| Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, wat betreft de opdrachthouders en projectleiders | Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, wat betreft de opdrachthouders en projectleiders |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
| 14 JULI 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het | 14 JULI 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het |
| Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, wat betreft de | Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993, wat betreft de |
| opdrachthouders en projectleiders | opdrachthouders en projectleiders |
| De Vlaamse regering, | De Vlaamse regering, |
| Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
| instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet | instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de wet |
| van 8 augustus 1988; | van 8 augustus 1988; |
| Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 24 november 1993 |
| houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en | houdende organisatie van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap en |
| de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals tot op heden | de regeling van de rechtspositie van het personeel, zoals tot op heden |
| gewijzigd; | gewijzigd; |
| Gelet op het advies van het college van secretarissen-generaal van het | Gelet op het advies van het college van secretarissen-generaal van het |
| ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gegeven op 9 oktober 1997, 4 | ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, gegeven op 9 oktober 1997, 4 |
| december 1997 en 19 maart 1998; | december 1997 en 19 maart 1998; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor de |
| begroting, gegeven op 23 september 1997; | begroting, gegeven op 23 september 1997; |
| Gelet op de protocollen nrs. 88.227 van 3 februari 1998 en 94.243 van | Gelet op de protocollen nrs. 88.227 van 3 februari 1998 en 94.243 van |
| 26 maart 1998 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams | 26 maart 1998 van het Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams |
| Gewest; | Gewest; |
| Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 17 februari 1998, | Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering op 17 februari 1998, |
| betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een | betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een |
| maand; | maand; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 26 mei 1998, met | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 26 mei 1998, met |
| toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde | toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde |
| wetten op de Raad van State; | wetten op de Raad van State; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.In het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993 worden |
Artikel 1.In het Vlaams personeelsstatuut van 24 november 1993 worden |
| in artikel II 21, tweede lid, vervangen bij besluit van de Vlaamse | in artikel II 21, tweede lid, vervangen bij besluit van de Vlaamse |
| regering van 26 juni 1996, de woorden « een staf Coördinatie » | regering van 26 juni 1996, de woorden « een staf Coördinatie » |
| geschrapt. | geschrapt. |
Art. 2.In hetzelfde statuut worden in artikel II 22, § 1, tweede lid, |
Art. 2.In hetzelfde statuut worden in artikel II 22, § 1, tweede lid, |
| tweede streepje, de woorden « de staf Coördinatie » vervangen door de | tweede streepje, de woorden « de staf Coördinatie » vervangen door de |
| woorden « de departementale opdrachthouders ». | woorden « de departementale opdrachthouders ». |
Art. 3.In hetzelfde statuut wordt het opschrift van Deel II, Titel 6 |
Art. 3.In hetzelfde statuut wordt het opschrift van Deel II, Titel 6 |
| vervangen door wat volgt : « TITEL 6. DE OPDRACHTHOUDERS EN DE | vervangen door wat volgt : « TITEL 6. DE OPDRACHTHOUDERS EN DE |
| PROJECTLEIDERS ». | PROJECTLEIDERS ». |
Art. 4.Artikel II 30 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij besluit van |
Art. 4.Artikel II 30 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij besluit van |
| de Vlaamse regering van 26 juni 1996, wordt vervangen door wat volgt : | de Vlaamse regering van 26 juni 1996, wordt vervangen door wat volgt : |
| « Artikel II 30. § 1. In het departement Coördinatie, Staf Centrale | « Artikel II 30. § 1. In het departement Coördinatie, Staf Centrale |
