Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 11/01/2002
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling op 1 april 1972 van de weddenschalen van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de rijksinrichtingen voor kunstonderwijs met volledig leerplan, ressorterend onder de Minister van Nederlandse Cultuur en de Minister van Franse Cultuur, alsmede van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op de inrichtingen voor kunstonderwijs "
Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling op 1 april 1972 van de weddenschalen van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de rijksinrichtingen voor kunstonderwijs met volledig leerplan, ressorterend onder de Minister van Nederlandse Cultuur en de Minister van Franse Cultuur, alsmede van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op de inrichtingen voor kunstonderwijs Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling op 1 april 1972 van de weddenschalen van het bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de rijksinrichtingen voor kunstonderwijs met volledig leerplan, ressorterend onder de Minister van Nederlandse Cultuur en de Minister van Franse Cultuur, alsmede van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op de inrichtingen voor kunstonderwijs
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
11 JANUARI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van 11 JANUARI 2002. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van
het koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling op 1 april het koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling op 1 april
1972 van de weddenschalen van het bestuurs- en onderwijzend personeel 1972 van de weddenschalen van het bestuurs- en onderwijzend personeel
en van het opvoedend hulppersoneel van de rijksinrichtingen voor en van het opvoedend hulppersoneel van de rijksinrichtingen voor
kunstonderwijs met volledig leerplan, ressorterend onder de Minister kunstonderwijs met volledig leerplan, ressorterend onder de Minister
van Nederlandse Cultuur en de Minister van Franse Cultuur, alsmede van van Nederlandse Cultuur en de Minister van Franse Cultuur, alsmede van
de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het toezicht op
de inrichtingen voor kunstonderwijs de inrichtingen voor kunstonderwijs
De Vlaamse regering, De Vlaamse regering,
Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs XIII - Gelet op het decreet van 13 juli 2001 betreffende het onderwijs XIII -
mozaïek, inzonderheid op artikel IX.2, § 2; mozaïek, inzonderheid op artikel IX.2, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling Gelet op het koninklijk besluit van 9 november 1978 tot vaststelling
op 1 april 1972 van de weddenschalen van het bestuurs- en onderwijzend op 1 april 1972 van de weddenschalen van het bestuurs- en onderwijzend
personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de rijksinrichtingen personeel en van het opvoedend hulppersoneel van de rijksinrichtingen
voor kunstonderwijs met volledig leerplan, ressorterend onder de voor kunstonderwijs met volledig leerplan, ressorterend onder de
Minister van Nederlandse Cultuur en de Minister van Franse Cultuur, Minister van Nederlandse Cultuur en de Minister van Franse Cultuur,
alsmede van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het alsmede van de personeelsleden van de inspectiedienst belast met het
toezicht op de inrichtingen voor kunstonderwijs, inzonderheid op de toezicht op de inrichtingen voor kunstonderwijs, inzonderheid op de
tabel van de weddenschalen, gevoegd als bijlage bij het besluit, zoals tabel van de weddenschalen, gevoegd als bijlage bij het besluit, zoals
gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 24 mei 1995 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 24 mei 1995 en
31 januari 1996; 31 januari 1996;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 5 juli 2001; begroting, gegeven op 5 juli 2001;
Gelet op het protocol nr. 410 van 9 juli 2001 houdende de conclusies Gelet op het protocol nr. 410 van 9 juli 2001 houdende de conclusies
van de onderhandelingen, gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering van de onderhandelingen, gevoerd in de gemeenschappelijke vergadering
van Sectorcomité X en de onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van van Sectorcomité X en de onderafdeling Vlaamse Gemeenschap van
afdeling 2 van het comité voor de Provinciale en Plaatselijke afdeling 2 van het comité voor de Provinciale en Plaatselijke
Overheidsdiensten; Overheidsdiensten;
Gelet op het protocol nr. 183 van 9 juli 2001 houdende de conclusies Gelet op het protocol nr. 183 van 9 juli 2001 houdende de conclusies
van de onderhandelingen, gevoerd in het overkoepelend van de onderhandelingen, gevoerd in het overkoepelend
onderhandelingscomité gesubsidieerd onderwijs; onderhandelingscomité gesubsidieerd onderwijs;
Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 24 juli 2001, Gelet op de beraadslaging van de Vlaamse regering, op 24 juli 2001,
betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een betreffende de aanvraag om advies bij de Raad van State binnen een
maand; maand;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 augustus Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 29 augustus
2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de
gecoördineerde wetten op de Raad van State; gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming; Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.In het opschrift van het koninklijk besluit van 9 november

