Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de eenmalige uitbetaling van de alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden | Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de eenmalige uitbetaling van de alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
11 SEPTEMBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van | 11 SEPTEMBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van |
de eenmalige uitbetaling van de alternatieve investeringssubsidies, | de eenmalige uitbetaling van de alternatieve investeringssubsidies, |
verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden | verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden |
Aangelegenheden | Aangelegenheden |
De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur | Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur |
voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 7bis, ingevoegd bij het | voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 7bis, ingevoegd bij het |
decreet van 17 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 12 februari | decreet van 17 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 12 februari |
2010, 20 december 2013 en 3 juli 2015; | 2010, 20 december 2013 en 3 juli 2015; |
Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen | Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen |
betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
artikel 7; | artikel 7; |
Gelet op het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de | Gelet op het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de |
begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle | begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle |
op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 57; | op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 57; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
begroting, gegeven op 12 juni 2015; | begroting, gegeven op 12 juni 2015; |
Gelet op advies 57.757/1/V van de Raad van State, gegeven op 28 juli | Gelet op advies 57.757/1/V van de Raad van State, gegeven op 28 juli |
2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en | Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en |
Gezin; | Gezin; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK 1. - Definities | HOOFDSTUK 1. - Definities |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
1° besluit van 18 maart 2011: het besluit van de Vlaamse Regering van | 1° besluit van 18 maart 2011: het besluit van de Vlaamse Regering van |
18 maart 2011 tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies, | 18 maart 2011 tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies, |
verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden | verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden |
Aangelegenheden; | Aangelegenheden; |
2° eenmalige subsidiebetaling: de uitbetaling van de alternatieve | 2° eenmalige subsidiebetaling: de uitbetaling van de alternatieve |
subsidie ineens voor een volledig of partieel bedrag van het | subsidie ineens voor een volledig of partieel bedrag van het |
openstaande kapitaalsaldo; | openstaande kapitaalsaldo; |
3° gebruikstoelage: een gebruikstoelage als vermeld in artikel 12 of | 3° gebruikstoelage: een gebruikstoelage als vermeld in artikel 12 of |
40 van het besluit van 18 maart 2011; | 40 van het besluit van 18 maart 2011; |
4° verbrekingskosten: de vergoeding die de aanvrager betaalt bij een | 4° verbrekingskosten: de vergoeding die de aanvrager betaalt bij een |
voortijdige aflossing van de leningen; | voortijdige aflossing van de leningen; |
5° volledige eenmalige subsidiebetaling: een eenmalige | 5° volledige eenmalige subsidiebetaling: een eenmalige |
subsidiebetaling voor het volledige bedrag van het openstaande | subsidiebetaling voor het volledige bedrag van het openstaande |
kapitaalsaldo van de investeringssubsidie; | kapitaalsaldo van de investeringssubsidie; |
6° publieke rechtspersoon: elke rechtspersoon die geen vereniging | 6° publieke rechtspersoon: elke rechtspersoon die geen vereniging |
zonder winstoogmerk of stichting is als vermeld in artikel 1 van de | zonder winstoogmerk of stichting is als vermeld in artikel 1 van de |
wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, | wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, |
de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. | de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. |
HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied | HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied |
Art. 2.Dit besluit is, binnen de perken van de begrotingskredieten en |
Art. 2.Dit besluit is, binnen de perken van de begrotingskredieten en |
de kostenefficiënte toegang tot de financiële markten voor | de kostenefficiënte toegang tot de financiële markten voor |
overheidsschulden, van toepassing op projecten die over een definitief | overheidsschulden, van toepassing op projecten die over een definitief |
principieel akkoord beschikken als vermeld in artikel 13 of 41 van het | principieel akkoord beschikken als vermeld in artikel 13 of 41 van het |
besluit van 18 maart 2011, en waarbij de aanvrager kiest voor de | besluit van 18 maart 2011, en waarbij de aanvrager kiest voor de |
eenmalige subsidiebetaling. De kostenefficiënte toegang impliceert dat | eenmalige subsidiebetaling. De kostenefficiënte toegang impliceert dat |
de Vlaamse overheid rekening houdend met haar globale | de Vlaamse overheid rekening houdend met haar globale |
financieringsbehoefte voldoende middelen kan aantrekken tegen een | financieringsbehoefte voldoende middelen kan aantrekken tegen een |
marktconforme financieringskost. Dit wordt beoordeeld door de minister | marktconforme financieringskost. Dit wordt beoordeeld door de minister |
bevoegd voor Financiën en Begroting. | bevoegd voor Financiën en Begroting. |
HOOFDSTUK 3. - Modaliteiten van de eenmalige subsidiebetaling | HOOFDSTUK 3. - Modaliteiten van de eenmalige subsidiebetaling |
Afdeling 1. - Aanvraag | Afdeling 1. - Aanvraag |
Art. 3.De aanvraag van een eenmalige subsidiebetaling wordt gericht |
Art. 3.De aanvraag van een eenmalige subsidiebetaling wordt gericht |
aan het Fonds. | aan het Fonds. |
Afdeling 2. - Bedrag van de eenmalige subsidiebetaling | Afdeling 2. - Bedrag van de eenmalige subsidiebetaling |
Art. 4.Het bedrag van de eenmalige subsidiebetaling betreft het |
Art. 4.Het bedrag van de eenmalige subsidiebetaling betreft het |
