzonderheid op | leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, inzonderheid op |
artikel 15, gewijzigd bij het decreet van 20 december 1995; | artikel 15, gewijzigd bij het decreet van 20 december 1995; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende |
algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne gewijzigd bij de | algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne gewijzigd bij de |
besluiten van de Vlaamse regering van 6 september 1995 en 26 juni | besluiten van de Vlaamse regering van 6 september 1995 en 26 juni |
1996; | 1996; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 tot |
vaststelling van de vergoedingen, voor de jaren 1996 en 1997, in | vaststelling van de vergoedingen, voor de jaren 1996 en 1997, in |
uitvoering van artikel 15, § 9 van het decreet van 23 januari 1991 | uitvoering van artikel 15, § 9 van het decreet van 23 januari 1991 |
inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door | inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door |
meststoffen; | meststoffen; |
Gelet op het advies van de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, | Gelet op het advies van de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek, |
gegeven op 10 oktober 1996; | gegeven op 10 oktober 1996; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor begroting, |
gegeven op 7 juli 1997; | gegeven op 7 juli 1997; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 |
juli 1989 en 4 augustus 1996; | juli 1989 en 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende de noodzaak de vergoedingen voor 1996 en 1997 te kunnen | Overwegende de noodzaak de vergoedingen voor 1996 en 1997 te kunnen |
uitbetalen; | uitbetalen; |
Overwegende dat het decreet van 20 december 1995 tot wijziging van het | Overwegende dat het decreet van 20 december 1995 tot wijziging van het |
decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu | decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu |
tegen de verontreiniging door meststoffen in werking is getreden op 1 | tegen de verontreiniging door meststoffen in werking is getreden op 1 |
januari 1996; | januari 1996; |
Overwegende dat derhalve dringend concrete maatregelen dienen te | Overwegende dat derhalve dringend concrete maatregelen dienen te |
worden genomen om de sociaal-economische gevolgen van verscherpte | worden genomen om de sociaal-economische gevolgen van verscherpte |
bemestingsnormen en uitrijbepalingen op bepaalde cultuurgronden te | bemestingsnormen en uitrijbepalingen op bepaalde cultuurgronden te |
compenseren om de schade voor de betrokkenen binnen aanvaardbare | compenseren om de schade voor de betrokkenen binnen aanvaardbare |
perken te houden; | perken te houden; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 |
Artikel 1.In het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 1995 |
tot vaststelling van de vergoedingen, voor de jaren 1996 en 1997, in | tot vaststelling van de vergoedingen, voor de jaren 1996 en 1997, in |
uitvoering van artikel 15, § 9 van het decreet van 23 januari 1991 | uitvoering van artikel 15, § 9 van het decreet van 23 januari 1991 |
inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door | inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door |
meststoffen wordt in de plaats van artikel 1, dat artikel 1bis wordt, | meststoffen wordt in de plaats van artikel 1, dat artikel 1bis wordt, |
een nieuw artikel 1 ingevoegd, dat luidt als volgt: | een nieuw artikel 1 ingevoegd, dat luidt als volgt: |
« Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
« Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
1° het decreet : het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming | 1° het decreet : het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming |
van het Leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, | van het Leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, |
gewijzigd bij de decreten van 25 juni 1992, 18 december 1992, 22 | gewijzigd bij de decreten van 25 juni 1992, 18 december 1992, 22 |
december 1993 en 20 december 1995; | december 1993 en 20 december 1995; |
2° het besluit : het besluit van de Vlaamse regering van 20 december | 2° het besluit : het besluit van de Vlaamse regering van 20 december |
1995 tot vaststelling van de vergoedingen voor de jaren 1996 en 1997, | 1995 tot vaststelling van de vergoedingen voor de jaren 1996 en 1997, |
in uitvoering van artikel 15, § 9 van het decreet van 23 januari 1991 | in uitvoering van artikel 15, § 9 van het decreet van 23 januari 1991 |
inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door | inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door |
meststoffen; | meststoffen; |
3° de aanvraag : de aanvraag overeenkomstig het model in bijlage II | 3° de aanvraag : de aanvraag overeenkomstig het model in bijlage II |
bij het besluit; | bij het besluit; |
4° mengmest : dierlijke mest in vloeibare vorm, met een gehalte aan | 4° mengmest : dierlijke mest in vloeibare vorm, met een gehalte aan |
droge stof lager dan 20 %; | droge stof lager dan 20 %; |
5° burenregeling : goedgekeurde schriftelijke overeenkomst zoals | 5° burenregeling : goedgekeurde schriftelijke overeenkomst zoals |
bedoeld in artikel 8, § 1 van het decreet; | bedoeld in artikel 8, § 1 van het decreet; |
6° de afzetmogelijkheden : de afzetmogelijkheden zoals gedefinieerd | 6° de afzetmogelijkheden : de afzetmogelijkheden zoals gedefinieerd |
als MGp en MGndier in artikel 6, § 1 van het decreet waarbij het | als MGp en MGndier in artikel 6, § 1 van het decreet waarbij het |
