Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 11/09/2015
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de eenmalige uitbetaling van de alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden "
Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de eenmalige uitbetaling van de alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de eenmalige uitbetaling van de alternatieve investeringssubsidies, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
11 SEPTEMBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van 11 SEPTEMBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van
de eenmalige uitbetaling van de alternatieve investeringssubsidies, de eenmalige uitbetaling van de alternatieve investeringssubsidies,
verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden
Aangelegenheden Aangelegenheden
De Vlaamse Regering, De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur
voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 7bis, ingevoegd bij het voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 7bis, ingevoegd bij het
decreet van 17 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 12 februari decreet van 17 maart 2006 en gewijzigd bij de decreten van 12 februari
2010, 20 december 2013 en 3 juli 2015; 2010, 20 december 2013 en 3 juli 2015;
Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen Gelet op het decreet van 20 maart 2009 houdende diverse bepalingen
betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, betreffende het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
artikel 7; artikel 7;
Gelet op het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de Gelet op het decreet van 8 juli 2011 houdende regeling van de
begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle
op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 57; op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 57;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 12 juni 2015; begroting, gegeven op 12 juni 2015;
Gelet op advies 57.757/1/V van de Raad van State, gegeven op 28 juli Gelet op advies 57.757/1/V van de Raad van State, gegeven op 28 juli
2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en
Gezin; Gezin;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Definities HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

1° besluit van 18 maart 2011: het besluit van de Vlaamse Regering van 1° besluit van 18 maart 2011: het besluit van de Vlaamse Regering van
18 maart 2011 tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies, 18 maart 2011 tot regeling van de alternatieve investeringssubsidies,
verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden
Aangelegenheden; Aangelegenheden;
2° eenmalige subsidiebetaling: de uitbetaling van de alternatieve 2° eenmalige subsidiebetaling: de uitbetaling van de alternatieve
subsidie ineens voor een volledig of partieel bedrag van het subsidie ineens voor een volledig of partieel bedrag van het
openstaande kapitaalsaldo; openstaande kapitaalsaldo;
3° gebruikstoelage: een gebruikstoelage als vermeld in artikel 12 of 3° gebruikstoelage: een gebruikstoelage als vermeld in artikel 12 of
40 van het besluit van 18 maart 2011; 40 van het besluit van 18 maart 2011;
4° verbrekingskosten: de vergoeding die de aanvrager betaalt bij een 4° verbrekingskosten: de vergoeding die de aanvrager betaalt bij een
voortijdige aflossing van de leningen; voortijdige aflossing van de leningen;
5° volledige eenmalige subsidiebetaling: een eenmalige 5° volledige eenmalige subsidiebetaling: een eenmalige
subsidiebetaling voor het volledige bedrag van het openstaande subsidiebetaling voor het volledige bedrag van het openstaande
kapitaalsaldo van de investeringssubsidie; kapitaalsaldo van de investeringssubsidie;
6° publieke rechtspersoon: elke rechtspersoon die geen vereniging 6° publieke rechtspersoon: elke rechtspersoon die geen vereniging
zonder winstoogmerk of stichting is als vermeld in artikel 1 van de zonder winstoogmerk of stichting is als vermeld in artikel 1 van de
wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, wet van 27 juni 1921 betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk,
de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen.
HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied HOOFDSTUK 2. - Toepassingsgebied

Art. 2.Dit besluit is, binnen de perken van de begrotingskredieten en

Art. 2.Dit besluit is, binnen de perken van de begrotingskredieten en

de kostenefficiënte toegang tot de financiële markten voor de kostenefficiënte toegang tot de financiële markten voor
overheidsschulden, van toepassing op projecten die over een definitief overheidsschulden, van toepassing op projecten die over een definitief
principieel akkoord beschikken als vermeld in artikel 13 of 41 van het principieel akkoord beschikken als vermeld in artikel 13 of 41 van het
besluit van 18 maart 2011, en waarbij de aanvrager kiest voor de besluit van 18 maart 2011, en waarbij de aanvrager kiest voor de
eenmalige subsidiebetaling. De kostenefficiënte toegang impliceert dat eenmalige subsidiebetaling. De kostenefficiënte toegang impliceert dat
de Vlaamse overheid rekening houdend met haar globale de Vlaamse overheid rekening houdend met haar globale
financieringsbehoefte voldoende middelen kan aantrekken tegen een financieringsbehoefte voldoende middelen kan aantrekken tegen een
marktconforme financieringskost. Dit wordt beoordeeld door de minister marktconforme financieringskost. Dit wordt beoordeeld door de minister
bevoegd voor Financiën en Begroting. bevoegd voor Financiën en Begroting.
HOOFDSTUK 3. - Modaliteiten van de eenmalige subsidiebetaling HOOFDSTUK 3. - Modaliteiten van de eenmalige subsidiebetaling
Afdeling 1. - Aanvraag Afdeling 1. - Aanvraag

Art. 3.De aanvraag van een eenmalige subsidiebetaling wordt gericht

Art. 3.De aanvraag van een eenmalige subsidiebetaling wordt gericht

aan het Fonds. aan het Fonds.
Afdeling 2. - Bedrag van de eenmalige subsidiebetaling Afdeling 2. - Bedrag van de eenmalige subsidiebetaling

