Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 10/09/2010
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg "
Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
10 SEPTEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling 10 SEPTEMBER 2010. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling
van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische van de investeringssubsidie en de bouwtechnische en bouwfysische
normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg
De Vlaamse Regering, De Vlaamse Regering,
Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur Gelet op het decreet van 23 februari 1994 inzake de infrastructuur
voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 6, § 1, en artikel 10, voor persoonsgebonden aangelegenheden, artikel 6, § 1, en artikel 10,
gewijzigd bij het decreet van 16 maart 1999; gewijzigd bij het decreet van 16 maart 1999;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot
vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische
normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg; normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 houdende
de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden de procedureregels inzake de infrastructuur voor persoonsgebonden
aangelegenheden; aangelegenheden;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 17 juni 2010; begroting, gegeven op 17 juni 2010;
Gelet op advies nr. 48.490/3 van de Raad van State, gegeven op 12 juli Gelet op advies nr. 48.490/3 van de Raad van State, gegeven op 12 juli
2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en
Gezin; Gezin;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :
HOOFDSTUK 1. - Definities HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder :

1° aanloopadres inzake beschut wonen : een geheel van lokalen ten 1° aanloopadres inzake beschut wonen : een geheel van lokalen ten
behoeve van een door de Vlaamse Gemeenschap erkend behoeve van een door de Vlaamse Gemeenschap erkend
samenwerkingsverband voor de oprichting en het beheer van initiatieven samenwerkingsverband voor de oprichting en het beheer van initiatieven
van beschut wonen waar minstens ruimte is voor vergaderingen, voor van beschut wonen waar minstens ruimte is voor vergaderingen, voor
individuele gesprekken en groepsgesprekken, voor dagactiviteiten met individuele gesprekken en groepsgesprekken, voor dagactiviteiten met
het oog op ontspanning en vorming, en voor administratie; het oog op ontspanning en vorming, en voor administratie;
2° centrum voor geestelijke gezondheidszorg : een door de Vlaamse 2° centrum voor geestelijke gezondheidszorg : een door de Vlaamse
Gemeenschap erkend centrum voor geestelijke gezondheidszorg als Gemeenschap erkend centrum voor geestelijke gezondheidszorg als
vermeld in het decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg; vermeld in het decreet betreffende de geestelijke gezondheidszorg;
3° consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen : een voorziening 3° consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen : een voorziening
die bestaat uit een geheel van lokalen voor preventieve die bestaat uit een geheel van lokalen voor preventieve
gezondheidszorg waar de profylaxe en de preventie van besmettelijke gezondheidszorg waar de profylaxe en de preventie van besmettelijke
respiratoire aandoeningen en rookstopbegeleiding georganiseerd wordt, respiratoire aandoeningen en rookstopbegeleiding georganiseerd wordt,
al of niet met een mobiele eenheid voor de RX-screening; al of niet met een mobiele eenheid voor de RX-screening;
4° sector van de preventieve en de ambulante gezondheidszorg : de 4° sector van de preventieve en de ambulante gezondheidszorg : de
aanloopadressen inzake beschut wonen, de centra voor geestelijke aanloopadressen inzake beschut wonen, de centra voor geestelijke
gezondheidszorg, de consultatiebureaus voor respiratoire aandoeningen gezondheidszorg, de consultatiebureaus voor respiratoire aandoeningen
en de wijkgezondheidscentra; en de wijkgezondheidscentra;
5° wijkgezondheidscentrum : een voorziening met een geheel van lokalen 5° wijkgezondheidscentrum : een voorziening met een geheel van lokalen
waar eerstelijnsgezondheidszorg en gezondheidspromotie worden waar eerstelijnsgezondheidszorg en gezondheidspromotie worden
georganiseerd die gericht zijn op de bevolking van een geografisch georganiseerd die gericht zijn op de bevolking van een geografisch
omschreven gebied, met lage drempel en voldoende bereikbaarheid en omschreven gebied, met lage drempel en voldoende bereikbaarheid en
waar een georganiseerde samenwerking is tussen ten minste waar een georganiseerde samenwerking is tussen ten minste
huisartsengeneeskunde, een paramedische discipline en een discipline huisartsengeneeskunde, een paramedische discipline en een discipline
van maatschappelijk werk. van maatschappelijk werk.
HOOFDSTUK 2. - Bouwtechnische en bouwfysische normen HOOFDSTUK 2. - Bouwtechnische en bouwfysische normen

