Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 12/05/2017
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten "
Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
12 MEI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek 12 MEI 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de methodiek
voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten voor de berekening van de subsidies voor personeelskosten
DE VLAAMSE REGERING, DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern Gelet op het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern
verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap
voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2°, gewijzigd bij het voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2°, gewijzigd bij het
decreet van 25 april 2014; decreet van 25 april 2014;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 25 oktober 2016; begroting, gegeven op 25 oktober 2016;
Gelet op advies 60.555/01 van de Raad van State, gegeven op 22 Gelet op advies 60.555/01 van de Raad van State, gegeven op 22
december 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van december 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van
de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en
Gezin; Gezin;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap met 1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap met
rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een
Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van Handicap, opgericht bij het decreet van 7 mei 2004 tot oprichting van
het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams
Agentschap voor Personen met een Handicap; Agentschap voor Personen met een Handicap;
2° besluit van 15 december 1993: het besluit van de Vlaamse Regering 2° besluit van 15 december 1993: het besluit van de Vlaamse Regering
van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten
in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector; in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector;
3° dienst Ondersteuningsplan: een dienst Ondersteuningsplan als 3° dienst Ondersteuningsplan: een dienst Ondersteuningsplan als
vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30
september 2011 betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten september 2011 betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten
Ondersteuningsplan en een mentororganisatie voor het voortraject van Ondersteuningsplan en een mentororganisatie voor het voortraject van
personen met een handicap; personen met een handicap;
4° FAM: een flexibel aanbodcentrum als vermeld in artikel 2 van het 4° FAM: een flexibel aanbodcentrum als vermeld in artikel 2 van het
besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende
erkenning en subsidiëring van flexibele aanbodcentra voor erkenning en subsidiëring van flexibele aanbodcentra voor
meerderjarige personen met een handicap; meerderjarige personen met een handicap;
5° koninklijk besluit van 30 maart 1973: het koninklijk besluit van 30 5° koninklijk besluit van 30 maart 1973: het koninklijk besluit van 30
maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels maart 1973 tot bepaling van de te volgen gemeenschappelijke regels
voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud, voor de vaststelling van de toelagen per dag toegekend voor onderhoud,
opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten opvoeding en behandeling van minderjarigen en van gehandicapten
geplaatst ten laste van de openbare besturen; geplaatst ten laste van de openbare besturen;
6° MFC: een multifunctioneel centrum als vermeld in artikel 2 van het 6° MFC: een multifunctioneel centrum als vermeld in artikel 2 van het
besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende
erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor
minderjarige personen met een handicap; minderjarige personen met een handicap;
7° ministerieel besluit van 18 juni 1975: het ministerieel besluit van 7° ministerieel besluit van 18 juni 1975: het ministerieel besluit van
18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de vaststelling
van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische, van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor medische,
sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten voor
onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die geplaatst
zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het semi-internaat
werken; werken;
8° persoonsvolgende convenant: een persoonsvolgende convenant als 8° persoonsvolgende convenant: een persoonsvolgende convenant als
vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 19 vermeld in artikel 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 19
juli 2002 houdende maatregelen om tegemoet te komen aan de noodzaak juli 2002 houdende maatregelen om tegemoet te komen aan de noodzaak
tot leniging van dringende behoeften van personen met een handicap; tot leniging van dringende behoeften van personen met een handicap;
9° rechtstreeks toegankelijke dienst: een voorziening die al door het 9° rechtstreeks toegankelijke dienst: een voorziening die al door het
agentschap is erkend en wordt gesubsidieerd, en erkend en agentschap is erkend en wordt gesubsidieerd, en erkend en
gesubsidieerd wordt voor de uitbouw van rechtstreeks toegankelijke gesubsidieerd wordt voor de uitbouw van rechtstreeks toegankelijke
hulp als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering hulp als vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering
van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor van 22 februari 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor
personen met een handicap; personen met een handicap;
10° subsidie-eenheid: de vrij samen te stellen groep van FAM's, MFC's 10° subsidie-eenheid: de vrij samen te stellen groep van FAM's, MFC's
thuisbegeleidingsdiensten en rechtstreeks toegankelijke diensten die thuisbegeleidingsdiensten en rechtstreeks toegankelijke diensten die
ressorteren onder dezelfde inrichtende macht of een dienst ressorteren onder dezelfde inrichtende macht of een dienst
Ondersteuningsplan; Ondersteuningsplan;
11° thuisbegeleidingsdienst: een thuisbegeleidingsdienst als vermeld 11° thuisbegeleidingsdienst: een thuisbegeleidingsdienst als vermeld
in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 december in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse regering van 17 december
1996 betreffende de erkenning en subsidiëring van 1996 betreffende de erkenning en subsidiëring van
thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap. thuisbegeleidingsdiensten voor personen met een handicap.

