Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toegewezen trajecten, innovatie, projecten en het toezicht van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen | Besluit van de Vlaamse Regering houdende de toegewezen trajecten, innovatie, projecten en het toezicht van het Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
14 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de | 14 SEPTEMBER 2012. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de |
toegewezen trajecten, innovatie, projecten en het toezicht van het | toegewezen trajecten, innovatie, projecten en het toezicht van het |
Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen | Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen |
De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, artikel 20; | instellingen, artikel 20; |
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het | Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het |
publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « | publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap « |
Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen », | Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen », |
artikel 34, § 3, tweede lid, vervangen bij het decreet van 20 april | artikel 34, § 3, tweede lid, vervangen bij het decreet van 20 april |
2012, artikel 38, § 2, eerste lid, 4° en 5°, vervangen bij het decreet | 2012, artikel 38, § 2, eerste lid, 4° en 5°, vervangen bij het decreet |
van 20 april 2012, en artikel 44, derde lid, vervangen bij het decreet | van 20 april 2012, en artikel 44, derde lid, vervangen bij het decreet |
van 20 april 2012; | van 20 april 2012; |
Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Agentschap | Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Agentschap |
voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen, gegeven op 27 april 2012; | voor Ondernemersvorming - Syntra Vlaanderen, gegeven op 27 april 2012; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
begroting, gegeven op 12 juli 2012; | begroting, gegeven op 12 juli 2012; |
Gelet op advies 51.740/1 van de Raad van State, gegeven op 4 september | Gelet op advies 51.740/1 van de Raad van State, gegeven op 4 september |
2012, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op | 2012, met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op |
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, | Op voorstel van de Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, |
Ruimtelijke Ordening en Sport; | Ruimtelijke Ordening en Sport; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK 1. - Definities | HOOFDSTUK 1. - Definities |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
1° actor : de organisatie, de natuurlijke persoon of rechtspersoon die | 1° actor : de organisatie, de natuurlijke persoon of rechtspersoon die |
subsidies of financiële compensaties ontvangt om leertijd-, | subsidies of financiële compensaties ontvangt om leertijd-, |
ondernemerschaps- en toegewezen trajecten te ontwikkelen en te | ondernemerschaps- en toegewezen trajecten te ontwikkelen en te |
organiseren; | organiseren; |
2° besluit 2012/21/EU : het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 | 2° besluit 2012/21/EU : het besluit 2012/21/EU van de Commissie van 20 |
december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van | december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, lid 2, van |
het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun | het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op staatssteun |
in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan | in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, verleend aan |
bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang | bepaalde met het beheer van diensten van algemeen economisch belang |
belaste ondernemingen; | belaste ondernemingen; |
3° cursist : de persoon die een leertijd-, ondernemerschaps- of | 3° cursist : de persoon die een leertijd-, ondernemerschaps- of |
toegewezen traject volgt, of meer algemeen deelneemt aan een | toegewezen traject volgt, of meer algemeen deelneemt aan een |
activiteit in het kader van de ontwikkeling van | activiteit in het kader van de ontwikkeling van |
ondernemerscompetenties in een professioneel perspectief; | ondernemerscompetenties in een professioneel perspectief; |
4° decreet van 7 mei 2004 : het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting | 4° decreet van 7 mei 2004 : het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting |
van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd | van het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd |
agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra | agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - Syntra |
Vlaanderen; | Vlaanderen; |
5° doel- en kansengroepen van Syntra Vlaanderen : de groepen van | 5° doel- en kansengroepen van Syntra Vlaanderen : de groepen van |
mogelijke cursisten die minder participeren in vorming en opleiding | mogelijke cursisten die minder participeren in vorming en opleiding |
met het oog op het ondernemerschap; | met het oog op het ondernemerschap; |
6° mandaat : de opdracht, gegeven door de raad van bestuur, aan | 6° mandaat : de opdracht, gegeven door de raad van bestuur, aan |
natuurlijke personen of rechtspersonen, om taken uit te voeren op het | natuurlijke personen of rechtspersonen, om taken uit te voeren op het |
vlak van de ontwikkeling en versterking van ondernemerscompetenties; | vlak van de ontwikkeling en versterking van ondernemerscompetenties; |
7° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de professionele | 7° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de professionele |
vorming; | vorming; |
8° oproep : de publicatie van de overheidsopdracht of een andere wijze | 8° oproep : de publicatie van de overheidsopdracht of een andere wijze |
van bekendmaking als vermeld in het besluit 2012/21/EU; | van bekendmaking als vermeld in het besluit 2012/21/EU; |
9° organisatie : de representatieve middenstands-, zelfstandigen- en | 9° organisatie : de representatieve middenstands-, zelfstandigen- en |
werkgeversorganisatie die voldoet aan de bepalingen van het koninklijk | werkgeversorganisatie die voldoet aan de bepalingen van het koninklijk |
besluit van 28 mei 1979 houdende coördinatie van de wetten betreffende | besluit van 28 mei 1979 houdende coördinatie van de wetten betreffende |
de organisatie van de Middenstand of die vertegenwoordigd is in de | de organisatie van de Middenstand of die vertegenwoordigd is in de |
SERV; | SERV; |
10° raad van bestuur : de raad van bestuur van Syntra Vlaanderen, | 10° raad van bestuur : de raad van bestuur van Syntra Vlaanderen, |
vermeld in artikel 7 tot en met 12 van het decreet van 7 mei 2004; | vermeld in artikel 7 tot en met 12 van het decreet van 7 mei 2004; |
11° regisseur : de afdeling binnen Syntra Vlaanderen die de taken | 11° regisseur : de afdeling binnen Syntra Vlaanderen die de taken |
uitvoert, vermeld in artikel 5, § 1, 2°, van het decreet van 7 mei | uitvoert, vermeld in artikel 5, § 1, 2°, van het decreet van 7 mei |
2004; | 2004; |