Art. 2.De infrastructuur met een functionele bestemming in de sector

Art. 2.De infrastructuur met een functionele bestemming in de sector

van de preventieve en de ambulante gezondheidszorg moet voldoen aan de van de preventieve en de ambulante gezondheidszorg moet voldoen aan de
volgende algemene bouwtechnische en bouwfysische normen om voor een volgende algemene bouwtechnische en bouwfysische normen om voor een
investeringssubsidie in aanmerking te komen : investeringssubsidie in aanmerking te komen :
1° de regelgeving over de brandveiligheid; 1° de regelgeving over de brandveiligheid;
2° de regelgeving over de toegang van gehandicapten tot gebouwen die 2° de regelgeving over de toegang van gehandicapten tot gebouwen die
toegankelijk zijn voor het publiek; toegankelijk zijn voor het publiek;
3° de regelgeving over de eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak 3° de regelgeving over de eisen en handhavingsmaatregelen op het vlak
van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot van de energieprestaties en het binnenklimaat voor gebouwen en tot
invoering van een energieprestatiecertificaat; invoering van een energieprestatiecertificaat;
4° het algemeen reglement inzake elektrische installaties; 4° het algemeen reglement inzake elektrische installaties;
5° de typebestekken, opgesteld door het Vlaams Ministerie van 5° de typebestekken, opgesteld door het Vlaams Ministerie van
Mobiliteit en Openbare Werken; Mobiliteit en Openbare Werken;
6° de regelgeving over de stedenbouw en de ruimtelijke ordening; 6° de regelgeving over de stedenbouw en de ruimtelijke ordening;
7° de regelgeving over de milieuvergunningen; 7° de regelgeving over de milieuvergunningen;
8° de regelgeving houdende integratie van kunstwerken in gebouwen van 8° de regelgeving houdende integratie van kunstwerken in gebouwen van
openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de openbare diensten en daarmee gelijkgestelde diensten en van door de
overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die overheid gesubsidieerde inrichtingen, verenigingen en instellingen die
tot de Vlaamse Gemeenschap behoren. tot de Vlaamse Gemeenschap behoren.

Art. 3.De infrastructuur van een consultatiebureau voor respiratoire

Art. 3.De infrastructuur van een consultatiebureau voor respiratoire

aandoeningen moet voldoen aan de volgende specifieke bouwtechnische en aandoeningen moet voldoen aan de volgende specifieke bouwtechnische en
bouwfysische normen om voor een investeringssubsidie in aanmerking te bouwfysische normen om voor een investeringssubsidie in aanmerking te
komen : komen :
1° een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen bestaat uit de 1° een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen bestaat uit de
hieronder vermelde lokalen, waarbij de opgegeven nuttige hieronder vermelde lokalen, waarbij de opgegeven nuttige
vloeroppervlakten minima zijn : vloeroppervlakten minima zijn :
a) een wachtkamer met een goede natuurlijke verluchting en a) een wachtkamer met een goede natuurlijke verluchting en
verlichting. De oppervlakte van de wachtkamer moet aangepast zijn aan verlichting. De oppervlakte van de wachtkamer moet aangepast zijn aan
het aantal onderzoeken; het aantal onderzoeken;
b) een radiografielokaal van 14 m2 met elektriciteitsleidingen die b) een radiografielokaal van 14 m2 met elektriciteitsleidingen die
aangepast zijn aan het grote verbruik van de apparatuur. Het aangepast zijn aan het grote verbruik van de apparatuur. Het
radiografielokaal moet voldoende beveiliging bieden tegen radioactieve radiografielokaal moet voldoende beveiliging bieden tegen radioactieve
stralen, zowel voor verpleegkundigen als voor patiënten en bezoekers. stralen, zowel voor verpleegkundigen als voor patiënten en bezoekers.
Tevens is er koeling voorzien voor de tuberculine; Tevens is er koeling voorzien voor de tuberculine;
c) een aangepast lokaal voor de ontwikkeling van foto's, als de foto's c) een aangepast lokaal voor de ontwikkeling van foto's, als de foto's
op analoge wijze ontwikkeld worden; op analoge wijze ontwikkeld worden;
d) één of meer kleedhokjes, waarvan er minstens één hokje aangepast is d) één of meer kleedhokjes, waarvan er minstens één hokje aangepast is
voor het gebruik door rolstoelgebruikers of door ouders met een kind; voor het gebruik door rolstoelgebruikers of door ouders met een kind;
e) een archiefruimte; e) een archiefruimte;
f) voldoende sanitair voor zowel bezoekers als personeel; f) voldoende sanitair voor zowel bezoekers als personeel;
2° een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen waaraan een 2° een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen waaraan een
mobiele eenheid verbonden is, beschikt bovendien over de hieronder mobiele eenheid verbonden is, beschikt bovendien over de hieronder
vermelde lokalen, waarbij de opgegeven nuttige vloeroppervlakten vermelde lokalen, waarbij de opgegeven nuttige vloeroppervlakten
minima zijn : minima zijn :
a) een bureauruimte van 10 m2 voor de coördinatie van de onderzoeken; a) een bureauruimte van 10 m2 voor de coördinatie van de onderzoeken;
b) een garage voor twee grote voertuigen; b) een garage voor twee grote voertuigen;
c) een rustruimte van 10 m2 voor de chauffeurs; c) een rustruimte van 10 m2 voor de chauffeurs;
d) een vergaderruimte van 20 m2. d) een vergaderruimte van 20 m2.