Art. 2.Het agentschap berekent de subsidies voor personeelskosten van

Art. 2.Het agentschap berekent de subsidies voor personeelskosten van

een FAM, een MFC, een thuisbegeleidingsdienst, een dienst een FAM, een MFC, een thuisbegeleidingsdienst, een dienst
Ondersteuningsplan en een rechtstreeks toegankelijke dienst, met Ondersteuningsplan en een rechtstreeks toegankelijke dienst, met
inbegrip van de personeelskosten uit persoonsvolgende convenanten, op inbegrip van de personeelskosten uit persoonsvolgende convenanten, op
de wijze, vermeld in dit besluit. de wijze, vermeld in dit besluit.

Art. 3.Het agentschap subsidieert de personeelskosten conform de

Art. 3.Het agentschap subsidieert de personeelskosten conform de

voorwaarden, vermeld in de volgende besluiten: voorwaarden, vermeld in de volgende besluiten:
1° het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende
erkenning en subsidiëring van flexibele aanbodcentra voor erkenning en subsidiëring van flexibele aanbodcentra voor
meerderjarige personen met een handicap; meerderjarige personen met een handicap;
2° het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende 2° het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende
erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor
minderjarige personen met een handicap; minderjarige personen met een handicap;
3° het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013 3° het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari 2013
betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een
handicap; handicap;
4° het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 4° het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011
betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten
Ondersteuningsplan en een mentororganisatie voor het voortraject van Ondersteuningsplan en een mentororganisatie voor het voortraject van
personen met een handicap; personen met een handicap;
5° het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1996 5° het besluit van de Vlaamse regering van 17 december 1996
betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten betreffende de erkenning en subsidiëring van thuisbegeleidingsdiensten
voor personen met een handicap; voor personen met een handicap;
6° het besluit van 15 december 1993; 6° het besluit van 15 december 1993;
7° het ministerieel besluit van 20 oktober 1989 houdende vaststelling 7° het ministerieel besluit van 20 oktober 1989 houdende vaststelling
van de arbeidsdagen zoals bedoeld in artikel 5 van het koninklijk van de arbeidsdagen zoals bedoeld in artikel 5 van het koninklijk
besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen besluit van 30 maart 1973 tot bepaling van de te volgen
gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag gemeenschappelijke regels voor de vaststelling van de toelagen per dag
toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen toegekend voor onderhoud, opvoeding en behandeling van minderjarigen
en van gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen; en van gehandicapten, geplaatst ten laste van de openbare besturen;
8° het ministerieel besluit van 25 oktober 1989 tot vaststelling van 8° het ministerieel besluit van 25 oktober 1989 tot vaststelling van
de arbeidsdagen zoals bedoeld in artikel 5 van het ministerieel de arbeidsdagen zoals bedoeld in artikel 5 van het ministerieel
besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de besluit van 18 juni 1975 tot bepaling van de te volgen regels voor de
vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor vaststelling van het bedrag van de tegemoetkoming uit het Fonds voor
medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten medische, sociale en pedagogische zorg voor gehandicapten in de kosten
voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die voor onderhoud, opvoeding en behandeling van gehandicapten die
geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het geplaatst zijn in inrichtingen die onder het stelsel van het
semi-internaat werken. semi-internaat werken.