openstaande kapitaalsaldo van de investeringssubsidie of het verschil | openstaande kapitaalsaldo van de investeringssubsidie of het verschil |
tussen (A) en (B), waarbij: | tussen (A) en (B), waarbij: |
1° (A) = het totale bedrag dat wordt berekend en vastgesteld op de | 1° (A) = het totale bedrag dat wordt berekend en vastgesteld op de |
datum van het bevel tot aanvang van de werken, van het plaatsen van de | datum van het bevel tot aanvang van de werken, van het plaatsen van de |
bestelling of van het verlijden van de authentieke aankoopakte in | bestelling of van het verlijden van de authentieke aankoopakte in |
geval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum, | geval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum, |
een regionaal dienstencentrum of een dagverzorgingscentrum, naargelang | een regionaal dienstencentrum of een dagverzorgingscentrum, naargelang |
van de aard van de investering, overeenkomstig de bepalingen van een | van de aard van de investering, overeenkomstig de bepalingen van een |
van de volgende besluiten: | van de volgende besluiten: |
a) het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot | a) het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot |
vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en | vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en |
bouwfysische normen voor de verzorgingsvoorzieningen; | bouwfysische normen voor de verzorgingsvoorzieningen; |
b) het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot | b) het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot |
vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische | vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische |
normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de | normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de |
thuiszorg; | thuiszorg; |
c) het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot | c) het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot |
vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en | vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en |
bouwfysische normen voor de voorzieningen voor de personen met een | bouwfysische normen voor de voorzieningen voor de personen met een |
handicap; | handicap; |
2° (B) = het kapitaalbedrag dat vervat zit in de al betaalde | 2° (B) = het kapitaalbedrag dat vervat zit in de al betaalde |
gebruikstoelagen, en het kapitaalbedrag dat vervat zit in de eventuele | gebruikstoelagen, en het kapitaalbedrag dat vervat zit in de eventuele |
vermindering die is toegepast wegens het niet-behalen van de | vermindering die is toegepast wegens het niet-behalen van de |
gebruiksnormen. | gebruiksnormen. |
Bij de volledige eenmalige subsidiebetaling wordt het openstaande | Bij de volledige eenmalige subsidiebetaling wordt het openstaande |
kapitaalsaldo integraal uitbetaald en kan de aanvrager geen verdere | kapitaalsaldo integraal uitbetaald en kan de aanvrager geen verdere |
betaling van gebruikstoelagen meer krijgen. | betaling van gebruikstoelagen meer krijgen. |
In geval van een verplichte aflossing van leningen als vermeld in | In geval van een verplichte aflossing van leningen als vermeld in |
artikel 8 van dit besluit, kan de partiële eenmalige subsidiebetaling | artikel 8 van dit besluit, kan de partiële eenmalige subsidiebetaling |
worden verkregen. De partiële eenmalige subsidiebetaling stemt overeen | worden verkregen. De partiële eenmalige subsidiebetaling stemt overeen |
met het verschil tussen het openstaande kapitaalsaldo van de | met het verschil tussen het openstaande kapitaalsaldo van de |
investeringssubsidie en het onder de volledige eenmalige | investeringssubsidie en het onder de volledige eenmalige |
subsidiebetaling verplicht ineens af te lossen leningsbedrag. Het | subsidiebetaling verplicht ineens af te lossen leningsbedrag. Het |
leningsbedrag dat in principe onder de volledige eenmalige | leningsbedrag dat in principe onder de volledige eenmalige |
subsidiebetaling verplicht af te lossen is, valt onder de regeling van | subsidiebetaling verplicht af te lossen is, valt onder de regeling van |
de gebruikstoelagen. | de gebruikstoelagen. |
Het aantal gebruikstoelagen waarvan de aanvrager onder de partiële | Het aantal gebruikstoelagen waarvan de aanvrager onder de partiële |
eenmalige subsidiebetaling nog betaling kan verkrijgen, stemt overeen | eenmalige subsidiebetaling nog betaling kan verkrijgen, stemt overeen |
met het aantal, bepaald conform artikel 12 of 40 van het besluit van | met het aantal, bepaald conform artikel 12 of 40 van het besluit van |
18 maart 2011, verminderd met het aantal reeds betaalde | 18 maart 2011, verminderd met het aantal reeds betaalde |
gebruikstoelagen. | gebruikstoelagen. |
Afdeling 3. - Tegemoetkoming in de verbrekingskosten | Afdeling 3. - Tegemoetkoming in de verbrekingskosten |
Art. 5.De aanvrager van een eenmalige subsidiebetaling kan eenmalig |
Art. 5.De aanvrager van een eenmalige subsidiebetaling kan eenmalig |
een tegemoetkoming in de verbrekingskosten verkrijgen voor de | een tegemoetkoming in de verbrekingskosten verkrijgen voor de |
verplicht af te lossen leningen, vermeld in artikel 8 van dit besluit. | verplicht af te lossen leningen, vermeld in artikel 8 van dit besluit. |
Die tegemoetkoming bedraagt nooit meer dan de werkelijke | Die tegemoetkoming bedraagt nooit meer dan de werkelijke |
verbrekingskosten, geplafonneerd tot het positieve procentuele | verbrekingskosten, geplafonneerd tot het positieve procentuele |
intrestvoordeel, vermenigvuldigd met het door de Vlaamse overheid | intrestvoordeel, vermenigvuldigd met het door de Vlaamse overheid |
gefinancierde bedrag voor de eenmalige subsidiebetaling van het | gefinancierde bedrag voor de eenmalige subsidiebetaling van het |
project. Het procentuele intrestvoordeel stemt overeen met het | project. Het procentuele intrestvoordeel stemt overeen met het |
verschil tussen (A) en (B), waarbij: | verschil tussen (A) en (B), waarbij: |
1° (A) = het intrestpercentage, dit is de OLO-intrestvoet, verhoogd | 1° (A) = het intrestpercentage, dit is de OLO-intrestvoet, verhoogd |
met vijftien basispunten conform artikel 12 van het besluit van 18 | met vijftien basispunten conform artikel 12 van het besluit van 18 |
maart 2011, waarop de gebruikstoelage van het project is gebaseerd; | maart 2011, waarop de gebruikstoelage van het project is gebaseerd; |
2° (B) = het positieve gemiddelde intrestpercentage voor het door de | 2° (B) = het positieve gemiddelde intrestpercentage voor het door de |