Art. 4.Het bedrag van de eenmalige subsidiebetaling betreft het

Art. 4.Het bedrag van de eenmalige subsidiebetaling betreft het

openstaande kapitaalsaldo van de investeringssubsidie of het verschil openstaande kapitaalsaldo van de investeringssubsidie of het verschil
tussen (A) en (B), waarbij: tussen (A) en (B), waarbij:
1° (A) = het totale bedrag dat wordt berekend en vastgesteld op de 1° (A) = het totale bedrag dat wordt berekend en vastgesteld op de
datum van het bevel tot aanvang van de werken, van het plaatsen van de datum van het bevel tot aanvang van de werken, van het plaatsen van de
bestelling of van het verlijden van de authentieke aankoopakte in bestelling of van het verlijden van de authentieke aankoopakte in
geval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum, geval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum,
een regionaal dienstencentrum of een dagverzorgingscentrum, naargelang een regionaal dienstencentrum of een dagverzorgingscentrum, naargelang
van de aard van de investering, overeenkomstig de bepalingen van een van de aard van de investering, overeenkomstig de bepalingen van een
van de volgende besluiten: van de volgende besluiten:
a) het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot a) het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot
vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en
bouwfysische normen voor de verzorgingsvoorzieningen; bouwfysische normen voor de verzorgingsvoorzieningen;
b) het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot b) het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot
vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische
normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de normen voor voorzieningen voor ouderen en voorzieningen in de
thuiszorg; thuiszorg;
c) het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot c) het besluit van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot
vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en
bouwfysische normen voor de voorzieningen voor de personen met een bouwfysische normen voor de voorzieningen voor de personen met een
handicap; handicap;
2° (B) = het kapitaalbedrag dat vervat zit in de al betaalde 2° (B) = het kapitaalbedrag dat vervat zit in de al betaalde
gebruikstoelagen, en het kapitaalbedrag dat vervat zit in de eventuele gebruikstoelagen, en het kapitaalbedrag dat vervat zit in de eventuele
vermindering die is toegepast wegens het niet-behalen van de vermindering die is toegepast wegens het niet-behalen van de
gebruiksnormen. gebruiksnormen.
Bij de volledige eenmalige subsidiebetaling wordt het openstaande Bij de volledige eenmalige subsidiebetaling wordt het openstaande
kapitaalsaldo integraal uitbetaald en kan de aanvrager geen verdere kapitaalsaldo integraal uitbetaald en kan de aanvrager geen verdere
betaling van gebruikstoelagen meer krijgen. betaling van gebruikstoelagen meer krijgen.
In geval van een verplichte aflossing van leningen als vermeld in In geval van een verplichte aflossing van leningen als vermeld in
artikel 8 van dit besluit, kan de partiële eenmalige subsidiebetaling artikel 8 van dit besluit, kan de partiële eenmalige subsidiebetaling
worden verkregen. De partiële eenmalige subsidiebetaling stemt overeen worden verkregen. De partiële eenmalige subsidiebetaling stemt overeen
met het verschil tussen het openstaande kapitaalsaldo van de met het verschil tussen het openstaande kapitaalsaldo van de
investeringssubsidie en het onder de volledige eenmalige investeringssubsidie en het onder de volledige eenmalige
subsidiebetaling verplicht ineens af te lossen leningsbedrag. Het subsidiebetaling verplicht ineens af te lossen leningsbedrag. Het
leningsbedrag dat in principe onder de volledige eenmalige leningsbedrag dat in principe onder de volledige eenmalige
subsidiebetaling verplicht af te lossen is, valt onder de regeling van subsidiebetaling verplicht af te lossen is, valt onder de regeling van
de gebruikstoelagen. de gebruikstoelagen.
Het aantal gebruikstoelagen waarvan de aanvrager onder de partiële Het aantal gebruikstoelagen waarvan de aanvrager onder de partiële
eenmalige subsidiebetaling nog betaling kan verkrijgen, stemt overeen eenmalige subsidiebetaling nog betaling kan verkrijgen, stemt overeen
met het aantal, bepaald conform artikel 12 of 40 van het besluit van met het aantal, bepaald conform artikel 12 of 40 van het besluit van
18 maart 2011, verminderd met het aantal reeds betaalde 18 maart 2011, verminderd met het aantal reeds betaalde
gebruikstoelagen. gebruikstoelagen.
Afdeling 3. - Tegemoetkoming in de verbrekingskosten Afdeling 3. - Tegemoetkoming in de verbrekingskosten

Art. 5.De aanvrager van een eenmalige subsidiebetaling kan eenmalig

Art. 5.De aanvrager van een eenmalige subsidiebetaling kan eenmalig

een tegemoetkoming in de verbrekingskosten verkrijgen voor de een tegemoetkoming in de verbrekingskosten verkrijgen voor de
verplicht af te lossen leningen, vermeld in artikel 8 van dit besluit. verplicht af te lossen leningen, vermeld in artikel 8 van dit besluit.
Die tegemoetkoming bedraagt nooit meer dan de werkelijke Die tegemoetkoming bedraagt nooit meer dan de werkelijke
verbrekingskosten, geplafonneerd tot het positieve procentuele verbrekingskosten, geplafonneerd tot het positieve procentuele
intrestvoordeel, vermenigvuldigd met het door de Vlaamse overheid intrestvoordeel, vermenigvuldigd met het door de Vlaamse overheid
gefinancierde bedrag voor de eenmalige subsidiebetaling van het gefinancierde bedrag voor de eenmalige subsidiebetaling van het
project. Het procentuele intrestvoordeel stemt overeen met het project. Het procentuele intrestvoordeel stemt overeen met het
verschil tussen (A) en (B), waarbij: verschil tussen (A) en (B), waarbij:
1° (A) = het intrestpercentage, dit is de OLO-intrestvoet, verhoogd 1° (A) = het intrestpercentage, dit is de OLO-intrestvoet, verhoogd
met vijftien basispunten conform artikel 12 van het besluit van 18 met vijftien basispunten conform artikel 12 van het besluit van 18
maart 2011, waarop de gebruikstoelage van het project is gebaseerd; maart 2011, waarop de gebruikstoelage van het project is gebaseerd;
2° (B) = het positieve gemiddelde intrestpercentage voor het door de 2° (B) = het positieve gemiddelde intrestpercentage voor het door de
Vlaamse overheid gefinancierde bedrag voor alle eenmalige Vlaamse overheid gefinancierde bedrag voor alle eenmalige
subsidiebetalingen in het jaar van de eenmalige subsidiebetaling voor subsidiebetalingen in het jaar van de eenmalige subsidiebetaling voor
het project. het project.
Afdeling 4. - Tijdstip van en voorwaarden voor de uitbetaling Afdeling 4. - Tijdstip van en voorwaarden voor de uitbetaling