teeltplan, zoals weergegeven ter gelegenheid van de aanduiding op | teeltplan, zoals weergegeven ter gelegenheid van de aanduiding op |
cartografisch materiaal in rekening gebracht wordt. » | cartografisch materiaal in rekening gebracht wordt. » |
Art. 2.In artikel 2 van het besluit wordt § 2 vervangen door wat |
Art. 2.In artikel 2 van het besluit wordt § 2 vervangen door wat |
volgt : | volgt : |
« § 2. De vergoeding voor mestafzet voor de jaren 1996 en 1997 | « § 2. De vergoeding voor mestafzet voor de jaren 1996 en 1997 |
bedraagt: | bedraagt: |
1° 13 frank per kg difosforpentoxyde en 13 frank per kg stikstof voor | 1° 13 frank per kg difosforpentoxyde en 13 frank per kg stikstof voor |
bedrijven waarvan alle entiteiten in gemeenten met een geactualiseerde | bedrijven waarvan alle entiteiten in gemeenten met een geactualiseerde |
productiedruk van minder dan 75 kg difosforpentoxyde per ha liggen; | productiedruk van minder dan 75 kg difosforpentoxyde per ha liggen; |
2° 27 frank per kg difosforpentoxyde en 27 frank per kg stikstof voor | 2° 27 frank per kg difosforpentoxyde en 27 frank per kg stikstof voor |
bedrijven waarvan minstens één entiteit gelegen in een gemeente met | bedrijven waarvan minstens één entiteit gelegen in een gemeente met |
een geactualiseerde productiedruk van meer dan 125 kg | een geactualiseerde productiedruk van meer dan 125 kg |
difosforpentoxyde per ha ligt; | difosforpentoxyde per ha ligt; |
3° 20 frank per kg difosforpentoxyde en 20 frank per kg stikstof voor | 3° 20 frank per kg difosforpentoxyde en 20 frank per kg stikstof voor |
alle andere bedrijven. » | alle andere bedrijven. » |
Art. 3.In artikel 2 van het besluit wordt § 3 vervangen door wat |
Art. 3.In artikel 2 van het besluit wordt § 3 vervangen door wat |
volgt : | volgt : |
« § 3. De vergoeding voor mestopslag voor het jaar 1996 bedraagt 1 250 | « § 3. De vergoeding voor mestopslag voor het jaar 1996 bedraagt 1 250 |
frank/ha tot het bedrijf behorende oppervlakte cultuurgrond gelegen in | frank/ha tot het bedrijf behorende oppervlakte cultuurgrond gelegen in |
de gebieden van artikel 15, §§ 2, 4 en 5 van het decreet. | de gebieden van artikel 15, §§ 2, 4 en 5 van het decreet. |
De vergoeding voor mestopslag voor het jaar 1997 bedraagt 1 250 | De vergoeding voor mestopslag voor het jaar 1997 bedraagt 1 250 |
frank/ha tot het bedrijf behorende oppervlakte cultuurgrond gelegen in | frank/ha tot het bedrijf behorende oppervlakte cultuurgrond gelegen in |
de gebieden van artikel 15, §§ 2, 4 en 5 van het decreet als er in het | de gebieden van artikel 15, §§ 2, 4 en 5 van het decreet als er in het |
jaar van de aanvraag mestoverschotten zijn op het bedrijf van de | jaar van de aanvraag mestoverschotten zijn op het bedrijf van de |
producent. | producent. |
Als er in het jaar van de aanvraag geen mestoverschotten zijn op het | Als er in het jaar van de aanvraag geen mestoverschotten zijn op het |
bedrijf van de producent, bedraagt de vergoeding voor mestopslag voor | bedrijf van de producent, bedraagt de vergoeding voor mestopslag voor |
het jaar 1997 1250 frank/ha tot het bedrijf behorende oppervlakte | het jaar 1997 1250 frank/ha tot het bedrijf behorende oppervlakte |
cultuurgrond gelegen in de gebieden van artikel 15, §§ 2, 4 en 5 van | cultuurgrond gelegen in de gebieden van artikel 15, §§ 2, 4 en 5 van |
het decreet te vermenigvuldigen met een coëfficiënt C, waarbij C | het decreet te vermenigvuldigen met een coëfficiënt C, waarbij C |
gelijk is aan de hoogste waarde van: | gelijk is aan de hoogste waarde van: |
1° de productie aan dierlijke mest, zoals vermeld bij de laatste | 1° de productie aan dierlijke mest, zoals vermeld bij de laatste |
aangifte, uitgedrukt in kg stikstof, gedeeld door de | aangifte, uitgedrukt in kg stikstof, gedeeld door de |
afzetmogelijkheden van de producent; | afzetmogelijkheden van de producent; |
2° de productie aan dierlijke mest, zoals vermeld bij de laatste | 2° de productie aan dierlijke mest, zoals vermeld bij de laatste |
aangifte, uitgedrukt in kg difosforpentoxyde, gedeeld door de | aangifte, uitgedrukt in kg difosforpentoxyde, gedeeld door de |
afzetmogelijkheden van de producent ». | afzetmogelijkheden van de producent ». |
Art. 4.In artikel 3 van het besluit wordt § 3 vervangen door wat |
Art. 4.In artikel 3 van het besluit wordt § 3 vervangen door wat |
volgt | volgt |
« § 3. De vergoeding voor mestafzet wordt toegekend aan de volgende | « § 3. De vergoeding voor mestafzet wordt toegekend aan de volgende |
producenten: | producenten: |
1° producenten met bijkomende overschotten; hiermee worden producenten | 1° producenten met bijkomende overschotten; hiermee worden producenten |
bedoeld op wier bedrijf ingevolge de bepalingen van artikel 15, §§ 2, | bedoeld op wier bedrijf ingevolge de bepalingen van artikel 15, §§ 2, |
4 en 5, overschotten ontstaan of méér overschotten geproduceerd | 4 en 5, overschotten ontstaan of méér overschotten geproduceerd |
worden; | worden; |
2° producenten met minder afzet bij derden; hiermee worden producenten | 2° producenten met minder afzet bij derden; hiermee worden producenten |
bedoeld die tegelijk aan alle volgende voorwaarden voldoen : | bedoeld die tegelijk aan alle volgende voorwaarden voldoen : |
a) de producent is gevestigd in een gemeente waarvan de | a) de producent is gevestigd in een gemeente waarvan de |
geactualiseerde productiedruk groter is dan 100 kg difosforpentoxyde | geactualiseerde productiedruk groter is dan 100 kg difosforpentoxyde |
per hectare; | per hectare; |