| Coördinatie, duidt de voorzitter van het college van | Coördinatie, duidt de voorzitter van het college van |
| secretarissen-generaal volgende opdrachthouders aan die worden belast | secretarissen-generaal volgende opdrachthouders aan die worden belast |
| met generieke interdepartementale aangelegenheden : vier ambtenaren | met generieke interdepartementale aangelegenheden : vier ambtenaren |
| van rang A1 of A2 die intern worden aangewezen of extern kunnen worden | van rang A1 of A2 die intern worden aangewezen of extern kunnen worden |
| aangeworven. | aangeworven. |
| § 2. Onder de ambtenaren van rang A1 van het ministerie kunnen in elk | § 2. Onder de ambtenaren van rang A1 van het ministerie kunnen in elk |
| departement opdrachthouders tijdelijk worden aangesteld die worden | departement opdrachthouders tijdelijk worden aangesteld die worden |
| belast met departementale opdrachten inzake human ressources | belast met departementale opdrachten inzake human ressources |
| management, vorming en communicatie. Het college van | management, vorming en communicatie. Het college van |
| secretarissen-generaal bepaalt op gemotiveerde wijze het aantal en de | secretarissen-generaal bepaalt op gemotiveerde wijze het aantal en de |
| verdeling van de opdrachthouders over de departementen. | verdeling van de opdrachthouders over de departementen. |
| De secretaris-generaal duidt op gemotiveerde wijze voor het eigen | De secretaris-generaal duidt op gemotiveerde wijze voor het eigen |
| departement de opdrachthouders aan. De aanduiding van de | departement de opdrachthouders aan. De aanduiding van de |
| opdrachthouders human ressources management en vorming gebeurt door de | opdrachthouders human ressources management en vorming gebeurt door de |
| ambtenaar van de rang A3 of A2A belast met de leiding van de Algemene | ambtenaar van de rang A3 of A2A belast met de leiding van de Algemene |
| Administratieve Diensten in overleg met de secretaris-generaal van het | Administratieve Diensten in overleg met de secretaris-generaal van het |
| betreffende departement. | betreffende departement. |
| Bij ontstentenis van een opdrachthouder belast met de vorming, wordt | Bij ontstentenis van een opdrachthouder belast met de vorming, wordt |
| het afdelingshoofd van de afdeling belast met personeelszaken binnen | het afdelingshoofd van de afdeling belast met personeelszaken binnen |
| het departement belast met de leiding en begeleiding van de stagiairs | het departement belast met de leiding en begeleiding van de stagiairs |
| overeenkomstig artikel VII 5. | overeenkomstig artikel VII 5. |
| § 3. De leidend ambtenaar van de administratie Personeelsontwikkeling | § 3. De leidend ambtenaar van de administratie Personeelsontwikkeling |
| duidt op gemotiveerde wijze en in overleg met de secretaris-generaal | duidt op gemotiveerde wijze en in overleg met de secretaris-generaal |
| van het departement Algemene Zaken en Financiën onder de ambtenaren | van het departement Algemene Zaken en Financiën onder de ambtenaren |
| van rang A1 van het ministerie maximum zes opdrachthouders aan die, | van rang A1 van het ministerie maximum zes opdrachthouders aan die, |
| ten behoeve van de administratie Personeelsontwikkeling, worden belast | ten behoeve van de administratie Personeelsontwikkeling, worden belast |
| met de vorming, het human ressources management of de | met de vorming, het human ressources management of de |
| organisatieontwikkeling. » | organisatieontwikkeling. » |
Art. 5.In hetzelfde statuut wordt een artikel II 30bis ingevoegd, dat |
Art. 5.In hetzelfde statuut wordt een artikel II 30bis ingevoegd, dat |
| luidt als volgt : | luidt als volgt : |
| « Artikel II 30bis. § 1. Onder de ambtenaren van het ministerie kunnen | « Artikel II 30bis. § 1. Onder de ambtenaren van het ministerie kunnen |
| projectleiders tijdelijk worden aangesteld die worden belast met de | projectleiders tijdelijk worden aangesteld die worden belast met de |
| leiding van belangrijke departementale of interdepartementale | leiding van belangrijke departementale of interdepartementale |
| projecten. Tot projectleider kunnen tijdelijk worden aangesteld de | projecten. Tot projectleider kunnen tijdelijk worden aangesteld de |
| ambtenaren van de rang A1 of waar nodig ambtenaren van rang A2 of | ambtenaren van de rang A1 of waar nodig ambtenaren van rang A2 of |
| hoger. | hoger. |