12° Syntra Vlaanderen : het publiekrechtelijk vormgegeven extern | 12° Syntra Vlaanderen : het publiekrechtelijk vormgegeven extern |
verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - | verzelfstandigd agentschap Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming - |
Syntra Vlaanderen, opgericht bij artikel 3 van het decreet van 7 mei | Syntra Vlaanderen, opgericht bij artikel 3 van het decreet van 7 mei |
2004. | 2004. |
HOOFDSTUK 2. - Toegewezen trajecten | HOOFDSTUK 2. - Toegewezen trajecten |
Afdeling 1. - Algemene bepalingen | Afdeling 1. - Algemene bepalingen |
Art. 2.Overeenkomstig artikel 34, § 1, van het decreet van 7 mei 2004 |
Art. 2.Overeenkomstig artikel 34, § 1, van het decreet van 7 mei 2004 |
sluiten toegewezen trajecten aan bij de missie van Syntra Vlaanderen, | sluiten toegewezen trajecten aan bij de missie van Syntra Vlaanderen, |
met als doel de deelnemers sterker in te bedden binnen het | met als doel de deelnemers sterker in te bedden binnen het |
ondernemerschap door hen opleidingen aan te bieden of technieken aan | ondernemerschap door hen opleidingen aan te bieden of technieken aan |
te leren om hun ondernemerschapscompetenties te verhogen binnen een | te leren om hun ondernemerschapscompetenties te verhogen binnen een |
steeds evoluerende marktcontext. | steeds evoluerende marktcontext. |
Het opleidingsaanbod ondernemerscompetenties moet innovatief, flexibel | Het opleidingsaanbod ondernemerscompetenties moet innovatief, flexibel |
en vraaggericht worden uitgebouwd. | en vraaggericht worden uitgebouwd. |
Art. 3.De toegewezen trajecten hebben betrekking op de permanente |
Art. 3.De toegewezen trajecten hebben betrekking op de permanente |
ontwikkeling van ondernemerscompetenties en kunnen onder meer bestaan | ontwikkeling van ondernemerscompetenties en kunnen onder meer bestaan |
uit : | uit : |
1° het aanbieden van een opleiding in een professioneel perspectief; | 1° het aanbieden van een opleiding in een professioneel perspectief; |
2° het screenen van de opleidings- en begeleidingsbehoeften; | 2° het screenen van de opleidings- en begeleidingsbehoeften; |
3° het aanbieden van coaching of begeleiding tijdens een traject met | 3° het aanbieden van coaching of begeleiding tijdens een traject met |
het oog op een professioneel perspectief; | het oog op een professioneel perspectief; |
4° de oriëntering van een persoon, met het oog op de ontwikkeling van | 4° de oriëntering van een persoon, met het oog op de ontwikkeling van |
zijn ondernemerscompetenties; | zijn ondernemerscompetenties; |
5° het bijbrengen en beheren van ondernemerszin en | 5° het bijbrengen en beheren van ondernemerszin en |
ondernemerscompetenties; | ondernemerscompetenties; |
6° een aanvullende dienstverlening ten aanzien van startende of | 6° een aanvullende dienstverlening ten aanzien van startende of |
gevestigde ondernemers, werkenden en werkzoekenden met het oog op de | gevestigde ondernemers, werkenden en werkzoekenden met het oog op de |
ontwikkeling van ondernemerscompetenties; | ontwikkeling van ondernemerscompetenties; |
7° het opstellen en het uitvoeren van competentieplannen op | 7° het opstellen en het uitvoeren van competentieplannen op |
ondernemingsniveau, met focus op de kleine en middelgrote onderneming; | ondernemingsniveau, met focus op de kleine en middelgrote onderneming; |
8° het aanbieden van trajecten die inspelen op recente | 8° het aanbieden van trajecten die inspelen op recente |
overheidsbeslissingen, en ertoe leiden dat leemtes op de markt op | overheidsbeslissingen, en ertoe leiden dat leemtes op de markt op |
korte termijn worden ingevuld. | korte termijn worden ingevuld. |
Het professionele perspectief, vermeld in het eerste lid, 1° en 3°, is | Het professionele perspectief, vermeld in het eerste lid, 1° en 3°, is |
generiek, sectoraal of gericht op doel- en kansengroepen met een | generiek, sectoraal of gericht op doel- en kansengroepen met een |
economische meerwaarde voor de cursist. | economische meerwaarde voor de cursist. |
In het eerste lid wordt verstaan onder permanente ontwikkeling van | In het eerste lid wordt verstaan onder permanente ontwikkeling van |
ondernemerscompetenties : elke activiteit die tot doel heeft de | ondernemerscompetenties : elke activiteit die tot doel heeft de |
bekwaamheden van een persoon te versterken in een professionele | bekwaamheden van een persoon te versterken in een professionele |
ondernemerscontext. | ondernemerscontext. |
Art. 4.§ 1. Het voorwerp van trajecten die kunnen worden toegewezen, |
Art. 4.§ 1. Het voorwerp van trajecten die kunnen worden toegewezen, |
wordt opgenomen in een gemotiveerd jaarlijks actieplan dat past binnen | wordt opgenomen in een gemotiveerd jaarlijks actieplan dat past binnen |
het beleidskader van Syntra Vlaanderen. | het beleidskader van Syntra Vlaanderen. |
§ 2. Trajecten waarvan het voorwerp niet is opgenomen in het | § 2. Trajecten waarvan het voorwerp niet is opgenomen in het |
actieplan, vermeld in paragraaf 1, kunnen alleen worden toegewezen : | actieplan, vermeld in paragraaf 1, kunnen alleen worden toegewezen : |
1° bij een beslissing van de Vlaamse Regering of de minister in geval | 1° bij een beslissing van de Vlaamse Regering of de minister in geval |
van een bijkomende opdracht; | van een bijkomende opdracht; |
2° bij gemotiveerde beslissing van de raad van bestuur. | 2° bij gemotiveerde beslissing van de raad van bestuur. |
De gemotiveerde beslissing, vermeld in het eerste lid, 2°, geeft weer | De gemotiveerde beslissing, vermeld in het eerste lid, 2°, geeft weer |
waarom de opname in het jaarlijkse actieplan onmogelijk dan wel niet | waarom de opname in het jaarlijkse actieplan onmogelijk dan wel niet |
te voorzien was. | te voorzien was. |
Art. 5.De regisseur laat het globale actieplan van toegewezen |
Art. 5.De regisseur laat het globale actieplan van toegewezen |
trajecten in mei en oktober goedkeuren door de raad van bestuur voor | trajecten in mei en oktober goedkeuren door de raad van bestuur voor |
respectievelijk het najaar en het voorjaar van het volgende jaar. | respectievelijk het najaar en het voorjaar van het volgende jaar. |
Art. 6.De regisseur rapporteert in januari en september aan de raad |
Art. 6.De regisseur rapporteert in januari en september aan de raad |
van bestuur over de toegewezen trajecten. | van bestuur over de toegewezen trajecten. |
Art. 7.De ontwikkeling van ondernemerscompetenties wordt aangeboden |
Art. 7.De ontwikkeling van ondernemerscompetenties wordt aangeboden |
in het Nederlands. In uitzonderlijke omstandigheden kan de raad van | in het Nederlands. In uitzonderlijke omstandigheden kan de raad van |
bestuur de toestemming geven om daarvan af te wijken. | bestuur de toestemming geven om daarvan af te wijken. |
De uitzonderlijke omstandigheden, vermeld in het eerste lid, zijn de | De uitzonderlijke omstandigheden, vermeld in het eerste lid, zijn de |
volgende : | volgende : |
1° het is niet mogelijk om docenten aan te trekken die het Nederlands | 1° het is niet mogelijk om docenten aan te trekken die het Nederlands |
machtig zijn; | machtig zijn; |
2° de ontwikkeling van ondernemerscompetenties richt zich tot een | 2° de ontwikkeling van ondernemerscompetenties richt zich tot een |