b) de producent heeft in 1995 een burenregeling voor de afzet van | b) de producent heeft in 1995 een burenregeling voor de afzet van |
mengmest afgesloten met een gebruiker; | mengmest afgesloten met een gebruiker; |
c) de producent heeft ingevolge de bepalingen van artikel 15, §§ 2, 4 | c) de producent heeft ingevolge de bepalingen van artikel 15, §§ 2, 4 |
en 5 van het decreet, minder stikstof en difosforpentoxyde kunnen | en 5 van het decreet, minder stikstof en difosforpentoxyde kunnen |
afzetten bij die gebruiker, in het jaar waarin de vergoeding wordt | afzetten bij die gebruiker, in het jaar waarin de vergoeding wordt |
aangevraagd in vergelijking met 1995. | aangevraagd in vergelijking met 1995. |
Art. 5.In artikel 3 van het besluit wordt een § 3bis ingevoegd, die |
Art. 5.In artikel 3 van het besluit wordt een § 3bis ingevoegd, die |
luidt als volgt: « § 3bis. Voor producenten met bijkomende | luidt als volgt: « § 3bis. Voor producenten met bijkomende |
overschotten wordt de hoeveelheid stikstof en difosforpentoxyde waarop | overschotten wordt de hoeveelheid stikstof en difosforpentoxyde waarop |
vergoeding voor mestafzet van toepassing is als volgt berekend: | vergoeding voor mestafzet van toepassing is als volgt berekend: |
Qn = Un | Qn = Un |
Qp = Up | Qp = Up |
Waarbij de getallen Qn, Qp, Un en Up staan voor: | Waarbij de getallen Qn, Qp, Un en Up staan voor: |
Qn : de hoeveelheid mest uitgedrukt in kg stikstof waarvoor de | Qn : de hoeveelheid mest uitgedrukt in kg stikstof waarvoor de |
producent met bijkomende overschotten aanspraak maakt op de vergoeding | producent met bijkomende overschotten aanspraak maakt op de vergoeding |
voor mestafzet; | voor mestafzet; |
Qp : de hoeveelheid mest uitgedrukt in kg difosforpentoxyde waarvoor | Qp : de hoeveelheid mest uitgedrukt in kg difosforpentoxyde waarvoor |
de producent met bijkomende overschotten aanspraak maakt op de | de producent met bijkomende overschotten aanspraak maakt op de |
vergoeding voor mestafzet; | vergoeding voor mestafzet; |
Un : de bijkomende mestoverschotten in het jaar van de aanvraag t.o.v | Un : de bijkomende mestoverschotten in het jaar van de aanvraag t.o.v |
1995 ingevolge artikel 15, §§ 2, 4 en 5 van het decreet, uitgedrukt in | 1995 ingevolge artikel 15, §§ 2, 4 en 5 van het decreet, uitgedrukt in |
kg stikstof : zijnde de laagste waarde van : | kg stikstof : zijnde de laagste waarde van : |
1° het verschil tussen de productie berekend op basis van de laatst | 1° het verschil tussen de productie berekend op basis van de laatst |
ingediende aangifte en de afzetmogelijkheden op het eigen bedrijf in | ingediende aangifte en de afzetmogelijkheden op het eigen bedrijf in |
het jaar van aanvraag, berekend overeenkomstig artikel 15, §§ 2, 4 en | het jaar van aanvraag, berekend overeenkomstig artikel 15, §§ 2, 4 en |
5 van het decreet; | 5 van het decreet; |
2° het verschil tussen de afzetmogelijkheden op het eigen bedrijf in | 2° het verschil tussen de afzetmogelijkheden op het eigen bedrijf in |
het jaar van aanvraag, met en zonder toepassing van artikel 15, §§ 2, | het jaar van aanvraag, met en zonder toepassing van artikel 15, §§ 2, |
4 en 5 van het decreet; | 4 en 5 van het decreet; |
Up : de bijkomende mestoverschotten in het jaar van de aanvraag t.o.v | Up : de bijkomende mestoverschotten in het jaar van de aanvraag t.o.v |
1995 ingevolge artikel 15, §§ 2, 4 en 5 van het decreet, uitgedrukt in | 1995 ingevolge artikel 15, §§ 2, 4 en 5 van het decreet, uitgedrukt in |
kg difosforpentoxyde : zijnde de laagste waarde van : | kg difosforpentoxyde : zijnde de laagste waarde van : |
1° het verschil tussen de productie berekend op basis van de laatst | 1° het verschil tussen de productie berekend op basis van de laatst |
ingediende aangifte en de afzetmogelijkheden op het eigen bedrijf in | ingediende aangifte en de afzetmogelijkheden op het eigen bedrijf in |
het jaar van aanvraag berekend overeenkomstig artikel 15, §§ 2, 4 en 5 | het jaar van aanvraag berekend overeenkomstig artikel 15, §§ 2, 4 en 5 |
van het decreet; | van het decreet; |
2° het verschil tussen de afzetmogelijkheden op het eigen bedrijf in | 2° het verschil tussen de afzetmogelijkheden op het eigen bedrijf in |
het jaar van aanvraag, met en zonder toepassing van artikel 15, §§ 2, | het jaar van aanvraag, met en zonder toepassing van artikel 15, §§ 2, |
4 en 5 van het decreet. ». | 4 en 5 van het decreet. ». |
Art. 6.In artikel 3 van het besluit wordt een § 3ter ingevoegd, die |
Art. 6.In artikel 3 van het besluit wordt een § 3ter ingevoegd, die |
luidt als volgt: « § 3ter : Voor producenten met minder afzet bij | luidt als volgt: « § 3ter : Voor producenten met minder afzet bij |
derden, wordt de hoeveelheid stikstof en difosforpentoxyde waarop de | derden, wordt de hoeveelheid stikstof en difosforpentoxyde waarop de |
vergoeding voor mestafzet van toepassing is als volgt berekend : | vergoeding voor mestafzet van toepassing is als volgt berekend : |
Qn = Wn x An | Qn = Wn x An |
Qp = Wp x Ap | Qp = Wp x Ap |
Waarbij de getallen Qn, Wn, An, Qp, Wp en Ap staan voor: | Waarbij de getallen Qn, Wn, An, Qp, Wp en Ap staan voor: |
Qn : de hoeveelheid mest uitgedrukt in kg stikstof waarvoor de | Qn : de hoeveelheid mest uitgedrukt in kg stikstof waarvoor de |
producent met minder afzet bij derden aanspraak maakt op de vergoeding | producent met minder afzet bij derden aanspraak maakt op de vergoeding |
voor mestafzet; | voor mestafzet; |
Qp : de hoeveelheid mest uitgedrukt in kg difosforpentoxyde waarvoor | Qp : de hoeveelheid mest uitgedrukt in kg difosforpentoxyde waarvoor |