Art. 4.Het agentschap berekent de subsidies voor de personeelskosten

Art. 4.Het agentschap berekent de subsidies voor de personeelskosten

van een werkingsjaar op het niveau van een subsidie-eenheid. van een werkingsjaar op het niveau van een subsidie-eenheid.

Art. 5.De subsidie-eenheid bezorgt jaarlijks, uiterlijk op 30 juni,

Art. 5.De subsidie-eenheid bezorgt jaarlijks, uiterlijk op 30 juni,

het subsidiedossier voor de afrekening van de personeelssubsidies van het subsidiedossier voor de afrekening van de personeelssubsidies van
het voorafgaande werkingsjaar. het voorafgaande werkingsjaar.

Art. 6.Het agentschap bepaalt het maximale aantal personeelspunten

Art. 6.Het agentschap bepaalt het maximale aantal personeelspunten

van een subsidie-eenheid die op jaarbasis subsidieerbaar zijn, op van een subsidie-eenheid die op jaarbasis subsidieerbaar zijn, op
basis van de volgende elementen: basis van de volgende elementen:
1° het aantal personeelspunten waarvoor een FAM is erkend; 1° het aantal personeelspunten waarvoor een FAM is erkend;
2° het aantal personeelspunten waarvoor een MFC is erkend; 2° het aantal personeelspunten waarvoor een MFC is erkend;
3° het aantal begeleidingen waarvoor een thuisbegeleidingsdienst is 3° het aantal begeleidingen waarvoor een thuisbegeleidingsdienst is
erkend, omgezet in personeelspunten; erkend, omgezet in personeelspunten;
4° het aantal personeelspunten dat overeenstemt met de ondersteuning 4° het aantal personeelspunten dat overeenstemt met de ondersteuning
die effectief geboden is door een rechtstreeks toegankelijke dienst, die effectief geboden is door een rechtstreeks toegankelijke dienst,
waarbij het aantal personeelspunten waarvoor een rechtstreeks waarbij het aantal personeelspunten waarvoor een rechtstreeks
toegankelijke dienst is erkend als maximum geldt. Bij de vaststelling toegankelijke dienst is erkend als maximum geldt. Bij de vaststelling
van het aantal personeelspunten wordt rekening gehouden met artikel 6, van het aantal personeelspunten wordt rekening gehouden met artikel 6,
derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari derde lid, van het besluit van de Vlaamse Regering van 22 februari
2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een 2013 betreffende rechtstreeks toegankelijke hulp voor personen met een
handicap. Het aantal personeelspunten dat de subsidie-eenheid heeft handicap. Het aantal personeelspunten dat de subsidie-eenheid heeft
verkregen van een andere rechtstreeks toegankelijke dienst, wordt verkregen van een andere rechtstreeks toegankelijke dienst, wordt
daaraan toegevoegd; daaraan toegevoegd;
5° het aantal begeleidingen waarvoor een dienst Ondersteuningsplan is 5° het aantal begeleidingen waarvoor een dienst Ondersteuningsplan is
erkend, omgezet in personeelspunten; erkend, omgezet in personeelspunten;
6° het aantal personeelspunten dat in het kader van een 6° het aantal personeelspunten dat in het kader van een
samenwerkingsovereenkomst is overgedragen door of ontvangen van een samenwerkingsovereenkomst is overgedragen door of ontvangen van een
andere subsidie-eenheid; andere subsidie-eenheid;
7° de bedragen, vermeld in de persoonsvolgende convenanten, die worden 7° de bedragen, vermeld in de persoonsvolgende convenanten, die worden
omgezet in personeelspunten. Voor de omzetting worden de bedragen omgezet in personeelspunten. Voor de omzetting worden de bedragen
gedeeld door 925 euro. De gesloten convenanten worden aangepast om te gedeeld door 925 euro. De gesloten convenanten worden aangepast om te
voldoen aan de bepalingen van dit besluit. voldoen aan de bepalingen van dit besluit.

