| Besluit van de Vlaamse regering tot toekenning van een vakantiegeld en eindejaarstoelage aan de provinciegouverneurs, arrondissementscommissarissen en gewestelijk ontvangers | Besluit van de Vlaamse regering tot toekenning van een vakantiegeld en eindejaarstoelage aan de provinciegouverneurs, arrondissementscommissarissen en gewestelijk ontvangers |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
| 12 DECEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot toekenning van | 12 DECEMBER 2003. - Besluit van de Vlaamse regering tot toekenning van |
| een vakantiegeld en eindejaarstoelage aan de provinciegouverneurs, | een vakantiegeld en eindejaarstoelage aan de provinciegouverneurs, |
| arrondissementscommissarissen en gewestelijk ontvangers | arrondissementscommissarissen en gewestelijk ontvangers |
| De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
| Gelet op de provinciewet van 30 april 1836, inzonderheid op artikel 4, | Gelet op de provinciewet van 30 april 1836, inzonderheid op artikel 4, |
| tweede lid, artikel 5bis, derde lid en artikel 132, gewijzigd bij de | tweede lid, artikel 5bis, derde lid en artikel 132, gewijzigd bij de |
| wet van 16 juli 1993; | wet van 16 juli 1993; |
| Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, | Gelet op de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, |
| gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 64; | gecoördineerd op 18 juli 1966, inzonderheid op artikel 64; |
| Gelet op de nieuwe Gemeentewet, inzonderheid artikel 67, eerste lid; | Gelet op de nieuwe Gemeentewet, inzonderheid artikel 67, eerste lid; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
| begroting, gegeven op 17 juli 2003; | begroting, gegeven op 17 juli 2003; |
| Gelet op het protocol nr. 202.630bis van 21 november 2003 van het | Gelet op het protocol nr. 202.630bis van 21 november 2003 van het |
| Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest; | Sectorcomité XVIII Vlaamse Gemeenschap - Vlaams Gewest; |
| Gelet op het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen | Gelet op het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen |
| een termijn van dertig dagen; | een termijn van dertig dagen; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 28 oktober 2003, | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 28 oktober 2003, |
| met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten | met toepassing van artikel 84, § 1, 1°, van de gecoördineerde wetten |
| op de Raad van State; | op de Raad van State; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, | Op voorstel van de Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, |
| Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken; | Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.§ 1. Aan de provinciegouverneurs, de adjunct van de |
Artikel 1.§ 1. Aan de provinciegouverneurs, de adjunct van de |
| gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de | gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de |
| arrondissementscommissarissen, de adjunct-arrondissementscommissaris | arrondissementscommissarissen, de adjunct-arrondissementscommissaris |
| en de gewestelijk ontvangers wordt een vakantiegeld en | en de gewestelijk ontvangers wordt een vakantiegeld en |
| eindejaarstoelage toegekend zoals hierna bepaald. | eindejaarstoelage toegekend zoals hierna bepaald. |
| § 2. Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage zijn een percentage van | § 2. Het vakantiegeld en de eindejaarstoelage zijn een percentage van |
| het brutosalaris. | het brutosalaris. |
| § 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : | § 3. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° brutosalaris : het geïndexeerd jaarsalaris; | 1° brutosalaris : het geïndexeerd jaarsalaris; |
| 2° brutomaandsalaris : het brutosalaris gedeeld door 12. | 2° brutomaandsalaris : het brutosalaris gedeeld door 12. |
| § 4. Als niet tijdens de hele referteperiode volledige prestaties | § 4. Als niet tijdens de hele referteperiode volledige prestaties |
| werden verricht, wordt het vakantiegeld en de eindejaarstoelage | werden verricht, wordt het vakantiegeld en de eindejaarstoelage |
| herleid pro rata van het verdiende brutosalaris tegenover het | herleid pro rata van het verdiende brutosalaris tegenover het |
| brutosalaris bij volledige prestaties voor de volledige | brutosalaris bij volledige prestaties voor de volledige |
| referteperiode. | referteperiode. |
| § 5. Bij vervroegde beëindiging van de tewerkstelling wordt het | § 5. Bij vervroegde beëindiging van de tewerkstelling wordt het |
| vakantiegeld en de eindejaarstoelage berekend op het brutosalaris voor | vakantiegeld en de eindejaarstoelage berekend op het brutosalaris voor |