Vlaamse overheid gefinancierde bedrag voor alle eenmalige | Vlaamse overheid gefinancierde bedrag voor alle eenmalige |
subsidiebetalingen in het jaar van de eenmalige subsidiebetaling voor | subsidiebetalingen in het jaar van de eenmalige subsidiebetaling voor |
het project. | het project. |
Afdeling 4. - Tijdstip van en voorwaarden voor de uitbetaling | Afdeling 4. - Tijdstip van en voorwaarden voor de uitbetaling |
Art. 6.§ 1. Als de gebruikstoelage dient als rechtstreekse bijdrage |
Art. 6.§ 1. Als de gebruikstoelage dient als rechtstreekse bijdrage |
in de kostprijs, kunnen de eenmalige subsidiebetaling en de betaling | in de kostprijs, kunnen de eenmalige subsidiebetaling en de betaling |
van de tegemoetkoming in de verbrekingskosten op zijn vroegst | van de tegemoetkoming in de verbrekingskosten op zijn vroegst |
aangevraagd worden in het jaar na het jaar waarin de aanvrager het | aangevraagd worden in het jaar na het jaar waarin de aanvrager het |
bevel heeft gegeven tot de aanvang van de werken, waarin hij de | bevel heeft gegeven tot de aanvang van de werken, waarin hij de |
bestelling geplaatst heeft, of waarin de authentieke akte is verleden | bestelling geplaatst heeft, of waarin de authentieke akte is verleden |
in geval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum, | in geval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum, |
een regionaal dienstencentrum of een dagverzorgingscentrum. | een regionaal dienstencentrum of een dagverzorgingscentrum. |
Als de gebruikstoelage dient als onrechtstreekse bijdrage in de | Als de gebruikstoelage dient als onrechtstreekse bijdrage in de |
kostprijs, kunnen de eenmalige subsidiebetaling en de betaling van de | kostprijs, kunnen de eenmalige subsidiebetaling en de betaling van de |
tegemoetkoming in de verbrekingskosten op zijn vroegst aangevraagd | tegemoetkoming in de verbrekingskosten op zijn vroegst aangevraagd |
worden in het jaar waarin de aanvrager de betreffende infrastructuur, | worden in het jaar waarin de aanvrager de betreffende infrastructuur, |
of een onderdeel ervan bij gefaseerde ingebruikname, in gebruik heeft | of een onderdeel ervan bij gefaseerde ingebruikname, in gebruik heeft |
genomen. | genomen. |
§ 2. De aanvragers kunnen alleen in 2015 aanspraak maken op de | § 2. De aanvragers kunnen alleen in 2015 aanspraak maken op de |
eenmalige subsidiebetaling en de tegemoetkoming in de | eenmalige subsidiebetaling en de tegemoetkoming in de |
verbrekingskosten, behalve als: | verbrekingskosten, behalve als: |
1° tot en met 2015 nog geen enkele gebruikstoelage is uitbetaald; | 1° tot en met 2015 nog geen enkele gebruikstoelage is uitbetaald; |
2° een verplicht af te lossen lening als vermeld in artikel 8, met | 2° een verplicht af te lossen lening als vermeld in artikel 8, met |
variabele intrestvoet na 2015 op renteherzieningsdatum komt. | variabele intrestvoet na 2015 op renteherzieningsdatum komt. |
In de uitzonderingsgevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, kan | In de uitzonderingsgevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, kan |
de uitbetaling na 2015 plaatsvinden. | de uitbetaling na 2015 plaatsvinden. |
Bij verplichte uitbetaling in 2015 dient de aanvrager zijn aanvraag in | Bij verplichte uitbetaling in 2015 dient de aanvrager zijn aanvraag in |
vóór 1 oktober 2015. Bij betaling na 2015 wordt de interesse voor de | vóór 1 oktober 2015. Bij betaling na 2015 wordt de interesse voor de |
vervroegde uitbetaling vóór 1 oktober 2015 aan het Fonds gemeld. | vervroegde uitbetaling vóór 1 oktober 2015 aan het Fonds gemeld. |
§ 3. In het jaar van de aanvraag van de eenmalige subsidiebetaling en | § 3. In het jaar van de aanvraag van de eenmalige subsidiebetaling en |
de tegemoetkoming in de verbrekingskosten kan er naar rato van het | de tegemoetkoming in de verbrekingskosten kan er naar rato van het |
deel van de investeringssubsidie dat eenmalig wordt uitbetaald, geen | deel van de investeringssubsidie dat eenmalig wordt uitbetaald, geen |
gebruikstoelage worden uitbetaald. | gebruikstoelage worden uitbetaald. |
§ 4. De eenmalige subsidiebetaling is alleen mogelijk als het | § 4. De eenmalige subsidiebetaling is alleen mogelijk als het |
intrestpercentage in de gebruikstoelage, dat is de OLO-intrestvoet, | intrestpercentage in de gebruikstoelage, dat is de OLO-intrestvoet, |
verhoogd met vijftien basispunten conform artikel 12 van het besluit | verhoogd met vijftien basispunten conform artikel 12 van het besluit |
van 18 maart 2011, hoger ligt dan het gemiddelde intrestpercentage van | van 18 maart 2011, hoger ligt dan het gemiddelde intrestpercentage van |
het bedrag dat de Vlaamse overheid moet financieren voor alle | het bedrag dat de Vlaamse overheid moet financieren voor alle |
eenmalige subsidiebetalingen in het jaar van de aanvraag. | eenmalige subsidiebetalingen in het jaar van de aanvraag. |
§ 5. Als er voor het project nog geen gebruikstoelage is uitbetaald, | § 5. Als er voor het project nog geen gebruikstoelage is uitbetaald, |
zal de aanvrager ook de bepalingen moeten naleven, zoals bij de | zal de aanvrager ook de bepalingen moeten naleven, zoals bij de |
aanvraag van de eerste gebruikstoelage, naargelang het geval, vermeld | aanvraag van de eerste gebruikstoelage, naargelang het geval, vermeld |
in artikel 34 tot en met 37 van het besluit van 18 maart 2011, of in | in artikel 34 tot en met 37 van het besluit van 18 maart 2011, of in |
artikel 63 tot en met 66 van het voormelde besluit. | artikel 63 tot en met 66 van het voormelde besluit. |
§ 6. De aanvrager wordt op de hoogte gebracht van de beslissing over | § 6. De aanvrager wordt op de hoogte gebracht van de beslissing over |
de eenmalige subsidiebetaling en de betaling van de tegemoetkoming in | de eenmalige subsidiebetaling en de betaling van de tegemoetkoming in |
de verbrekingskosten. | de verbrekingskosten. |
HOOFDSTUK 4. - Bepalingen over leningen en waarborgen | HOOFDSTUK 4. - Bepalingen over leningen en waarborgen |
Afdeling 1. - Toegestane leningen | Afdeling 1. - Toegestane leningen |
Art. 7.Bij de keuze voor de eenmalige subsidiebetaling kan de |
Art. 7.Bij de keuze voor de eenmalige subsidiebetaling kan de |
aanvrager, met behoud van de toepassing van artikel 8, leningen | aanvrager, met behoud van de toepassing van artikel 8, leningen |
aanhouden voor een bedrag van maximaal de optelsom van: | aanhouden voor een bedrag van maximaal de optelsom van: |
1° een deel van het bouwplafond; | 1° een deel van het bouwplafond; |