Art. 6.§ 1. Als de gebruikstoelage dient als rechtstreekse bijdrage

Art. 6.§ 1. Als de gebruikstoelage dient als rechtstreekse bijdrage

in de kostprijs, kunnen de eenmalige subsidiebetaling en de betaling in de kostprijs, kunnen de eenmalige subsidiebetaling en de betaling
van de tegemoetkoming in de verbrekingskosten op zijn vroegst van de tegemoetkoming in de verbrekingskosten op zijn vroegst
aangevraagd worden in het jaar na het jaar waarin de aanvrager het aangevraagd worden in het jaar na het jaar waarin de aanvrager het
bevel heeft gegeven tot de aanvang van de werken, waarin hij de bevel heeft gegeven tot de aanvang van de werken, waarin hij de
bestelling geplaatst heeft, of waarin de authentieke akte is verleden bestelling geplaatst heeft, of waarin de authentieke akte is verleden
in geval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum, in geval van aankoop zonder verbouwing bij een lokaal dienstencentrum,
een regionaal dienstencentrum of een dagverzorgingscentrum. een regionaal dienstencentrum of een dagverzorgingscentrum.
Als de gebruikstoelage dient als onrechtstreekse bijdrage in de Als de gebruikstoelage dient als onrechtstreekse bijdrage in de
kostprijs, kunnen de eenmalige subsidiebetaling en de betaling van de kostprijs, kunnen de eenmalige subsidiebetaling en de betaling van de
tegemoetkoming in de verbrekingskosten op zijn vroegst aangevraagd tegemoetkoming in de verbrekingskosten op zijn vroegst aangevraagd
worden in het jaar waarin de aanvrager de betreffende infrastructuur, worden in het jaar waarin de aanvrager de betreffende infrastructuur,
of een onderdeel ervan bij gefaseerde ingebruikname, in gebruik heeft of een onderdeel ervan bij gefaseerde ingebruikname, in gebruik heeft
genomen. genomen.
§ 2. De aanvragers kunnen alleen in 2015 aanspraak maken op de § 2. De aanvragers kunnen alleen in 2015 aanspraak maken op de
eenmalige subsidiebetaling en de tegemoetkoming in de eenmalige subsidiebetaling en de tegemoetkoming in de
verbrekingskosten, behalve als: verbrekingskosten, behalve als:
1° tot en met 2015 nog geen enkele gebruikstoelage is uitbetaald; 1° tot en met 2015 nog geen enkele gebruikstoelage is uitbetaald;
2° een verplicht af te lossen lening als vermeld in artikel 8, met 2° een verplicht af te lossen lening als vermeld in artikel 8, met
variabele intrestvoet na 2015 op renteherzieningsdatum komt. variabele intrestvoet na 2015 op renteherzieningsdatum komt.
In de uitzonderingsgevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, kan In de uitzonderingsgevallen, vermeld in het eerste lid, 1° en 2°, kan
de uitbetaling na 2015 plaatsvinden. de uitbetaling na 2015 plaatsvinden.
Bij verplichte uitbetaling in 2015 dient de aanvrager zijn aanvraag in Bij verplichte uitbetaling in 2015 dient de aanvrager zijn aanvraag in
vóór 1 oktober 2015. Bij betaling na 2015 wordt de interesse voor de vóór 1 oktober 2015. Bij betaling na 2015 wordt de interesse voor de
vervroegde uitbetaling vóór 1 oktober 2015 aan het Fonds gemeld. vervroegde uitbetaling vóór 1 oktober 2015 aan het Fonds gemeld.
§ 3. In het jaar van de aanvraag van de eenmalige subsidiebetaling en § 3. In het jaar van de aanvraag van de eenmalige subsidiebetaling en
de tegemoetkoming in de verbrekingskosten kan er naar rato van het de tegemoetkoming in de verbrekingskosten kan er naar rato van het
deel van de investeringssubsidie dat eenmalig wordt uitbetaald, geen deel van de investeringssubsidie dat eenmalig wordt uitbetaald, geen
gebruikstoelage worden uitbetaald. gebruikstoelage worden uitbetaald.
§ 4. De eenmalige subsidiebetaling is alleen mogelijk als het § 4. De eenmalige subsidiebetaling is alleen mogelijk als het
intrestpercentage in de gebruikstoelage, dat is de OLO-intrestvoet, intrestpercentage in de gebruikstoelage, dat is de OLO-intrestvoet,
verhoogd met vijftien basispunten conform artikel 12 van het besluit verhoogd met vijftien basispunten conform artikel 12 van het besluit
van 18 maart 2011, hoger ligt dan het gemiddelde intrestpercentage van van 18 maart 2011, hoger ligt dan het gemiddelde intrestpercentage van
het bedrag dat de Vlaamse overheid moet financieren voor alle het bedrag dat de Vlaamse overheid moet financieren voor alle
eenmalige subsidiebetalingen in het jaar van de aanvraag. eenmalige subsidiebetalingen in het jaar van de aanvraag.
§ 5. Als er voor het project nog geen gebruikstoelage is uitbetaald, § 5. Als er voor het project nog geen gebruikstoelage is uitbetaald,
zal de aanvrager ook de bepalingen moeten naleven, zoals bij de zal de aanvrager ook de bepalingen moeten naleven, zoals bij de
aanvraag van de eerste gebruikstoelage, naargelang het geval, vermeld aanvraag van de eerste gebruikstoelage, naargelang het geval, vermeld
in artikel 34 tot en met 37 van het besluit van 18 maart 2011, of in in artikel 34 tot en met 37 van het besluit van 18 maart 2011, of in
artikel 63 tot en met 66 van het voormelde besluit. artikel 63 tot en met 66 van het voormelde besluit.
§ 6. De aanvrager wordt op de hoogte gebracht van de beslissing over § 6. De aanvrager wordt op de hoogte gebracht van de beslissing over
de eenmalige subsidiebetaling en de betaling van de tegemoetkoming in de eenmalige subsidiebetaling en de betaling van de tegemoetkoming in
de verbrekingskosten. de verbrekingskosten.
HOOFDSTUK 4. - Bepalingen over leningen en waarborgen HOOFDSTUK 4. - Bepalingen over leningen en waarborgen
Afdeling 1. - Toegestane leningen Afdeling 1. - Toegestane leningen