de producent met minder afzet bij derden aanspraak maakt op de | de producent met minder afzet bij derden aanspraak maakt op de |
vergoeding voor mestafzet; | vergoeding voor mestafzet; |
Wn : de weggevallen afzetmogelijkheden in het jaar van de aanvraag | Wn : de weggevallen afzetmogelijkheden in het jaar van de aanvraag |
t.o.v 1995, uitgedrukt in kg stikstof, op het bedrijf van de gebruiker | t.o.v 1995, uitgedrukt in kg stikstof, op het bedrijf van de gebruiker |
die de mestoverschotten van de bedoelde producent in 1995 heeft | die de mestoverschotten van de bedoelde producent in 1995 heeft |
aanvaard; zijnde de laagste waarde van : | aanvaard; zijnde de laagste waarde van : |
1° het verschil in het jaar van de aanvraag op het bedrijf van de | 1° het verschil in het jaar van de aanvraag op het bedrijf van de |
gebruiker tussen enerzijds de afzetmogelijkheden, berekend | gebruiker tussen enerzijds de afzetmogelijkheden, berekend |
overeenkomstig artikel 14, § 4 van het decreet en anderzijds de | overeenkomstig artikel 14, § 4 van het decreet en anderzijds de |
afzetmogelijkheden berekend overeenkomstig artikel 15, §§ 2, 4 en 5 | afzetmogelijkheden berekend overeenkomstig artikel 15, §§ 2, 4 en 5 |
van het decreet; | van het decreet; |
2° het verschil op het bedrijf van de gebruiker tussen enerzijds de | 2° het verschil op het bedrijf van de gebruiker tussen enerzijds de |
afzetmogelijkheden in het jaar van de aanvraag, berekend | afzetmogelijkheden in het jaar van de aanvraag, berekend |
overeenkomstig artikel 14 § 4 van het decreet en anderzijds de | overeenkomstig artikel 14 § 4 van het decreet en anderzijds de |
productie berekend op basis van de laatst ingediende aangifte van de | productie berekend op basis van de laatst ingediende aangifte van de |
gebruiker; | gebruiker; |
3° de gezamenlijke afzet via burenregelingen in 1995 op het bedrijf | 3° de gezamenlijke afzet via burenregelingen in 1995 op het bedrijf |
van de gebruiker van alle producenten; | van de gebruiker van alle producenten; |
Wpp : de weggevallen afzetmogelijkheden in het jaar van de aanvraag | Wpp : de weggevallen afzetmogelijkheden in het jaar van de aanvraag |
t.o.v 1995, uitgedrukt in kg difosforpentoxyde, op het bedrijf van de | t.o.v 1995, uitgedrukt in kg difosforpentoxyde, op het bedrijf van de |
gebruiker die de mestoverschotten van de bedoelde producent in 1995 | gebruiker die de mestoverschotten van de bedoelde producent in 1995 |
heeft aanvaard : zijnde de laagste waarde van : | heeft aanvaard : zijnde de laagste waarde van : |
1° het verschil in het jaar van de aanvraag op het bedrijf van de | 1° het verschil in het jaar van de aanvraag op het bedrijf van de |
gebruiker tussen enerzijds de afzetmogelijkheden, berekend | gebruiker tussen enerzijds de afzetmogelijkheden, berekend |
overeenkomstig artikel 14, § 4 van het decreet en anderzijds de | overeenkomstig artikel 14, § 4 van het decreet en anderzijds de |
afzetmogelijkheden berekend overeenkomstig artikel 15, §§ 2, 4 en 5 | afzetmogelijkheden berekend overeenkomstig artikel 15, §§ 2, 4 en 5 |
van het decreet; | van het decreet; |
2° het verschil in het jaar van de aanvraag op het bedrijf van de | 2° het verschil in het jaar van de aanvraag op het bedrijf van de |
gebruiker tussen enerzijds de afzetmogelijkheden, berekend | gebruiker tussen enerzijds de afzetmogelijkheden, berekend |
overeenkomstig artikel 14, § 4 van het decreet en anderzijds de | overeenkomstig artikel 14, § 4 van het decreet en anderzijds de |
produktie berekend op basis van de laatst ingediende aangifte; | produktie berekend op basis van de laatst ingediende aangifte; |
3° de gezamenlijke afzet via burenregelingen in 1995 op het bedrijf | 3° de gezamenlijke afzet via burenregelingen in 1995 op het bedrijf |
van de gebruiker van alle producenten; | van de gebruiker van alle producenten; |
An : het aandeel van de producent in de verminderde afzet van | An : het aandeel van de producent in de verminderde afzet van |
stikstof, zijnde de verhouding tussen: | stikstof, zijnde de verhouding tussen: |
1° enerzijds het verlies aan afzet via burenregeling, uitgedrukt in kg | 1° enerzijds het verlies aan afzet via burenregeling, uitgedrukt in kg |
stikstof, dat de beschouwde producent met minder afzet bij derden | stikstof, dat de beschouwde producent met minder afzet bij derden |
heeft geleden in het jaar van de aanvraag t.o.v. 1995 op het bedrijf | heeft geleden in het jaar van de aanvraag t.o.v. 1995 op het bedrijf |
van de gebruiker die de mest in 1995 heeft aanvaard | van de gebruiker die de mest in 1995 heeft aanvaard |
2° en anderzijds het gezamenlijke verlies aan afzet via | 2° en anderzijds het gezamenlijke verlies aan afzet via |
burenregelingen, in het jaar van de aanvraag t.o.v 1995, uitgedrukt in | burenregelingen, in het jaar van de aanvraag t.o.v 1995, uitgedrukt in |
kg stikstof, geleden door alle producenten die in 1995 dierlijke mest | kg stikstof, geleden door alle producenten die in 1995 dierlijke mest |
hebben afgezet bij de beschouwde gebruiker, en die die afzet geheel of | hebben afgezet bij de beschouwde gebruiker, en die die afzet geheel of |
gedeeltelijk zijn verloren. | gedeeltelijk zijn verloren. |
Ap : het aandeel van de producent in de verminderde afzet van | Ap : het aandeel van de producent in de verminderde afzet van |
difosforpentoxyde, zijnde verhouding tussen: | difosforpentoxyde, zijnde verhouding tussen: |
1° enerzijds het verlies aan afzet via burenregeling, uitgedrukt in kg | 1° enerzijds het verlies aan afzet via burenregeling, uitgedrukt in kg |