Artikel 1.In het opschrift van het koninklijk besluit van 9 november

1978 tot vaststelling op 1 april 1972 van de weddenschalen van het 1978 tot vaststelling op 1 april 1972 van de weddenschalen van het
bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel bestuurs- en onderwijzend personeel en van het opvoedend hulppersoneel
van de rijksinrichtingen voor kunstonderwijs met volledig leerplan, van de rijksinrichtingen voor kunstonderwijs met volledig leerplan,
ressorterend onder de Minister van Nederlandse Cultuur en de Minister ressorterend onder de Minister van Nederlandse Cultuur en de Minister
van Franse Cultuur, alsmede van de personeelsleden van de van Franse Cultuur, alsmede van de personeelsleden van de
inspectiedienst belast met het toezicht op de inrichtingen voor inspectiedienst belast met het toezicht op de inrichtingen voor
kunstonderwijs, worden de woorden « op 1 april 1972 » geschrapt. kunstonderwijs, worden de woorden « op 1 april 1972 » geschrapt.

Art. 2.De bijlage bij het voormelde koninklijk besluit van 9 november

Art. 2.De bijlage bij het voormelde koninklijk besluit van 9 november

1978, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 24 1978, zoals gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse regering van 24
mei 1995 en 31 januari 1996, wordt met ingang van 1 september 1999 mei 1995 en 31 januari 1996, wordt met ingang van 1 september 1999
vervangen door bijlage 1 bij dit besluit. vervangen door bijlage 1 bij dit besluit.

Art. 3.De bijlage bij het voormelde koninklijk besluit van 9 november

Art. 3.De bijlage bij het voormelde koninklijk besluit van 9 november

1978, wordt met ingang van 1 september 2000 vervangen door bijlage 2 1978, wordt met ingang van 1 september 2000 vervangen door bijlage 2
bij dit besluit. bij dit besluit.

Art. 4.De bijlage bij het voormelde koninklijk besluit van 9 november

Art. 4.De bijlage bij het voormelde koninklijk besluit van 9 november

1978, wordt met ingang van 1 september 2001 vervangen door bijlage 3 1978, wordt met ingang van 1 september 2001 vervangen door bijlage 3
bij dit besluit. bij dit besluit.

Art. 5.Vanaf 1 september 2002 tot 1 september 2004 wordt de

Art. 5.Vanaf 1 september 2002 tot 1 september 2004 wordt de

weddenschaal 122, die wordt aangeduid met de code 020 in de bijlage weddenschaal 122, die wordt aangeduid met de code 020 in de bijlage
bij het voormelde koninklijk besluit van 9 november 1978, als volgt bij het voormelde koninklijk besluit van 9 november 1978, als volgt
verhoogd : verhoogd :
1° op 1 september 2002 : met 50 % van het verschil tussen de bedragen, 1° op 1 september 2002 : met 50 % van het verschil tussen de bedragen,
toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 158, en de toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 158, en de
bedragen van weddenschaal 345; bedragen van weddenschaal 345;
2° op 1 september 2003 : met 75 % van het verschil tussen de bedragen, 2° op 1 september 2003 : met 75 % van het verschil tussen de bedragen,
toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 158, en de toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 158, en de
bedragen van weddenschaal 345; bedragen van weddenschaal 345;
3° op 1 september 2004 : met het verschil tussen de bedragen, 3° op 1 september 2004 : met het verschil tussen de bedragen,
toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 158, en de toegekend op 31 augustus 2001 overeenkomstig weddenschaal 158, en de
bedragen van weddenschaal 345. bedragen van weddenschaal 345.

Art. 6.Vanaf 1 september 2002 tot 1 september 2004 worden de

Art. 6.Vanaf 1 september 2002 tot 1 september 2004 worden de

weddenschalen 123, 125 en 158, die respectievelijk worden aangeduid weddenschalen 123, 125 en 158, die respectievelijk worden aangeduid
met de codes 104, 030 en 143, in de bijlage bij het voormelde met de codes 104, 030 en 143, in de bijlage bij het voormelde
koninklijk besluit van 9 november 1978, als volgt verhoogd : koninklijk besluit van 9 november 1978, als volgt verhoogd :
1° op 1 september 2002 : met 50 % van het verschil tussen de bedragen, 1° op 1 september 2002 : met 50 % van het verschil tussen de bedragen,
toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 345; toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 345;
2° op 1 september 2003 : met 75 % van het verschil tussen de bedragen, 2° op 1 september 2003 : met 75 % van het verschil tussen de bedragen,
toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 345; toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 345;
3° op 1 september 2004 : met het verschil tussen de bedragen, 3° op 1 september 2004 : met het verschil tussen de bedragen,
toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 345. toegekend op 31 augustus 2001, en de bedragen van weddenschaal 345.