Art. 7.In dit artikel wordt verstaan onder:

Art. 7.In dit artikel wordt verstaan onder:

1° prestatie-eenheid: de verhouding tussen de werkelijk gepresteerde 1° prestatie-eenheid: de verhouding tussen de werkelijk gepresteerde
uren en een theoretisch aantal uren voor een voltijdse prestatie in uren en een theoretisch aantal uren voor een voltijdse prestatie in
een bepaalde maand; een bepaalde maand;
2° gemiddelde prestatie-eenheid: de som van de prestatie-eenheden, 2° gemiddelde prestatie-eenheid: de som van de prestatie-eenheden,
gedeeld door twaalf. gedeeld door twaalf.
De subsidie-eenheid bezorgt jaarlijks in het subsidiedossier de De subsidie-eenheid bezorgt jaarlijks in het subsidiedossier de
volgende informatie over al haar personeelsleden aan het agentschap: volgende informatie over al haar personeelsleden aan het agentschap:
1° voor- en achternaam van het personeelslid; 1° voor- en achternaam van het personeelslid;
2° rijksregisternummer van het personeelslid; 2° rijksregisternummer van het personeelslid;
3° anciënniteit van het personeelslid op 1 januari van het 3° anciënniteit van het personeelslid op 1 januari van het
werkingsjaar waarop het subsidiedossier betrekking heeft, of op de werkingsjaar waarop het subsidiedossier betrekking heeft, of op de
datum van indiensttreding als het personeelslid in het werkingsjaar datum van indiensttreding als het personeelslid in het werkingsjaar
waarop het subsidiedossier betrekking heeft, in dienst is getreden; waarop het subsidiedossier betrekking heeft, in dienst is getreden;
4° de functiecodes, vermeld in tabel 1, opgenomen in de bijlage die 4° de functiecodes, vermeld in tabel 1, opgenomen in de bijlage die
bij dit besluit is gevoegd; bij dit besluit is gevoegd;
5° de gemiddelde prestatie-eenheid van het betreffende werkingsjaar; 5° de gemiddelde prestatie-eenheid van het betreffende werkingsjaar;
6° de gemiddelde prestatie-eenheid voor periodes van gelijkgestelde 6° de gemiddelde prestatie-eenheid voor periodes van gelijkgestelde
afwezigheid als vermeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van afwezigheid als vermeld in artikel 16 van het koninklijk besluit van
30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van
de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, van
het betreffende werkingsjaar. het betreffende werkingsjaar.

Art. 8.Het agentschap berekent op basis van de gegevens, vermeld in

Art. 8.Het agentschap berekent op basis van de gegevens, vermeld in

artikel 7, voor elk personeelslid, per functiecode, het jaarlijkse artikel 7, voor elk personeelslid, per functiecode, het jaarlijkse
brutoloon, eventueel met inbegrip van de haardtoelage. brutoloon, eventueel met inbegrip van de haardtoelage.

Art. 9.Het agentschap berekent voor elk personeelslid het bedrag van

Art. 9.Het agentschap berekent voor elk personeelslid het bedrag van

de eindejaarspremie conform artikel 6 van het besluit van de Vlaamse de eindejaarspremie conform artikel 6 van het besluit van de Vlaamse
Regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de Regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de
personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector, op personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector, op
basis van het jaarlijkse brutoloon van het personeelslid, vermeld in basis van het jaarlijkse brutoloon van het personeelslid, vermeld in
artikel 8 van dit besluit. artikel 8 van dit besluit.

Art. 10.Het agentschap berekent voor elk personeelslid de

Art. 10.Het agentschap berekent voor elk personeelslid de

socialezekerheidsbijdragen van de werkgever op het jaarlijkse socialezekerheidsbijdragen van de werkgever op het jaarlijkse
brutoloon, vermeld in artikel 8, en de eindejaarspremie, vermeld in brutoloon, vermeld in artikel 8, en de eindejaarspremie, vermeld in
artikel 9, aan de hand van een percentage dat wordt berekend door het artikel 9, aan de hand van een percentage dat wordt berekend door het
gemiddelde te maken van de verschillende percentages voor gemiddelde te maken van de verschillende percentages voor
socialezekerheidsbijdragen voor werkgevers die door de Rijksdienst socialezekerheidsbijdragen voor werkgevers die door de Rijksdienst
voor Sociale Zekerheid voor het betreffende werkingsjaar worden voor Sociale Zekerheid voor het betreffende werkingsjaar worden
vastgesteld voor de sector paritair comité 319/01,met uitzondering van vastgesteld voor de sector paritair comité 319/01,met uitzondering van
de percentages voor de tweede pensioenpijler. de percentages voor de tweede pensioenpijler.