Art. 4.De infrastructuur van een centrum voor geestelijke

Art. 4.De infrastructuur van een centrum voor geestelijke

gezondheidszorg moet voldoen aan de volgende specifieke bouwtechnische gezondheidszorg moet voldoen aan de volgende specifieke bouwtechnische
en bouwfysische normen om voor een investeringssubsidie in aanmerking en bouwfysische normen om voor een investeringssubsidie in aanmerking
te komen : te komen :
1° een centrum voor geestelijke gezondheidszorg of een vestiging van 1° een centrum voor geestelijke gezondheidszorg of een vestiging van
een centrum voor geestelijke gezondheidszorg moet gemakkelijk een centrum voor geestelijke gezondheidszorg moet gemakkelijk
toegankelijk zijn en bereikbaar zijn, onder meer met het openbaar toegankelijk zijn en bereikbaar zijn, onder meer met het openbaar
vervoer; vervoer;
2° de lokalen waarin consulten met patiënten plaatsvinden, moeten 2° de lokalen waarin consulten met patiënten plaatsvinden, moeten
voldoende geïsoleerd zijn tegen het geluid; voldoende geïsoleerd zijn tegen het geluid;
3° de basisinfrastructuur van een centrum voor geestelijke 3° de basisinfrastructuur van een centrum voor geestelijke
gezondheidszorg bestaat uit de hieronder vermelde lokalen, waarbij de gezondheidszorg bestaat uit de hieronder vermelde lokalen, waarbij de
opgegeven nuttige vloeroppervlakten minima zijn : opgegeven nuttige vloeroppervlakten minima zijn :
a) een wachtkamer van 10 m2. Als er zorg aan minderjarigen verstrekt a) een wachtkamer van 10 m2. Als er zorg aan minderjarigen verstrekt
wordt, is een afzonderlijke aangepaste wachtruimte nodig; wordt, is een afzonderlijke aangepaste wachtruimte nodig;
b) een secretariaat van 20 m2; b) een secretariaat van 20 m2;
c) een multifunctionele ruimte voor extern gebruik van 25 m2; c) een multifunctionele ruimte voor extern gebruik van 25 m2;
d) een multifunctionele ruimte voor intern gebruik van 20 m2; d) een multifunctionele ruimte voor intern gebruik van 20 m2;
e) een archief van 10 m2; e) een archief van 10 m2;
f) een berging van 5 m2; f) een berging van 5 m2;
g) sanitair van 10 m2, met gescheiden wc voor mannen en vrouwen; g) sanitair van 10 m2, met gescheiden wc voor mannen en vrouwen;
h) als in het centrum speltherapie voor kinderen of ergotherapie voor h) als in het centrum speltherapie voor kinderen of ergotherapie voor
volwassen wordt georganiseerd, is daarvoor telkens een aangepaste volwassen wordt georganiseerd, is daarvoor telkens een aangepaste
ruimte van 20 m2 nodig; ruimte van 20 m2 nodig;
i) voldoende bureauruimte voor de psychiatrische, de psychologische, i) voldoende bureauruimte voor de psychiatrische, de psychologische,
de agogische en de sociale functies, met een minimumoppervlakte van 16 de agogische en de sociale functies, met een minimumoppervlakte van 16
m2 per lokaal. m2 per lokaal.

Art. 5.De infrastructuur van een wijkgezondheidscentrum moet voldoen

Art. 5.De infrastructuur van een wijkgezondheidscentrum moet voldoen

aan de volgende specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen om aan de volgende specifieke bouwtechnische en bouwfysische normen om
voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen : voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen :
1° een wijkgezondheidscentrum moet gemakkelijk toegankelijk zijn en 1° een wijkgezondheidscentrum moet gemakkelijk toegankelijk zijn en
bereikbaar zijn, onder meer met het openbaar vervoer; bereikbaar zijn, onder meer met het openbaar vervoer;
2° de disciplinegebonden lokalen waarin de disciplines worden 2° de disciplinegebonden lokalen waarin de disciplines worden
uitgeoefend, moeten voldoende geïsoleerd zijn tegen geluid; uitgeoefend, moeten voldoende geïsoleerd zijn tegen geluid;
3° de basisinfrastructuur van een wijkgezondheidscentrum bestaat uit 3° de basisinfrastructuur van een wijkgezondheidscentrum bestaat uit
de hieronder vermelde lokalen, waarbij de opgegeven nuttige de hieronder vermelde lokalen, waarbij de opgegeven nuttige
vloeroppervlakten minima zijn : vloeroppervlakten minima zijn :
a) algemene lokalen : a) algemene lokalen :
1) een wachtruimte van 10 m2; 1) een wachtruimte van 10 m2;
2) een secretariaat van 20 m2; 2) een secretariaat van 20 m2;
3) een archief en berging van samen 10 m2; 3) een archief en berging van samen 10 m2;
4) een sanitair voor de patiënten en een afzonderlijk sanitair voor 4) een sanitair voor de patiënten en een afzonderlijk sanitair voor
het personeel, van samen minimum 10 m2; het personeel, van samen minimum 10 m2;
5) een vergaderlokaal van 25 m2; 5) een vergaderlokaal van 25 m2;
b) voldoende, in verhouding tot het aantal ingeschreven patiënten, b) voldoende, in verhouding tot het aantal ingeschreven patiënten,
disciplinegebonden lokalen waarin de disciplines worden uitgeoefend, disciplinegebonden lokalen waarin de disciplines worden uitgeoefend,
om de nodige kwaliteitsvolle zorg- en dienstverlening te kunnen om de nodige kwaliteitsvolle zorg- en dienstverlening te kunnen
bieden. Die lokalen zijn ingericht volgens de noodzakelijkheden van de bieden. Die lokalen zijn ingericht volgens de noodzakelijkheden van de
aangeboden disciplines. In geval van nieuwbouw gaat men uit van het aangeboden disciplines. In geval van nieuwbouw gaat men uit van het
aantal te verwachten inschrijvingen. aantal te verwachten inschrijvingen.