Art. 7.§ 1. Onverminderd de in dit besluit vastgestelde weddenschalen

Art. 7.§ 1. Onverminderd de in dit besluit vastgestelde weddenschalen

en rekening houdend met de diverse wijzigingen van sommige en rekening houdend met de diverse wijzigingen van sommige
weddenschalen op de in dit besluit genoemde data, wordt met ingang van weddenschalen op de in dit besluit genoemde data, wordt met ingang van
1 september 1999 de wedde van het personeelslid dat zich in één van de 1 september 1999 de wedde van het personeelslid dat zich in één van de
hierna vermelde toestanden bevindt, vastgesteld, rekening houdend met hierna vermelde toestanden bevindt, vastgesteld, rekening houdend met
de volgende elementen: de volgende elementen:
1° voor een personeelslid dat zijn prestaties in het onderwijs 1° voor een personeelslid dat zijn prestaties in het onderwijs
uitoefent als bijbetrekking in de zin van artikel 5 van het koninklijk uitoefent als bijbetrekking in de zin van artikel 5 van het koninklijk
besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het
onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van
het Ministerie van Openbaar Onderwijs, wordt de vastgestelde het Ministerie van Openbaar Onderwijs, wordt de vastgestelde
weddenschaal verminderd met 44 550 frank; weddenschaal verminderd met 44 550 frank;
2° voor een personeelslid dat zijn prestaties in het onderwijs 2° voor een personeelslid dat zijn prestaties in het onderwijs
uitoefent als niet-uitsluitend ambt in de zin van voormeld artikel 5 uitoefent als niet-uitsluitend ambt in de zin van voormeld artikel 5
van het koninklijk besluit van 15 april 1958 en tevens in het van het koninklijk besluit van 15 april 1958 en tevens in het
onderwijs een hoofdambt uitoefent in de zin van hetzelfde artikel 5 of onderwijs een hoofdambt uitoefent in de zin van hetzelfde artikel 5 of
van artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 63 van 20 juli 1982 van artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 63 van 20 juli 1982
houdende wijziging van de bezoldigingsregels van toepassing op het houdende wijziging van de bezoldigingsregels van toepassing op het
onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs met onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs met
volledig leerplan en van het onderwijs voor sociale promotie of met volledig leerplan en van het onderwijs voor sociale promotie of met
beperkt leerplan, wordt de volgende formule toegepast : beperkt leerplan, wordt de volgende formule toegepast :
(jw' x OB hoofdambt + jw' x OB niet-uitsluitend ambt) + 43 676; (jw' x OB hoofdambt + jw' x OB niet-uitsluitend ambt) + 43 676;
3° voor een personeelslid dat in het onderwijs twee of meer 3° voor een personeelslid dat in het onderwijs twee of meer
hoofdambten met onvolledige prestaties uitoefent in de zin van artikel hoofdambten met onvolledige prestaties uitoefent in de zin van artikel
2, § 1, van het koninklijk besluit van 29 augustus 1985 houdende 2, § 1, van het koninklijk besluit van 29 augustus 1985 houdende