Art. 7.Bij de keuze voor de eenmalige subsidiebetaling kan de

Art. 7.Bij de keuze voor de eenmalige subsidiebetaling kan de

aanvrager, met behoud van de toepassing van artikel 8, leningen aanvrager, met behoud van de toepassing van artikel 8, leningen
aanhouden voor een bedrag van maximaal de optelsom van: aanhouden voor een bedrag van maximaal de optelsom van:
1° een deel van het bouwplafond; 1° een deel van het bouwplafond;
2° het verschil tussen de werkelijke bouwkosten en het bouwplafond. 2° het verschil tussen de werkelijke bouwkosten en het bouwplafond.
Het deel van het bouwplafond, vermeld in het eerste lid, 1°, bedraagt: Het deel van het bouwplafond, vermeld in het eerste lid, 1°, bedraagt:
a) voor publieke rechtspersonen of voor aanvragers met een principieel a) voor publieke rechtspersonen of voor aanvragers met een principieel
akkoord over de investeringswaarborg als vermeld in het besluit van de akkoord over de investeringswaarborg als vermeld in het besluit van de
Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve Vlaamse Regering van 1 september 2006 tot regeling van de alternatieve
investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds investeringswaarborg verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds
voor Persoonsgebonden Aangelegenheden: 40% voor niet-prioritaire voor Persoonsgebonden Aangelegenheden: 40% voor niet-prioritaire
investeringen en 90% voor prioritaire investeringen; investeringen en 90% voor prioritaire investeringen;
b) voor aanvragers met een principieel akkoord over de b) voor aanvragers met een principieel akkoord over de
investeringswaarborg als vermeld in het besluit van de Vlaamse investeringswaarborg als vermeld in het besluit van de Vlaamse
Regering van 8 november 2013 tot facilitering van de Regering van 8 november 2013 tot facilitering van de
infrastructuurfinanciering via de alternatieve investeringswaarborg, infrastructuurfinanciering via de alternatieve investeringswaarborg,
verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden
Aangelegenheden: Aangelegenheden:
1) voor voorzieningen met een maximaal gewaarborgd kapitaalgedeelte 1) voor voorzieningen met een maximaal gewaarborgd kapitaalgedeelte
van 85% van het bouwplafond: 25% van het bouwplafond; van 85% van het bouwplafond: 25% van het bouwplafond;
2) voor voorzieningen met een maximaal gewaarborgd kapitaalgedeelte 2) voor voorzieningen met een maximaal gewaarborgd kapitaalgedeelte
van 75% van het bouwplafond: 15% van het bouwplafond voor van 75% van het bouwplafond: 15% van het bouwplafond voor
niet-prioritaire investeringen en 65% voor prioritaire investeringen. niet-prioritaire investeringen en 65% voor prioritaire investeringen.
Prioritaire investeringen in de sector van de verzorgingsinstellingen Prioritaire investeringen in de sector van de verzorgingsinstellingen
zijn goedgekeurd op de desbetreffende Interministeriële Conferentie zijn goedgekeurd op de desbetreffende Interministeriële Conferentie
Volksgezondheid van een bepaald jaar volgens het protocolakkoord Volksgezondheid van een bepaald jaar volgens het protocolakkoord
Bouwkalender. Bouwkalender.
In geval van niet-prioritaire investeringen stemt het bouwplafond, In geval van niet-prioritaire investeringen stemt het bouwplafond,
vermeld in het eerste lid, overeen met tien zesde van het totale vermeld in het eerste lid, overeen met tien zesde van het totale
bedrag dat wordt berekend en vastgesteld op de datum van het bevel tot bedrag dat wordt berekend en vastgesteld op de datum van het bevel tot
aanvang van de werken of van het plaatsen van de bestelling, aanvang van de werken of van het plaatsen van de bestelling,
naargelang van de aard van de investering, conform het besluit van de naargelang van de aard van de investering, conform het besluit van de
Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot vaststelling van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot vaststelling van de
investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor
de verzorgingsvoorzieningen, of conform het besluit van de Vlaamse de verzorgingsvoorzieningen, of conform het besluit van de Vlaamse
Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale Regering van 8 juni 1999 tot vaststelling van de totale
investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen investeringssubsidie en de bouwtechnische normen voor voorzieningen
voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg, of conform het besluit voor ouderen en voorzieningen in de thuiszorg, of conform het besluit
van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de van de Vlaamse Regering van 19 juni 2009 tot vaststelling van de
investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor
de voorzieningen voor personen met een handicap. de voorzieningen voor personen met een handicap.
In geval van prioritaire investeringen stemt het bouwplafond, vermeld In geval van prioritaire investeringen stemt het bouwplafond, vermeld
in het eerste lid, overeen met tienmaal het totale bedrag dat wordt in het eerste lid, overeen met tienmaal het totale bedrag dat wordt
berekend en vastgesteld op de datum van het bevel tot aanvang van de berekend en vastgesteld op de datum van het bevel tot aanvang van de
werken of van het plaatsen van de bestelling, naargelang van de aard werken of van het plaatsen van de bestelling, naargelang van de aard
van de investering, conform het besluit van de Vlaamse Regering van 16 van de investering, conform het besluit van de Vlaamse Regering van 16
juli 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de juli 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de
bouwtechnische en bouwfysische normen voor de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de
verzorgingsvoorzieningen. verzorgingsvoorzieningen.
Afdeling 2. - Verplicht af te lossen leningen Afdeling 2. - Verplicht af te lossen leningen

Art. 8.Het leningsexcedent of het positieve verschil tussen het

Art. 8.Het leningsexcedent of het positieve verschil tussen het

totale leningsbedrag voor het project en het bedrag aan toegestane totale leningsbedrag voor het project en het bedrag aan toegestane
leningen, vermeld in artikel 7, moet, behalve in geval van de leningen, vermeld in artikel 7, moet, behalve in geval van de
toepassing van het derde, vierde of vijfde lid, door de aanvrager voor toepassing van het derde, vierde of vijfde lid, door de aanvrager voor
het openstaande kapitaalsaldo ineens afgelost worden. De aanvrager of het openstaande kapitaalsaldo ineens afgelost worden. De aanvrager of
de financier bezorgen de nodige bewijsstukken ter staving van de de financier bezorgen de nodige bewijsstukken ter staving van de
beëindiging van het leningscontract aan het Fonds. beëindiging van het leningscontract aan het Fonds.
Als de aanvrager geen publieke rechtspersoon is, stemt het af te Als de aanvrager geen publieke rechtspersoon is, stemt het af te
lossen leningsexcedent overeen met het positieve verschil tussen het lossen leningsexcedent overeen met het positieve verschil tussen het
openstaande kapitaalsaldo van de door VIPA gewaarborgde leningen en openstaande kapitaalsaldo van de door VIPA gewaarborgde leningen en
het deel van het bouwplafond vermeld in artikel 7, tweede lid. het deel van het bouwplafond vermeld in artikel 7, tweede lid.
Als de aanvrager een publieke rechtspersoon is, kan de aflossing van Als de aanvrager een publieke rechtspersoon is, kan de aflossing van
het leningsexcedent voor het project vervangen worden door de het leningsexcedent voor het project vervangen worden door de
aflossing van andere reeds aangegane leningen of door het niet-aangaan aflossing van andere reeds aangegane leningen of door het niet-aangaan
van geplande leningen. De publieke rechtspersoon kan dat staven aan de van geplande leningen. De publieke rechtspersoon kan dat staven aan de
hand van de investeringen, vermeld in het meerjarenplan, en de hand van de investeringen, vermeld in het meerjarenplan, en de
financiering daarvan. financiering daarvan.
Als het af te lossen leningsexcedent minder bedraagt dan het bedrag Als het af te lossen leningsexcedent minder bedraagt dan het bedrag
van de volledige eenmalige subsidiebetaling, bestaat er geen van de volledige eenmalige subsidiebetaling, bestaat er geen
verplichting tot de aflossing van leningen als de aanvrager kiest voor verplichting tot de aflossing van leningen als de aanvrager kiest voor
het bedrag van de volledige eenmalige subsidiebetaling, verminderd met het bedrag van de volledige eenmalige subsidiebetaling, verminderd met
het bedrag van de onder de volledige eenmalige subsidiebetaling het bedrag van de onder de volledige eenmalige subsidiebetaling
verplichte aflossing. verplichte aflossing.
Afdeling 3. - Toekomstige waarborgen Afdeling 3. - Toekomstige waarborgen

Art. 9.Een aanvrager die al beschikt over een principieel akkoord

Art. 9.Een aanvrager die al beschikt over een principieel akkoord

over de investeringswaarborg, kan verder leningscontracten laten over de investeringswaarborg, kan verder leningscontracten laten
waarborgen volgens het besluit van de Vlaamse Regering met toepassing waarborgen volgens het besluit van de Vlaamse Regering met toepassing
waarvan het principiële akkoord over de investeringswaarborg is waarvan het principiële akkoord over de investeringswaarborg is
toegekend, maar beperkt tot het deel van het bouwplafond, vermeld in toegekend, maar beperkt tot het deel van het bouwplafond, vermeld in
artikel 7, tweede lid. artikel 7, tweede lid.
Een aanvrager die nog niet beschikt over een principieel akkoord over Een aanvrager die nog niet beschikt over een principieel akkoord over
de investeringswaarborg, kan leningscontracten laten waarborgen de investeringswaarborg, kan leningscontracten laten waarborgen
conform het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 tot conform het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 tot
facilitering van de infrastructuurfinanciering via de alternatieve facilitering van de infrastructuurfinanciering via de alternatieve
investeringswaarborg, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds investeringswaarborg, verstrekt door het Vlaams Infrastructuurfonds
voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, maar beperkt tot het deel van voor Persoonsgebonden Aangelegenheden, maar beperkt tot het deel van
het bouwplafond, vermeld in artikel 7, tweede lid. het bouwplafond, vermeld in artikel 7, tweede lid.
HOOFDSTUK 5. - Toezichtregeling en sancties HOOFDSTUK 5. - Toezichtregeling en sancties
Afdeling 1. - Toezichtregeling Afdeling 1. - Toezichtregeling