Art. 6.De infrastructuur van een aanloopadres inzake beschut wonen

Art. 6.De infrastructuur van een aanloopadres inzake beschut wonen

moet voldoen aan de volgende specifieke bouwtechnische en bouwfysische moet voldoen aan de volgende specifieke bouwtechnische en bouwfysische
normen om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen : normen om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen :
1° het aanloopadres inzake beschut wonen moet gemakkelijk toegankelijk 1° het aanloopadres inzake beschut wonen moet gemakkelijk toegankelijk
zijn en bereikbaar zijn, onder meer met het openbaar vervoer; zijn en bereikbaar zijn, onder meer met het openbaar vervoer;
2° het aanloopadres inzake beschut wonen moet in de lokale 2° het aanloopadres inzake beschut wonen moet in de lokale
leefgemeenschap gelokaliseerd zijn en in elk geval op voldoende ruime leefgemeenschap gelokaliseerd zijn en in elk geval op voldoende ruime
afstand van het ziekenhuis dat deel uitmaakt van het afstand van het ziekenhuis dat deel uitmaakt van het
samenwerkingsverband voor de oprichting en het beheer van initiatieven samenwerkingsverband voor de oprichting en het beheer van initiatieven
van beschut wonen, zodat er zeker geen rechtstreekse toegang mogelijk van beschut wonen, zodat er zeker geen rechtstreekse toegang mogelijk
is vanuit het aanloopadres inzake beschut wonen naar het domein waarop is vanuit het aanloopadres inzake beschut wonen naar het domein waarop
het ziekenhuis gevestigd is; het ziekenhuis gevestigd is;
3° de lokalen waarin individuele gesprekken en teamvergaderingen 3° de lokalen waarin individuele gesprekken en teamvergaderingen
plaatsvinden, moeten voldoende geïsoleerd zijn tegen geluid; plaatsvinden, moeten voldoende geïsoleerd zijn tegen geluid;
4° de basisinfrastructuur van een aanloopadres inzake beschut wonen 4° de basisinfrastructuur van een aanloopadres inzake beschut wonen
bestaat uit de hieronder vermelde lokalen, waarbij de opgegeven bestaat uit de hieronder vermelde lokalen, waarbij de opgegeven
nuttige vloeroppervlakten minima zijn : nuttige vloeroppervlakten minima zijn :
a) een secretariaat van 20 m2; a) een secretariaat van 20 m2;
b) een multifunctionele ruimte van 25 m2; b) een multifunctionele ruimte van 25 m2;
c) een archief- of bergruimte van 5 m2; c) een archief- of bergruimte van 5 m2;
d) een sanitair van 5 m2. d) een sanitair van 5 m2.

Art. 7.De bouwfysische normen, vermeld in artikel 2 tot en met 6,

Art. 7.De bouwfysische normen, vermeld in artikel 2 tot en met 6,

gelden met behoud van de toepassing van de wetgeving over veiligheid, gelden met behoud van de toepassing van de wetgeving over veiligheid,
hygiëne, comfort en bescherming van de arbeid. hygiëne, comfort en bescherming van de arbeid.
HOOFDSTUK 3. - Bijzondere uitrusting HOOFDSTUK 3. - Bijzondere uitrusting

Art. 8.Een radiografietoestel behoort tot de bijzondere uitrusting

Art. 8.Een radiografietoestel behoort tot de bijzondere uitrusting

van een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen en komt in van een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen en komt in
aanmerking voor een investeringssubsidie. aanmerking voor een investeringssubsidie.

Art. 9.Een voertuig met een vast radiografietoestel en een voertuig

Art. 9.Een voertuig met een vast radiografietoestel en een voertuig

met een verplaatsbaar radiografietoestel behoren tot de bijzondere met een verplaatsbaar radiografietoestel behoren tot de bijzondere
uitrusting van een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen uitrusting van een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen
waaraan de mobiele eenheid verbonden is en komen in aanmerking voor waaraan de mobiele eenheid verbonden is en komen in aanmerking voor
een investeringssubsidie. een investeringssubsidie.
HOOFDSTUK 4. - Subsidiabele oppervlakte HOOFDSTUK 4. - Subsidiabele oppervlakte