| § 2. De secretaris-generaal wijst voor zijn departement de | § 2. De secretaris-generaal wijst voor zijn departement de |
| projectleiders aan die belast worden met departementale projecten. | projectleiders aan die belast worden met departementale projecten. |
| Deze projecten worden voorafgaandelijk ter goedkeuring aan de | Deze projecten worden voorafgaandelijk ter goedkeuring aan de |
| functioneel bevoegde minister(s) voorgelegd, vooraleer de | functioneel bevoegde minister(s) voorgelegd, vooraleer de |
| projectleider geselecteerd en aangewezen wordt. | projectleider geselecteerd en aangewezen wordt. |
| § 3. Het college van secretarissen-generaal wijst de projectleiders | § 3. Het college van secretarissen-generaal wijst de projectleiders |
| aan die belast worden met interdepartementale projecten. Deze | aan die belast worden met interdepartementale projecten. Deze |
| projecten worden opgestart hetzij bij beslissing van de Vlaamse | projecten worden opgestart hetzij bij beslissing van de Vlaamse |
| regering, hetzij op voorstel van het college van | regering, hetzij op voorstel van het college van |
| secretarissen-generaal en na voorafgaandelijke goedkeuring door de | secretarissen-generaal en na voorafgaandelijke goedkeuring door de |
| Vlaamse regering. | Vlaamse regering. |
| § 4. In afwijking van §§ 1 en 2 worden de projectleiders van rang A3 | § 4. In afwijking van §§ 1 en 2 worden de projectleiders van rang A3 |
| en rang A4 aangeduid door de Vlaamse regering. | en rang A4 aangeduid door de Vlaamse regering. |
| § 5. De projectleiderstoelage zoals bepaald in artikel XIII 81ter kan | § 5. De projectleiderstoelage zoals bepaald in artikel XIII 81ter kan |
| gecumuleerd worden met andere toelagen. » | gecumuleerd worden met andere toelagen. » |
Art. 6.Artikel II 31 van hetzelfde statuut wordt vervangen door wat |
Art. 6.Artikel II 31 van hetzelfde statuut wordt vervangen door wat |
| volgt : | volgt : |
| « Artikel II 31. De beslissing tot tijdelijke aanstelling van de | « Artikel II 31. De beslissing tot tijdelijke aanstelling van de |
| opdrachthouders en projectleiders omvat de omschrijving, de begindatum | opdrachthouders en projectleiders omvat de omschrijving, de begindatum |
| en de motivering van de aanstelling, de standplaats en wat de | en de motivering van de aanstelling, de standplaats en wat de |
| projectleider betreft de duur van de opdracht. | projectleider betreft de duur van de opdracht. |
| De tijdelijke aanstelling van de opdrachthouders wordt bekrachtigd | De tijdelijke aanstelling van de opdrachthouders wordt bekrachtigd |
| door de Vlaamse regering op gezamenlijk voorstel van de | door de Vlaamse regering op gezamenlijk voorstel van de |
| minister-president van de Vlaamse regering en de Vlaamse minister | minister-president van de Vlaamse regering en de Vlaamse minister |
| bevoegd voor de ambtenarenzaken. » | bevoegd voor de ambtenarenzaken. » |
Art. 7.Artikel II 32 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij besluit van |
Art. 7.Artikel II 32 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij besluit van |
| de Vlaamse regering van 26 juni 1996, wordt vervangen door wat volgt : | de Vlaamse regering van 26 juni 1996, wordt vervangen door wat volgt : |
| « Artikel II 32. De opdrachthouders worden tijdelijk aangesteld | « Artikel II 32. De opdrachthouders worden tijdelijk aangesteld |
| conform een procedure bepaald door het college van | conform een procedure bepaald door het college van |
| secretarissen-generaal. | secretarissen-generaal. |
| In deze procedure wordt voorzien in een externe en/of interne | In deze procedure wordt voorzien in een externe en/of interne |
| potentieelinschatting als selectievoorwaarde. | potentieelinschatting als selectievoorwaarde. |
| De inhoud, de organisatie en de uitvoering van de externe en/of | De inhoud, de organisatie en de uitvoering van de externe en/of |
| interne potentieelinschatting worden bepaald door de leidend ambtenaar | interne potentieelinschatting worden bepaald door de leidend ambtenaar |
| van de administratie Personeelsontwikkeling. | van de administratie Personeelsontwikkeling. |
| De departementale directieraad van het departement waar de kandidaat | De departementale directieraad van het departement waar de kandidaat |
| op dat moment effectief werkzaam is, bepaalt op gemotiveerde wijze of | op dat moment effectief werkzaam is, bepaalt op gemotiveerde wijze of |