2° het verschil tussen de werkelijke bouwkosten en het bouwplafond. | 2° het verschil tussen de werkelijke bouwkosten en het bouwplafond. |
Het deel van het bouwplafond, vermeld in het eerste lid, 1°, bedraagt: | Het deel van het bouwplafond, vermeld in het eerste lid, 1°, bedraagt: |
a) voor publieke rechtspersonen of voor aanvragers met een principieel | a) voor publieke rechtspersonen of voor aanvragers met een principieel |
akkoord over de investeringswaarborg als vermeld in het besluit van de | akkoord over de investeringswaarborg als vermeld in het besluit van de |
Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve | Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve |
investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds | investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds |
voor Persoonsgebonden Aangelegenheden: 40% voor niet-prioritaire | voor Persoonsgebonden Aangelegenheden: 40% voor niet-prioritaire |
investeringen en 90% voor prioritaire investeringen; | investeringen en 90% voor prioritaire investeringen; |
b) voor aanvragers met een principieel akkoord over de | b) voor aanvragers met een principieel akkoord over de |
investeringswaarborg als vermeld in het besluit van de Vlaamse | investeringswaarborg als vermeld in het besluit van de Vlaamse |
Regering van 8 november 2013 tot facilitering van de | Regering van 8 november 2013 tot facilitering van de |
infrastructuurfinanciering via de alternatieve investeringswaarborg, | infrastructuurfinanciering via de alternatieve investeringswaarborg, |
verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden | verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden |
Aangelegenheden: | Aangelegenheden: |
1) voor voorzieningen met een maximaal gewaarborgd kapitaalgedeelte | 1) voor voorzieningen met een maximaal gewaarborgd kapitaalgedeelte |
van 85% van het bouwplafond: 25% van het bouwplafond; | van 85% van het bouwplafond: 25% van het bouwplafond; |
2) voor voorzieningen met een maximaal gewaarborgd kapitaalgedeelte | 2) voor voorzieningen met een maximaal gewaarborgd kapitaalgedeelte |
van 75% van het bouwplafond: 15% van het bouwplafond voor | van 75% van het bouwplafond: 15% van het bouwplafond voor |
niet-prioritaire investeringen en 65% voor prioritaire investeringen. | niet-prioritaire investeringen en 65% voor prioritaire investeringen. |
Prioritaire investeringen in de sector van de verzorgingsinstellingen | Prioritaire investeringen in de sector van de verzorgingsinstellingen |
zijn goedgekeurd op de desbetreffende Interministeriële Conferentie | zijn goedgekeurd op de desbetreffende Interministeriële Conferentie |
Volksgezondheid van een bepaald jaar volgens het protocolakkoord | Volksgezondheid van een bepaald jaar volgens het protocolakkoord |
Bouwkalender. | Bouwkalender. |
In geval van niet-prioritaire investeringen stemt het bouwplafond, | In geval van niet-prioritaire investeringen stemt het bouwplafond, |
vermeld in het eerste lid, overeen met tien zesde van het totale | vermeld in het eerste lid, overeen met tien zesde van het totale |
bedrag dat wordt berekend en vastgesteld op de datum van het bevel tot | bedrag dat wordt berekend en vastgesteld op de datum van het bevel tot |
aanvang van de werken of van het plaatsen van de bestelling, | aanvang van de werken of van het plaatsen van de bestelling, |
naargelang van de aard van de investering, conform het besluit van de | naargelang van de aard van de investering, conform het besluit van de |
Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot vaststelling van de | Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot vaststelling van de |
investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor | investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor |
de verzorgingsvoorzieningen, of conform het besluit van de Vlaamse | de verzorgingsvoorzieningen, of conform het besluit van de Vlaamse |
Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale | Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale |
investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen | investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen |
voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg, of conform het besluit | voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg, of conform het besluit |
van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de | van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de |
investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor | investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor |
de voorzieningen voor personen met een handicap. | de voorzieningen voor personen met een handicap. |
In geval van prioritaire investeringen stemt het bouwplafond, vermeld | In geval van prioritaire investeringen stemt het bouwplafond, vermeld |
in het eerste lid, overeen met tienmaal het totale bedrag dat wordt | in het eerste lid, overeen met tienmaal het totale bedrag dat wordt |
berekend en vastgesteld op de datum van het bevel tot aanvang van de | berekend en vastgesteld op de datum van het bevel tot aanvang van de |
werken of van het plaatsen van de bestelling, naargelang van de aard | werken of van het plaatsen van de bestelling, naargelang van de aard |
van de investering, conform het besluit van de Vlaamse Regering van 16 | van de investering, conform het besluit van de Vlaamse Regering van 16 |
juli 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de | juli 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de |
bouwtechnische en bouwfysische normen voor de | bouwtechnische en bouwfysische normen voor de |
verzorgingsvoorzieningen. | verzorgingsvoorzieningen. |
Afdeling 2. - Verplicht af te lossen leningen | Afdeling 2. - Verplicht af te lossen leningen |
Art. 8.Het leningsexcedent of het positieve verschil tussen het |
Art. 8.Het leningsexcedent of het positieve verschil tussen het |
totale leningsbedrag voor het project en het bedrag aan toegestane | totale leningsbedrag voor het project en het bedrag aan toegestane |
leningen, vermeld in artikel 7, moet, behalve in geval van de | leningen, vermeld in artikel 7, moet, behalve in geval van de |
toepassing van het derde, vierde of vijfde lid, door de aanvrager voor | toepassing van het derde, vierde of vijfde lid, door de aanvrager voor |
het openstaande kapitaalsaldo ineens afgelost worden. De aanvrager of | het openstaande kapitaalsaldo ineens afgelost worden. De aanvrager of |
de financier bezorgen de nodige bewijsstukken ter staving van de | de financier bezorgen de nodige bewijsstukken ter staving van de |