Art. 10.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder subsidiabele

Art. 10.§ 1. In dit artikel wordt verstaan onder subsidiabele

oppervlakte : de som van de per bouwlaag berekende nuttige oppervlakte : de som van de per bouwlaag berekende nuttige
vloeroppervlakte, buitenmuren inbegrepen, die in aanmerking wordt vloeroppervlakte, buitenmuren inbegrepen, die in aanmerking wordt
genomen voor subsidiëring. genomen voor subsidiëring.
§ 2. De subsidiabele oppervlakte bedraagt maximaal : § 2. De subsidiabele oppervlakte bedraagt maximaal :
1° voor een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen waaraan 1° voor een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen waaraan
geen mobiele eenheid verbonden is : 180 m2; geen mobiele eenheid verbonden is : 180 m2;
2° voor een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen waaraan 2° voor een consultatiebureau voor respiratoire aandoeningen waaraan
een mobiele eenheid verbonden is : 250 m2; een mobiele eenheid verbonden is : 250 m2;
3° voor een centrum voor geestelijke gezondheidszorg : 50 m2 per 3° voor een centrum voor geestelijke gezondheidszorg : 50 m2 per
tegelijk aanwezige fysieke persoon. Het aantal tegelijk aanwezige tegelijk aanwezige fysieke persoon. Het aantal tegelijk aanwezige
fysieke personen wordt berekend door het aantal voltijds equivalenten fysieke personen wordt berekend door het aantal voltijds equivalenten
die de Vlaamse Gemeenschap via enveloppefinanciering bezoldigt, te die de Vlaamse Gemeenschap via enveloppefinanciering bezoldigt, te
vermenigvuldigen met 1,64. Het aantal voltijds equivalenten die de vermenigvuldigen met 1,64. Het aantal voltijds equivalenten die de
Vlaamse Gemeenschap via enveloppefinanciering bezoldigt, wordt bepaald Vlaamse Gemeenschap via enveloppefinanciering bezoldigt, wordt bepaald
door 90 % van de jaarlijkse enveloppe van het concrete centrum voor door 90 % van de jaarlijkse enveloppe van het concrete centrum voor
geestelijke gezondheidszorg te delen door de gemiddelde jaarlijkse geestelijke gezondheidszorg te delen door de gemiddelde jaarlijkse
loonkosten van alle centra voor geestelijke gezondheidszorg. Voor de loonkosten van alle centra voor geestelijke gezondheidszorg. Voor de
berekening van de gemiddelde jaarlijkse loonkosten van alle centra berekening van de gemiddelde jaarlijkse loonkosten van alle centra
voor geestelijke gezondheidszorg wordt rekening gehouden met een voor geestelijke gezondheidszorg wordt rekening gehouden met een
gemiddelde anciënniteit van 16 jaar en met de volgende barema's : gemiddelde anciënniteit van 16 jaar en met de volgende barema's :
a) barema 1.80 voor de helft van het personeel; a) barema 1.80 voor de helft van het personeel;
b) barema 1.55 voor een derde van het personeel; b) barema 1.55 voor een derde van het personeel;
c) barema 1.39 voor een zesde van het personeel; c) barema 1.39 voor een zesde van het personeel;
4° voor een wijkgezondheidscentrum dat in het tweetalige gebied 4° voor een wijkgezondheidscentrum dat in het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad ligt of in een grootstad als vermeld in artikel 4 Brussel-Hoofdstad ligt of in een grootstad als vermeld in artikel 4
van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels
inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds : 600 m2; inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds : 600 m2;
5° voor een wijkgezondheidscentrum dat niet in het tweetalige gebied 5° voor een wijkgezondheidscentrum dat niet in het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad ligt of in een grootstad als vermeld in artikel 4 Brussel-Hoofdstad ligt of in een grootstad als vermeld in artikel 4
van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels
inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds : 450 m2; inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds : 450 m2;
Een aanloopadres inzake beschut wonen komt pas voor subsidiëring in Een aanloopadres inzake beschut wonen komt pas voor subsidiëring in
aanmerking als het aanloopadres minstens 15 erkende plaatsen voor aanmerking als het aanloopadres minstens 15 erkende plaatsen voor
beschut wonen omvat. De maximale subsidiabele oppervlakte bedraagt dan beschut wonen omvat. De maximale subsidiabele oppervlakte bedraagt dan
50 m2. Voor het aanloopadres inzake beschut wonen dat meer dan 25 50 m2. Voor het aanloopadres inzake beschut wonen dat meer dan 25
erkende plaatsen voor beschut wonen omvat, wordt de maximale erkende plaatsen voor beschut wonen omvat, wordt de maximale
subsidiabele oppervlakte van 50 m2 verhoogd met maximaal 2 m2 per subsidiabele oppervlakte van 50 m2 verhoogd met maximaal 2 m2 per
erkende plaats boven 25, met een maximale subsidiabele oppervlakte van erkende plaats boven 25, met een maximale subsidiabele oppervlakte van
400 m2 per aanloopadres inzake beschut wonen. 400 m2 per aanloopadres inzake beschut wonen.
§ 3. Bij uitbreiding van oppervlakte komt alleen de nieuw gebouwde of § 3. Bij uitbreiding van oppervlakte komt alleen de nieuw gebouwde of
de aangekochte oppervlakte die samen met de oppervlakte van het de aangekochte oppervlakte die samen met de oppervlakte van het
behouden gedeelte van het bestaande gebouw de maximale subsidiabele behouden gedeelte van het bestaande gebouw de maximale subsidiabele
oppervlakte, vermeld in paragraaf 2, niet overschrijdt, voor oppervlakte, vermeld in paragraaf 2, niet overschrijdt, voor
subsidiëring in aanmerking. subsidiëring in aanmerking.
§ 4. Van de maximale subsidiabele oppervlakte, vermeld in paragraaf 2 § 4. Van de maximale subsidiabele oppervlakte, vermeld in paragraaf 2
en 3, kan alleen op gemotiveerd verzoek afgeweken worden bij en 3, kan alleen op gemotiveerd verzoek afgeweken worden bij
verbouwing of uitbreiding, voor zover de erkennings- en verbouwing of uitbreiding, voor zover de erkennings- en
exploitatievoorwaarden dat vereisen. exploitatievoorwaarden dat vereisen.
HOOFDSTUK 5. - Investeringssubsidie HOOFDSTUK 5. - Investeringssubsidie

Art. 11.§ 1. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de

Art. 11.§ 1. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de

nieuwbouw, uitrusting en meubilering inbegrepen, is voor de sector van nieuwbouw, uitrusting en meubilering inbegrepen, is voor de sector van
de preventieve en de ambulante gezondheidszorg vastgesteld op 550 euro de preventieve en de ambulante gezondheidszorg vastgesteld op 550 euro
per m2. per m2.
§ 2. Bij de subsidiebelofte wordt de investeringssubsidie als volgt § 2. Bij de subsidiebelofte wordt de investeringssubsidie als volgt
verdeeld : verdeeld :
1° ruwbouw : 35 %; 1° ruwbouw : 35 %;
2° technische uitrusting : 25 %; 2° technische uitrusting : 25 %;
3° afwerking : 30 %; 3° afwerking : 30 %;
4° uitrusting en meubilering : 10 %. 4° uitrusting en meubilering : 10 %.
De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, kan de De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, kan de
percentages aanpassen tot maximaal de volgende percentages bij de percentages aanpassen tot maximaal de volgende percentages bij de
verdeling : verdeling :
1° ruwbouw : 45 %; 1° ruwbouw : 45 %;
2° technische uitrusting : 35 %; 2° technische uitrusting : 35 %;
3° afwerking : 40 %; 3° afwerking : 40 %;
4° uitrusting en meubilering : 20 %. 4° uitrusting en meubilering : 20 %.