groep anderstaligen die wegens omstandigheden die de raad van bestuur | groep anderstaligen die wegens omstandigheden die de raad van bestuur |
kan motiveren, het Nederlands niet machtig zijn; | kan motiveren, het Nederlands niet machtig zijn; |
3° de aard van de opleiding. | 3° de aard van de opleiding. |
Art. 8.Voor cursisten die een toegewezen traject volgen, wordt een |
Art. 8.Voor cursisten die een toegewezen traject volgen, wordt een |
tegemoetkoming in de opleidingskosten gevraagd. | tegemoetkoming in de opleidingskosten gevraagd. |
Afdeling 2. - Het mandaat | Afdeling 2. - Het mandaat |
Art. 9.Met behoud van de toepassing van artikel 13, worden trajecten |
Art. 9.Met behoud van de toepassing van artikel 13, worden trajecten |
uitsluitend toegekend aan natuurlijke personen, rechtspersonen of | uitsluitend toegekend aan natuurlijke personen, rechtspersonen of |
organisaties die een mandaat van de raad van bestuur hebben gekregen. | organisaties die een mandaat van de raad van bestuur hebben gekregen. |
Art. 10.Een natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie die de |
Art. 10.Een natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie die de |
ontwikkeling van ondernemerscompetenties tot doel heeft, kan, onder de | ontwikkeling van ondernemerscompetenties tot doel heeft, kan, onder de |
voorwaarden, vermeld in artikel 11 tot en met artikel 14, worden | voorwaarden, vermeld in artikel 11 tot en met artikel 14, worden |
gemandateerd om activiteiten op het vlak van de ontwikkeling van | gemandateerd om activiteiten op het vlak van de ontwikkeling van |
ondernemerscompetenties uit te oefenen. | ondernemerscompetenties uit te oefenen. |
De rechtspersonen of organisaties, vermeld in het eerste lid, zijn de | De rechtspersonen of organisaties, vermeld in het eerste lid, zijn de |
volgende : | volgende : |
1° de centra; | 1° de centra; |
2° de professionele of interprofessionele organisaties; | 2° de professionele of interprofessionele organisaties; |
3° andere private of publieke opleidingsverstrekkers. | 3° andere private of publieke opleidingsverstrekkers. |
Art. 11.De natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie kan op |
Art. 11.De natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie kan op |
elk moment een aanvraag indienen om een mandaat te verkrijgen in | elk moment een aanvraag indienen om een mandaat te verkrijgen in |
functie van toegewezen trajecten als vermeld in artikel 3. De | functie van toegewezen trajecten als vermeld in artikel 3. De |
aanvraagprocedure, die wordt goedgekeurd door de raad van bestuur, | aanvraagprocedure, die wordt goedgekeurd door de raad van bestuur, |
wordt vermeld op de website van Syntra Vlaanderen en de documenten | wordt vermeld op de website van Syntra Vlaanderen en de documenten |
zijn elektronisch beschikbaar. | zijn elektronisch beschikbaar. |
Art. 12.De natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie die een |
Art. 12.De natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie die een |
mandaat wil verkrijgen, richt aan de gedelegeerd bestuurder van Syntra | mandaat wil verkrijgen, richt aan de gedelegeerd bestuurder van Syntra |
Vlaanderen een verzoek waarin de algemene werking, de bestaansredenen, | Vlaanderen een verzoek waarin de algemene werking, de bestaansredenen, |
het doel en de opzet worden uiteengezet. De gedelegeerd bestuurder | het doel en de opzet worden uiteengezet. De gedelegeerd bestuurder |
belast de regisseur met het onderzoek. | belast de regisseur met het onderzoek. |
De natuurlijke persoon, vermeld in het eerste lid, voegt bij zijn | De natuurlijke persoon, vermeld in het eerste lid, voegt bij zijn |
aanvraag tot mandatering de volgende gegevens : | aanvraag tot mandatering de volgende gegevens : |
1° bewijsstukken waaruit blijkt dat hij ervaring heeft in de | 1° bewijsstukken waaruit blijkt dat hij ervaring heeft in de |
ontwikkeling van ondernemerscompetenties of dat hij over de nodige | ontwikkeling van ondernemerscompetenties of dat hij over de nodige |
kwalificaties en kwaliteitsbewijzen beschikt om die activiteiten uit | kwalificaties en kwaliteitsbewijzen beschikt om die activiteiten uit |
te oefenen, generiek of sectorspecifiek of ten aanzien van doel- en | te oefenen, generiek of sectorspecifiek of ten aanzien van doel- en |
kansengroepen; | kansengroepen; |
2° de locaties waar de activiteiten op het vlak van de ontwikkeling | 2° de locaties waar de activiteiten op het vlak van de ontwikkeling |
van ondernemerscompetenties uitgeoefend worden; | van ondernemerscompetenties uitgeoefend worden; |
3° bewijsstukken waaruit blijkt dat hij beschikt over het nodige | 3° bewijsstukken waaruit blijkt dat hij beschikt over het nodige |
materiaal en de nodige accommodatie om de ontwikkeling van | materiaal en de nodige accommodatie om de ontwikkeling van |
ondernemerscompetenties op praktijkvlak te verstrekken; | ondernemerscompetenties op praktijkvlak te verstrekken; |
4° een verklaring dat hij bij een eventuele overschakeling naar een | 4° een verklaring dat hij bij een eventuele overschakeling naar een |
rechtspersoon, door een rechtspersoon op te richten of zich aan te | rechtspersoon, door een rechtspersoon op te richten of zich aan te |
sluiten bij een bestaande rechtspersoon, dat onmiddellijk aan Syntra | sluiten bij een bestaande rechtspersoon, dat onmiddellijk aan Syntra |
Vlaanderen zal melden en zich zal schikken naar de voorwaarden, | Vlaanderen zal melden en zich zal schikken naar de voorwaarden, |
vermeld in het derde lid; | vermeld in het derde lid; |
5° andere bewijsstukken die door de raad van bestuur worden opgelegd | 5° andere bewijsstukken die door de raad van bestuur worden opgelegd |
en worden vermeld in de oproep. | en worden vermeld in de oproep. |
De rechtspersoon of organisatie, vermeld in het eerste lid, voegt bij | De rechtspersoon of organisatie, vermeld in het eerste lid, voegt bij |
de aanvraag tot mandatering de volgende gegevens : | de aanvraag tot mandatering de volgende gegevens : |
1° een exemplaar van de statuten of het oprichtingsbesluit, alsook de | 1° een exemplaar van de statuten of het oprichtingsbesluit, alsook de |
lijst van de bestuurders. De statuten of het oprichtingsbesluit | lijst van de bestuurders. De statuten of het oprichtingsbesluit |
vermelden de volgende gegevens : | vermelden de volgende gegevens : |
a) de benaming van de rechtspersoon, het adres van de hoofdzetel en de | a) de benaming van de rechtspersoon, het adres van de hoofdzetel en de |
locaties waar de activiteiten op het vlak van de ontwikkeling van | locaties waar de activiteiten op het vlak van de ontwikkeling van |
ondernemerscompetenties zullen worden uitgeoefend; | ondernemerscompetenties zullen worden uitgeoefend; |
b) het doel waaruit blijkt dat de rechtspersoon | b) het doel waaruit blijkt dat de rechtspersoon |
ondernemerscompetenties ontwikkelt; | ondernemerscompetenties ontwikkelt; |
c) de samenstelling van de raad van bestuur, de wijze van benoeming | c) de samenstelling van de raad van bestuur, de wijze van benoeming |
van de bestuurders, hun ontslagneming of hun afzetting, hun | van de bestuurders, hun ontslagneming of hun afzetting, hun |