beëindiging van het leningscontract aan het Fonds. | beëindiging van het leningscontract aan het Fonds. |
Als de aanvrager geen publieke rechtspersoon is, stemt het af te | Als de aanvrager geen publieke rechtspersoon is, stemt het af te |
lossen leningsexcedent overeen met het positieve verschil tussen het | lossen leningsexcedent overeen met het positieve verschil tussen het |
openstaande kapitaalsaldo van de door VIPA gewaarborgde leningen en | openstaande kapitaalsaldo van de door VIPA gewaarborgde leningen en |
het deel van het bouwplafond vermeld in artikel 7, tweede lid. | het deel van het bouwplafond vermeld in artikel 7, tweede lid. |
Als de aanvrager een publieke rechtspersoon is, kan de aflossing van | Als de aanvrager een publieke rechtspersoon is, kan de aflossing van |
het leningsexcedent voor het project vervangen worden door de | het leningsexcedent voor het project vervangen worden door de |
aflossing van andere reeds aangegane leningen of door het niet-aangaan | aflossing van andere reeds aangegane leningen of door het niet-aangaan |
van geplande leningen. De publieke rechtspersoon kan dat staven aan de | van geplande leningen. De publieke rechtspersoon kan dat staven aan de |
hand van de investeringen, vermeld in het meerjarenplan, en de | hand van de investeringen, vermeld in het meerjarenplan, en de |
financiering daarvan. | financiering daarvan. |
Als het af te lossen leningsexcedent minder bedraagt dan het bedrag | Als het af te lossen leningsexcedent minder bedraagt dan het bedrag |
van de volledige eenmalige subsidiebetaling, bestaat er geen | van de volledige eenmalige subsidiebetaling, bestaat er geen |
verplichting tot de aflossing van leningen als de aanvrager kiest voor | verplichting tot de aflossing van leningen als de aanvrager kiest voor |
het bedrag van de volledige eenmalige subsidiebetaling, verminderd met | het bedrag van de volledige eenmalige subsidiebetaling, verminderd met |
het bedrag van de onder de volledige eenmalige subsidiebetaling | het bedrag van de onder de volledige eenmalige subsidiebetaling |
verplichte aflossing. | verplichte aflossing. |
Afdeling 3. - Toekomstige waarborgen | Afdeling 3. - Toekomstige waarborgen |
Art. 9.Een aanvrager die al beschikt over een principieel akkoord |
Art. 9.Een aanvrager die al beschikt over een principieel akkoord |
over de investeringswaarborg, kan verder leningscontracten laten | over de investeringswaarborg, kan verder leningscontracten laten |
waarborgen volgens het besluit van de Vlaamse Regering met toepassing | waarborgen volgens het besluit van de Vlaamse Regering met toepassing |
waarvan het principiële akkoord over de investeringswaarborg is | waarvan het principiële akkoord over de investeringswaarborg is |
toegekend, maar beperkt tot het deel van het bouwplafond, vermeld in | toegekend, maar beperkt tot het deel van het bouwplafond, vermeld in |
artikel 7, tweede lid. | artikel 7, tweede lid. |
Een aanvrager die nog niet beschikt over een principieel akkoord over | Een aanvrager die nog niet beschikt over een principieel akkoord over |
de investeringswaarborg, kan leningscontracten laten waarborgen | de investeringswaarborg, kan leningscontracten laten waarborgen |
conform het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 tot | conform het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 tot |
facilitering van de infrastructuurfinanciering via de alternatieve | facilitering van de infrastructuurfinanciering via de alternatieve |
investeringswaarborg, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds | investeringswaarborg, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds |
voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, maar beperkt tot het deel van | voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, maar beperkt tot het deel van |
het bouwplafond, vermeld in artikel 7, tweede lid. | het bouwplafond, vermeld in artikel 7, tweede lid. |
HOOFDSTUK 5. - Toezichtregeling en sancties | HOOFDSTUK 5. - Toezichtregeling en sancties |
Afdeling 1. - Toezichtregeling | Afdeling 1. - Toezichtregeling |
Art. 10.§ 1. De bevoegde personeelsleden van de Vlaamse |
Art. 10.§ 1. De bevoegde personeelsleden van de Vlaamse |
administratie, bevoegd voor het beleidsdomein waartoe het Fonds | administratie, bevoegd voor het beleidsdomein waartoe het Fonds |
behoort, oefenen ter plaatse of op stukken toezicht uit op de naleving | behoort, oefenen ter plaatse of op stukken toezicht uit op de naleving |
van de bouwfysische, technische en kwalitatieve normen, en op het | van de bouwfysische, technische en kwalitatieve normen, en op het |
gebruik van de gebouwen. De aanvrager verleent zijn medewerking aan de | gebruik van de gebouwen. De aanvrager verleent zijn medewerking aan de |
uitoefening van het toezicht. | uitoefening van het toezicht. |
§ 2. De aanvrager houdt de nuttige stukken altijd ter beschikking voor | § 2. De aanvrager houdt de nuttige stukken altijd ter beschikking voor |
inzage door de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, of hij | inzage door de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, of hij |
bezorgt ze aan de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, op hun | bezorgt ze aan de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, op hun |
eenvoudig verzoek. | eenvoudig verzoek. |
Onder de nuttige stukken, vermeld in het eerste lid, wordt verstaan: | Onder de nuttige stukken, vermeld in het eerste lid, wordt verstaan: |
1° tijdens de uitvoering van de werken: | 1° tijdens de uitvoering van de werken: |
a) een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale | a) een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale |
en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten | en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten |
opzichte van het principiële akkoord; | opzichte van het principiële akkoord; |
b) de stedenbouwkundige vergunning; | b) de stedenbouwkundige vergunning; |
c) een planning van de werkzaamheden; | c) een planning van de werkzaamheden; |
d) een geactualiseerd programma van eisen, inclusief een nota over het | d) een geactualiseerd programma van eisen, inclusief een nota over het |
beantwoorden aan de vooropgestelde criteria duurzaamheid; | beantwoorden aan de vooropgestelde criteria duurzaamheid; |
e) een geactualiseerde raming; | e) een geactualiseerde raming; |
f) een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen; | f) een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen; |