Art. 11.Het agentschap berekent voor elk personeelslid het

Art. 11.Het agentschap berekent voor elk personeelslid het

vakantiegeld met de volgende formule: voltijds brutoloon voor de maand vakantiegeld met de volgende formule: voltijds brutoloon voor de maand
juli van het betreffende werkingsjaar X 92%. juli van het betreffende werkingsjaar X 92%.

Art. 12.Voor alle personeelsleden van een subsidie-eenheid wordt het

Art. 12.Voor alle personeelsleden van een subsidie-eenheid wordt het

totaal van de bedragen, vermeld in artikel 8, 9, 10 en 11, per totaal van de bedragen, vermeld in artikel 8, 9, 10 en 11, per
functiecode vermenigvuldigd met de gemiddelde prestatie-eenheid, functiecode vermenigvuldigd met de gemiddelde prestatie-eenheid,
vermeld in artikel 7, tweede lid, 5°, en het totaal van de bedragen, vermeld in artikel 7, tweede lid, 5°, en het totaal van de bedragen,
vermeld in artikel 9, 10 en 11, met de gemiddelde prestatie-eenheid, vermeld in artikel 9, 10 en 11, met de gemiddelde prestatie-eenheid,
vermeld in artikel 7, tweede lid, 6°. vermeld in artikel 7, tweede lid, 6°.

Art. 13.Voor de subsidiëring van de extra salarissupplementen voor

Art. 13.Voor de subsidiëring van de extra salarissupplementen voor

prestaties op zaterdagen, zon- en feestdagen, alsook voor avond- en prestaties op zaterdagen, zon- en feestdagen, alsook voor avond- en
nachtwerk, vermeld in artikel 4, eerste lid, 6°, van het besluit van nachtwerk, vermeld in artikel 4, eerste lid, 6°, van het besluit van
15 december 1993, bezorgt de subsidie-eenheid in het subsidiedossier, 15 december 1993, bezorgt de subsidie-eenheid in het subsidiedossier,
de volgende informatie over het opvoedend, administratief en logistiek de volgende informatie over het opvoedend, administratief en logistiek
personeel aan het agentschap: personeel aan het agentschap:
1° het totale aantal gepresteerde uren, beperkt tot het aantal uren 1° het totale aantal gepresteerde uren, beperkt tot het aantal uren
dat conform artikel 8 van het voormelde besluit gesubsidieerd kan dat conform artikel 8 van het voormelde besluit gesubsidieerd kan
worden, opgesplitst per type prestatie, namelijk avonduren, worden, opgesplitst per type prestatie, namelijk avonduren,
zaterdaguren, zondaguren, aantal uren prestaties op feestdagen, aantal zaterdaguren, zondaguren, aantal uren prestaties op feestdagen, aantal
uren avondwerk en aantal uren nachtwerk; uren avondwerk en aantal uren nachtwerk;
2° het totaalbedrag van de brutolonen voor de prestaties, vermeld in 2° het totaalbedrag van de brutolonen voor de prestaties, vermeld in
punt 1°, per type; punt 1°, per type;
3° het totaalbedrag van het enkelvoudige vakantiegeld op de lonen voor 3° het totaalbedrag van het enkelvoudige vakantiegeld op de lonen voor
de prestaties, vermeld in punt 2° ; de prestaties, vermeld in punt 2° ;
4° het totaalbedrag van het dubbele vakantiegeld op de lonen voor de 4° het totaalbedrag van het dubbele vakantiegeld op de lonen voor de
prestaties, vermeld in punt 2° ; prestaties, vermeld in punt 2° ;
5° het totaalbedrag van gewaarborgd loon dat betrekking heeft op 5° het totaalbedrag van gewaarborgd loon dat betrekking heeft op
prestaties die geleverd zijn op zaterdagen, zon- en feestdagen, alsook prestaties die geleverd zijn op zaterdagen, zon- en feestdagen, alsook
op prestaties voor avond- en nachtwerk. op prestaties voor avond- en nachtwerk.
Als het aantal uren, vermeld in het eerste lid, 1°, groter is dan het Als het aantal uren, vermeld in het eerste lid, 1°, groter is dan het
aantal uren dat gesubsidieerd kan worden conform artikel 8 van het aantal uren dat gesubsidieerd kan worden conform artikel 8 van het
voormelde besluit, beperkt het agentschap de subsidie tot de voormelde besluit, beperkt het agentschap de subsidie tot de
loonkosten van het aantal uren dat gesubsidieerd kan worden conform loonkosten van het aantal uren dat gesubsidieerd kan worden conform
artikel 8 van het voormelde besluit. artikel 8 van het voormelde besluit.