harmonisering van de bezoldigingsregels van toepassing op het harmonisering van de bezoldigingsregels van toepassing op het
onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs met onderwijzend en daarmee gelijkgesteld personeel van het onderwijs met
volledig leerplan en van het onderwijs voor sociale promotie of met volledig leerplan en van het onderwijs voor sociale promotie of met
beperkt leerplan of in de zin van titel III van het voormelde beperkt leerplan of in de zin van titel III van het voormelde
koninklijk besluit van 15 april 1958, waarvan de gezamelijke opdracht koninklijk besluit van 15 april 1958, waarvan de gezamelijke opdracht
de eenheid overtreft, en wiens wedde wordt vastgesteld op grond van de eenheid overtreft, en wiens wedde wordt vastgesteld op grond van
artikel 42, § 2, van hetzelfde besluit, wordt de volgende formule artikel 42, § 2, van hetzelfde besluit, wordt de volgende formule
toegepast: toegepast:
(jw' x OB1 + jw' x OB2 +... + jw' x OBx) + 43 676; (jw' x OB1 + jw' x OB2 +... + jw' x OBx) + 43 676;
4° voor een personeelslid dat in het onderwijs fungeert in een 4° voor een personeelslid dat in het onderwijs fungeert in een
niet-vacante betrekking en bezoldigd wordt op grond van artikel 31, § niet-vacante betrekking en bezoldigd wordt op grond van artikel 31, §
3, van het voormelde koninklijk besluit van 15 april 1958, wordt de 3, van het voormelde koninklijk besluit van 15 april 1958, wordt de
volgende formule toegepast : volgende formule toegepast :
[|M&jw' x (dp/30)|M* + |M&43 676 x (dp'/30)|M*]. [|M&jw' x (dp/30)|M* + |M&43 676 x (dp'/30)|M*].
§ 2. Voor de toepassing van de formules, genoemd in § 1, dient te § 2. Voor de toepassing van de formules, genoemd in § 1, dient te
worden verstaan onder : worden verstaan onder :
1° jw : de jaarwedde à 100 %; 1° jw : de jaarwedde à 100 %;
2° jw' : jw - 43 676 frank; 2° jw' : jw - 43 676 frank;
3° OB : opdrachtbreuk, dit is een breuk waarvan de teller een getal is 3° OB : opdrachtbreuk, dit is een breuk waarvan de teller een getal is
dat gelijk is aan het aantal uren dat het betrokken personeelslid dat gelijk is aan het aantal uren dat het betrokken personeelslid
presteert in het ambt en waarvan de noemer een getal is dat gelijk is presteert in het ambt en waarvan de noemer een getal is dat gelijk is
aan het minimum aantal uren dat vereist is opdat hetzelfde ambt een aan het minimum aantal uren dat vereist is opdat hetzelfde ambt een
ambt met volledige prestaties zou zijn; ambt met volledige prestaties zou zijn;
4° dp : aantal prestatiedagen, dit is het aantal dagen dat het 4° dp : aantal prestatiedagen, dit is het aantal dagen dat het
personeelslid tijdens de maand in kwestie gefungeerd heeft; personeelslid tijdens de maand in kwestie gefungeerd heeft;
5° dp' : is gelijk aan dp, met dien verstande dat het altijd gelijk is 5° dp' : is gelijk aan dp, met dien verstande dat het altijd gelijk is
aan 30 indien het personeelslid een volledige maand gefungeerd heeft. aan 30 indien het personeelslid een volledige maand gefungeerd heeft.