difosforpentoxyde, dat de beschouwde producent met minder afzet bij | difosforpentoxyde, dat de beschouwde producent met minder afzet bij |
derden heeft geleden in het jaar van de aanvraag t.o.v. 1995 op het | derden heeft geleden in het jaar van de aanvraag t.o.v. 1995 op het |
bedrijf van de gebruiker die de mest in 1995 heeft aanvaard | bedrijf van de gebruiker die de mest in 1995 heeft aanvaard |
2° en anderzijds het gezamenlijke verlies aan afzet via | 2° en anderzijds het gezamenlijke verlies aan afzet via |
burenregelingen, in het jaar van de aanvraag t.o.v 1995, uitgedrukt in | burenregelingen, in het jaar van de aanvraag t.o.v 1995, uitgedrukt in |
kg difosforpentoxyde, geleden door alle producenten die in 1995 | kg difosforpentoxyde, geleden door alle producenten die in 1995 |
dierlijke mest hebben afgezet bij de beschouwde gebruiker, en die die | dierlijke mest hebben afgezet bij de beschouwde gebruiker, en die die |
afzet geheel of gedeeltelijk zijn verloren. ». | afzet geheel of gedeeltelijk zijn verloren. ». |
Art. 7.In artikel 3 van het besluit wordt een § 3quater ingevoegd, |
Art. 7.In artikel 3 van het besluit wordt een § 3quater ingevoegd, |
die luidt als volgt : « § 3quater. De vergoeding voor mestafzet wordt | die luidt als volgt : « § 3quater. De vergoeding voor mestafzet wordt |
niet uitbetaald of wordt desgevallend teruggevorderd door de Mestbank, | niet uitbetaald of wordt desgevallend teruggevorderd door de Mestbank, |
als de hoeveelheden in kg difosforpentoxyde en in kg stikstof waarvoor | als de hoeveelheden in kg difosforpentoxyde en in kg stikstof waarvoor |
de vergoeding voor mestafzet wordt aangevraagd niet volgens de | de vergoeding voor mestafzet wordt aangevraagd niet volgens de |
bepalingen van het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten zijn afgezet. | bepalingen van het decreet en zijn uitvoeringsbesluiten zijn afgezet. |
». | ». |
Art. 8.In artikel 3 van het besluit wordt § 4 vervangen door wat |
Art. 8.In artikel 3 van het besluit wordt § 4 vervangen door wat |
volgt : « § 4. De vergoeding voor mestopslag wordt alleen aan | volgt : « § 4. De vergoeding voor mestopslag wordt alleen aan |
producenten met mengmestopslag toegekend. | producenten met mengmestopslag toegekend. |
Om de vergoeding te kunnen genieten moet voor het kalenderjaar 1996 | Om de vergoeding te kunnen genieten moet voor het kalenderjaar 1996 |
uit de aangifte blijken dat er onvoldoende mestopslagcapaciteit | uit de aangifte blijken dat er onvoldoende mestopslagcapaciteit |
voorhanden is voor de opslag van mengmest voor langer dan 6 maanden. | voorhanden is voor de opslag van mengmest voor langer dan 6 maanden. |
Om de vergoeding te kunnen genieten moet voor het kalenderjaar 1997 : | Om de vergoeding te kunnen genieten moet voor het kalenderjaar 1997 : |
- uit de aangifte blijken dat er voldoende mestopslagcapaciteit | - uit de aangifte blijken dat er voldoende mestopslagcapaciteit |
voorhanden is voor de opslag van mengmest voor langer dan 6 maanden; | voorhanden is voor de opslag van mengmest voor langer dan 6 maanden; |
- uit de registratie van het jaar van de aanvraag blijken dat er | - uit de registratie van het jaar van de aanvraag blijken dat er |
onvoldoende afzetmogelijkheid is op de tot het bedrijf behorende | onvoldoende afzetmogelijkheid is op de tot het bedrijf behorende |
oppervlakte cultuurgronden van de producent, die niet gelegen zijn in | oppervlakte cultuurgronden van de producent, die niet gelegen zijn in |
gebieden zoals bedoeld in artikel 15, §§ 2, 4 en 5, om minstens de | gebieden zoals bedoeld in artikel 15, §§ 2, 4 en 5, om minstens de |
helft van de productie, uitgedrukt in kg difosforpentoxyde, zoals | helft van de productie, uitgedrukt in kg difosforpentoxyde, zoals |
aangegeven in de laatst ingediende aangifte op te brengen. | aangegeven in de laatst ingediende aangifte op te brengen. |
De mestopslagcapaciteit wordt berekend overeenkomstig de richtlijnen | De mestopslagcapaciteit wordt berekend overeenkomstig de richtlijnen |
voor de opslagcapaciteit voor mest van het besluit van de Vlaamse | voor de opslagcapaciteit voor mest van het besluit van de Vlaamse |
regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen | regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen |
inzake milieuhygiëne en rekening houdende met de dieraantallen en | inzake milieuhygiëne en rekening houdende met de dieraantallen en |
mengmestopslagcapaciteiten van de laatst ingediende aangifte. ». | mengmestopslagcapaciteiten van de laatst ingediende aangifte. ». |
Art. 9.Artikel 4 van het besluit wordt vervangen door wat volgt : « |
Art. 9.Artikel 4 van het besluit wordt vervangen door wat volgt : « |
Art. 4.§ 1. De vergoeding voor patrimoniumverlies wordt, op verzoek |
Art. 4.§ 1. De vergoeding voor patrimoniumverlies wordt, op verzoek |
van de Mestbank, vastgesteld door de ambtenaren van de administratie | van de Mestbank, vastgesteld door de ambtenaren van de administratie |
van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, Registratie en Domeinen, | van de Belasting over de Toegevoegde Waarde, Registratie en Domeinen, |
bevoegd verklaard bij wet van 18 december 1986 houdende | bevoegd verklaard bij wet van 18 december 1986 houdende |
bevoegdverklaring van de Administratie van de Belasting over de | bevoegdverklaring van de Administratie van de Belasting over de |
Toegevoegde Waarde, Registratie en Domeinen tot het uitvoeren van | Toegevoegde Waarde, Registratie en Domeinen tot het uitvoeren van |
bepaalde vermogensrechtelijke verrichtingen voor rekening van de | bepaalde vermogensrechtelijke verrichtingen voor rekening van de |
