Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 10/05/2019
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een subsidie aan verstrekkers en aan de ondernemingen in opdracht waarvan verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen werken om tegemoet te komen aan de investeringskosten op het vlak van ICT "
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een subsidie aan verstrekkers en aan de ondernemingen in opdracht waarvan verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen werken om tegemoet te komen aan de investeringskosten op het vlak van ICT Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de toekenning van een subsidie aan verstrekkers en aan de ondernemingen in opdracht waarvan verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen werken om tegemoet te komen aan de investeringskosten op het vlak van ICT
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
10 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de 10 MEI 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de
toekenning van een subsidie aan verstrekkers en aan de ondernemingen toekenning van een subsidie aan verstrekkers en aan de ondernemingen
in opdracht waarvan verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen werken om in opdracht waarvan verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen werken om
tegemoet te komen aan de investeringskosten op het vlak van ICT tegemoet te komen aan de investeringskosten op het vlak van ICT
DE VLAAMSE REGERING, DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene Gelet op de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene
bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies
en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook
voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 11 tot voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, artikel 11 tot
en met 14; en met 14;
Gelet op het decreet van 8 juli 2011 houdende de regeling van de Gelet op het decreet van 8 juli 2011 houdende de regeling van de
begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle begroting, de boekhouding, de toekenning van subsidies en de controle
op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 53 op de aanwending ervan, en de controle door het Rekenhof, artikel 53
tot en met 57; tot en met 57;
Gelet op het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale Gelet op het decreet van 18 mei 2018 houdende de Vlaamse sociale
bescherming, artikel 137; bescherming, artikel 137;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 19 maart 2019; begroting, gegeven op 19 maart 2019;
Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013 Overwegende het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013
betreffende de algemene regels inzake subsidiëring; betreffende de algemene regels inzake subsidiëring;
Gelet op advies 65.813/3van de Raad van State, gegeven op 30 april Gelet op advies 65.813/3van de Raad van State, gegeven op 30 april
2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en
Gezin; Gezin;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder

1° agentschap: het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming, 1° agentschap: het Agentschap voor Vlaamse Sociale Bescherming,
vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 mei 2018; vermeld in artikel 9 van het decreet van 18 mei 2018;
2° besluit van 30 november 2018: het besluit van de Vlaamse Regering 2° besluit van 30 november 2018: het besluit van de Vlaamse Regering
van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei van 30 november 2018 houdende de uitvoering van het decreet van 18 mei
2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming; 2018 houdende de Vlaamse sociale bescherming;
3° decreet van 18 mei 2018: het decreet van 18 mei 2018 houdende de 3° decreet van 18 mei 2018: het decreet van 18 mei 2018 houdende de
Vlaamse sociale bescherming; Vlaamse sociale bescherming;
4° digitale applicatie: de digitale applicatie, vermeld in artikel 4° digitale applicatie: de digitale applicatie, vermeld in artikel
338, derde lid, en artikel 376, § 1, tweede lid, van het besluit van 338, derde lid, en artikel 376, § 1, tweede lid, van het besluit van
30 november 2018. 30 november 2018.

Art. 2.§ 1. Aan de ondernemingen waarvoor verstrekkers van

Art. 2.§ 1. Aan de ondernemingen waarvoor verstrekkers van

mobiliteitshulpmiddelen werken en die mobiliteitshulpmiddelen mobiliteitshulpmiddelen werken en die mobiliteitshulpmiddelen
verstrekken in het kader van de Vlaamse sociale bescherming wordt een verstrekken in het kader van de Vlaamse sociale bescherming wordt een
eenmalige investeringssubsidie toegekend om tegemoet te komen aan de eenmalige investeringssubsidie toegekend om tegemoet te komen aan de
investeringskosten op het vlak van ICT en de kosten voor de investeringskosten op het vlak van ICT en de kosten voor de
transitieprocessen die daarmee gepaard gaan. transitieprocessen die daarmee gepaard gaan.
In de gevallen waarin een verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen niet In de gevallen waarin een verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen niet
verbonden is aan een onderneming met rechtspersoonlijkheid, wordt de verbonden is aan een onderneming met rechtspersoonlijkheid, wordt de
subsidie toegekend aan de verstrekker in kwestie zelf op basis van subsidie toegekend aan de verstrekker in kwestie zelf op basis van
zijn KBO-nummer. zijn KBO-nummer.
§ 2. De subsidie, vermeld in paragraaf 1, bedraagt in totaal 250.000 § 2. De subsidie, vermeld in paragraaf 1, bedraagt in totaal 250.000
euro (tweehonderdvijftigduizend euro) en wordt verdeeld conform de euro (tweehonderdvijftigduizend euro) en wordt verdeeld conform de
bepalingen van artikel 4. Het bedrag wordt vastgelegd op artikel bepalingen van artikel 4. Het bedrag wordt vastgelegd op artikel
GM0-AGHD2TA-WT Werking en toelagen - Vlaamse sociale bescherming - GM0-AGHD2TA-WT Werking en toelagen - Vlaamse sociale bescherming -
Algemeen beleid. Algemeen beleid.