bevoegdheden en de duur van hun mandaat; | bevoegdheden en de duur van hun mandaat; |
d) de organisatie van de controle op de verrichtingen van de | d) de organisatie van de controle op de verrichtingen van de |
rechtspersoon door de leden van de raad van bestuur; | rechtspersoon door de leden van de raad van bestuur; |
2° bewijsstukken waaruit blijkt dat de rechtspersoon of organisatie | 2° bewijsstukken waaruit blijkt dat de rechtspersoon of organisatie |
ervaring heeft in de ontwikkeling van ondernemerscompetenties of over | ervaring heeft in de ontwikkeling van ondernemerscompetenties of over |
de nodige kwalificaties en kwaliteitsbewijzen beschikt om die | de nodige kwalificaties en kwaliteitsbewijzen beschikt om die |
activiteiten uit te oefenen, generiek of sectorspecifiek of ten | activiteiten uit te oefenen, generiek of sectorspecifiek of ten |
aanzien van doel- en kansengroepen; | aanzien van doel- en kansengroepen; |
3° bewijsstukken waaruit blijkt dat de rechtspersoon of organisatie | 3° bewijsstukken waaruit blijkt dat de rechtspersoon of organisatie |
beschikt over het nodige materiaal en de nodige accommodatie om de | beschikt over het nodige materiaal en de nodige accommodatie om de |
ontwikkeling van ondernemerscompetenties op praktijkvlak te | ontwikkeling van ondernemerscompetenties op praktijkvlak te |
verstrekken; | verstrekken; |
4° andere bewijsstukken die door de raad van bestuur worden opgelegd | 4° andere bewijsstukken die door de raad van bestuur worden opgelegd |
en worden vermeld in de oproep. | en worden vermeld in de oproep. |
De raad van bestuur kan nadere regels bepalen voor het verzoek om een | De raad van bestuur kan nadere regels bepalen voor het verzoek om een |
mandaat te verkrijgen. | mandaat te verkrijgen. |
Art. 13.De raad van bestuur beslist over de aanvraag tot mandatering. |
Art. 13.De raad van bestuur beslist over de aanvraag tot mandatering. |
Elke natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie, die een | Elke natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie, die een |
aanvraag tot mandatering heeft ingediend en waarvan de aanvraag door | aanvraag tot mandatering heeft ingediend en waarvan de aanvraag door |
de raad van bestuur niet gunstig is beoordeeld, kan binnen veertien | de raad van bestuur niet gunstig is beoordeeld, kan binnen veertien |
dagen na de betekening van de beslissing beroep aantekenen bij de | dagen na de betekening van de beslissing beroep aantekenen bij de |
minister. | minister. |
Art. 14.Het mandaat kan door de raad van bestuur geschorst of |
Art. 14.Het mandaat kan door de raad van bestuur geschorst of |
stopgezet worden als de natuurlijke persoon, rechtspersoon of | stopgezet worden als de natuurlijke persoon, rechtspersoon of |
organisatie : | organisatie : |
1° de bepalingen van dit besluit overtreedt; | 1° de bepalingen van dit besluit overtreedt; |
2° de voorwaarden, vastgesteld door de raad van bestuur, niet naleeft; | 2° de voorwaarden, vastgesteld door de raad van bestuur, niet naleeft; |
3° zijn bedrijf stopzet. | 3° zijn bedrijf stopzet. |
Elke natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie, waarvan het | Elke natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie, waarvan het |
mandaat door de raad van bestuur is geschorst of stopgezet, kan binnen | mandaat door de raad van bestuur is geschorst of stopgezet, kan binnen |
veertien dagen na de betekening van de beslissing beroep aantekenen | veertien dagen na de betekening van de beslissing beroep aantekenen |
bij de minister. | bij de minister. |
Afdeling 3. - Toewijzing van trajecten | Afdeling 3. - Toewijzing van trajecten |
Art. 15.De procedure van toewijzing en organisatie van de trajecten |
Art. 15.De procedure van toewijzing en organisatie van de trajecten |
wordt vastgesteld door de regisseur in overeenstemming met de Europese | wordt vastgesteld door de regisseur in overeenstemming met de Europese |
en Belgische regels inzake overheidsopdrachten en de principes, | en Belgische regels inzake overheidsopdrachten en de principes, |
vermeld in het besluit 2012/21/EU. | vermeld in het besluit 2012/21/EU. |
Art. 16.Als een belanghebbende natuurlijke persoon, rechtspersoon of |
Art. 16.Als een belanghebbende natuurlijke persoon, rechtspersoon of |
organisatie, niet akkoord gaat met de toewijzing door de regisseur, | organisatie, niet akkoord gaat met de toewijzing door de regisseur, |
vermeld in artikel 15, kan die binnen veertien dagen na de betekening | vermeld in artikel 15, kan die binnen veertien dagen na de betekening |
van de beslissing beroep aantekenen bij de raad van bestuur. | van de beslissing beroep aantekenen bij de raad van bestuur. |
De raad van bestuur overlegt en beslist zo snel mogelijk, in ieder | De raad van bestuur overlegt en beslist zo snel mogelijk, in ieder |
geval binnen een maand na de indiening van het beroep. | geval binnen een maand na de indiening van het beroep. |
Art. 17.De natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie |
Art. 17.De natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie |
registreert de activiteiten op het vlak van de ontwikkeling van | registreert de activiteiten op het vlak van de ontwikkeling van |
ondernemerscompetenties die uitgevoerd worden in het kader van de | ondernemerscompetenties die uitgevoerd worden in het kader van de |
toegewezen trajecten, in het elektronische databestand van Syntra | toegewezen trajecten, in het elektronische databestand van Syntra |
Vlaanderen. | Vlaanderen. |
Art. 18.Als wordt samengewerkt met derden, zijn de regels voor de |
Art. 18.Als wordt samengewerkt met derden, zijn de regels voor de |
registratie, die in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst | registratie, die in het kader van deze samenwerkingsovereenkomst |
worden vastgelegd, van toepassing. | worden vastgelegd, van toepassing. |
Art. 19.Toegewezen trajecten kunnen door de regisseur alleen worden |
Art. 19.Toegewezen trajecten kunnen door de regisseur alleen worden |
geïnitieerd en financieel gecompenseerd binnen de beschikbare | geïnitieerd en financieel gecompenseerd binnen de beschikbare |
begrotingskredieten. | begrotingskredieten. |
HOOFDSTUK 3. - Innovatie | HOOFDSTUK 3. - Innovatie |
Art. 20.Overeenkomstig artikel 5, § 1, 2°, b), van het decreet van 7 |
Art. 20.Overeenkomstig artikel 5, § 1, 2°, b), van het decreet van 7 |
mei 2004 stuurt en valideert de regisseur de innovatie binnen de | mei 2004 stuurt en valideert de regisseur de innovatie binnen de |
leertijd en binnen de ondernemerschaps- en toegewezen trajecten door | leertijd en binnen de ondernemerschaps- en toegewezen trajecten door |
opdrachten te geven tot ontwikkeling van innovatieve of aangepaste | opdrachten te geven tot ontwikkeling van innovatieve of aangepaste |
trajecten en modules, of van experimenten en methodieken daarrond. | trajecten en modules, of van experimenten en methodieken daarrond. |
Art. 21.De regisseur overlegt met en doet een beroep op de actor |
Art. 21.De regisseur overlegt met en doet een beroep op de actor |
Syntra Vlaanderen en de centra voor de opdrachten van innovatie in het | Syntra Vlaanderen en de centra voor de opdrachten van innovatie in het |