| de kandidaat kan deelnemen aan de potentieelinschatting. » | de kandidaat kan deelnemen aan de potentieelinschatting. » |
Art. 8.Artikel II 33 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij besluit van |
Art. 8.Artikel II 33 van hetzelfde statuut, gewijzigd bij besluit van |
| de Vlaamse regering van 26 juni 1996, wordt vervangen door wat volgt : | de Vlaamse regering van 26 juni 1996, wordt vervangen door wat volgt : |
| « Artikel II 33. De duur van de tijdelijke aanstelling tot | « Artikel II 33. De duur van de tijdelijke aanstelling tot |
| opdrachthouder bedraagt maximum zes jaar, meermaals verlengbaar met | opdrachthouder bedraagt maximum zes jaar, meermaals verlengbaar met |
| dezelfde duur. De verlenging gebeurt stilzwijgend. | dezelfde duur. De verlenging gebeurt stilzwijgend. |
| De tijdelijke aanstelling wordt ambtshalve beëindigd bij een | De tijdelijke aanstelling wordt ambtshalve beëindigd bij een |
| functioneringsevaluatie die met onvoldoende wordt besloten, bij een | functioneringsevaluatie die met onvoldoende wordt besloten, bij een |
| beslissing tot loopbaanvertraging en op de dag van de aanwijzing of | beslissing tot loopbaanvertraging en op de dag van de aanwijzing of |
| bevordering van de opdrachthouder tot een hogere rang. | bevordering van de opdrachthouder tot een hogere rang. |
| De overheid bevoegd voor de tijdelijke aanstelling kan, mits er een | De overheid bevoegd voor de tijdelijke aanstelling kan, mits er een |
| motivering gegeven wordt, een einde stellen aan deze aanstelling | motivering gegeven wordt, een einde stellen aan deze aanstelling |
| hetzij om functionele redenen, hetzij op vraag van de opdrachthouder | hetzij om functionele redenen, hetzij op vraag van de opdrachthouder |
| zelf. » | zelf. » |
Art. 9.In hetzelfde statuut wordt een artikel II 33bis ingevoegd, dat |
Art. 9.In hetzelfde statuut wordt een artikel II 33bis ingevoegd, dat |
| luidt als volgt : | luidt als volgt : |
| « Artikel II 33bis. De duur van de tijdelijke aanstelling tot | « Artikel II 33bis. De duur van de tijdelijke aanstelling tot |
| projectleider is gelijk aan de duur van het project. | projectleider is gelijk aan de duur van het project. |
| De tijdelijke aanstelling wordt ambtshalve beëindigd bij een | De tijdelijke aanstelling wordt ambtshalve beëindigd bij een |
| functioneringsevaluatie die met onvoldoende wordt besloten en bij een | functioneringsevaluatie die met onvoldoende wordt besloten en bij een |
| beslissing tot loopbaanvertraging. | beslissing tot loopbaanvertraging. |
| De tijdelijke aanstelling kan worden beëindigd op de dag van de | De tijdelijke aanstelling kan worden beëindigd op de dag van de |
| aanwijzing of bevordering van de projectleider tot een hogere rang. | aanwijzing of bevordering van de projectleider tot een hogere rang. |
| De overheid bevoegd voor de tijdelijke aanstelling kan, mits er een | De overheid bevoegd voor de tijdelijke aanstelling kan, mits er een |
| motivering gegeven wordt, een einde stellen aan deze aanstelling | motivering gegeven wordt, een einde stellen aan deze aanstelling |
| hetzij om functionele redenen, hetzij op vraag van de projectleider | hetzij om functionele redenen, hetzij op vraag van de projectleider |
| zelf. » | zelf. » |
Art. 10.Artikel II 34 van hetzelfde statuut wordt vervangen door wat |
Art. 10.Artikel II 34 van hetzelfde statuut wordt vervangen door wat |
| volgt : | volgt : |
| « Artikel II 34. De opdrachthouder of projectleider behoudt tijdens de | « Artikel II 34. De opdrachthouder of projectleider behoudt tijdens de |
| duur van zijn opdracht zijn dienstaanwijzing, evenals het recht op | duur van zijn opdracht zijn dienstaanwijzing, evenals het recht op |
| salarisverhoging of op bevordering tot een hogere graad, op dezelfde | salarisverhoging of op bevordering tot een hogere graad, op dezelfde |
| wijze als wanneer hij niet met een opdracht was belast. | wijze als wanneer hij niet met een opdracht was belast. |
| De beslissing tot het toekennen van een functioneringstoelage of | De beslissing tot het toekennen van een functioneringstoelage of |
| loopbaanvertraging wordt voor de opdrachthouders belast met | loopbaanvertraging wordt voor de opdrachthouders belast met |
| interdepartementale opdrachten genomen door het college van | interdepartementale opdrachten genomen door het college van |
| secretarissen-generaal, en voor de opdrachthouders belast met | secretarissen-generaal, en voor de opdrachthouders belast met |