| volledige prestaties van de laatste maand van tewerkstelling, en wordt | volledige prestaties van de laatste maand van tewerkstelling, en wordt |
| het vakantiegeld en de eindejaarstoelage betaald tijdens de maand | het vakantiegeld en de eindejaarstoelage betaald tijdens de maand |
| volgende op de beëindiging van de tewerkstelling. | volgende op de beëindiging van de tewerkstelling. |
Art. 2.§ 1. Voor de berekening van het vakantiegeld wordt onder « |
Art. 2.§ 1. Voor de berekening van het vakantiegeld wordt onder « |
| referteperiode » verstaan het kalenderjaar dat voorafgaat aan het | referteperiode » verstaan het kalenderjaar dat voorafgaat aan het |
| vakantiejaar. | vakantiejaar. |
| § 2. Het vakantiegeld voor de provinciegouverneurs, de adjunct van de | § 2. Het vakantiegeld voor de provinciegouverneurs, de adjunct van de |
| gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de | gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de |
| arrondissementscommissarissen, de adjunct-arrondissementscommissaris | arrondissementscommissarissen, de adjunct-arrondissementscommissaris |
| en de gewestelijke ontvangers bedraagt voor 2003 70 % van het | en de gewestelijke ontvangers bedraagt voor 2003 70 % van het |
| brutomaandsalaris van de maand april van het vakantiejaar. | brutomaandsalaris van de maand april van het vakantiejaar. |
| Indien het aldus berekend vakantiegeld het reeds toegekende | Indien het aldus berekend vakantiegeld het reeds toegekende |
| vakantiegeld overstijgt, wordt het verschil aan de betrokken | vakantiegeld overstijgt, wordt het verschil aan de betrokken |
| personeelsleden uitbetaald. | personeelsleden uitbetaald. |
| § 3. Vanaf het jaar 2004 bedraagt het vakantiegeld voor de | § 3. Vanaf het jaar 2004 bedraagt het vakantiegeld voor de |
| provinciegouverneurs, de adjunct van de gouverneur van de provincie | provinciegouverneurs, de adjunct van de gouverneur van de provincie |
| Vlaams-Brabant, de arrondissementscommissarissen, de | Vlaams-Brabant, de arrondissementscommissarissen, de |
| adjunct-arrondissementscommissaris en de gewestelijke ontvangers 92 % | adjunct-arrondissementscommissaris en de gewestelijke ontvangers 92 % |
| van het brutomaandsalaris van de maand april van het vakantiejaar. Het | van het brutomaandsalaris van de maand april van het vakantiejaar. Het |
| vakantiegeld wordt betaald tijdens de maand mei van het vakantiejaar. | vakantiegeld wordt betaald tijdens de maand mei van het vakantiejaar. |
| § 4. Er wordt een inhouding verricht van 13,07 % op het vakantiegeld | § 4. Er wordt een inhouding verricht van 13,07 % op het vakantiegeld |
| ten belope van 85 % van het brutomaandsalaris. Indien het vakantiegeld | ten belope van 85 % van het brutomaandsalaris. Indien het vakantiegeld |
| maximum 85 % van het brutomaandsalaris bedraagt, gebeurt de inhouding | maximum 85 % van het brutomaandsalaris bedraagt, gebeurt de inhouding |
| van 13,07 % op het volledig bedrag. | van 13,07 % op het volledig bedrag. |
Art. 3.§ 1. Voor de berekening van de eindejaarstoelage wordt onder « |
Art. 3.§ 1. Voor de berekening van de eindejaarstoelage wordt onder « |
| referteperiode » verstaan de periode van 1 januari tot en met 30 | referteperiode » verstaan de periode van 1 januari tot en met 30 |
| september. | september. |
| § 2. De eindejaarstoelage voor de provinciegouverneurs, de adjunct van | § 2. De eindejaarstoelage voor de provinciegouverneurs, de adjunct van |
| de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de | de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant, de |
| arrondissementscommissarissen, de adjunct-arrondissementscommissaris | arrondissementscommissarissen, de adjunct-arrondissementscommissaris |
| en de gewestelijke ontvangers bedraagt vanaf 2003 50 % van het | en de gewestelijke ontvangers bedraagt vanaf 2003 50 % van het |
| brutomaandsalaris van november. | brutomaandsalaris van november. |
| § 3. De eindejaarstoelage wordt uitbetaald tijdens de maand december | § 3. De eindejaarstoelage wordt uitbetaald tijdens de maand december |
| van het desbetreffende jaar. » | van het desbetreffende jaar. » |
Art. 4.Dit besluit treedt heden in werking. |
Art. 4.Dit besluit treedt heden in werking. |
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken, is |
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor de ambtenarenzaken, is |
| belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 12 december 2003. | Brussel, 12 december 2003. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
| B. SOMERS | B. SOMERS |
| De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd | De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd |
| en Ambtenarenzaken, | en Ambtenarenzaken, |
| P. VAN GREMBERGEN | P. VAN GREMBERGEN |