Art. 14.Voor de subsidiëring van de aanvullende vergoeding ter

Art. 14.Voor de subsidiëring van de aanvullende vergoeding ter

uitvoering van het stelsel werkloosheid met toeslag conform artikel uitvoering van het stelsel werkloosheid met toeslag conform artikel
4ter van het ministerieel besluit van 18 juni 1975 en artikel 4ter van 4ter van het ministerieel besluit van 18 juni 1975 en artikel 4ter van
het koninklijk besluit van 30 maart 1973 bezorgt de subsidie-eenheid het koninklijk besluit van 30 maart 1973 bezorgt de subsidie-eenheid
of de dienst Ondersteuningsplan de volgende informatie aan het of de dienst Ondersteuningsplan de volgende informatie aan het
agentschap: agentschap:
1° het rijksregisternummer van de personeelsleden die vallen onder het 1° het rijksregisternummer van de personeelsleden die vallen onder het
stelsel werkloosheid met toeslag; stelsel werkloosheid met toeslag;
2° de voor- en achternaam van de personeelsleden die vallen onder het 2° de voor- en achternaam van de personeelsleden die vallen onder het
stelsel werkloosheid met toeslag; stelsel werkloosheid met toeslag;
3° het bedrag van de aanvullende vergoeding; 3° het bedrag van de aanvullende vergoeding;
4° het bedrag van de sociale zekerheidsbijdragen van de werknemer op 4° het bedrag van de sociale zekerheidsbijdragen van de werknemer op
de aanvullende vergoeding. de aanvullende vergoeding.

Art. 15.De totale te subsidiëren loonmassa van een subsidie-eenheid

Art. 15.De totale te subsidiëren loonmassa van een subsidie-eenheid

is gelijk aan de opstelsom van: is gelijk aan de opstelsom van:
1° de gesubsidieerde loonkosten, vermeld in artikel 12; 1° de gesubsidieerde loonkosten, vermeld in artikel 12;
2° het totaalbedrag van de personeelskosten voor de prestaties, 2° het totaalbedrag van de personeelskosten voor de prestaties,
vermeld in artikel 13; vermeld in artikel 13;
3° het bedrag van de aanvullende vergoeding, vermeld in artikel 14. 3° het bedrag van de aanvullende vergoeding, vermeld in artikel 14.