Art. 8.§ 1. Onverminderd de in dit besluit vastgestelde weddenschalen

Art. 8.§ 1. Onverminderd de in dit besluit vastgestelde weddenschalen

en rekening houdend met de diverse wijzigingen van sommige en rekening houdend met de diverse wijzigingen van sommige
weddenschalen op de in dit besluit genoemde data, wordt met ingang van weddenschalen op de in dit besluit genoemde data, wordt met ingang van
1 september 1999 voor het bepalen van de uitgestelde bezoldiging, 1 september 1999 voor het bepalen van de uitgestelde bezoldiging,
bedoeld in artikel 7, § 1, 3°, van het voormelde koninklijk besluit bedoeld in artikel 7, § 1, 3°, van het voormelde koninklijk besluit
nr. 63 van 20 juli 1982, gewijzigd bij de koninklijke besluiten nr. nr. 63 van 20 juli 1982, gewijzigd bij de koninklijke besluiten nr.
161 van 30 december 1982 en nr. 269 van 31 december 1983 en bij het 161 van 30 december 1982 en nr. 269 van 31 december 1983 en bij het
besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1998 de volgende besluit van de Vlaamse regering van 27 oktober 1998 de volgende
formule toegepast : formule toegepast :
[(jw' x dp/300 + 43 676 x dp')/360 x OB] - (jw x dp)/360 x OB [(jw' x dp/300 + 43 676 x dp')/360 x OB] - (jw x dp)/360 x OB
§ 2. Het getal 43 676, genoemd in § 1, wordt van 1 september 2000 af § 2. Het getal 43 676, genoemd in § 1, wordt van 1 september 2000 af
vastgesteld op 29 118. vastgesteld op 29 118.
§ 3. Het getal 29 118, genoemd in § 2, wordt van 1 september 2001 af § 3. Het getal 29 118, genoemd in § 2, wordt van 1 september 2001 af
vastgesteld op 14 562. vastgesteld op 14 562.
§ 4. Voor de toepassing van de formule, genoemd in § 1, dient te § 4. Voor de toepassing van de formule, genoemd in § 1, dient te
worden verstaan onder: worden verstaan onder:
1° jw : de jaarwedde à 100 %; 1° jw : de jaarwedde à 100 %;
2° jw' : met ingang van 1 september 1999 : jw - 43 676 frank; 2° jw' : met ingang van 1 september 1999 : jw - 43 676 frank;
3° jw' : met ingang van 1 september 2000 : jw - 29 118 frank; 3° jw' : met ingang van 1 september 2000 : jw - 29 118 frank;
4° jw' : met ingang van 1 september 2001 : jw - 14 562 frank; 4° jw' : met ingang van 1 september 2001 : jw - 14 562 frank;
5° OB : opdrachtbreuk, dit is een breuk waarvan de teller een getal is 5° OB : opdrachtbreuk, dit is een breuk waarvan de teller een getal is
dat gelijk is aan het aantal uren dat het betrokken personeelslid dat gelijk is aan het aantal uren dat het betrokken personeelslid
presteert in het ambt en waarvan de noemer een getal is dat gelijk is presteert in het ambt en waarvan de noemer een getal is dat gelijk is
aan het minimum aantal uren dat vereist is opdat hetzelfde ambt een aan het minimum aantal uren dat vereist is opdat hetzelfde ambt een
ambt met volledige prestaties zou zijn; ambt met volledige prestaties zou zijn;
6° dp : aantal prestatiedagen, dit is het aantal dagen dat het 6° dp : aantal prestatiedagen, dit is het aantal dagen dat het
personeelslid tijdens de maand in kwestie gefungeerd heeft; personeelslid tijdens de maand in kwestie gefungeerd heeft;
7° dp' : is gelijk aan dp, met dien verstande dat het altijd gelijk is 7° dp' : is gelijk aan dp, met dien verstande dat het altijd gelijk is
aan 30 indien het personeelslid een volledige maand gefungeerd heeft. aan 30 indien het personeelslid een volledige maand gefungeerd heeft.

Art. 9.§ 1. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december

Art. 9.§ 1. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december

1999. 1999.
§ 2. Het artikel 8 van dit besluit houdt op van kracht te zijn op 31 § 2. Het artikel 8 van dit besluit houdt op van kracht te zijn op 31
augustus 2002. augustus 2002.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast

met de uitvoering van dit besluit. met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 11 januari 2002. Brussel, 11 januari 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
M. VANDERPOORTEN M. VANDERPOORTEN
Bijlage 1 Bijlage 1
Weddenschalen die van kracht zijn op 1 september 1999 Weddenschalen die van kracht zijn op 1 september 1999
A. Organieke weddenschalen en vaste bedragen A. Organieke weddenschalen en vaste bedragen
Weddenschaal klasse 20 jaar Weddenschaal klasse 20 jaar
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Weddenschalen klasse 21 jaar Weddenschalen klasse 21 jaar
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering
van 11 januari 2002. van 11 januari 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
M. VANDERPOORTEN M. VANDERPOORTEN
Bijlage 2 Bijlage 2
Weddenschalen die van kracht zijn op 1 september 2000 Weddenschalen die van kracht zijn op 1 september 2000
A. Organieke weddenschalen en vaste bedragen A. Organieke weddenschalen en vaste bedragen
Weddenschaal klasse 20 jaar Weddenschaal klasse 20 jaar
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering
van 11 januari 2002. van 11 januari 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
M. VANDERPOORTEN M. VANDERPOORTEN
Bijlage 3 Bijlage 3
Weddenschalen die van kracht zijn op 1 september 2001 Weddenschalen die van kracht zijn op 1 september 2001
A. Organieke weddenschalen en vaste bedragen A. Organieke weddenschalen en vaste bedragen
Weddenschaal klasse 20 jaar Weddenschaal klasse 20 jaar
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering
van 11 januari 2002. van 11 januari 2002.
De minister-president van de Vlaamse regering, De minister-president van de Vlaamse regering,
P. DEWAEL P. DEWAEL
De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming, De Vlaamse minister van Onderwijs en Vorming,
M. VANDERPOORTEN M. VANDERPOORTEN
^