kader van de leertijd en de ondernemerschapstrajecten. Onder de actor | kader van de leertijd en de ondernemerschapstrajecten. Onder de actor |
Syntra Vlaanderen wordt verstaan : de afdeling binnen Syntra | Syntra Vlaanderen wordt verstaan : de afdeling binnen Syntra |
Vlaanderen die de taken uitvoert, vermeld in artikel 5, § 1, 3°, van | Vlaanderen die de taken uitvoert, vermeld in artikel 5, § 1, 3°, van |
het decreet van 7 mei 2004. | het decreet van 7 mei 2004. |
Voor de innovatie van toegewezen trajecten kunnen ook andere | Voor de innovatie van toegewezen trajecten kunnen ook andere |
natuurlijke personen, organisaties en rechtspersonen dan de centra in | natuurlijke personen, organisaties en rechtspersonen dan de centra in |
aanmerking komen. | aanmerking komen. |
Art. 22.De regisseur laat het innovatieplan in mei en november |
Art. 22.De regisseur laat het innovatieplan in mei en november |
goedkeuren door de raad van bestuur voor respectievelijk het najaar en | goedkeuren door de raad van bestuur voor respectievelijk het najaar en |
het volgende voorjaar. | het volgende voorjaar. |
Art. 23.De regisseur rapporteert in januari en september aan de raad |
Art. 23.De regisseur rapporteert in januari en september aan de raad |
van bestuur over de opdrachten innovatie van het najaar en het | van bestuur over de opdrachten innovatie van het najaar en het |
voorjaar. | voorjaar. |
Art. 24.De actor rapporteert over de innovatieopdrachten volgens het |
Art. 24.De actor rapporteert over de innovatieopdrachten volgens het |
format dat de regisseur oplegt. | format dat de regisseur oplegt. |
Art. 25.Voor de opdrachten in het kader van innovatie ontvangt de |
Art. 25.Voor de opdrachten in het kader van innovatie ontvangt de |
actor, na rapportering en goedkeuring door de regisseur, een | actor, na rapportering en goedkeuring door de regisseur, een |
financiële compensatie. | financiële compensatie. |
Art. 26.Opdrachten inzake innovatie kunnen door de regisseur alleen |
Art. 26.Opdrachten inzake innovatie kunnen door de regisseur alleen |
worden geïnitieerd en financieel gecompenseerd binnen de beschikbare | worden geïnitieerd en financieel gecompenseerd binnen de beschikbare |
begrotingskredieten. | begrotingskredieten. |
HOOFDSTUK 4. - Projecten | HOOFDSTUK 4. - Projecten |
Art. 27.Behoudens projecten die uitgevoerd worden door een of meer |
Art. 27.Behoudens projecten die uitgevoerd worden door een of meer |
centra en die aansluiten bij de missie van Syntra Vlaanderen, vermeld | centra en die aansluiten bij de missie van Syntra Vlaanderen, vermeld |
in artikel 4 van het decreet van 7 mei 2004, of die bijdragen aan de | in artikel 4 van het decreet van 7 mei 2004, of die bijdragen aan de |
uitvoering van de beheersovereenkomst, kan de regisseur ook projecten | uitvoering van de beheersovereenkomst, kan de regisseur ook projecten |
ten aanzien van andere natuurlijke personen, organisaties en | ten aanzien van andere natuurlijke personen, organisaties en |
rechtspersonen dan de centra initiëren. | rechtspersonen dan de centra initiëren. |
Art. 28.Een project kan worden geïnitieerd met betrekking tot onder |
Art. 28.Een project kan worden geïnitieerd met betrekking tot onder |
meer : | meer : |
1° grootsteden; | 1° grootsteden; |
2° leertijd; | 2° leertijd; |
3° doel- en kansengroepen; | 3° doel- en kansengroepen; |
4° de stimulering van de onderlinge samenwerking tussen de centra; | 4° de stimulering van de onderlinge samenwerking tussen de centra; |
5° de stimulering van de samenwerking van de centra met derden; | 5° de stimulering van de samenwerking van de centra met derden; |
6° de verbetering van de integrale kwaliteit van de dienstverlening | 6° de verbetering van de integrale kwaliteit van de dienstverlening |
waaronder de competentieontwikkeling van ondernemers, docenten, | waaronder de competentieontwikkeling van ondernemers, docenten, |
begeleiders, kmo-werknemers. | begeleiders, kmo-werknemers. |
Voor projecten die niet worden vermeld in het eerste lid, moet | Voor projecten die niet worden vermeld in het eerste lid, moet |
voorafgaandelijk de goedkeuring worden verkregen van de raad van | voorafgaandelijk de goedkeuring worden verkregen van de raad van |
bestuur. | bestuur. |
De raad van bestuur bepaalt de concrete voorwaarden voor de uitvoering | De raad van bestuur bepaalt de concrete voorwaarden voor de uitvoering |
van de projecten. | van de projecten. |
Art. 29.De regisseur initieert en valideert de projecten en stuurt ze |
Art. 29.De regisseur initieert en valideert de projecten en stuurt ze |
aan. | aan. |
Art. 30.De regisseur laat het projectplan in november goedkeuren door |
Art. 30.De regisseur laat het projectplan in november goedkeuren door |
de raad van bestuur voor het volgende jaar. | de raad van bestuur voor het volgende jaar. |
Art. 31.De regisseur rapporteert in januari aan de raad van bestuur |
Art. 31.De regisseur rapporteert in januari aan de raad van bestuur |
over de projecten van het voorbije jaar. | over de projecten van het voorbije jaar. |
Art. 32.Er wordt gerapporteerd over de projecten volgens het model |
Art. 32.Er wordt gerapporteerd over de projecten volgens het model |
dat de regisseur oplegt. | dat de regisseur oplegt. |
Art. 33.Voor de uitvoering van de projecten ontvangt de natuurlijke |
Art. 33.Voor de uitvoering van de projecten ontvangt de natuurlijke |
persoon, rechtspersoon of organisatie, na rapportering en goedkeuring | persoon, rechtspersoon of organisatie, na rapportering en goedkeuring |
door de regisseur, een financiële compensatie. | door de regisseur, een financiële compensatie. |
Art. 34.Opdrachten inzake projecten kunnen door de regisseur alleen |
Art. 34.Opdrachten inzake projecten kunnen door de regisseur alleen |
worden geïnitieerd en financieel gecompenseerd binnen de beschikbare | worden geïnitieerd en financieel gecompenseerd binnen de beschikbare |
begrotingskredieten. | begrotingskredieten. |
HOOFDSTUK 5. - Toezicht | HOOFDSTUK 5. - Toezicht |
Afdeling 1. - Algemene bepalingen | Afdeling 1. - Algemene bepalingen |
Art. 35.Het toezicht wordt onafhankelijk uitgeoefend, zowel bij het |
Art. 35.Het toezicht wordt onafhankelijk uitgeoefend, zowel bij het |
verzamelen van de informatie als bij het daarna vormen van een | verzamelen van de informatie als bij het daarna vormen van een |
oordeel. | oordeel. |
Art. 36.Gegevens die het voorwerp kunnen vormen van toezicht, worden |
Art. 36.Gegevens die het voorwerp kunnen vormen van toezicht, worden |
ten minste gedurende tien jaar bewaard. | ten minste gedurende tien jaar bewaard. |
De bewaartermijn, vermeld in het eerste lid, is van toepassing voor | De bewaartermijn, vermeld in het eerste lid, is van toepassing voor |
zowel de centra als de andere opleidingsverstrekkers die voor hun | zowel de centra als de andere opleidingsverstrekkers die voor hun |
activiteiten of infrastructuur financiële middelen van Syntra | activiteiten of infrastructuur financiële middelen van Syntra |
Vlaanderen ontvangen, ongeacht hoe die financiële middelen worden | Vlaanderen ontvangen, ongeacht hoe die financiële middelen worden |
gekwalificeerd. | gekwalificeerd. |
Art. 37.De natuurlijke personen, rechtspersonen of organisaties |