Art. 16.Aanvullend op de totale te subsidiëren loonmassa van een

Art. 16.Aanvullend op de totale te subsidiëren loonmassa van een

subsidie-eenheid, vermeld in artikel 15 van dit besluit, subsidieert subsidie-eenheid, vermeld in artikel 15 van dit besluit, subsidieert
het agentschap de forfaitaire percentages, vermeld in artikel 23 van het agentschap de forfaitaire percentages, vermeld in artikel 23 van
het koninklijk besluit van 30 maart 1973 en artikel 11 van het het koninklijk besluit van 30 maart 1973 en artikel 11 van het
ministerieel besluit van 18 juni 1975. ministerieel besluit van 18 juni 1975.
Voor de berekening van de forfaitaire percentages, vermeld in het Voor de berekening van de forfaitaire percentages, vermeld in het
eerste lid, wordt gebruikgemaakt van een percentage dat een gewogen eerste lid, wordt gebruikgemaakt van een percentage dat een gewogen
gemiddelde is van de percentages die conform tabel 2, opgenomen in de gemiddelde is van de percentages die conform tabel 2, opgenomen in de
bijlage die bij dit besluit is gevoegd, van toepassing zijn voor een bijlage die bij dit besluit is gevoegd, van toepassing zijn voor een
subsidie-eenheid, en dat wordt berekend aan de hand van het aantal subsidie-eenheid, en dat wordt berekend aan de hand van het aantal
personeelspunten van de verschillende samenstellende delen van de personeelspunten van de verschillende samenstellende delen van de
subsidie-eenheid, vermeld in de voormelde tabel 2. subsidie-eenheid, vermeld in de voormelde tabel 2.
Het gewogen gemiddelde percentage, vermeld in het tweede lid, wordt Het gewogen gemiddelde percentage, vermeld in het tweede lid, wordt
vermenigvuldigd met de totale te subsidiëren loonmassa, vermeld in vermenigvuldigd met de totale te subsidiëren loonmassa, vermeld in
artikel 15. artikel 15.
In afwijking van het tweede en derde lid subsidieert het agentschap In afwijking van het tweede en derde lid subsidieert het agentschap
voor een dienst Ondersteuningsplan aanvullend op de totale te voor een dienst Ondersteuningsplan aanvullend op de totale te
subsidiëren loonmassa, vermeld in artikel 15, een forfaitair subsidiëren loonmassa, vermeld in artikel 15, een forfaitair
percentage van 3,325% van die loonmassa. percentage van 3,325% van die loonmassa.

Art. 17.Het agentschap subsidieert aanvullend op de totale te

Art. 17.Het agentschap subsidieert aanvullend op de totale te

subsidiëren loonmassa van een subsidie-eenheid, vermeld in artikel 15 subsidiëren loonmassa van een subsidie-eenheid, vermeld in artikel 15
van dit besluit, een forfait voor zware beroepen als vermeld in van dit besluit, een forfait voor zware beroepen als vermeld in
artikel 2, tweede lid, en artikel 3, tweede lid, van het besluit van artikel 2, tweede lid, en artikel 3, tweede lid, van het besluit van
de Vlaamse Regering van 30 maart 2001 houdende verscheidene bepalingen de Vlaamse Regering van 30 maart 2001 houdende verscheidene bepalingen
tot regeling en subsidiëring van arbeid en vakantie van personeel tot regeling en subsidiëring van arbeid en vakantie van personeel
tewerkgesteld door voorzieningen gesubsidieerd door het Vlaams Fonds tewerkgesteld door voorzieningen gesubsidieerd door het Vlaams Fonds
voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap of door de voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap of door de
Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding.
De loonmassa van de subsidie-eenheid waarop de percentages, vermeld in De loonmassa van de subsidie-eenheid waarop de percentages, vermeld in
artikel 2, tweede lid, en artikel 3, tweede lid, van het voormelde artikel 2, tweede lid, en artikel 3, tweede lid, van het voormelde
besluit, worden toegepast, is gelijk aan het percentage dat voor elke besluit, worden toegepast, is gelijk aan het percentage dat voor elke
subsidie-eenheid is vastgesteld in tabel 3, opgenomen in de bijlage subsidie-eenheid is vastgesteld in tabel 3, opgenomen in de bijlage
die bij dit besluit is gevoegd, van de totale te subsidiëren loonmassa die bij dit besluit is gevoegd, van de totale te subsidiëren loonmassa
van een subsidie-eenheid, vermeld in artikel 15 van dit besluit. van een subsidie-eenheid, vermeld in artikel 15 van dit besluit.