Art. 12.§ 1. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor

Art. 12.§ 1. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor

uitbreiding is voor de sector van de preventieve en de ambulante uitbreiding is voor de sector van de preventieve en de ambulante
gezondheidszorg vastgesteld op 500 euro per m2. gezondheidszorg vastgesteld op 500 euro per m2.
§ 2. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de eerste § 2. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de eerste
uitrusting en meubilering bij uitbreiding is voor de sector van de uitrusting en meubilering bij uitbreiding is voor de sector van de
preventieve en de ambulante gezondheidszorg vastgesteld op 60 % van de preventieve en de ambulante gezondheidszorg vastgesteld op 60 % van de
goedgekeurde raming. Dat basisbedrag wordt, als dat nodig is, goedgekeurde raming. Dat basisbedrag wordt, als dat nodig is,
verminderd op basis van de eindafrekening. verminderd op basis van de eindafrekening.
De te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden De te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden
terugbetaald. terugbetaald.
§ 3. De totale som van het basisbedrag van de investeringssubsidie § 3. De totale som van het basisbedrag van de investeringssubsidie
voor uitbreiding, vermeld in paragraaf 1 en 2, kan niet hoger zijn dan voor uitbreiding, vermeld in paragraaf 1 en 2, kan niet hoger zijn dan
het basisbedrag van de investeringssubsidie voor nieuwbouw, vermeld in het basisbedrag van de investeringssubsidie voor nieuwbouw, vermeld in
artikel 11. artikel 11.

Art. 13.§ 1. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor

Art. 13.§ 1. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor

verbouwingswerken is vastgesteld op 60 % van de goedgekeurde raming. verbouwingswerken is vastgesteld op 60 % van de goedgekeurde raming.
Dat basisbedrag wordt, als dat nodig is, verminderd op basis van de Dat basisbedrag wordt, als dat nodig is, verminderd op basis van de
eindafrekening. De te veel ontvangen investeringssubsidie moet eindafrekening. De te veel ontvangen investeringssubsidie moet
onmiddellijk worden terugbetaald. onmiddellijk worden terugbetaald.
§ 2. Het basisbedrag van de totale investeringssubsidie voor § 2. Het basisbedrag van de totale investeringssubsidie voor
verbouwingswerken mag ten hoogste 75 % bedragen van het basisbedrag verbouwingswerken mag ten hoogste 75 % bedragen van het basisbedrag
van de investeringssubsidie voor uitbreiding, vermeld in artikel 12, § van de investeringssubsidie voor uitbreiding, vermeld in artikel 12, §
1. 1.
§ 3. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de eerste § 3. Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de eerste
uitrusting en meubilering bij verbouwing is vastgesteld op 60 % van de uitrusting en meubilering bij verbouwing is vastgesteld op 60 % van de
goedgekeurde raming, tot maximaal 50 euro per m2. Dat basisbedrag goedgekeurde raming, tot maximaal 50 euro per m2. Dat basisbedrag
wordt, als dat nodig is, verminderd op basis van de eindafrekening. wordt, als dat nodig is, verminderd op basis van de eindafrekening.
De te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden De te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden
terugbetaald. terugbetaald.

Art. 14.Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor aankoop en

Art. 14.Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor aankoop en

de noodzakelijk bijbehorende verbouwing, uitrusting en meubilering de noodzakelijk bijbehorende verbouwing, uitrusting en meubilering
inbegrepen, bedraagt maximaal 75 % van het basisbedrag van de inbegrepen, bedraagt maximaal 75 % van het basisbedrag van de
investeringssubsidie, vermeld in artikel 11. Als het gebouw dat het investeringssubsidie, vermeld in artikel 11. Als het gebouw dat het
voorwerp uitmaakt van de aankoop, in het tweetalige gebied voorwerp uitmaakt van de aankoop, in het tweetalige gebied
Brussel-Hoofdstad ligt of in een grootstad of centrumstad als vermeld Brussel-Hoofdstad ligt of in een grootstad of centrumstad als vermeld
in artikel 4 van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van in artikel 4 van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van
de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams
Stedenfonds, bedraagt het basisbedrag van de investeringssubsidie voor Stedenfonds, bedraagt het basisbedrag van de investeringssubsidie voor
aankoop en de noodzakelijk bijbehorende verbouwing, uitrusting en aankoop en de noodzakelijk bijbehorende verbouwing, uitrusting en
meubilering inbegrepen, maximaal 100 % van het basisbedrag van de meubilering inbegrepen, maximaal 100 % van het basisbedrag van de
investeringssubsidie, vermeld in artikel 11. investeringssubsidie, vermeld in artikel 11.
Voor de aankoop kan ten hoogste 60 % van de som van de door het comité Voor de aankoop kan ten hoogste 60 % van de som van de door het comité
van aankoop geschatte venale waarde van het gebouw en de aan de van aankoop geschatte venale waarde van het gebouw en de aan de
aankoop verbonden en bewezen notariskosten en registratierechten of aankoop verbonden en bewezen notariskosten en registratierechten of
btw in aanmerking komen voor de investeringssubsidie. btw in aanmerking komen voor de investeringssubsidie.