| departementale opdrachten of belast met de vorming, het human | departementale opdrachten of belast met de vorming, het human |
| ressources management of de organisatieontwikkeling door de | ressources management of de organisatieontwikkeling door de |
| departementale directieraad. | departementale directieraad. |
| Voor de opdrachthouders belast met de vorming, het human ressources | Voor de opdrachthouders belast met de vorming, het human ressources |
| management of de organisatieontwikkeling wordt de beslissing genomen | management of de organisatieontwikkeling wordt de beslissing genomen |
| na overleg met de leidend ambtenaar van de administratie | na overleg met de leidend ambtenaar van de administratie |
| Personeelsontwikkeling. | Personeelsontwikkeling. |
| De beslissing tot het toekennen van een functioneringstoelage of een | De beslissing tot het toekennen van een functioneringstoelage of een |
| loopbaanvertraging wordt voor projectleiders belast met | loopbaanvertraging wordt voor projectleiders belast met |
| interdepartementale projecten genomen door het college van | interdepartementale projecten genomen door het college van |
| secretarissen-generaal, en voor de projectleiders belast met | secretarissen-generaal, en voor de projectleiders belast met |
| departementale projecten door de departementale directieraad. » | departementale projecten door de departementale directieraad. » |
Art. 11.In artikel II 46, tweede lid, van hetzelfde statuut, |
Art. 11.In artikel II 46, tweede lid, van hetzelfde statuut, |
| vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 1996, | vervangen bij het besluit van de Vlaamse regering van 14 mei 1996, |
| wordt vervangen als volgt : | wordt vervangen als volgt : |
| « De aanwijzingen van de coördinatoren en de opdrachthouders die | « De aanwijzingen van de coördinatoren en de opdrachthouders die |
| werden aangeduid vóór 1 oktober 1997 worden verlengd overeenkomstig de | werden aangeduid vóór 1 oktober 1997 worden verlengd overeenkomstig de |
| regeling van kracht vóór 1 oktober 1997 totdat de opdrachthouders | regeling van kracht vóór 1 oktober 1997 totdat de opdrachthouders |
| aangesteld zijn overeenkomstig de regeling van de artikelen II 30 tot | aangesteld zijn overeenkomstig de regeling van de artikelen II 30 tot |
| II 33. » | II 33. » |
Art. 12.In artikel VIII 25 van hetzelfde statuut worden § 4, |
Art. 12.In artikel VIII 25 van hetzelfde statuut worden § 4, |
| gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 26 juni 1996, en | gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse regering van 26 juni 1996, en |
| § 5 opgeheven. | § 5 opgeheven. |
Art. 13.In artikel XIII 33, § 2, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij |
Art. 13.In artikel XIII 33, § 2, van hetzelfde statuut, gewijzigd bij |
| de besluiten van de Vlaamse regering van 8 december 1994, 1 juni 1995, | de besluiten van de Vlaamse regering van 8 december 1994, 1 juni 1995, |
| 20 juni 1996 en 11 maart 1997, worden de volgende wijzigingen | 20 juni 1996 en 11 maart 1997, worden de volgende wijzigingen |
| aangebracht : | aangebracht : |
| 1° in 1° - Algemeen personeel - worden in de rubriek « Ingenieur, arts | 1° in 1° - Algemeen personeel - worden in de rubriek « Ingenieur, arts |
| en informaticus » de woorden « met de functie van opdrachthouder (ten | en informaticus » de woorden « met de functie van opdrachthouder (ten |
| vroegste na een proefperiode van 2 jaar en op basis van een | vroegste na een proefperiode van 2 jaar en op basis van een |
| functioneringsevaluatie waaruit blijkt dat een grote deskundigheid | functioneringsevaluatie waaruit blijkt dat een grote deskundigheid |
| werd verworven)... A280 » ingevoegd en worden in de rubriek « Adjunct | werd verworven)... A280 » ingevoegd en worden in de rubriek « Adjunct |
| van de directeur » de woorden « met de functie van opdrachthouder (ten | van de directeur » de woorden « met de functie van opdrachthouder (ten |
| vroegste na een proefperiode van 2 jaar en op basis van een | vroegste na een proefperiode van 2 jaar en op basis van een |
| functioneringsevaluatie waaruit blijkt dat een grote deskundigheid | functioneringsevaluatie waaruit blijkt dat een grote deskundigheid |
| werd verworven)... A281 » ingevoegd; | werd verworven)... A281 » ingevoegd; |
| 2° in 4° - Mandaat - wordt de rubriek « Opdrachthouder of Coördinator | 2° in 4° - Mandaat - wordt de rubriek « Opdrachthouder of Coördinator |