Art. 18.Het agentschap subsidieert aanvullend op de gesubsidieerde

Art. 18.Het agentschap subsidieert aanvullend op de gesubsidieerde

loonkosten van een subsidie-eenheid, vermeld in artikel 12, tweede loonkosten van een subsidie-eenheid, vermeld in artikel 12, tweede
lid, van dit besluit, een forfait voor conventioneel verlof, conform lid, van dit besluit, een forfait voor conventioneel verlof, conform
artikel 4, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart artikel 4, § 3, van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart
2001 houdende verscheidene bepalingen tot regeling en subsidiëring van 2001 houdende verscheidene bepalingen tot regeling en subsidiëring van
arbeid en vakantie van personeel tewerkgesteld door voorzieningen arbeid en vakantie van personeel tewerkgesteld door voorzieningen
gesubsidieerd door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van gesubsidieerd door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van
Personen met een Handicap of door de Vlaamse Dienst voor Personen met een Handicap of door de Vlaamse Dienst voor
Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding.
Het forfait voor conventioneel verlof, vermeld in het eerste lid, Het forfait voor conventioneel verlof, vermeld in het eerste lid,
wordt berekend op basis van de totale te subsidiëren loonkosten van de wordt berekend op basis van de totale te subsidiëren loonkosten van de
subsidie-eenheid, vermeld in artikel 15 van dit besluit. subsidie-eenheid, vermeld in artikel 15 van dit besluit.

Art. 19.Het agentschap berekent de aanvullende subsidiëring, vermeld

Art. 19.Het agentschap berekent de aanvullende subsidiëring, vermeld

in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september in artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september
2006 houdende de subsidiëring van bepaalde personeelskosten, van 2006 houdende de subsidiëring van bepaalde personeelskosten, van
management en kwaliteitsondersteunende maatregelen voor voorzieningen management en kwaliteitsondersteunende maatregelen voor voorzieningen
en diensten, gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen en diensten, gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Personen
met een Handicap, op basis van de totale te subsidiëren loonkosten van met een Handicap, op basis van de totale te subsidiëren loonkosten van
een subsidie-eenheid, vermeld in artikel 15 van dit besluit. een subsidie-eenheid, vermeld in artikel 15 van dit besluit.

Art. 20.Het agentschap berekent de volgende aanvullende subsidies op

Art. 20.Het agentschap berekent de volgende aanvullende subsidies op

basis van het aantal voltijdsequivalenten tewerkgesteld personeel, basis van het aantal voltijdsequivalenten tewerkgesteld personeel,
vermeld in het subsidiedossier van de subsidie-eenheid: vermeld in het subsidiedossier van de subsidie-eenheid:
1° de subsidie voor managementondersteuning, vermeld in artikel 2 van 1° de subsidie voor managementondersteuning, vermeld in artikel 2 van
het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 tot subsidiëring het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 tot subsidiëring
van management en vorming ten bate van voorzieningen gesubsidieerd van management en vorming ten bate van voorzieningen gesubsidieerd
door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een door het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een
Handicap; Handicap;
2° de toelage voor managementondersteuning, vermeld in artikel 2 van 2° de toelage voor managementondersteuning, vermeld in artikel 2 van
het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende het besluit van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 houdende
toekenning voor managementondersteuning aan voorzieningen voor toekenning voor managementondersteuning aan voorzieningen voor
personen met een handicap; personen met een handicap;
3° de aanvullende subsidie voor vorming, vermeld in artikel 4 van het 3° de aanvullende subsidie voor vorming, vermeld in artikel 4 van het
besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 tot subsidiëring van besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2001 tot subsidiëring van
management en vorming ten bate van voorzieningen gesubsidieerd door management en vorming ten bate van voorzieningen gesubsidieerd door
het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap het Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap
of door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding. of door de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding.

Art. 21.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.

Art. 21.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.

Het besluit is van toepassingen op de afrekeningen van Het besluit is van toepassingen op de afrekeningen van
personeelssubsidies van subsidie-eenheden vanaf het werkingsjaar 2016. personeelssubsidies van subsidie-eenheden vanaf het werkingsjaar 2016.

Art. 22.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen,

Art. 22.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen,

is belast met de uitvoering van dit besluit. is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 12 mei 2017. Brussel, 12 mei 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN J. VANDEURZEN
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering
houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor houdende de methodiek voor de berekening van de subsidies voor
personeelskosten. personeelskosten.
Brussel, 12 mei 2017. Brussel, 12 mei 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN J. VANDEURZEN
^