g) het gunningsdossier, dat bestaat uit het proces-verbaal van de | g) het gunningsdossier, dat bestaat uit het proces-verbaal van de |
opening van de inschrijvingen, alle biedingen, de verslagen van de | opening van de inschrijvingen, alle biedingen, de verslagen van de |
controle van de biedingen, en de door de aanvrager gemotiveerde keuze | controle van de biedingen, en de door de aanvrager gemotiveerde keuze |
van de aannemer of leverancier; | van de aannemer of leverancier; |
h) de bestekken; | h) de bestekken; |
i) het proces-verbaal van voorlopige oplevering; | i) het proces-verbaal van voorlopige oplevering; |
j) een bewijs van betaling van het kunstwerk of de kunstwerken in | j) een bewijs van betaling van het kunstwerk of de kunstwerken in |
geval van toepassing van de regelgeving houdende integratie van | geval van toepassing van de regelgeving houdende integratie van |
kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee | kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee |
gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde | gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde |
inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse | inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse |
Gemeenschap behoren; | Gemeenschap behoren; |
2° na de ingebruikname van de infrastructuur: | 2° na de ingebruikname van de infrastructuur: |
a) een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale | a) een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale |
en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten | en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten |
opzichte van het principiële akkoord; | opzichte van het principiële akkoord; |
b) een overzicht van de uitvoering van de werkzaamheden en | b) een overzicht van de uitvoering van de werkzaamheden en |
aanbestedingen; | aanbestedingen; |
c) een definitief programma van eisen, inclusief een nota over het | c) een definitief programma van eisen, inclusief een nota over het |
beantwoorden aan de vooropgestelde criteria duurzaamheid; | beantwoorden aan de vooropgestelde criteria duurzaamheid; |
d) een kostenevolutie en eindafrekening, inclusief een verklarende | d) een kostenevolutie en eindafrekening, inclusief een verklarende |
nota over de kostenevolutie; | nota over de kostenevolutie; |
e) een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen; | e) een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen; |
f) een gebruikersevaluatie van het project; | f) een gebruikersevaluatie van het project; |
g) verbruiksgegevens van energie en water; | g) verbruiksgegevens van energie en water; |
h) het gunningsdossier, dat bestaat uit het proces-verbaal van de | h) het gunningsdossier, dat bestaat uit het proces-verbaal van de |
opening van de inschrijvingen, alle biedingen, de verslagen van de | opening van de inschrijvingen, alle biedingen, de verslagen van de |
controle van de biedingen, en de door de aanvrager gemotiveerde keuze | controle van de biedingen, en de door de aanvrager gemotiveerde keuze |
van de aannemer of leverancier; | van de aannemer of leverancier; |
i) de asbuiltdossiers; | i) de asbuiltdossiers; |
j) het proces-verbaal van voorlopige of definitieve oplevering; | j) het proces-verbaal van voorlopige of definitieve oplevering; |
k) een bewijs van betaling van het kunstwerk of de kunstwerken in | k) een bewijs van betaling van het kunstwerk of de kunstwerken in |
geval van toepassing van de regelgeving houdende integratie van | geval van toepassing van de regelgeving houdende integratie van |
kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee | kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee |
gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde | gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde |
inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse | inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse |
Gemeenschap behoren. | Gemeenschap behoren. |
In geval van een aankoop zonder verbouwing wordt, in afwijking van het | In geval van een aankoop zonder verbouwing wordt, in afwijking van het |
tweede lid, onder de nuttige stukken, vermeld in het eerste lid, | tweede lid, onder de nuttige stukken, vermeld in het eerste lid, |
verstaan: | verstaan: |
1° een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale | 1° een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale |
en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten | en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten |
opzichte van het principiële akkoord; | opzichte van het principiële akkoord; |
2° een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen; | 2° een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen; |
3° een gebruikersevaluatie van het project; | 3° een gebruikersevaluatie van het project; |
4° verbruiksgegevens van energie en water; | 4° verbruiksgegevens van energie en water; |
5° de asbuiltdossiers. | 5° de asbuiltdossiers. |
§ 3. De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met | § 3. De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met |
de aanbesteding en de gunning, gedurende vijf jaar na de voorlopige | de aanbesteding en de gunning, gedurende vijf jaar na de voorlopige |
oplevering of de eerste ingebruikname van de betreffende werken of | oplevering of de eerste ingebruikname van de betreffende werken of |
leveringen te bewaren. Die documenten kunnen op elk moment worden | leveringen te bewaren. Die documenten kunnen op elk moment worden |
gecontroleerd. | gecontroleerd. |
§ 4. Minstens één keer tijdens de uitvoering van de werken en twee | § 4. Minstens één keer tijdens de uitvoering van de werken en twee |
jaar na de ingebruikname van de infrastructuur wordt er een controle | jaar na de ingebruikname van de infrastructuur wordt er een controle |
ter plaatse uitgevoerd. | ter plaatse uitgevoerd. |
In geval van een aankoop zonder verbouwing wordt er, in afwijking van | In geval van een aankoop zonder verbouwing wordt er, in afwijking van |
het eerste lid, een jaar na de ingebruikname van de infrastructuur en | het eerste lid, een jaar na de ingebruikname van de infrastructuur en |
drie jaar na de ingebruikname van de infrastructuur een controle ter | drie jaar na de ingebruikname van de infrastructuur een controle ter |
plaatse uitgevoerd. | plaatse uitgevoerd. |
§ 5. De aanvrager brengt het Fonds op de hoogte van de ingebruikname | § 5. De aanvrager brengt het Fonds op de hoogte van de ingebruikname |
van de infrastructuur. | van de infrastructuur. |
§ 6. De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met | § 6. De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met |
de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4 van het besluit van 18 | de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4 van het besluit van 18 |
maart 2011, te bezorgen aan het Fonds als dat erom verzoekt. | maart 2011, te bezorgen aan het Fonds als dat erom verzoekt. |
De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met de | De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met de |
verplichte aflossing van leningen, te bezorgen aan het Fonds als dat | verplichte aflossing van leningen, te bezorgen aan het Fonds als dat |
erom verzoekt. | erom verzoekt. |
Een aanvrager met nog een gewaarborgde lening zal: | Een aanvrager met nog een gewaarborgde lening zal: |
1° jaarlijks en voor de duur van de gewaarborgde lening een kopie van | 1° jaarlijks en voor de duur van de gewaarborgde lening een kopie van |
zijn laatst goedgekeurde jaarrekening en, in voorkomend geval, van het | zijn laatst goedgekeurde jaarrekening en, in voorkomend geval, van het |
verslag van de bedrijfsrevisor over de jaarrekening aan het Fonds | verslag van de bedrijfsrevisor over de jaarrekening aan het Fonds |
bezorgen als hij geen jaarrekening neerlegt bij de Nationale Bank van | bezorgen als hij geen jaarrekening neerlegt bij de Nationale Bank van |
België; | België; |
2° op het eerste schriftelijke verzoek van het Fonds een | 2° op het eerste schriftelijke verzoek van het Fonds een |
geactualiseerd overzicht bezorgen van de uitstaande bedragen in | geactualiseerd overzicht bezorgen van de uitstaande bedragen in |
hoofdsom, de interesten, de kosten en andere vergoedingen van zowel de | hoofdsom, de interesten, de kosten en andere vergoedingen van zowel de |
directe kredieten als van de leaseovereenkomsten, andere | directe kredieten als van de leaseovereenkomsten, andere |
leningsovereenkomsten en overeenkomsten met het effect van een | leningsovereenkomsten en overeenkomsten met het effect van een |
financiering. | financiering. |
Art. 11.De aanvrager is ertoe gehouden om voor de gesubsidieerde |
Art. 11.De aanvrager is ertoe gehouden om voor de gesubsidieerde |
onroerende goederen gedurende de concrete minimumperiode, vermeld in | onroerende goederen gedurende de concrete minimumperiode, vermeld in |
artikel 12 van het decreet van 23 februari 1994 inzake de | artikel 12 van het decreet van 23 februari 1994 inzake de |
infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, en voor de | infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, en voor de |
gesubsidieerde roerende goederen gedurende een periode van vijf jaar | gesubsidieerde roerende goederen gedurende een periode van vijf jaar |
voor de medische uitrusting of de bijzondere uitrusting, en gedurende | voor de medische uitrusting of de bijzondere uitrusting, en gedurende |
een periode van tien jaar voor de andere roerende goederen elke | een periode van tien jaar voor de andere roerende goederen elke |
vervreemding, elke bezwaring met een zakelijk recht of genotsrecht, of | vervreemding, elke bezwaring met een zakelijk recht of genotsrecht, of |
elke concrete bestemmingswijziging van het gesubsidieerde goed aan de | elke concrete bestemmingswijziging van het gesubsidieerde goed aan de |
uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming te onderwerpen, ofwel van | uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming te onderwerpen, ofwel van |
het Fonds als het gesubsidieerde goed een bestemming krijgt in het | het Fonds als het gesubsidieerde goed een bestemming krijgt in het |
kader van de persoonsgebonden aangelegenheden, vermeld in artikel 5 | kader van de persoonsgebonden aangelegenheden, vermeld in artikel 5 |
van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, als die aangelegenheden vallen onder het beleidsdomein | instellingen, als die aangelegenheden vallen onder het beleidsdomein |
waartoe het Fonds behoort, ofwel van de Vlaamse minister, bevoegd voor | waartoe het Fonds behoort, ofwel van de Vlaamse minister, bevoegd voor |
bijstand aan personen en gezondheidsbeleid, in de andere gevallen. | bijstand aan personen en gezondheidsbeleid, in de andere gevallen. |
Als de investeringswaarborg is verleend en de gewaarborgde lening nog | Als de investeringswaarborg is verleend en de gewaarborgde lening nog |
niet volledig is afbetaald door de aanvrager, wordt bij de aanvraag | niet volledig is afbetaald door de aanvrager, wordt bij de aanvraag |
van een uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming een document | van een uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming een document |
gevoegd waarin de financier zich akkoord verklaart met de aanvraag. | gevoegd waarin de financier zich akkoord verklaart met de aanvraag. |
Als de investeringswaarborg is verleend en de gewaarborgde lening nog | Als de investeringswaarborg is verleend en de gewaarborgde lening nog |
niet volledig is afbetaald door de aanvrager, moet de uitdrukkelijke | niet volledig is afbetaald door de aanvrager, moet de uitdrukkelijke |
en voorafgaande toestemming, vermeld in het eerste lid, ook gevraagd | en voorafgaande toestemming, vermeld in het eerste lid, ook gevraagd |
worden na de periodes, vermeld in het eerste lid. | worden na de periodes, vermeld in het eerste lid. |
Het gesubsidieerde goed moet als een goed huisvader beheerd en | Het gesubsidieerde goed moet als een goed huisvader beheerd en |
onderhouden worden gedurende de concrete minimumperiode, vermeld in | onderhouden worden gedurende de concrete minimumperiode, vermeld in |
artikel 12 van het decreet van 23 februari 1994 inzake de | artikel 12 van het decreet van 23 februari 1994 inzake de |
infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, voor de | infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, voor de |
gesubsidieerde onroerende goederen en voor de gesubsidieerde roerende | gesubsidieerde onroerende goederen en voor de gesubsidieerde roerende |
goederen gedurende een periode van vijf jaar voor de medische | goederen gedurende een periode van vijf jaar voor de medische |
uitrusting of de bijzondere uitrusting, en gedurende een periode van | uitrusting of de bijzondere uitrusting, en gedurende een periode van |
tien jaar voor de andere roerende goederen. | tien jaar voor de andere roerende goederen. |
Afdeling 2. - Sancties | Afdeling 2. - Sancties |
Art. 12.De eenmalige subsidiebetaling, de betaling van de |
Art. 12.De eenmalige subsidiebetaling, de betaling van de |
tegemoetkoming in de verbrekingskosten en de verleende | tegemoetkoming in de verbrekingskosten en de verleende |
gebruikstoelagen worden teruggevorderd overeenkomstig artikel 13 van | gebruikstoelagen worden teruggevorderd overeenkomstig artikel 13 van |
de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die | de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die |
gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de | gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de |
boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de | boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de |
organisatie van de controle door het Rekenhof: | organisatie van de controle door het Rekenhof: |
1° bij overtreding van de bepalingen van artikel 10 en 11, eerste lid, | 1° bij overtreding van de bepalingen van artikel 10 en 11, eerste lid, |
van dit besluit; | van dit besluit; |
2° als de aanvrager niet meer voldoet aan de voorschriften van de | 2° als de aanvrager niet meer voldoet aan de voorschriften van de |
ongeoorloofde verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4 van het | ongeoorloofde verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4 van het |
besluit van 18 maart 2011, gedurende de periode van de resterende | besluit van 18 maart 2011, gedurende de periode van de resterende |
gebruikstoelagen, vermeld in artikel 4, vierde lid, van dit besluit; | gebruikstoelagen, vermeld in artikel 4, vierde lid, van dit besluit; |
3° als het betreffende project niet gerealiseerd wordt of niet leidt | 3° als het betreffende project niet gerealiseerd wordt of niet leidt |
tot een uitbating binnen een redelijke uitvoeringstermijn; | tot een uitbating binnen een redelijke uitvoeringstermijn; |
4° als de aanvrager bij een bepaalde opdracht in het kader van dat | 4° als de aanvrager bij een bepaalde opdracht in het kader van dat |
project de principes van de wetgeving op de overheidsopdrachten en | project de principes van de wetgeving op de overheidsopdrachten en |
sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten | sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten |
niet heeft gerespecteerd. | niet heeft gerespecteerd. |
Bij de overtreding, vermeld in het eerste lid, 4°, wordt het bedrag | Bij de overtreding, vermeld in het eerste lid, 4°, wordt het bedrag |
teruggevorderd naar rato van het aandeel van de betreffende opdracht | teruggevorderd naar rato van het aandeel van de betreffende opdracht |
waarvoor de wetgeving op de overheidsopdrachten niet is gerespecteerd | waarvoor de wetgeving op de overheidsopdrachten niet is gerespecteerd |
in het geheel van het project. | in het geheel van het project. |
Bij overtreding van de bepaling van artikel 11, derde lid, zal het | Bij overtreding van de bepaling van artikel 11, derde lid, zal het |
Fonds de aanvrager aanmanen zich te conformeren aan die bepaling | Fonds de aanvrager aanmanen zich te conformeren aan die bepaling |
binnen een termijn die het Fonds bepaalt. Als de aanvrager niet het | binnen een termijn die het Fonds bepaalt. Als de aanvrager niet het |
nodige gevolg geeft aan die aanmaning, zullen de eenmalige | nodige gevolg geeft aan die aanmaning, zullen de eenmalige |
subsidiebetaling, de betaling van de tegemoetkoming in de | subsidiebetaling, de betaling van de tegemoetkoming in de |
verbrekingskosten en de verleende gebruikstoelagen worden | verbrekingskosten en de verleende gebruikstoelagen worden |
teruggevorderd overeenkomstig artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 | teruggevorderd overeenkomstig artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 |
tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de | tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de |
begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de | begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de |
gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de | gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de |
controle door het Rekenhof. | controle door het Rekenhof. |
De investeringswaarborg vervalt van rechtswege als: | De investeringswaarborg vervalt van rechtswege als: |
1° de aanvrager niet voldoet aan de bepalingen van artikel 11, eerste | 1° de aanvrager niet voldoet aan de bepalingen van artikel 11, eerste |
en tweede lid, van dit besluit; | en tweede lid, van dit besluit; |
2° de aanvrager een eenmalige subsidiebetaling heeft verkregen en niet | 2° de aanvrager een eenmalige subsidiebetaling heeft verkregen en niet |
voldaan heeft aan de verplichte aflossing van leningen, vermeld in | voldaan heeft aan de verplichte aflossing van leningen, vermeld in |
artikel 8 van dit besluit. | artikel 8 van dit besluit. |
HOOFDSTUK 6. - Besluit van de EU-Commissie van 20 december 2011 | HOOFDSTUK 6. - Besluit van de EU-Commissie van 20 december 2011 |
Art. 13.De investeringssubsidies, vermeld in dit besluit, worden |
Art. 13.De investeringssubsidies, vermeld in dit besluit, worden |
toegekend met inachtneming van het besluit 2012/21/EU van de Commissie | toegekend met inachtneming van het besluit 2012/21/EU van de Commissie |
van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede | van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede |
lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op | lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op |
staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, | staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, |
verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen | verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen |
economisch belang belaste ondernemingen. | economisch belang belaste ondernemingen. |
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen |
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 14 september 2015. |
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 14 september 2015. |
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, |
Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, |
en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, | en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, |
ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit | ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit |
besluit. | besluit. |
Brussel, 11 september 2015. | Brussel, 11 september 2015. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
J. VANDEURZEN | J. VANDEURZEN |