Art. 37.De natuurlijke personen, rechtspersonen of organisaties |
waarbij toezicht als vermeld in dit besluit, wordt uitgeoefend, | waarbij toezicht als vermeld in dit besluit, wordt uitgeoefend, |
verstrekken aan de regisseur op zijn verzoek alle gegevens die hij | verstrekken aan de regisseur op zijn verzoek alle gegevens die hij |
nodig acht om het toezicht te kunnen uitoefenen. | nodig acht om het toezicht te kunnen uitoefenen. |
Afdeling 2. - Het operationele toezicht | Afdeling 2. - Het operationele toezicht |
Onderafdeling 1. - De leertijd | Onderafdeling 1. - De leertijd |
Art. 38.Het toezicht inzake de leertijd omvat : |
Art. 38.Het toezicht inzake de leertijd omvat : |
1° het algemene toezicht op het proces van de erkenning en de | 1° het algemene toezicht op het proces van de erkenning en de |
uitvoering van de leer- en stageovereenkomsten en de organisatie van | uitvoering van de leer- en stageovereenkomsten en de organisatie van |
de leertijd; | de leertijd; |
2° het toezicht op het bereiken van de eindtermen in de leertijd; | 2° het toezicht op het bereiken van de eindtermen in de leertijd; |
3° de deelname aan de voorbereiding en de uitvoering van de inspectie | 3° de deelname aan de voorbereiding en de uitvoering van de inspectie |
leertijd als een gemandateerd inspecteur samen met de Inspectie | leertijd als een gemandateerd inspecteur samen met de Inspectie |
Onderwijs; | Onderwijs; |
4° de bestraffing van de ondernemer en de leerjongere of stagiair op | 4° de bestraffing van de ondernemer en de leerjongere of stagiair op |
basis van het verloop van de leer- en stageovereenkomst. | basis van het verloop van de leer- en stageovereenkomst. |
Art. 39.Als binnen de bevoegdheden, vermeld in artikel 43, eerste |
Art. 39.Als binnen de bevoegdheden, vermeld in artikel 43, eerste |
lid, van het decreet van 7 mei 2004, een controle ter plaatse wordt | lid, van het decreet van 7 mei 2004, een controle ter plaatse wordt |
uitgevoerd, betreft dat : | uitgevoerd, betreft dat : |
1° een controle- en inspectiebezoek bij de ondernemer dat erop gericht | 1° een controle- en inspectiebezoek bij de ondernemer dat erop gericht |
is de nodige vaststellingen te doen ten aanzien van jongeren of | is de nodige vaststellingen te doen ten aanzien van jongeren of |
ondernemers, waarbij inbreuken kunnen leiden tot een maatregel of | ondernemers, waarbij inbreuken kunnen leiden tot een maatregel of |
sanctie; | sanctie; |
2° de controle op de leerplicht; | 2° de controle op de leerplicht; |
3° een controle- en inspectiebezoek bij de actor van de (theoretische) | 3° een controle- en inspectiebezoek bij de actor van de (theoretische) |
opleiding. | opleiding. |
Onderafdeling 2. - De ondernemerschapstrajecten | Onderafdeling 2. - De ondernemerschapstrajecten |
Art. 40.De regisseur zorgt voor de uitwerking van een kwaliteitskader |
Art. 40.De regisseur zorgt voor de uitwerking van een kwaliteitskader |
voor de centra. | voor de centra. |
Art. 41.Het toezicht inzake de ondernemerschapstrajecten omvat |
Art. 41.Het toezicht inzake de ondernemerschapstrajecten omvat |
toezicht op : | toezicht op : |
1° het bereiken van de doelstellingen van het beleid en de kenmerken | 1° het bereiken van de doelstellingen van het beleid en de kenmerken |
die verbonden zijn aan het opleidingsaanbod; | die verbonden zijn aan het opleidingsaanbod; |
2° de implementatie van trajecten en modules via desktopactiviteiten, | 2° de implementatie van trajecten en modules via desktopactiviteiten, |
monitoring en controle ter plaatse; | monitoring en controle ter plaatse; |
3° de correcte uitvoering van de EVC/EVK procedures; | 3° de correcte uitvoering van de EVC/EVK procedures; |
4° het bereiken van de beroepskwalificaties; | 4° het bereiken van de beroepskwalificaties; |
5° de uitvoering van de reglementering inzake subsidies en | 5° de uitvoering van de reglementering inzake subsidies en |
compensaties. | compensaties. |
Onderafdeling 3. - De toegewezen trajecten | Onderafdeling 3. - De toegewezen trajecten |
Art. 42.Overeenkomstig artikel 42, vijfde lid, van het decreet van 7 |
Art. 42.Overeenkomstig artikel 42, vijfde lid, van het decreet van 7 |
mei 2004, omvat het toezicht op de uitvoering en financiële | mei 2004, omvat het toezicht op de uitvoering en financiële |
compensatie van toegewezen trajecten het toezicht op de uitvoering van | compensatie van toegewezen trajecten het toezicht op de uitvoering van |
de verbintenissen die in de oproep vermeld zijn of die in | de verbintenissen die in de oproep vermeld zijn of die in |
overeenkomsten zijn aangegaan. | overeenkomsten zijn aangegaan. |
Art. 43.Het toezicht inzake het toegewezen traject omvat : |
Art. 43.Het toezicht inzake het toegewezen traject omvat : |
1° het toezicht op de overeengekomen voorwaarden inzake kwaliteit; | 1° het toezicht op de overeengekomen voorwaarden inzake kwaliteit; |
2° het toezicht op de overeengekomen voorwaarden inzake compensatie. | 2° het toezicht op de overeengekomen voorwaarden inzake compensatie. |
Onderafdeling 4. - Het kwaliteitsbeleid van de actoren | Onderafdeling 4. - Het kwaliteitsbeleid van de actoren |
Art. 44.Het toezicht inzake het kwaliteitsbeleid van de actoren omvat |
Art. 44.Het toezicht inzake het kwaliteitsbeleid van de actoren omvat |
: | : |
1° de uitwerking en vastlegging van de procedures om het | 1° de uitwerking en vastlegging van de procedures om het |
kwaliteitsbeleid van de actoren te toetsen; | kwaliteitsbeleid van de actoren te toetsen; |
2° de effectieve toetsing van het kwaliteitsbeleid bij de actoren; | 2° de effectieve toetsing van het kwaliteitsbeleid bij de actoren; |
3° de uitvoering van kwaliteitsaudits bij actoren; | 3° de uitvoering van kwaliteitsaudits bij actoren; |
4° de afstemming met de onafhankelijke cel van het Agentschap voor | 4° de afstemming met de onafhankelijke cel van het Agentschap voor |
Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming van de | Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming van de |
ondernemerschapstrajecten die leiden tot een erkende | ondernemerschapstrajecten die leiden tot een erkende |
beroepskwalificatie; | beroepskwalificatie; |
5° de afstemming van het toezicht op het kwaliteitsbeleid van de | 5° de afstemming van het toezicht op het kwaliteitsbeleid van de |
leertijdtrajecten met de Inspectie Onderwijs; | leertijdtrajecten met de Inspectie Onderwijs; |
6° de opvolging van generieke aspecten, zoals milieu, veiligheid en | 6° de opvolging van generieke aspecten, zoals milieu, veiligheid en |
brandveiligheid, uitrusting en HACCP; | brandveiligheid, uitrusting en HACCP; |
7° in voorkomend geval, de bepaling van sancties. | 7° in voorkomend geval, de bepaling van sancties. |
Afdeling 3. - Het financiële toezicht | Afdeling 3. - Het financiële toezicht |
Art. 45.Het financiële toezicht omvat : |
Art. 45.Het financiële toezicht omvat : |
1° het financiële toezicht op de centra; | 1° het financiële toezicht op de centra; |
2° andere opdrachten die door de Commissie Audit van de raad van | 2° andere opdrachten die door de Commissie Audit van de raad van |
bestuur aan de financiële toezichthouder worden toegewezen. | bestuur aan de financiële toezichthouder worden toegewezen. |