| » geschrapt. | » geschrapt. |
Art. 14.In hetzelfde statuut wordt in Deel XIII, Titel 3, Hoofdstuk |
Art. 14.In hetzelfde statuut wordt in Deel XIII, Titel 3, Hoofdstuk |
| 5, Toelagen aan specifieke categorieën van personeel, een afdeling 9 | 5, Toelagen aan specifieke categorieën van personeel, een afdeling 9 |
| toegevoegd, die luidt als volgt : | toegevoegd, die luidt als volgt : |
| « Afdeling 9. Projectleiderstoelage | « Afdeling 9. Projectleiderstoelage |
| Artikel XIII 81ter. § 1. Aan de projectleider vermeld in artikel II | Artikel XIII 81ter. § 1. Aan de projectleider vermeld in artikel II |
| 30bis kan een projectleiderstoelage toegekend worden waarvan het | 30bis kan een projectleiderstoelage toegekend worden waarvan het |
| bedrag à 100 % op jaarbasis bepaald wordt door de Vlaamse minister | bedrag à 100 % op jaarbasis bepaald wordt door de Vlaamse minister |
| bevoegd voor ambtenarenzaken en door de functioneel bevoegde Vlaamse | bevoegd voor ambtenarenzaken en door de functioneel bevoegde Vlaamse |
| minister(s). De toelage kan niet lager dan 96.089 fr. en niet hoger | minister(s). De toelage kan niet lager dan 96.089 fr. en niet hoger |
| dan 343.175 fr. zijn. | dan 343.175 fr. zijn. |
| De toelage is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de | De toelage is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de |
| consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van artikel XIII 23. » | consumptieprijzen overeenkomstig de bepalingen van artikel XIII 23. » |
| § 2. Om de hoogte van de toelage, binnen de grenzen vermeld in § 1, te | § 2. Om de hoogte van de toelage, binnen de grenzen vermeld in § 1, te |
| bepalen, worden volgende criteria gebruikt : | bepalen, worden volgende criteria gebruikt : |
| - de moeilijkheidsgraad en complexiteit van het project; | - de moeilijkheidsgraad en complexiteit van het project; |
| - de maatschappelijke of organisatorische relevantie van het project; | - de maatschappelijke of organisatorische relevantie van het project; |
| - de duurtijd van het project; | - de duurtijd van het project; |
| - de verantwoordelijkheid van de projectleider. » | - de verantwoordelijkheid van de projectleider. » |
Art. 15.Er wordt in deel XIII, Titel 6, Overgangs-, opheffings- en |
Art. 15.Er wordt in deel XIII, Titel 6, Overgangs-, opheffings- en |
| slotbepalingen, een artikel XIII 155novies ingevoegd dat luidt als | slotbepalingen, een artikel XIII 155novies ingevoegd dat luidt als |
| volgt : | volgt : |
| « Artikel XIII 155novies. De opdrachthouder of coördinator, bedoeld in | « Artikel XIII 155novies. De opdrachthouder of coördinator, bedoeld in |
| artikel II 46, geniet tot 31 maart 1998 de salarisschaal A281 of de | artikel II 46, geniet tot 31 maart 1998 de salarisschaal A281 of de |
| salarisschaal A280 (indien vastbenoemd in loopbaan A12). Bij een | salarisschaal A280 (indien vastbenoemd in loopbaan A12). Bij een |
| nieuwe aanwijzing tot opdrachthouder vanaf 1 april 1998 behoudt hij de | nieuwe aanwijzing tot opdrachthouder vanaf 1 april 1998 behoudt hij de |
| salarisschaal A281, respectievelijk A280. | salarisschaal A281, respectievelijk A280. |
Art. 16.In hetzelfde statuut wordt bijlage 15, gewijzigd bij de |
Art. 16.In hetzelfde statuut wordt bijlage 15, gewijzigd bij de |
| besluiten van de Vlaamse regering van 28 april 1998 en 16 juni 1998, | besluiten van de Vlaamse regering van 28 april 1998 en 16 juni 1998, |
| vervangen door de bijlage bij dit besluit. | vervangen door de bijlage bij dit besluit. |
Art. 17.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
Art. 17.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking |
| ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 11 dat | ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 11 dat |
| uitwerking heeft vanaf 1 april 1997. | uitwerking heeft vanaf 1 april 1997. |
Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken, is |
Art. 18.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken, is |
| belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 14 juli 1998. | Brussel, 14 juli 1998. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
| L. VAN DEN BRANDE | L. VAN DEN BRANDE |
| De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, | De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, |
| L. VAN DEN BOSSCHE | L. VAN DEN BOSSCHE |
| Bijlage | Bijlage |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |