Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 11/09/2015
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang "
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
11 SEPTEMBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van 11 SEPTEMBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van
het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 houdende
sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de
presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen en het besluit van presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen en het besluit van
de Vlaamse Regering van 5 december 2003 ter uitvoering van het decreet de Vlaamse Regering van 5 december 2003 ter uitvoering van het decreet
van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel
erfgoed van uitzonderlijk belang erfgoed van uitzonderlijk belang
De Vlaamse Regering, De Vlaamse Regering,
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de
instellingen, artikel 20; instellingen, artikel 20;
Gelet op het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het Gelet op het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming van het
roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, artikel 3, § 1, roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang, artikel 3, § 1,
vervangen bij het decreet van 25 april 2014, en § 3, vierde lid, vervangen bij het decreet van 25 april 2014, en § 3, vierde lid,
ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014, artikel 4, § 2, artikel ingevoegd bij het decreet van 25 april 2014, artikel 4, § 2, artikel
8, § 2, artikel 9, § 1, tweede lid, artikel 10, eerste lid, gewijzigd 8, § 2, artikel 9, § 1, tweede lid, artikel 10, eerste lid, gewijzigd
bij het decreet van 30 april 2009, artikel 11, § 2, vervangen bij het bij het decreet van 30 april 2009, artikel 11, § 2, vervangen bij het
decreet van 25 april 2014, artikel 11bis, § 2 en § 4, ingevoegd bij decreet van 25 april 2014, artikel 11bis, § 2 en § 4, ingevoegd bij
het decreet van 25 april 2014, en artikel 14, § 3; het decreet van 25 april 2014, en artikel 14, § 3;
Gelet op het decreet van 25 april 2014 tot wijziging van het decreet Gelet op het decreet van 25 april 2014 tot wijziging van het decreet
van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel
erfgoed van uitzonderlijk belang, wat betreft de definitie van erfgoed van uitzonderlijk belang, wat betreft de definitie van
"topstuk" en tot omzetting van de Verordening (EG) nr. 116/2009 van de "topstuk" en tot omzetting van de Verordening (EG) nr. 116/2009 van de
Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen, Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen,
artikel 26; artikel 26;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983 Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 1983
houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de werking en van de
presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen; presentiegelden en vergoedingen van adviesorganen;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 ter Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 ter
uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 houdende bescherming
van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang; van het roerend cultureel erfgoed van uitzonderlijk belang;
Gelet op het advies van de Sectorraad Kunsten en Erfgoed van de Raad Gelet op het advies van de Sectorraad Kunsten en Erfgoed van de Raad
voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 1 juli 2015; voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media, gegeven op 1 juli 2015;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 10 juni 2015; begroting, gegeven op 10 juni 2015;
Gelet op advies 57.897 van de Raad van State, gegeven op 24 augustus Gelet op advies 57.897 van de Raad van State, gegeven op 24 augustus
2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en
Brussel; Brussel;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5

Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5

december 2003 ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003 december 2003 ter uitvoering van het decreet van 24 januari 2003
houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van houdende bescherming van het roerend cultureel erfgoed van
uitzonderlijk belang worden de volgende wijzigingen aangebracht: uitzonderlijk belang worden de volgende wijzigingen aangebracht:
1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt: 1° punt 2° wordt vervangen door wat volgt:
"2° beschermd voorwerp: een topstuk dat in de lijst van het roerend "2° beschermd voorwerp: een topstuk dat in de lijst van het roerend
cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap is opgenomen;"; cultureel erfgoed van de Vlaamse Gemeenschap is opgenomen;";
2° er wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt: 2° er wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt:
"9° certificaat: het certificaat, vermeld in artikel 3, § 3, tweede "9° certificaat: het certificaat, vermeld in artikel 3, § 3, tweede
tot en met vierde lid van het decreet, dat bevestigt dat een roerend tot en met vierde lid van het decreet, dat bevestigt dat een roerend
goed of verzameling geen topstuk is.". goed of verzameling geen topstuk is.".

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 3.In artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ",

Art. 3.In artikel 10, § 2, van hetzelfde besluit wordt de zinsnede ",

die éénmalig verlengbaar is" opgeheven. die éénmalig verlengbaar is" opgeheven.

Art. 4.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 4.In artikel 15 van hetzelfde besluit worden de volgende

wijzigingen aangebracht: wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: 1° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt:
"De Raad kan geldig beraadslagen en stemmen als de meerderheid van de "De Raad kan geldig beraadslagen en stemmen als de meerderheid van de
leden aan de beraadslaging deelneemt. Indien dit aantal niet wordt leden aan de beraadslaging deelneemt. Indien dit aantal niet wordt
gehaald, wordt binnen de veertien dagen een nieuwe beraadslaging en gehaald, wordt binnen de veertien dagen een nieuwe beraadslaging en
stemming georganiseerd. Deze is geldig ongeacht het aantal leden dat stemming georganiseerd. Deze is geldig ongeacht het aantal leden dat
er aan deelneemt. De administratie neemt deel aan de beraadslaging met er aan deelneemt. De administratie neemt deel aan de beraadslaging met
raadgevende stem."; raadgevende stem.";
2° aan paragraaf 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als 2° aan paragraaf 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als
volgt: volgt:
"De Raad kan zowel fysiek als op afstand beraadslagen."; "De Raad kan zowel fysiek als op afstand beraadslagen.";
3° in paragraaf 2 worden de woorden "aanwezig zijn" vervangen door de 3° in paragraaf 2 worden de woorden "aanwezig zijn" vervangen door de
woorden "aan de beraadslagingen deelnemen". woorden "aan de beraadslagingen deelnemen".

Art. 5.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 5.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 6.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat

Art. 6.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat

volgt: volgt:
"

Art. 20.De voorzitter en de leden van de Raad kunnen aanspraak maken

"

Art. 20.De voorzitter en de leden van de Raad kunnen aanspraak maken

op de volgende vergoedingen: op de volgende vergoedingen:
1° de voorzitter: een presentiegeld van 120 euro per dagdeel, 1° de voorzitter: een presentiegeld van 120 euro per dagdeel,
geïndexeerd, tot maximaal twee dagdelen per dag, om vergaderingen voor geïndexeerd, tot maximaal twee dagdelen per dag, om vergaderingen voor
te bereiden en bij te wonen; te bereiden en bij te wonen;
2° de leden: een presentiegeld van 90 euro per dagdeel, geïndexeerd, 2° de leden: een presentiegeld van 90 euro per dagdeel, geïndexeerd,
tot maximaal twee dagdelen per dag, om vergaderingen voor te bereiden tot maximaal twee dagdelen per dag, om vergaderingen voor te bereiden
en bij te wonen; en bij te wonen;
3° een reisvergoeding voor vergaderingen, gebaseerd op een treinrit in 3° een reisvergoeding voor vergaderingen, gebaseerd op een treinrit in
eerste klas; eerste klas;
4° een forfaitaire vergoeding van 60 euro voor het formuleren van 4° een forfaitaire vergoeding van 60 euro voor het formuleren van
preadviezen in opdracht van de Raad; preadviezen in opdracht van de Raad;
5° een reisvergoeding voor werkbezoeken in opdracht van de raad, 5° een reisvergoeding voor werkbezoeken in opdracht van de raad,
gebaseerd op de prijs van een treinrit eerste klas. gebaseerd op de prijs van een treinrit eerste klas.
Voor beraadslagingen op afstand worden geen vergoedingen toegekend.". Voor beraadslagingen op afstand worden geen vergoedingen toegekend.".

Art. 7.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de woorden

Art. 7.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de woorden

"goederen en verzamelingen" vervangen door het woord "topstukken". "goederen en verzamelingen" vervangen door het woord "topstukken".

Art. 8.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 8.In artikel 24 van hetzelfde besluit worden de volgende

wijzigingen aangebracht: wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede ", met gebruikmaking 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt de zinsnede ", met gebruikmaking
van het formulier waarvan het model als bijlage I bij dit besluit is van het formulier waarvan het model als bijlage I bij dit besluit is
gevoegd" opgeheven; gevoegd" opgeheven;
2° aan paragraaf 1 worden een derde en een vierde lid toegevoegd, die 2° aan paragraaf 1 worden een derde en een vierde lid toegevoegd, die
luiden als volgt: luiden als volgt:
"Een volledige aanvraag tot uitvoering van een fysische ingreep omvat: "Een volledige aanvraag tot uitvoering van een fysische ingreep omvat:
1° de naam, het adres en de contactgegevens van de aanvrager; 1° de naam, het adres en de contactgegevens van de aanvrager;
2° een toereikende identificatie van het topstuk; 2° een toereikende identificatie van het topstuk;
3° de naam en het adres van de ontwerper(s) en uitvoerder(s) van de 3° de naam en het adres van de ontwerper(s) en uitvoerder(s) van de
ingreep; ingreep;
4° het curriculum vitae van de uitvoerder(s); 4° het curriculum vitae van de uitvoerder(s);
5° een gedocumenteerde toestandsbeschrijving van het topstuk, 5° een gedocumenteerde toestandsbeschrijving van het topstuk,
gedateerd en met vermelding van de opsteller; gedateerd en met vermelding van de opsteller;
6° het behandelingsvoorstel met verantwoording van de gekozen 6° het behandelingsvoorstel met verantwoording van de gekozen
behandeling, de keuze en de materialen van de behandeling en de behandeling, de keuze en de materialen van de behandeling en de
stapsgewijze beschrijving van de voorgenomen behandeling. stapsgewijze beschrijving van de voorgenomen behandeling.
De administratie kan voor de aanvragen een aanvraagformulier De administratie kan voor de aanvragen een aanvraagformulier
opleggen."; opleggen.";
3° in paragraaf 2 worden de woorden "door middel van een aangetekend 3° in paragraaf 2 worden de woorden "door middel van een aangetekend
verzonden of tegen ontvangstbewijs afgegeven brief" opgeheven; verzonden of tegen ontvangstbewijs afgegeven brief" opgeheven;
4° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "Vlaamse regering" 4° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "Vlaamse regering"
vervangen door de woorden "de leidend ambtenaar van de administratie, vervangen door de woorden "de leidend ambtenaar van de administratie,
onverminderd de mogelijkheid tot subdelegatie"; onverminderd de mogelijkheid tot subdelegatie";
5° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "door middel van een 5° in paragraaf 5, eerste lid, worden de woorden "door middel van een
aangetekend verzonden of tegen ontvangstbewijs afgegeven brief" aangetekend verzonden of tegen ontvangstbewijs afgegeven brief"
opgeheven. opgeheven.

Art. 9.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 9.In artikel 31 van hetzelfde besluit worden de volgende

wijzigingen aangebracht: wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de zinsnede ", met gebruikmaking van het 1° in het eerste lid wordt de zinsnede ", met gebruikmaking van het
formulier waarvan het model als bijlage II bij dit besluit is gevoegd" formulier waarvan het model als bijlage II bij dit besluit is gevoegd"
vervangen door de zin "De administratie kan voor de aanvragen een vervangen door de zin "De administratie kan voor de aanvragen een
aanvraagformulier opleggen."; aanvraagformulier opleggen.";
2° in het tweede lid wordt vóór de woorden "Bij de aanvraag" de zin 2° in het tweede lid wordt vóór de woorden "Bij de aanvraag" de zin
"In de aanvraag worden de naam, het adres en de contactgegevens van de "In de aanvraag worden de naam, het adres en de contactgegevens van de
aanvrager vermeld, alsook een toereikende identificatie van het aanvrager vermeld, alsook een toereikende identificatie van het
topstuk." ingevoegd. topstuk." ingevoegd.

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VI/1, dat bestaat

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VI/1, dat bestaat

uit artikel 42/1 tot en met 42/2, ingevoegd, dat luidt als volgt: uit artikel 42/1 tot en met 42/2, ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk VI/1. Het certificaat dat bevestigt dat een roerend goed of "Hoofdstuk VI/1. Het certificaat dat bevestigt dat een roerend goed of
verzameling geen topstuk is. verzameling geen topstuk is.

Art. 42/1.De aanvragen van een certificaat worden door de bezitter,

Art. 42/1.De aanvragen van een certificaat worden door de bezitter,

eigenaar, houder, of zijn aangestelde, ingediend bij de administratie. eigenaar, houder, of zijn aangestelde, ingediend bij de administratie.
De administratie kan voor de aanvragen een aanvraagformulier opleggen. De administratie kan voor de aanvragen een aanvraagformulier opleggen.
Een volledige aanvraag omvat: Een volledige aanvraag omvat:
1° de naam, het adres en de contactgegevens van de aanvrager; 1° de naam, het adres en de contactgegevens van de aanvrager;
2° een toereikende identificatie van het roerend goed of de 2° een toereikende identificatie van het roerend goed of de
verzameling, met inbegrip van toereikend beeldmateriaal; verzameling, met inbegrip van toereikend beeldmateriaal;
3° de herkomst- en eigendomsgeschiedenis van het roerend goed of de 3° de herkomst- en eigendomsgeschiedenis van het roerend goed of de
verzameling; verzameling;
4° een verklaring op erewoord dat het roerend goed of de verzameling 4° een verklaring op erewoord dat het roerend goed of de verzameling
zich wettig en definitief binnen de Vlaamse Gemeenschap bevindt. zich wettig en definitief binnen de Vlaamse Gemeenschap bevindt.
De administratie kan, als ze dat wenselijk acht, externe adviezen De administratie kan, als ze dat wenselijk acht, externe adviezen
inwinnen. inwinnen.
De administratie legt de aanvraag, in voorkomend geval samen met de De administratie legt de aanvraag, in voorkomend geval samen met de
door haar ingewonnen bijkomende informatie en externe adviezen, voor door haar ingewonnen bijkomende informatie en externe adviezen, voor
advies voor aan de Raad. De Raad formuleert uiterlijk dertig dagen na advies voor aan de Raad. De Raad formuleert uiterlijk dertig dagen na
de ontvangst van een volledige aanvraag zijn advies over de vraag of de ontvangst van een volledige aanvraag zijn advies over de vraag of
het roerend goed of de verzameling al dan niet beschouwd moet worden het roerend goed of de verzameling al dan niet beschouwd moet worden
als een topstuk. als een topstuk.
Binnen tien dagen na het verstrijken van de termijn, vermeld in het Binnen tien dagen na het verstrijken van de termijn, vermeld in het
vijfde lid, levert de administratie het gevraagde certificaat af of vijfde lid, levert de administratie het gevraagde certificaat af of
meldt ze de aanvrager dat het roerend goed of de verzameling waarvoor meldt ze de aanvrager dat het roerend goed of de verzameling waarvoor
een aanvraag is ingediend, een topstuk is. een aanvraag is ingediend, een topstuk is.

Art. 42/2.Het certificaat bevat minstens de volgende gegevens:

Art. 42/2.Het certificaat bevat minstens de volgende gegevens:

1° een toereikende identificatie van het goed of de verzameling 1° een toereikende identificatie van het goed of de verzameling
waarvoor het certificaat wordt uitgereikt; waarvoor het certificaat wordt uitgereikt;
2° beeldmateriaal. 2° beeldmateriaal.
Bij de opmaak van het certificaat wordt rekening gehouden met het feit Bij de opmaak van het certificaat wordt rekening gehouden met het feit
dat overeenkomstig artikel 3, § 3, derde lid, van het decreet, het dat overeenkomstig artikel 3, § 3, derde lid, van het decreet, het
certificaat geen uitspraak doet over authenticiteit, noch over certificaat geen uitspraak doet over authenticiteit, noch over
financiële waarde, noch over eigendomstitel van het roerend goed of de financiële waarde, noch over eigendomstitel van het roerend goed of de
verzameling waarvoor een certificaat afgeleverd wordt.". verzameling waarvoor een certificaat afgeleverd wordt.".

Art. 11.In hetzelfde besluit worden in het opschrift van hoofdstuk

Art. 11.In hetzelfde besluit worden in het opschrift van hoofdstuk

VII de woorden "beschermde voorwerpen" vervangen door het woord VII de woorden "beschermde voorwerpen" vervangen door het woord
"topstukken". "topstukken".

Art. 12.In artikel 43, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de

Art. 12.In artikel 43, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de

woorden "beschermd voorwerp" vervangen door het woord "topstuk". woorden "beschermd voorwerp" vervangen door het woord "topstuk".

Art. 13.In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 13.In artikel 44 van hetzelfde besluit worden de volgende

wijzigingen aangebracht: wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1 wordt punt 2° vervangen door wat volgt: 1° in paragraaf 1 wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° de identificatie van het topstuk met, als het een beschermd "2° de identificatie van het topstuk met, als het een beschermd
voorwerp betreft, expliciete verwijzing naar de lijst."; voorwerp betreft, expliciete verwijzing naar de lijst.";
2° in paragraaf 2 worden de woorden "beschermd voorwerp" telkens 2° in paragraaf 2 worden de woorden "beschermd voorwerp" telkens
vervangen door het woord "topstuk". vervangen door het woord "topstuk".

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk VIII

Art. 14.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van hoofdstuk VIII

vervangen door wat volgt: vervangen door wat volgt:
"Hoofdstuk VIII. Prijsbepaling in geval van weigering van toestemming "Hoofdstuk VIII. Prijsbepaling in geval van weigering van toestemming
om een topstuk buiten de Vlaamse Gemeenschap te brengen". om een topstuk buiten de Vlaamse Gemeenschap te brengen".

Art. 15.In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de woorden

Art. 15.In artikel 46 van hetzelfde besluit worden de woorden

"beschermde voorwerp" vervangen door het woord "topstuk". "beschermde voorwerp" vervangen door het woord "topstuk".

Art. 16.In artikel 47 van hetzelfde besluit worden de woorden

Art. 16.In artikel 47 van hetzelfde besluit worden de woorden

"beschermde voorwerp" telkens vervangen door het woord "topstuk". "beschermde voorwerp" telkens vervangen door het woord "topstuk".

Art. 17.Artikel 48 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat

Art. 17.Artikel 48 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat

volgt: volgt:
"

Art. 48.De deskundigen, vermeld in artikel 14, § 2, van het decreet,

"

Art. 48.De deskundigen, vermeld in artikel 14, § 2, van het decreet,

worden vergoed door de aanstellers van de deskundigen. worden vergoed door de aanstellers van de deskundigen.
De hoogte van de vergoeding van het door beide partijen in onderling De hoogte van de vergoeding van het door beide partijen in onderling
overleg of, in voorkomend geval, door de rechter aangestelde derde lid overleg of, in voorkomend geval, door de rechter aangestelde derde lid
van het college wordt in onderling overleg of, in voorkomend geval, van het college wordt in onderling overleg of, in voorkomend geval,
door de rechter bepaald. Elke partij neemt de helft van die vergoeding door de rechter bepaald. Elke partij neemt de helft van die vergoeding
voor haar rekening.". voor haar rekening.".

Art. 18.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VIII/1, dat bestaat

Art. 18.In hetzelfde besluit wordt een hoofdstuk VIII/1, dat bestaat

uit artikel 48/1 tot en met 48/2, ingevoegd, dat luidt als volgt: uit artikel 48/1 tot en met 48/2, ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Hoofdstuk VIII/1. Het buiten het douanegebied van de Europese "Hoofdstuk VIII/1. Het buiten het douanegebied van de Europese
Gemeenschap brengen van cultuurgoederen Gemeenschap brengen van cultuurgoederen

Art. 48/1.De aanvraag van een vergunning om een cultuurgoed, als

Art. 48/1.De aanvraag van een vergunning om een cultuurgoed, als

vermeld in artikel 11bis van het decreet, buiten het douanegebied van vermeld in artikel 11bis van het decreet, buiten het douanegebied van
de Europese Gemeenschap te brengen, wordt ingediend bij de de Europese Gemeenschap te brengen, wordt ingediend bij de
administratie. administratie.
De aanvraag bevat de gegevens als vermeld in de uitvoeringsbepalingen De aanvraag bevat de gegevens als vermeld in de uitvoeringsbepalingen
van de verordening, en de krachtens de verordening opgelegde van de verordening, en de krachtens de verordening opgelegde
formulieren. De aanvraag bevat ook de nodige informatie over de formulieren. De aanvraag bevat ook de nodige informatie over de
herkomst- en eigendomsgeschiedenis van het werk. herkomst- en eigendomsgeschiedenis van het werk.
De aanvragers die een onvolledige aanvraag hebben ingediend, worden De aanvragers die een onvolledige aanvraag hebben ingediend, worden
daarvan door de administratie op de hoogte gebracht binnen vijftien daarvan door de administratie op de hoogte gebracht binnen vijftien
dagen na de ontvangst van de aanvraag. dagen na de ontvangst van de aanvraag.

Art. 48/2.De leidend ambtenaar van de administratie, onverminderd de

Art. 48/2.De leidend ambtenaar van de administratie, onverminderd de

mogelijkheid tot subdelegatie, levert de vergunningen af om mogelijkheid tot subdelegatie, levert de vergunningen af om
cultuurgoederen buiten de Europese Gemeenschap te brengen, of weigert cultuurgoederen buiten de Europese Gemeenschap te brengen, of weigert
ze. ze.
In het geval de leidend ambtenaar een aanvraag wordt voorgelegd voor In het geval de leidend ambtenaar een aanvraag wordt voorgelegd voor
een cultuurgoed waarvan hij vermoedt dat het een topstuk is en de een cultuurgoed waarvan hij vermoedt dat het een topstuk is en de
aanvrager geen toestemming kan voorleggen in de zin van artikel 11, § aanvrager geen toestemming kan voorleggen in de zin van artikel 11, §
1, van het decreet, noch een certificaat dat verklaart dat het 1, van het decreet, noch een certificaat dat verklaart dat het
cultuurgoed geen topstuk is, vraagt hij daaromtrent het advies aan de cultuurgoed geen topstuk is, vraagt hij daaromtrent het advies aan de
Raad. In het geval de leidend ambtenaar beslist dat het cultuurgoed Raad. In het geval de leidend ambtenaar beslist dat het cultuurgoed
inderdaad een topstuk is, dan verwijst hij de aanvrager door naar de inderdaad een topstuk is, dan verwijst hij de aanvrager door naar de
aanvraagprocedure voorzien in artikel 11 van het decreet.". aanvraagprocedure voorzien in artikel 11 van het decreet.".

Art. 19.Bijlage I en II bij hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 19.Bijlage I en II bij hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 20.In punt 1 van de bijlage bij het besluit van de Vlaamse

Art. 20.In punt 1 van de bijlage bij het besluit van de Vlaamse

Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot Regering van 14 december 1983 houdende sommige maatregelen tot
harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen harmonisatie van de werking en van de presentiegelden en vergoedingen
van adviesorganen wordt de bepaling "- de Raad voor het behoud van het van adviesorganen wordt de bepaling "- de Raad voor het behoud van het
roerend cultureel erfgoed" opgeheven. roerend cultureel erfgoed" opgeheven.

Art. 21.Het decreet van 25 april 2014 tot wijziging van het decreet

Art. 21.Het decreet van 25 april 2014 tot wijziging van het decreet

van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel van 24 januari 2003 houdende bescherming van het roerend cultureel
erfgoed van uitzonderlijk belang, wat betreft de definitie van erfgoed van uitzonderlijk belang, wat betreft de definitie van
"topstuk" en tot omzetting van de Verordening (EG) nr. 116/2009 van de "topstuk" en tot omzetting van de Verordening (EG) nr. 116/2009 van de
Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen Raad van 18 december 2008 betreffende de uitvoer van cultuurgoederen
treedt in werking op de dertigste dag die volgt op de bekendmaking van treedt in werking op de dertigste dag die volgt op de bekendmaking van
dit besluit in het Belgisch Staatsblad. dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Art. 22.Dit besluit treedt in werking op de dertigste dag die volgt

Art. 22.Dit besluit treedt in werking op de dertigste dag die volgt

op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele

Art. 23.De Vlaamse minister, bevoegd voor de culturele

aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit. aangelegenheden, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 september 2015. Brussel, 11 september 2015.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
Geert BOURGEOIS Geert BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel,
Sven GATZ Sven GATZ
^