Art. 46.Overeenkomstig artikel 42, vierde lid, van het decreet van 7 |
Art. 46.Overeenkomstig artikel 42, vierde lid, van het decreet van 7 |
mei 2004, omvat het financiële toezicht op de centra, vermeld in | mei 2004, omvat het financiële toezicht op de centra, vermeld in |
artikel 45, 1°, het toezicht op : | artikel 45, 1°, het toezicht op : |
1° de financiële aspecten van de engagementen van de centra in het | 1° de financiële aspecten van de engagementen van de centra in het |
kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst en de | kader van de uitvoering van de beheersovereenkomst en de |
ondernemingsplannen; | ondernemingsplannen; |
2° de financiële compensaties ter uitvoering van artikel 38, § 2, van | 2° de financiële compensaties ter uitvoering van artikel 38, § 2, van |
het decreet van 7 mei 2004; | het decreet van 7 mei 2004; |
3° de jaarrekeningen van de centra; | 3° de jaarrekeningen van de centra; |
4° de juistheid van de financiële informatie, en de relevantie, het | 4° de juistheid van de financiële informatie, en de relevantie, het |
consequente karakter en de bestendigheid van de boekhoudkundige | consequente karakter en de bestendigheid van de boekhoudkundige |
principes en regels die bij de opstelling van de rekeningen worden | principes en regels die bij de opstelling van de rekeningen worden |
gebruikt; | gebruikt; |
5° de toepassing in dit kader van de regelgeving inzake diensten van | 5° de toepassing in dit kader van de regelgeving inzake diensten van |
algemeen belang, diensten van algemeen economisch belang en | algemeen belang, diensten van algemeen economisch belang en |
marktdiensten, en de analyse van de financiële processen binnen de | marktdiensten, en de analyse van de financiële processen binnen de |
centra in dit verband; | centra in dit verband; |
6° de transparantie van de rapportering door de centra. | 6° de transparantie van de rapportering door de centra. |
Art. 47.Het financiële toezicht wordt uitgeoefend op verzoek en |
Art. 47.Het financiële toezicht wordt uitgeoefend op verzoek en |
conform de richtlijnen, verstrekt door de Commissie Audit, vermeld in | conform de richtlijnen, verstrekt door de Commissie Audit, vermeld in |
artikel 19, § 4, eerste lid, 1°, van het decreet van 7 mei 2004. | artikel 19, § 4, eerste lid, 1°, van het decreet van 7 mei 2004. |
Afdeling 4. - Compensatie, overcompensatie, terugvordering en | Afdeling 4. - Compensatie, overcompensatie, terugvordering en |
transparantie | transparantie |
Onderafdeling 1. - Compensatie | Onderafdeling 1. - Compensatie |
Art. 48.Het compensatiebedrag mag niet hoger zijn dan het bedrag dat |
Art. 48.Het compensatiebedrag mag niet hoger zijn dan het bedrag dat |
nodig is om de kosten van de uitvoering van de | nodig is om de kosten van de uitvoering van de |
openbaredienstverplichtingen geheel of gedeeltelijk te dekken, | openbaredienstverplichtingen geheel of gedeeltelijk te dekken, |
rekening houdende met de opbrengsten en een redelijke winst bij de | rekening houdende met de opbrengsten en een redelijke winst bij de |
uitvoering van die verplichtingen. | uitvoering van die verplichtingen. |
Art. 49.De regisseur voert op geregelde tijdstippen, en ten minste om |
Art. 49.De regisseur voert op geregelde tijdstippen, en ten minste om |
de drie jaar, controles uit, of laat ze uitvoeren, om na te gaan dat | de drie jaar, controles uit, of laat ze uitvoeren, om na te gaan dat |
natuurlijke personen, rechtspersonen of ondernemingen geen | natuurlijke personen, rechtspersonen of ondernemingen geen |
overcompensatie ontvangen. | overcompensatie ontvangen. |
Onderafdeling 2. - Overcompensatie | Onderafdeling 2. - Overcompensatie |
Art. 50.Voor de vaststelling van overcompensatie gelden de bepalingen |
Art. 50.Voor de vaststelling van overcompensatie gelden de bepalingen |
van het besluit 2012/21/EU. | van het besluit 2012/21/EU. |
Onderafdeling 3. - Transparantie | Onderafdeling 3. - Transparantie |
Art. 51.Natuurlijke personen, rechtspersonen of organisaties die door |
Art. 51.Natuurlijke personen, rechtspersonen of organisaties die door |
Syntra Vlaanderen worden gecompenseerd en die activiteiten verrichten | Syntra Vlaanderen worden gecompenseerd en die activiteiten verrichten |
die zowel binnen als buiten de werkingssfeer van diensten van algemeen | die zowel binnen als buiten de werkingssfeer van diensten van algemeen |
economisch belang vallen, moeten een analytische boekhouding voeren | economisch belang vallen, moeten een analytische boekhouding voeren |
die controle op overcompensatie mogelijk maakt, tot en met de balans | die controle op overcompensatie mogelijk maakt, tot en met de balans |
en conform de wettelijke regelgeving. | en conform de wettelijke regelgeving. |
De natuurlijke personen, rechtspersonen of organisaties, vermeld in | De natuurlijke personen, rechtspersonen of organisaties, vermeld in |
het eerste lid, moeten in hun boekhouding de kosten en inkomsten die | het eerste lid, moeten in hun boekhouding de kosten en inkomsten die |
met de dienst van algemeen economisch belang verband houden, alsook de | met de dienst van algemeen economisch belang verband houden, alsook de |
parameters voor de toerekening van die kosten en inkomsten, gescheiden | parameters voor de toerekening van die kosten en inkomsten, gescheiden |
opnemen. | opnemen. |
Art. 52.De gegevens uit de analytische boekhouding die betrekking |
Art. 52.De gegevens uit de analytische boekhouding die betrekking |
hebben op een kalenderjaar, moeten beschikbaar zijn voor 1 november | hebben op een kalenderjaar, moeten beschikbaar zijn voor 1 november |
van het volgende kalenderjaar. | van het volgende kalenderjaar. |
Onderafdeling 4. - Terugvordering | Onderafdeling 4. - Terugvordering |
Art. 53.Als de regisseur naar aanleiding van controles bij een |
Art. 53.Als de regisseur naar aanleiding van controles bij een |
natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie die door Syntra | natuurlijke persoon, rechtspersoon of organisatie die door Syntra |
Vlaanderen wordt gecompenseerd, overcompensatie vaststelt, vordert hij | Vlaanderen wordt gecompenseerd, overcompensatie vaststelt, vordert hij |
de betaalde overcompensatie terug en vraagt hij van de natuurlijke | de betaalde overcompensatie terug en vraagt hij van de natuurlijke |
persoon, rechtspersoon of organisatie dat die de parameters voor de | persoon, rechtspersoon of organisatie dat die de parameters voor de |
berekening van de compensatie voor de toekomst aanpast. | berekening van de compensatie voor de toekomst aanpast. |
Afdeling 5. - Sancties | Afdeling 5. - Sancties |
Onderafdeling 1. - Algemeen | Onderafdeling 1. - Algemeen |
Art. 54.De subsidies of compensaties die Syntra Vlaanderen verstrekt, |
Art. 54.De subsidies of compensaties die Syntra Vlaanderen verstrekt, |
kunnen op elk moment worden geschorst, stopgezet of teruggevorderd als | kunnen op elk moment worden geschorst, stopgezet of teruggevorderd als |
uit onderzoek door de regisseur blijkt dat de begunstigde niet voldoet | uit onderzoek door de regisseur blijkt dat de begunstigde niet voldoet |
aan de voorwaarden van toekenning of uitvoering. | aan de voorwaarden van toekenning of uitvoering. |
De regisseur neemt de beslissing tot schorsing, stopzetting of | De regisseur neemt de beslissing tot schorsing, stopzetting of |
terugvordering van de subsidies of compensaties en bepaalt het bedrag | terugvordering van de subsidies of compensaties en bepaalt het bedrag |
ervan. | ervan. |
Tegen de beslissing tot schorsing, stopzetting of terugvordering is | Tegen de beslissing tot schorsing, stopzetting of terugvordering is |
beroep mogelijk bij de raad van bestuur. Het beroep moet worden | beroep mogelijk bij de raad van bestuur. Het beroep moet worden |
ingesteld binnen veertien dagen na de ontvangst van de beslissing tot | ingesteld binnen veertien dagen na de ontvangst van de beslissing tot |
schorsing, stopzetting of terugvordering. De raad van bestuur overlegt | schorsing, stopzetting of terugvordering. De raad van bestuur overlegt |
en beslist zo snel mogelijk, in ieder geval binnen een maand na de | en beslist zo snel mogelijk, in ieder geval binnen een maand na de |
indiening van het beroep. | indiening van het beroep. |
Onderafdeling 2. - Opmerking, verbetering, waarschuwing en verscherpte | Onderafdeling 2. - Opmerking, verbetering, waarschuwing en verscherpte |
controle | controle |
Art. 55.Met toepassing van artikel 44 van het decreet van 7 mei 2004 |
Art. 55.Met toepassing van artikel 44 van het decreet van 7 mei 2004 |
kan de regisseur naar aanleiding van controles bij een natuurlijke | kan de regisseur naar aanleiding van controles bij een natuurlijke |
persoon, rechtspersoon of organisatie : | persoon, rechtspersoon of organisatie : |
1° een gewone opmerking maken; | 1° een gewone opmerking maken; |
2° om verbetering verzoeken; | 2° om verbetering verzoeken; |
3° een waarschuwing geven. | 3° een waarschuwing geven. |
Art. 56.De gewone opmerking, vermeld in artikel 55, 1°, wordt |
Art. 56.De gewone opmerking, vermeld in artikel 55, 1°, wordt |
schriftelijk gegeven. | schriftelijk gegeven. |
De gewone opmerking wordt opgenomen in een database, zodat die verder | De gewone opmerking wordt opgenomen in een database, zodat die verder |
kan worden gevolgd. | kan worden gevolgd. |
Tegen de gewone opmerking is geen formeel beroep mogelijk. | Tegen de gewone opmerking is geen formeel beroep mogelijk. |
Art. 57.Het verzoek om verbetering, vermeld in artikel 55, 2°, wordt |
Art. 57.Het verzoek om verbetering, vermeld in artikel 55, 2°, wordt |
schriftelijk ingediend. | schriftelijk ingediend. |
Daarbij geeft de regisseur aan welke onregelmatigheid wordt | Daarbij geeft de regisseur aan welke onregelmatigheid wordt |
geconstateerd en welke verbetering er wordt verwacht binnen welke | geconstateerd en welke verbetering er wordt verwacht binnen welke |
termijn. | termijn. |
Het verzoek om verbetering wordt opgenomen in een database, zodat het | Het verzoek om verbetering wordt opgenomen in een database, zodat het |
verder kan worden gevolgd. | verder kan worden gevolgd. |
Van alle verzoeken om verbetering wordt verslag opgemaakt voor de raad | Van alle verzoeken om verbetering wordt verslag opgemaakt voor de raad |
van bestuur. | van bestuur. |
Tegen het verzoek om verbetering is beroep mogelijk bij de raad van | Tegen het verzoek om verbetering is beroep mogelijk bij de raad van |
bestuur. Het beroep moet worden ingesteld binnen veertien dagen na de | bestuur. Het beroep moet worden ingesteld binnen veertien dagen na de |
ontvangst van het verzoek om verbetering. De raad van bestuur overlegt | ontvangst van het verzoek om verbetering. De raad van bestuur overlegt |
en beslist zo snel mogelijk, in ieder geval binnen een maand na de | en beslist zo snel mogelijk, in ieder geval binnen een maand na de |
indiening van het beroep. | indiening van het beroep. |
Art. 58.Op een verzoek om verbetering dat niet binnen de gestelde |
Art. 58.Op een verzoek om verbetering dat niet binnen de gestelde |
termijn in acht wordt genomen, volgt altijd een waarschuwing als | termijn in acht wordt genomen, volgt altijd een waarschuwing als |
vermeld in artikel 55, 3°. | vermeld in artikel 55, 3°. |
Beroep dat ingesteld is tegen een verzoek om verbetering, werkt | Beroep dat ingesteld is tegen een verzoek om verbetering, werkt |
schorsend. Als de raad van bestuur het beroep niet aanvaardt, spreekt | schorsend. Als de raad van bestuur het beroep niet aanvaardt, spreekt |
hij ook de waarschuwing uit, vermeld in het eerste lid. | hij ook de waarschuwing uit, vermeld in het eerste lid. |
De waarschuwing vermeldt welke sanctie er zal worden toegepast als de | De waarschuwing vermeldt welke sanctie er zal worden toegepast als de |
gecontroleerde er geen rekening mee houdt. | gecontroleerde er geen rekening mee houdt. |
De waarschuwing wordt opgenomen in een database, zodat die verder kan | De waarschuwing wordt opgenomen in een database, zodat die verder kan |
worden gevolgd. Van de waarschuwing wordt verslag uitgebracht op de | worden gevolgd. Van de waarschuwing wordt verslag uitgebracht op de |
eerstvolgende raad van bestuur. | eerstvolgende raad van bestuur. |
Art. 59.Er wordt systematisch tot verscherpte controle overgegaan als |
Art. 59.Er wordt systematisch tot verscherpte controle overgegaan als |
een waarschuwing is gegeven. De kosten van de verscherpte controle | een waarschuwing is gegeven. De kosten van de verscherpte controle |
moeten door de gecontroleerde worden gedragen bij wijze van bijzondere | moeten door de gecontroleerde worden gedragen bij wijze van bijzondere |
kostendekkende vergoeding die concreet wordt bepaald in de | kostendekkende vergoeding die concreet wordt bepaald in de |
werkingscode, vermeld in artikel 43, vijfde lid, van het decreet van 7 | werkingscode, vermeld in artikel 43, vijfde lid, van het decreet van 7 |
mei 2004. | mei 2004. |
Als een verscherpte controle wordt ingesteld door de regisseur, is | Als een verscherpte controle wordt ingesteld door de regisseur, is |
beroep mogelijk bij de raad van bestuur. Het beroep moet worden | beroep mogelijk bij de raad van bestuur. Het beroep moet worden |
ingesteld binnen veertien dagen na de ontvangst van de beslissing tot | ingesteld binnen veertien dagen na de ontvangst van de beslissing tot |
verscherpte controle. De raad van bestuur overlegt en beslist zo snel | verscherpte controle. De raad van bestuur overlegt en beslist zo snel |
mogelijk, in ieder geval binnen een maand na de indiening van het | mogelijk, in ieder geval binnen een maand na de indiening van het |
beroep. | beroep. |
HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 6. - Slotbepalingen |
Art. 60.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2012. |
Art. 60.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2012. |
Art. 61.De Vlaamse minister, bevoegd voor de professionele vorming, |
Art. 61.De Vlaamse minister, bevoegd voor de professionele vorming, |
is belast met de uitvoering van dit besluit. | is belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 14 september 2012. | Brussel, 14 september 2012. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
K. PEETERS | K. PEETERS |
De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke | De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke |
Ordening en Sport, | Ordening en Sport, |
Ph. MUYTERS | Ph. MUYTERS |