gemeenschaps- en gewestinstellingen. | gemeenschaps- en gewestinstellingen. |
De vergoeding voor patrimoniumverlies is gelijk aan het verschil | De vergoeding voor patrimoniumverlies is gelijk aan het verschil |
tussen enerzijds de waarde van het goed op het moment van de | tussen enerzijds de waarde van het goed op het moment van de |
overdracht, doch zonder rekening te houden met de waardevermindering | overdracht, doch zonder rekening te houden met de waardevermindering |
voortvloeiend uit artikel 15 §§ 2, 4 en 5 van het decreet of uit de | voortvloeiend uit artikel 15 §§ 2, 4 en 5 van het decreet of uit de |
basis van deze bepalingen genomen maatregelen, en anderzijds de | basis van deze bepalingen genomen maatregelen, en anderzijds de |
overeengekomen of aangegeven waarde bij overdracht, met evenwel als | overeengekomen of aangegeven waarde bij overdracht, met evenwel als |
minimum het bedrag dat als grondslag dient voor de op deze overdracht | minimum het bedrag dat als grondslag dient voor de op deze overdracht |
geheven registratie- of successierechten. De vergoeding is eisbaar van | geheven registratie- of successierechten. De vergoeding is eisbaar van |
zodra de overdracht vast gedateerd is. | zodra de overdracht vast gedateerd is. |
§ 2. Als de producent of gebruiker eigenaar is van het over te dragen | § 2. Als de producent of gebruiker eigenaar is van het over te dragen |
onroerend goed, kan de nieuwe eigenaar geen aanspraak meer maken op de | onroerend goed, kan de nieuwe eigenaar geen aanspraak meer maken op de |
vergoedingen zoals bedoeld in artikel 2. | vergoedingen zoals bedoeld in artikel 2. |
Als de producent of gebruiker het te over dragen goed pacht, wordt de | Als de producent of gebruiker het te over dragen goed pacht, wordt de |
vergoeding van patrimoniumverlies uitgekeerd aan de eigenaar. De | vergoeding van patrimoniumverlies uitgekeerd aan de eigenaar. De |
producent of gebruiker kan aanspraak blijven maken op de vergoedingen | producent of gebruiker kan aanspraak blijven maken op de vergoedingen |
zoals bedoeld in artikel 2. | zoals bedoeld in artikel 2. |
Bij overdracht van het verpachte goed aan de echtgenoot van de | Bij overdracht van het verpachte goed aan de echtgenoot van de |
gebruiker, zijn afstammelingen of aangenomen kinderen, aan de | gebruiker, zijn afstammelingen of aangenomen kinderen, aan de |
afstammelingen of aangenomen kinderen van zijn echtgenoot, of aan de | afstammelingen of aangenomen kinderen van zijn echtgenoot, of aan de |
echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen, | echtgenoten van de voormelde afstammelingen of aangenomen kinderen, |
wordt de aanspraak op de vergoedingen zoals bedoeld in artikel 2, | wordt de aanspraak op de vergoedingen zoals bedoeld in artikel 2, |
eenmalig mee overgedragen. Een overdracht aan de echtgenoot van de | eenmalig mee overgedragen. Een overdracht aan de echtgenoot van de |
gebruiker sluit een verder recht op vergoeding zoals bedoeld in | gebruiker sluit een verder recht op vergoeding zoals bedoeld in |
artikel 2 na overdracht aan de vermelde afstammelingen of aangenomen | artikel 2 na overdracht aan de vermelde afstammelingen of aangenomen |
kinderen of hun echtgenoten niet uit. | kinderen of hun echtgenoten niet uit. |
Bij overdracht van het verpachte goed aan derden vervalt de aanspraak | Bij overdracht van het verpachte goed aan derden vervalt de aanspraak |
op vergoeding zoals bedoeld in artikel 2. | op vergoeding zoals bedoeld in artikel 2. |
Overdrachten in het kader van ruilverkavelingen uit kracht van de wet | Overdrachten in het kader van ruilverkavelingen uit kracht van de wet |
of andere infrastructuurwerken uitgevoerd door de overheid, waarbij op | of andere infrastructuurwerken uitgevoerd door de overheid, waarbij op |
de ingebrachte gronden en de nieuw verworven gronden dezelfde | de ingebrachte gronden en de nieuw verworven gronden dezelfde |
beperkingen rusten met toepassing van artikel 15 van het decreet, | beperkingen rusten met toepassing van artikel 15 van het decreet, |
worden niet beschouwd als overdrachten in de zin van onderhavig | worden niet beschouwd als overdrachten in de zin van onderhavig |
besluit. | besluit. |
Dergelijke overdrachten geven derhalve geen aanleiding tot de | Dergelijke overdrachten geven derhalve geen aanleiding tot de |
uitkering van een vergoeding van patrimoniumverlies of tot de | uitkering van een vergoeding van patrimoniumverlies of tot de |
stopzetting van de uitkering van de vergoedingen zoals bedoeld in | stopzetting van de uitkering van de vergoedingen zoals bedoeld in |
artikel 2 van dit besluit. Zij vormen evenmin een beletsel voor de | artikel 2 van dit besluit. Zij vormen evenmin een beletsel voor de |
toepassing van de bepalingen van dit artikel bij een andere | toepassing van de bepalingen van dit artikel bij een andere |
overdracht. | overdracht. |
Bij overdracht van het goed aan het Vlaamse Gewest naar aanleiding van | Bij overdracht van het goed aan het Vlaamse Gewest naar aanleiding van |
een procedure tot verplichte aankoop, bepaald in art. 15, § 5 wordt | een procedure tot verplichte aankoop, bepaald in art. 15, § 5 wordt |
geen vergoeding voor patrimoniumverlies toegekend. | geen vergoeding voor patrimoniumverlies toegekend. |
§ 3. De aanvraag tot vergoeding voor patrimoniumverlies in 1996 moet, | § 3. De aanvraag tot vergoeding voor patrimoniumverlies in 1996 moet, |
op straffe van verval, ten laatste op 31 december 1997 worden | op straffe van verval, ten laatste op 31 december 1997 worden |
ingediend; deze voor patrimoniumverlies in 1997, voor 1 juli 1998. | ingediend; deze voor patrimoniumverlies in 1997, voor 1 juli 1998. |
De aanvraag tot het verkrijgen van een vergoeding voor | De aanvraag tot het verkrijgen van een vergoeding voor |
patrimoniumverlies in 1996 of 1997 dient bij ter post aangetekende | patrimoniumverlies in 1996 of 1997 dient bij ter post aangetekende |
brief aan de Mestbank te worden gericht. Binnen een termijn van twee | brief aan de Mestbank te worden gericht. Binnen een termijn van twee |
maanden na de verzending van de aanvraag meldt de Mestbank aan de | maanden na de verzending van de aanvraag meldt de Mestbank aan de |
aanvrager bij ter post aangetekende brief of de aanvraag in aanmerking | aanvrager bij ter post aangetekende brief of de aanvraag in aanmerking |
komt voor de vergoeding voor patrimoniumverlies. | komt voor de vergoeding voor patrimoniumverlies. |
Binnen een termijn van vier maanden na de definitieve vaststelling van | Binnen een termijn van vier maanden na de definitieve vaststelling van |
het bedrag dat als grondslag heeft gediend voor de op de overdracht | het bedrag dat als grondslag heeft gediend voor de op de overdracht |
geheven registratie- of successierechten, wordt de eenzijdig | geheven registratie- of successierechten, wordt de eenzijdig |
vastgestelde vergoeding aan de aanvrager bij ter post aangetekende | vastgestelde vergoeding aan de aanvrager bij ter post aangetekende |
brief genotificeerd door het aankoopcomité. Binnen een termijn van | brief genotificeerd door het aankoopcomité. Binnen een termijn van |
twee maanden wordt de aldus bepaalde vergoeding door de Mestbank aan | twee maanden wordt de aldus bepaalde vergoeding door de Mestbank aan |
de aanvrager uitbetaald. | de aanvrager uitbetaald. |
In de volgende drie gevallen kan de aanvrager de zaak aanhangig maken | In de volgende drie gevallen kan de aanvrager de zaak aanhangig maken |
bij de rechter van de plaats waar het goed gelegen is: | bij de rechter van de plaats waar het goed gelegen is: |
1° bij ontstentenis van notificatie binnen de gestelde termijn; | 1° bij ontstentenis van notificatie binnen de gestelde termijn; |
2° of als de Mestbank van oordeel is dat de aanvraag niet in | 2° of als de Mestbank van oordeel is dat de aanvraag niet in |
aanmerking komt voor de vergoeding van patrimoniumverlies; | aanmerking komt voor de vergoeding van patrimoniumverlies; |
3° of als de aanvrager het genotificeerde bedrag te laag acht. De | 3° of als de aanvrager het genotificeerde bedrag te laag acht. De |
vordering moet, op straffe van verval, worden ingeleid binnen drie | vordering moet, op straffe van verval, worden ingeleid binnen drie |
maanden na het verstrijken van de termijn waarbinnen de notificatie | maanden na het verstrijken van de termijn waarbinnen de notificatie |
had moeten gebeuren of na de verzending van de notificatie. | had moeten gebeuren of na de verzending van de notificatie. |
Op de vergoeding voor patrimoniumverlies in 1996 of 1997 zijn | Op de vergoeding voor patrimoniumverlies in 1996 of 1997 zijn |
interesten tegen de wettelijke interestvoet verschuldigd vanaf de 120e | interesten tegen de wettelijke interestvoet verschuldigd vanaf de 120e |
dag na verzending van de aanvraag. ». | dag na verzending van de aanvraag. ». |
Art. 10.In artikel 6, § 1 van het besluit worden de woorden "bedoeld |
Art. 10.In artikel 6, § 1 van het besluit worden de woorden "bedoeld |
in de artikelen 2 en 3" vervangen door de woorden "bedoeld in de | in de artikelen 2 en 3" vervangen door de woorden "bedoeld in de |
artikelen 2 en 3, §§ 1 t.e.m. 5". | artikelen 2 en 3, §§ 1 t.e.m. 5". |
Art. 11.Artikel 9 van het besluit wordt vervangen door wat volgt: « |
Art. 11.Artikel 9 van het besluit wordt vervangen door wat volgt: « |
Art. 9.§ 1. Overeenkomstig artikel 15, § 5 van het decreet kunnen |
Art. 9.§ 1. Overeenkomstig artikel 15, § 5 van het decreet kunnen |
gezinsveeteeltbedrijven die eigenaar zijn van bebouwde of onbebouwde | gezinsveeteeltbedrijven die eigenaar zijn van bebouwde of onbebouwde |
percelen gelegen in bosgebieden, natuurgebieden, | percelen gelegen in bosgebieden, natuurgebieden, |
natuurontwikkelingsgebieden of natuurreservaten en die tot het bedrijf | natuurontwikkelingsgebieden of natuurreservaten en die tot het bedrijf |
behoorden in 1994 en nog in gebruik zijn op het moment van de aankoop, | behoorden in 1994 en nog in gebruik zijn op het moment van de aankoop, |
vragen de verplichte aankoopprocedure, waarvan de vergoeding bepaald | vragen de verplichte aankoopprocedure, waarvan de vergoeding bepaald |
wordt overeenkomstig de regels van de onteigeningswetgeving, in te | wordt overeenkomstig de regels van de onteigeningswetgeving, in te |
zetten. De vergoeding waartegen de verplichte aankoop geschiedt, wordt | zetten. De vergoeding waartegen de verplichte aankoop geschiedt, wordt |
vastgesteld overeenkomstig de vergoedingsregels die gelden voor | vastgesteld overeenkomstig de vergoedingsregels die gelden voor |
onteigeningen ten algemenen nutte, rekening houdend met de waarde van | onteigeningen ten algemenen nutte, rekening houdend met de waarde van |
het goed op de hierna onder § 3, eerste lid vermelde refertedata, maar | het goed op de hierna onder § 3, eerste lid vermelde refertedata, maar |
zonder rekening te houden met de waardevermindering voortvloeiend uit | zonder rekening te houden met de waardevermindering voortvloeiend uit |
art. 15, § 5 of uit de op basis van deze bepaling genomen maatregelen. | art. 15, § 5 of uit de op basis van deze bepaling genomen maatregelen. |