Art. 15.Er kan in een periode van twintig jaar na de ingebruikname

Art. 15.Er kan in een periode van twintig jaar na de ingebruikname

van een door het Fonds of zijn rechtsvoorgangers gesubsidieerde van een door het Fonds of zijn rechtsvoorgangers gesubsidieerde
investering van nieuwbouw, van uitbreiding, van aankoop met verbouwing investering van nieuwbouw, van uitbreiding, van aankoop met verbouwing
of van verbouwing geen investeringssubsidie worden verkregen voor of van verbouwing geen investeringssubsidie worden verkregen voor
hetzelfde deel van de geplande infrastructuur zoals die in het hetzelfde deel van de geplande infrastructuur zoals die in het
masterplan omschreven wordt, ongeacht de sector van de masterplan omschreven wordt, ongeacht de sector van de
persoonsgebonden aangelegenheden waarin de subsidie is verkregen. persoonsgebonden aangelegenheden waarin de subsidie is verkregen.
Alleen als een verbouwing noodzakelijk wordt wegens gewijzigde Alleen als een verbouwing noodzakelijk wordt wegens gewijzigde
regelgeving of wegens gewijzigde en opgelegde regelgeving of wegens gewijzigde en opgelegde
veiligheidsvoorschriften, kan binnen die periode een veiligheidsvoorschriften, kan binnen die periode een
investeringssubsidie voor verbouwing worden verkregen. investeringssubsidie voor verbouwing worden verkregen.

Art. 16.Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de

Art. 16.Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor de

bijzondere uitrusting, vermeld in artikelen 8 en 9, bedraagt 60 % van bijzondere uitrusting, vermeld in artikelen 8 en 9, bedraagt 60 % van
de goedgekeurde raming. Dat basisbedrag wordt, als dat nodig is, de goedgekeurde raming. Dat basisbedrag wordt, als dat nodig is,
verminderd op basis van de eindafrekening. De te veel ontvangen verminderd op basis van de eindafrekening. De te veel ontvangen
investeringssubsidie moet onmiddellijk worden terugbetaald. investeringssubsidie moet onmiddellijk worden terugbetaald.
Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor meubilering en Het basisbedrag van de investeringssubsidie voor meubilering en
uitrusting die afzonderlijk en in het bijzonder moeten worden uitrusting die afzonderlijk en in het bijzonder moeten worden
aangeschaft, bedraagt 60 % van de goedgekeurde raming. Dat basisbedrag aangeschaft, bedraagt 60 % van de goedgekeurde raming. Dat basisbedrag
wordt, als dat nodig is, verminderd op basis van de eindafrekening. De wordt, als dat nodig is, verminderd op basis van de eindafrekening. De
te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden te veel ontvangen investeringssubsidie moet onmiddellijk worden
terugbetaald. terugbetaald.

Art. 17.De bedragen, vermeld in artikel 11, 12 en 13, worden

Art. 17.De bedragen, vermeld in artikel 11, 12 en 13, worden

jaarlijks op 1 januari aangepast aan de bouwindex. De basisindex is jaarlijks op 1 januari aangepast aan de bouwindex. De basisindex is
die van 1 januari 1994. die van 1 januari 1994.
De aanpassing, vermeld in het eerste lid, wordt doorgevoerd aan de De aanpassing, vermeld in het eerste lid, wordt doorgevoerd aan de
hand van de actualisatieformule 0,40 s/S + 0,40 i/I + 0,20, waarbij : hand van de actualisatieformule 0,40 s/S + 0,40 i/I + 0,20, waarbij :
1° s : het officiële loon in de bouwnijverheid voor categorie 2A, dat 1° s : het officiële loon in de bouwnijverheid voor categorie 2A, dat
van kracht is op 1 januari van het jaar in kwestie; van kracht is op 1 januari van het jaar in kwestie;
2° S : 19,885; 2° S : 19,885;
3° i : de index van de bouwmaterialen die van kracht is op 1 november 3° i : de index van de bouwmaterialen die van kracht is op 1 november
voorafgaand aan het jaar in kwestie; voorafgaand aan het jaar in kwestie;
4° I : 3627. 4° I : 3627.

Art. 18.Behalve voor de aankoop omvat de investeringssubsidie, naast

Art. 18.Behalve voor de aankoop omvat de investeringssubsidie, naast

het bedrag dat exclusief btw wordt vastgesteld met toepassing van het bedrag dat exclusief btw wordt vastgesteld met toepassing van
artikelen 11, 12, 13, 14 en 16, een subsidie voor de btw tegen het artikelen 11, 12, 13, 14 en 16, een subsidie voor de btw tegen het
geldende tarief en voor de algemene onkosten tegen 10 % . De totale geldende tarief en voor de algemene onkosten tegen 10 % . De totale
investeringssubsidie wordt als volgt berekend : basisbedrag + geldende investeringssubsidie wordt als volgt berekend : basisbedrag + geldende
btw op het basisbedrag + algemene onkosten à 10 % op het basisbedrag + btw op het basisbedrag + algemene onkosten à 10 % op het basisbedrag +
geldende btw op de algemene onkosten. geldende btw op de algemene onkosten.
HOOFDSTUK 6. - Specifieke subsidiëringsvoorwaarden voor de HOOFDSTUK 6. - Specifieke subsidiëringsvoorwaarden voor de
wijkgezondheidscentra wijkgezondheidscentra

Art. 19.Om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen

Art. 19.Om voor een investeringssubsidie in aanmerking te komen

moeten de wijkgezondheidscentra tevens voldoen aan de voorwaarden, moeten de wijkgezondheidscentra tevens voldoen aan de voorwaarden,
vermeld in artikel 20 tot en met 22. vermeld in artikel 20 tot en met 22.

Art. 20.De geneeskundige en paramedische prestaties worden verleend

Art. 20.De geneeskundige en paramedische prestaties worden verleend

op basis van een systeem van forfaitaire betalingen als vermeld in op basis van een systeem van forfaitaire betalingen als vermeld in
artikelen 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering artikelen 52, § 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering
voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli
1994. 1994.

Art. 21.Het wijkgezondheidscentrum waakt erover dat in het bijzonder

Art. 21.Het wijkgezondheidscentrum waakt erover dat in het bijzonder

de meest kwetsbare groepen gelijke kansen op en gelijke toegang tot de de meest kwetsbare groepen gelijke kansen op en gelijke toegang tot de
gezondheidszorg krijgen. Om dat aan te tonen moet het gezondheidszorg krijgen. Om dat aan te tonen moet het
wijkgezondheidscentrum, met betrekking tot de ingeschreven patiënten, wijkgezondheidscentrum, met betrekking tot de ingeschreven patiënten,
beantwoorden aan het criterium, vermeld in het tweede lid. beantwoorden aan het criterium, vermeld in het tweede lid.
De verhouding van rechthebbenden en gerechtigden met verhoogde De verhouding van rechthebbenden en gerechtigden met verhoogde
verzekeringstegemoetkoming als vermeld in artikel 37 van de wet verzekeringstegemoetkoming als vermeld in artikel 37 van de wet
betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en
uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ten opzichte van het uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ten opzichte van het
totale aantal bij het wijkgezondheidscentrum ingeschreven totale aantal bij het wijkgezondheidscentrum ingeschreven
rechthebbenden en gerechtigden, moet hoger liggen dan het landelijk rechthebbenden en gerechtigden, moet hoger liggen dan het landelijk
gemiddelde voor de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, na gemiddelde voor de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, na
standaardisering voor leeftijd en geslacht. standaardisering voor leeftijd en geslacht.

Art. 22.Elk jaar brengt het wijkgezondheidscentrum verslag uit bij

Art. 22.Elk jaar brengt het wijkgezondheidscentrum verslag uit bij

het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid over het het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid over het
beantwoorden aan de voorwaarden, vermeld in artikelen 20 en 21. beantwoorden aan de voorwaarden, vermeld in artikelen 20 en 21.
Als het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid vaststelt Als het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid vaststelt
dat niet meer voldaan wordt aan één of meer van de voorwaarden in dit dat niet meer voldaan wordt aan één of meer van de voorwaarden in dit
hoofdstuk, wordt dat beschouwd als een bestemmingswijziging als hoofdstuk, wordt dat beschouwd als een bestemmingswijziging als
vermeld in artikel 41, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering vermeld in artikel 41, § 2, van het besluit van de Vlaamse Regering
van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur
voor persoonsgebonden aangelegenheden. voor persoonsgebonden aangelegenheden.
HOOFDSTUK 7. - Wijzigingsbepaling HOOFDSTUK 7. - Wijzigingsbepaling

Art. 23.In artikel 15, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering

Art. 23.In artikel 15, 5°, van het besluit van de Vlaamse Regering

van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur van 8 juni 1999 houdende de procedureregels inzake de infrastructuur
voor persoonsgebonden aangelegenheden, ingevoegd bij het besluit van voor persoonsgebonden aangelegenheden, ingevoegd bij het besluit van
de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 mei 2008 en gewijzigd bij de besluiten van
de Vlaamse Regering van 19 juni 2009, 24 juli 2009, 18 juni 2010 en 16 de Vlaamse Regering van 19 juni 2009, 24 juli 2009, 18 juni 2010 en 16
juli 2010, wordt punt f) vervangen door wat volgt : juli 2010, wordt punt f) vervangen door wat volgt :
"f) artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 "f) artikel 15 van het besluit van de Vlaamse Regering van 10
september 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de september 2010 tot vaststelling van de investeringssubsidie en de
bouwtechnische en bouwfysische normen voor de preventieve en de bouwtechnische en bouwfysische normen voor de preventieve en de
ambulante gezondheidszorg;". ambulante gezondheidszorg;".
HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen

Art. 24.Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot

Art. 24.Het besluit van de Vlaamse Regering van 8 juni 1999 tot

vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische vaststelling van de totale investeringssubsidie en de bouwtechnische
normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg, gewijzigd normen voor de preventieve en de ambulante gezondheidszorg, gewijzigd
bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 juni 2001, 14 september bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 1 juni 2001, 14 september
2001, 31 maart 2006 en 30 mei 2008, wordt opgeheven. 2001, 31 maart 2006 en 30 mei 2008, wordt opgeheven.

Art. 25.Voor de dossiers waarvoor de subsidiebelofte werd gegeven

Art. 25.Voor de dossiers waarvoor de subsidiebelofte werd gegeven

voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, gelden de voor de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, gelden de
bepalingen die van toepassing waren voor de inwerkingtreding van dit bepalingen die van toepassing waren voor de inwerkingtreding van dit
besluit. besluit.

Art. 26.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen,

Art. 26.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen,

en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn, en de Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, zijn,
ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit
besluit. besluit.
Brussel, 10 september 2010. Brussel, 10 september 2010.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
K. PEETERS K. PEETERS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN J. VANDEURZEN
^