Art. 10.§ 1. De bevoegde personeelsleden van de Vlaamse

Art. 10.§ 1. De bevoegde personeelsleden van de Vlaamse

administratie, bevoegd voor het beleidsdomein waartoe het Fonds administratie, bevoegd voor het beleidsdomein waartoe het Fonds
behoort, oefenen ter plaatse of op stukken toezicht uit op de naleving behoort, oefenen ter plaatse of op stukken toezicht uit op de naleving
van de bouwfysische, technische en kwalitatieve normen, en op het van de bouwfysische, technische en kwalitatieve normen, en op het
gebruik van de gebouwen. De aanvrager verleent zijn medewerking aan de gebruik van de gebouwen. De aanvrager verleent zijn medewerking aan de
uitoefening van het toezicht. uitoefening van het toezicht.
§ 2. De aanvrager houdt de nuttige stukken altijd ter beschikking voor § 2. De aanvrager houdt de nuttige stukken altijd ter beschikking voor
inzage door de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, of hij inzage door de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, of hij
bezorgt ze aan de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, op hun bezorgt ze aan de personeelsleden, vermeld in het eerste lid, op hun
eenvoudig verzoek. eenvoudig verzoek.
Onder de nuttige stukken, vermeld in het eerste lid, wordt verstaan: Onder de nuttige stukken, vermeld in het eerste lid, wordt verstaan:
1° tijdens de uitvoering van de werken: 1° tijdens de uitvoering van de werken:
a) een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale a) een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale
en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten
opzichte van het principiële akkoord; opzichte van het principiële akkoord;
b) de stedenbouwkundige vergunning; b) de stedenbouwkundige vergunning;
c) een planning van de werkzaamheden; c) een planning van de werkzaamheden;
d) een geactualiseerd programma van eisen, inclusief een nota over het d) een geactualiseerd programma van eisen, inclusief een nota over het
beantwoorden aan de vooropgestelde criteria duurzaamheid; beantwoorden aan de vooropgestelde criteria duurzaamheid;
e) een geactualiseerde raming; e) een geactualiseerde raming;
f) een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen; f) een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen;
g) het gunningsdossier, dat bestaat uit het proces-verbaal van de g) het gunningsdossier, dat bestaat uit het proces-verbaal van de
opening van de inschrijvingen, alle biedingen, de verslagen van de opening van de inschrijvingen, alle biedingen, de verslagen van de
controle van de biedingen, en de door de aanvrager gemotiveerde keuze controle van de biedingen, en de door de aanvrager gemotiveerde keuze
van de aannemer of leverancier; van de aannemer of leverancier;
h) de bestekken; h) de bestekken;
i) het proces-verbaal van voorlopige oplevering; i) het proces-verbaal van voorlopige oplevering;
j) een bewijs van betaling van het kunstwerk of de kunstwerken in j) een bewijs van betaling van het kunstwerk of de kunstwerken in
geval van toepassing van de regelgeving houdende integratie van geval van toepassing van de regelgeving houdende integratie van
kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee
gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde
inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse
Gemeenschap behoren; Gemeenschap behoren;
2° na de ingebruikname van de infrastructuur: 2° na de ingebruikname van de infrastructuur:
a) een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale a) een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale
en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten
opzichte van het principiële akkoord; opzichte van het principiële akkoord;
b) een overzicht van de uitvoering van de werkzaamheden en b) een overzicht van de uitvoering van de werkzaamheden en
aanbestedingen; aanbestedingen;
c) een definitief programma van eisen, inclusief een nota over het c) een definitief programma van eisen, inclusief een nota over het
beantwoorden aan de vooropgestelde criteria duurzaamheid; beantwoorden aan de vooropgestelde criteria duurzaamheid;
d) een kostenevolutie en eindafrekening, inclusief een verklarende d) een kostenevolutie en eindafrekening, inclusief een verklarende
nota over de kostenevolutie; nota over de kostenevolutie;
e) een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen; e) een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen;
f) een gebruikersevaluatie van het project; f) een gebruikersevaluatie van het project;
g) verbruiksgegevens van energie en water; g) verbruiksgegevens van energie en water;
h) het gunningsdossier, dat bestaat uit het proces-verbaal van de h) het gunningsdossier, dat bestaat uit het proces-verbaal van de
opening van de inschrijvingen, alle biedingen, de verslagen van de opening van de inschrijvingen, alle biedingen, de verslagen van de
controle van de biedingen, en de door de aanvrager gemotiveerde keuze controle van de biedingen, en de door de aanvrager gemotiveerde keuze
van de aannemer of leverancier; van de aannemer of leverancier;
i) de asbuiltdossiers; i) de asbuiltdossiers;
j) het proces-verbaal van voorlopige of definitieve oplevering; j) het proces-verbaal van voorlopige of definitieve oplevering;
k) een bewijs van betaling van het kunstwerk of de kunstwerken in k) een bewijs van betaling van het kunstwerk of de kunstwerken in
geval van toepassing van de regelgeving houdende integratie van geval van toepassing van de regelgeving houdende integratie van
kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee kunstwerken in gebouwen van openbare diensten en daarmee
gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde gelijkgestelde diensten en van door de overheid gesubsidieerde
inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse inrichtingen, verenigingen en instellingen die tot de Vlaamse
Gemeenschap behoren. Gemeenschap behoren.
In geval van een aankoop zonder verbouwing wordt, in afwijking van het In geval van een aankoop zonder verbouwing wordt, in afwijking van het
tweede lid, onder de nuttige stukken, vermeld in het eerste lid, tweede lid, onder de nuttige stukken, vermeld in het eerste lid,
verstaan: verstaan:
1° een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale 1° een verslag van de aanvrager over het functionele, architecturale
en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten en bouwtechnische concept met een overzicht van alle wijzigingen ten
opzichte van het principiële akkoord; opzichte van het principiële akkoord;
2° een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen; 2° een of meer documenten ter staving van de EPB-verplichtingen;
3° een gebruikersevaluatie van het project; 3° een gebruikersevaluatie van het project;
4° verbruiksgegevens van energie en water; 4° verbruiksgegevens van energie en water;
5° de asbuiltdossiers. 5° de asbuiltdossiers.
§ 3. De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met § 3. De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met
de aanbesteding en de gunning, gedurende vijf jaar na de voorlopige de aanbesteding en de gunning, gedurende vijf jaar na de voorlopige
oplevering of de eerste ingebruikname van de betreffende werken of oplevering of de eerste ingebruikname van de betreffende werken of
leveringen te bewaren. Die documenten kunnen op elk moment worden leveringen te bewaren. Die documenten kunnen op elk moment worden
gecontroleerd. gecontroleerd.
§ 4. Minstens één keer tijdens de uitvoering van de werken en twee § 4. Minstens één keer tijdens de uitvoering van de werken en twee
jaar na de ingebruikname van de infrastructuur wordt er een controle jaar na de ingebruikname van de infrastructuur wordt er een controle
ter plaatse uitgevoerd. ter plaatse uitgevoerd.
In geval van een aankoop zonder verbouwing wordt er, in afwijking van In geval van een aankoop zonder verbouwing wordt er, in afwijking van
het eerste lid, een jaar na de ingebruikname van de infrastructuur en het eerste lid, een jaar na de ingebruikname van de infrastructuur en
drie jaar na de ingebruikname van de infrastructuur een controle ter drie jaar na de ingebruikname van de infrastructuur een controle ter
plaatse uitgevoerd. plaatse uitgevoerd.
§ 5. De aanvrager brengt het Fonds op de hoogte van de ingebruikname § 5. De aanvrager brengt het Fonds op de hoogte van de ingebruikname
van de infrastructuur. van de infrastructuur.
§ 6. De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met § 6. De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met
de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4 van het besluit van 18 de verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4 van het besluit van 18
maart 2011, te bezorgen aan het Fonds als dat erom verzoekt. maart 2011, te bezorgen aan het Fonds als dat erom verzoekt.
De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met de De aanvrager is verplicht alle documenten die verband houden met de
verplichte aflossing van leningen, te bezorgen aan het Fonds als dat verplichte aflossing van leningen, te bezorgen aan het Fonds als dat
erom verzoekt. erom verzoekt.
Een aanvrager met nog een gewaarborgde lening zal: Een aanvrager met nog een gewaarborgde lening zal:
1° jaarlijks en voor de duur van de gewaarborgde lening een kopie van 1° jaarlijks en voor de duur van de gewaarborgde lening een kopie van
zijn laatst goedgekeurde jaarrekening en, in voorkomend geval, van het zijn laatst goedgekeurde jaarrekening en, in voorkomend geval, van het
verslag van de bedrijfsrevisor over de jaarrekening aan het Fonds verslag van de bedrijfsrevisor over de jaarrekening aan het Fonds
bezorgen als hij geen jaarrekening neerlegt bij de Nationale Bank van bezorgen als hij geen jaarrekening neerlegt bij de Nationale Bank van
België; België;
2° op het eerste schriftelijke verzoek van het Fonds een 2° op het eerste schriftelijke verzoek van het Fonds een
geactualiseerd overzicht bezorgen van de uitstaande bedragen in geactualiseerd overzicht bezorgen van de uitstaande bedragen in
hoofdsom, de interesten, de kosten en andere vergoedingen van zowel de hoofdsom, de interesten, de kosten en andere vergoedingen van zowel de
directe kredieten als van de leaseovereenkomsten, andere directe kredieten als van de leaseovereenkomsten, andere
leningsovereenkomsten en overeenkomsten met het effect van een leningsovereenkomsten en overeenkomsten met het effect van een
financiering. financiering.

Art. 11.De aanvrager is ertoe gehouden om voor de gesubsidieerde

Art. 11.De aanvrager is ertoe gehouden om voor de gesubsidieerde

onroerende goederen gedurende de concrete minimumperiode, vermeld in onroerende goederen gedurende de concrete minimumperiode, vermeld in
artikel 12 van het decreet van 23 februari 1994 inzake de artikel 12 van het decreet van 23 februari 1994 inzake de
infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, en voor de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, en voor de
gesubsidieerde roerende goederen gedurende een periode van vijf jaar gesubsidieerde roerende goederen gedurende een periode van vijf jaar
voor de medische uitrusting of de bijzondere uitrusting, en gedurende voor de medische uitrusting of de bijzondere uitrusting, en gedurende
een periode van tien jaar voor de andere roerende goederen elke een periode van tien jaar voor de andere roerende goederen elke
vervreemding, elke bezwaring met een zakelijk recht of genotsrecht, of vervreemding, elke bezwaring met een zakelijk recht of genotsrecht, of
elke concrete bestemmingswijziging van het gesubsidieerde goed aan de elke concrete bestemmingswijziging van het gesubsidieerde goed aan de
uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming te onderwerpen, ofwel van uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming te onderwerpen, ofwel van
het Fonds als het gesubsidieerde goed een bestemming krijgt in het het Fonds als het gesubsidieerde goed een bestemming krijgt in het
kader van de persoonsgebonden aangelegenheden, vermeld in artikel 5 kader van de persoonsgebonden aangelegenheden, vermeld in artikel 5
van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, als die aangelegenheden vallen onder het beleidsdomein instellingen, als die aangelegenheden vallen onder het beleidsdomein
waartoe het Fonds behoort, ofwel van de Vlaamse minister, bevoegd voor waartoe het Fonds behoort, ofwel van de Vlaamse minister, bevoegd voor
bijstand aan personen en gezondheidsbeleid, in de andere gevallen. bijstand aan personen en gezondheidsbeleid, in de andere gevallen.
Als de investeringswaarborg is verleend en de gewaarborgde lening nog Als de investeringswaarborg is verleend en de gewaarborgde lening nog
niet volledig is afbetaald door de aanvrager, wordt bij de aanvraag niet volledig is afbetaald door de aanvrager, wordt bij de aanvraag
van een uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming een document van een uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming een document
gevoegd waarin de financier zich akkoord verklaart met de aanvraag. gevoegd waarin de financier zich akkoord verklaart met de aanvraag.
Als de investeringswaarborg is verleend en de gewaarborgde lening nog Als de investeringswaarborg is verleend en de gewaarborgde lening nog
niet volledig is afbetaald door de aanvrager, moet de uitdrukkelijke niet volledig is afbetaald door de aanvrager, moet de uitdrukkelijke
en voorafgaande toestemming, vermeld in het eerste lid, ook gevraagd en voorafgaande toestemming, vermeld in het eerste lid, ook gevraagd
worden na de periodes, vermeld in het eerste lid. worden na de periodes, vermeld in het eerste lid.
Het gesubsidieerde goed moet als een goed huisvader beheerd en Het gesubsidieerde goed moet als een goed huisvader beheerd en
onderhouden worden gedurende de concrete minimumperiode, vermeld in onderhouden worden gedurende de concrete minimumperiode, vermeld in
artikel 12 van het decreet van 23 februari 1994 inzake de artikel 12 van het decreet van 23 februari 1994 inzake de
infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, voor de infrastructuur voor persoonsgebonden aangelegenheden, voor de
gesubsidieerde onroerende goederen en voor de gesubsidieerde roerende gesubsidieerde onroerende goederen en voor de gesubsidieerde roerende
goederen gedurende een periode van vijf jaar voor de medische goederen gedurende een periode van vijf jaar voor de medische
uitrusting of de bijzondere uitrusting, en gedurende een periode van uitrusting of de bijzondere uitrusting, en gedurende een periode van
tien jaar voor de andere roerende goederen. tien jaar voor de andere roerende goederen.
Afdeling 2. - Sancties Afdeling 2. - Sancties

Art. 12.De eenmalige subsidiebetaling, de betaling van de

Art. 12.De eenmalige subsidiebetaling, de betaling van de

tegemoetkoming in de verbrekingskosten en de verleende tegemoetkoming in de verbrekingskosten en de verleende
gebruikstoelagen worden teruggevorderd overeenkomstig artikel 13 van gebruikstoelagen worden teruggevorderd overeenkomstig artikel 13 van
de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die
gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de
boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de
organisatie van de controle door het Rekenhof: organisatie van de controle door het Rekenhof:
1° bij overtreding van de bepalingen van artikel 10 en 11, eerste lid, 1° bij overtreding van de bepalingen van artikel 10 en 11, eerste lid,
van dit besluit; van dit besluit;
2° als de aanvrager niet meer voldoet aan de voorschriften van de 2° als de aanvrager niet meer voldoet aan de voorschriften van de
ongeoorloofde verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4 van het ongeoorloofde verwantschapsband, vermeld in artikel 3 en 4 van het
besluit van 18 maart 2011, gedurende de periode van de resterende besluit van 18 maart 2011, gedurende de periode van de resterende
gebruikstoelagen, vermeld in artikel 4, vierde lid, van dit besluit; gebruikstoelagen, vermeld in artikel 4, vierde lid, van dit besluit;
3° als het betreffende project niet gerealiseerd wordt of niet leidt 3° als het betreffende project niet gerealiseerd wordt of niet leidt
tot een uitbating binnen een redelijke uitvoeringstermijn; tot een uitbating binnen een redelijke uitvoeringstermijn;
4° als de aanvrager bij een bepaalde opdracht in het kader van dat 4° als de aanvrager bij een bepaalde opdracht in het kader van dat
project de principes van de wetgeving op de overheidsopdrachten en project de principes van de wetgeving op de overheidsopdrachten en
sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten
niet heeft gerespecteerd. niet heeft gerespecteerd.
Bij de overtreding, vermeld in het eerste lid, 4°, wordt het bedrag Bij de overtreding, vermeld in het eerste lid, 4°, wordt het bedrag
teruggevorderd naar rato van het aandeel van de betreffende opdracht teruggevorderd naar rato van het aandeel van de betreffende opdracht
waarvoor de wetgeving op de overheidsopdrachten niet is gerespecteerd waarvoor de wetgeving op de overheidsopdrachten niet is gerespecteerd
in het geheel van het project. in het geheel van het project.
Bij overtreding van de bepaling van artikel 11, derde lid, zal het Bij overtreding van de bepaling van artikel 11, derde lid, zal het
Fonds de aanvrager aanmanen zich te conformeren aan die bepaling Fonds de aanvrager aanmanen zich te conformeren aan die bepaling
binnen een termijn die het Fonds bepaalt. Als de aanvrager niet het binnen een termijn die het Fonds bepaalt. Als de aanvrager niet het
nodige gevolg geeft aan die aanmaning, zullen de eenmalige nodige gevolg geeft aan die aanmaning, zullen de eenmalige
subsidiebetaling, de betaling van de tegemoetkoming in de subsidiebetaling, de betaling van de tegemoetkoming in de
verbrekingskosten en de verleende gebruikstoelagen worden verbrekingskosten en de verleende gebruikstoelagen worden
teruggevorderd overeenkomstig artikel 13 van de wet van 16 mei 2003 teruggevorderd overeenkomstig artikel 13 van de wet van 16 mei 2003
tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de
begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de
gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de
controle door het Rekenhof. controle door het Rekenhof.
De investeringswaarborg vervalt van rechtswege als: De investeringswaarborg vervalt van rechtswege als:
1° de aanvrager niet voldoet aan de bepalingen van artikel 11, eerste 1° de aanvrager niet voldoet aan de bepalingen van artikel 11, eerste
en tweede lid, van dit besluit; en tweede lid, van dit besluit;
2° de aanvrager een eenmalige subsidiebetaling heeft verkregen en niet 2° de aanvrager een eenmalige subsidiebetaling heeft verkregen en niet
voldaan heeft aan de verplichte aflossing van leningen, vermeld in voldaan heeft aan de verplichte aflossing van leningen, vermeld in
artikel 8 van dit besluit. artikel 8 van dit besluit.
HOOFDSTUK 6. - Besluit van de EU-Commissie van 20 december 2011 HOOFDSTUK 6. - Besluit van de EU-Commissie van 20 december 2011

Art. 13.De investeringssubsidies, vermeld in dit besluit, worden

Art. 13.De investeringssubsidies, vermeld in dit besluit, worden

toegekend met inachtneming van het besluit 2012/21/EU van de Commissie toegekend met inachtneming van het besluit 2012/21/EU van de Commissie
van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede van 20 december 2011 betreffende de toepassing van artikel 106, tweede
lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op
staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst, staatssteun in de vorm van compensatie voor de openbare dienst,
verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen verleend aan bepaalde met het beheer van diensten van algemeen
economisch belang belaste ondernemingen. economisch belang belaste ondernemingen.
HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 14 september 2015.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking op 14 september 2015.

Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen,

Art. 15.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen,

en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn,
ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit
besluit. besluit.
Brussel, 11 september 2015. Brussel, 11 september 2015.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN J. VANDEURZEN
^