§ 2. De aanvraag tot verplichte aankoop dient bij ter post | § 2. De aanvraag tot verplichte aankoop dient bij ter post |
aangetekende brief aan de Mestbank te worden gericht. Binnen een | aangetekende brief aan de Mestbank te worden gericht. Binnen een |
termijn van twee maanden meldt de Mestbank aan de aanvrager bij ter | termijn van twee maanden meldt de Mestbank aan de aanvrager bij ter |
post aangetekende brief of zijn aanvraag in aanmerking komt voor de | post aangetekende brief of zijn aanvraag in aanmerking komt voor de |
procedure tot verplichte aankoop. | procedure tot verplichte aankoop. |
§ 3. Bij ontstentenis van de in § 2 bedoelde melding of als door de | § 3. Bij ontstentenis van de in § 2 bedoelde melding of als door de |
Mestbank gemeld wordt dat de aanvraag niet in aanmerking komt voor de | Mestbank gemeld wordt dat de aanvraag niet in aanmerking komt voor de |
procedure tot verplichte aankoop of als geen minnelijke overeenkomst | procedure tot verplichte aankoop of als geen minnelijke overeenkomst |
kon worden bereikt binnen een termijn van twaalf maanden te rekenen | kon worden bereikt binnen een termijn van twaalf maanden te rekenen |
vanaf de aanvraag, kan de aanvrager de vordering tot verplichte | vanaf de aanvraag, kan de aanvrager de vordering tot verplichte |
aankoop aanhangig maken bij de vrederechter van de plaats waar het | aankoop aanhangig maken bij de vrederechter van de plaats waar het |
goed gelegen is. Het vonnis waarbij wordt vastgesteld dat aan de | goed gelegen is. Het vonnis waarbij wordt vastgesteld dat aan de |
vereisten voor de verplichte aankoop is voldaan, brengt | vereisten voor de verplichte aankoop is voldaan, brengt |
eigendomsoverdracht mede. De datum van dit vonnis is de refertedatum | eigendomsoverdracht mede. De datum van dit vonnis is de refertedatum |
voor het vaststellen van de venale waarde van het goed. | voor het vaststellen van de venale waarde van het goed. |
De door de rechter definitief vastgestelde vergoeding wordt, krachtens | De door de rechter definitief vastgestelde vergoeding wordt, krachtens |
het vonnis en zonder dat het vooraf moet worden betekend, door de | het vonnis en zonder dat het vooraf moet worden betekend, door de |
Mestbank in de Deposito- en Consignatiekas gestort. Deze storting | Mestbank in de Deposito- en Consignatiekas gestort. Deze storting |
geldt als bevrijding. | geldt als bevrijding. |
Op zicht van de rechterlijke uitspraak en van het getuigschrift | Op zicht van de rechterlijke uitspraak en van het getuigschrift |
uitgereikt na de datum van overschrijving van het vonnis ten blijke | uitgereikt na de datum van overschrijving van het vonnis ten blijke |
dat het goed vrij is van hypotheek, is de beambte van de Deposito- en | dat het goed vrij is van hypotheek, is de beambte van de Deposito- en |
Consignatiekas gehouden het gestorte bedrag aan de rechthebbenden te | Consignatiekas gehouden het gestorte bedrag aan de rechthebbenden te |
overhandigen indien geen beslag op, of verzet tegen de gestorte sommen | overhandigen indien geen beslag op, of verzet tegen de gestorte sommen |
bestaat. | bestaat. |
Wordt dat getuigschrift niet voorgelegd of wordt niet bewezen dat het | Wordt dat getuigschrift niet voorgelegd of wordt niet bewezen dat het |
beslag of het verzet is opgeheven of heeft de rechterlijke uitspraak | beslag of het verzet is opgeheven of heeft de rechterlijke uitspraak |
die de venale waarde bepaalt de respectieve rechten van eigenaar en/of | die de venale waarde bepaalt de respectieve rechten van eigenaar en/of |
de vruchtgebruiker niet geregeld, dan kan de betaling slechts | de vruchtgebruiker niet geregeld, dan kan de betaling slechts |
plaatshebben krachtens een rechterlijke beschikking. | plaatshebben krachtens een rechterlijke beschikking. |
Het vonnis ontheft het verplichte aangekochte goed van alle | Het vonnis ontheft het verplichte aangekochte goed van alle |
vorderingen tot ontbinding, of opeising, alsmede van alle andere | vorderingen tot ontbinding, of opeising, alsmede van alle andere |
zakelijke vorderingen; het recht van de eisers gaat over op de door de | zakelijke vorderingen; het recht van de eisers gaat over op de door de |
rechter als venale waarde vastgestelde som. | rechter als venale waarde vastgestelde som. |
De schuldeiser wiens schuldvordering gewaarborgd is door een hypotheek | De schuldeiser wiens schuldvordering gewaarborgd is door een hypotheek |
op een onroerend goed waarvan de verplichte aankoop gevorderd wordt, | op een onroerend goed waarvan de verplichte aankoop gevorderd wordt, |
kan de terugbetaling van het overschot van zijn schuldvordering niet | kan de terugbetaling van het overschot van zijn schuldvordering niet |
eisen uitsluitend wegens de splitsing van zijn hypotheek of verdeling | eisen uitsluitend wegens de splitsing van zijn hypotheek of verdeling |
van zijn kapitaal. ». | van zijn kapitaal. ». |
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996. |
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1996. |
Art. 13.De Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu is belast met |
Art. 13.De Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu is belast met |
de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 15 juli 1997. | Brussel, 15 juli 1997. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
L. VAN DEN BRANDE | L. VAN DEN BRANDE |
De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, | De Vlaamse minister van Leefmilieu en Tewerkstelling, |
Th. KELCHTERMANS | Th. KELCHTERMANS |