Art. 3.§ 1. De subsidie, vermeld in artikel 2, heeft tot doel de

Art. 3.§ 1. De subsidie, vermeld in artikel 2, heeft tot doel de

verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen en de ondernemingen waarvoor verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen en de ondernemingen waarvoor
zij werken, te ondersteunen bij de digitalisering van het aanvraag- en zij werken, te ondersteunen bij de digitalisering van het aanvraag- en
facturatieproces. facturatieproces.
De realisatie van de doelstelling, vermeld in het eerste lid, blijkt De realisatie van de doelstelling, vermeld in het eerste lid, blijkt
uit de aanvraag of de facturatie door de onderneming of in voorkomend uit de aanvraag of de facturatie door de onderneming of in voorkomend
geval de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen in kwestie van geval de verstrekker van mobiliteitshulpmiddelen in kwestie van
tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen aan de zorgkassen via de tegemoetkomingen voor mobiliteitshulpmiddelen aan de zorgkassen via de
digitale applicatie. digitale applicatie.
§ 2. De subsidie, vermeld in artikel 2, is een tegemoetkoming voor een § 2. De subsidie, vermeld in artikel 2, is een tegemoetkoming voor een
deel van de kosten voor: deel van de kosten voor:
1° de ontwikkeling van de nodige applicaties of de aankoop ervan; 1° de ontwikkeling van de nodige applicaties of de aankoop ervan;
2° de integratie van deze applicaties in bestaande IT-systemen of 2° de integratie van deze applicaties in bestaande IT-systemen of
koppeling met bestaande applicaties; koppeling met bestaande applicaties;
3° de installatie en opstartkosten; 3° de installatie en opstartkosten;
4° het voldoen aan de voorwaarden rond informatieveiligheid; 4° het voldoen aan de voorwaarden rond informatieveiligheid;
5° het uitbesteden van activiteiten inzake consultancy, vorming, 5° het uitbesteden van activiteiten inzake consultancy, vorming,
intervisie, veiligheidsborging en juridische borging; intervisie, veiligheidsborging en juridische borging;
6° het interne transitietraject dat gepaard gaat met een 6° het interne transitietraject dat gepaard gaat met een
digitaliseringsproject. digitaliseringsproject.
De subsidie, vermeld in artikel 2, wordt verleend voor de dekking van De subsidie, vermeld in artikel 2, wordt verleend voor de dekking van
bewezen kosten. Kosten worden geacht bewezen te zijn als de bewezen kosten. Kosten worden geacht bewezen te zijn als de
onderneming of in voorkomend geval de verstrekker van onderneming of in voorkomend geval de verstrekker van
mobiliteitshulpmiddelen in kwestie in de periode van 1 januari 2019 mobiliteitshulpmiddelen in kwestie in de periode van 1 januari 2019
tot 31 maart 2019 aanvragen gedaan heeft of gefactureerd heeft via de tot 31 maart 2019 aanvragen gedaan heeft of gefactureerd heeft via de
digitale applicatie. digitale applicatie.

Art. 4.Het subsidiebedrag van 250.000 euro (tweehonderdvijftigduizend

Art. 4.Het subsidiebedrag van 250.000 euro (tweehonderdvijftigduizend

euro), vermeld in artikel 2, § 2, wordt verdeeld onder de euro), vermeld in artikel 2, § 2, wordt verdeeld onder de
ondernemingen vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid en de verstrekkers ondernemingen vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid en de verstrekkers
van mobiliteitshulpmiddelen, vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid van mobiliteitshulpmiddelen, vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid
volgens volgende formule: volgens volgende formule:
1° stap 1: 250 000/V = F, waarbij: 1° stap 1: 250 000/V = F, waarbij:
a) V staat voor het aantal verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen a) V staat voor het aantal verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen
die gemachtigd zijn om mobiliteitshulpmiddelen te verstrekken conform die gemachtigd zijn om mobiliteitshulpmiddelen te verstrekken conform
artikel 122 van het decreet van 18 mei 2018 en die zijn opgenomen op artikel 122 van het decreet van 18 mei 2018 en die zijn opgenomen op
een lijst die wordt opgemaakt door het agentschap; een lijst die wordt opgemaakt door het agentschap;
b) F staat voor het forfaitair bedrag dat aan iedere verstrekker van b) F staat voor het forfaitair bedrag dat aan iedere verstrekker van
mobiliteitshulpmiddelen wordt toegekend; mobiliteitshulpmiddelen wordt toegekend;
2° stap 2: F X aV = Y, waarbij: 2° stap 2: F X aV = Y, waarbij:
a) aV staat voor het aantal verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen a) aV staat voor het aantal verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen
die werken voor de onderneming, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid die werken voor de onderneming, vermeld in artikel 2, § 1, eerste lid
of, in voorkomend geval, voor de verstrekker van of, in voorkomend geval, voor de verstrekker van
mobiliteitshulpmiddelen, vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid; mobiliteitshulpmiddelen, vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid;
b) Y= het bedrag dat wordt uitbetaald aan de onderneming, vermeld in b) Y= het bedrag dat wordt uitbetaald aan de onderneming, vermeld in
artikel 2, § 1, eerste lid of, in voorkomend geval, aan de verstrekker artikel 2, § 1, eerste lid of, in voorkomend geval, aan de verstrekker
van mobiliteitshulpmiddelen, vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid. van mobiliteitshulpmiddelen, vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid.
De lijst, vermeld in het eerste lid, 1°, a), bevat: De lijst, vermeld in het eerste lid, 1°, a), bevat:
1° de gemachtigde verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen die werken 1° de gemachtigde verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen die werken
in opdracht van ondernemingen die gedurende de periode van 1 januari in opdracht van ondernemingen die gedurende de periode van 1 januari
2019 tot 31 maart 2019 hetzij aanvragen gedaan hebben of gefactureerd 2019 tot 31 maart 2019 hetzij aanvragen gedaan hebben of gefactureerd
hebben aan de zorgkassen via de digitale applicatie; hebben aan de zorgkassen via de digitale applicatie;
2° de gemachtigde verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen, vermeld in 2° de gemachtigde verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen, vermeld in
artikel 2, § 1, tweede lid, die gedurende de periode van 1 januari artikel 2, § 1, tweede lid, die gedurende de periode van 1 januari
2019 tot 31 maart 2019 hetzij aanvragen gedaan hebben of gefactureerd 2019 tot 31 maart 2019 hetzij aanvragen gedaan hebben of gefactureerd
hebben aan de zorgkassen via de digitale applicatie. hebben aan de zorgkassen via de digitale applicatie.

Art. 5.Het agentschap betaalt de subsidie, vermeld in artikel 2, uit

Art. 5.Het agentschap betaalt de subsidie, vermeld in artikel 2, uit

volgens de verdeelsleutel als vermeld in artikel 4, en stort de volgens de verdeelsleutel als vermeld in artikel 4, en stort de
bedragen uiterlijk op 15 mei 2019 op de rekeningnummers van de bedragen uiterlijk op 15 mei 2019 op de rekeningnummers van de
ondernemingen in opdracht waarvan de verstrekkers van ondernemingen in opdracht waarvan de verstrekkers van
mobiliteitshulpmiddelen werken en in voorkomend geval, op de mobiliteitshulpmiddelen werken en in voorkomend geval, op de
rekeningnummers van de verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen, rekeningnummers van de verstrekkers van mobiliteitshulpmiddelen,
vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid, zoals ze gekend zijn in het vermeld in artikel 2, § 1, tweede lid, zoals ze gekend zijn in het
kader van de facturatie van tegemoetkomingen voor kader van de facturatie van tegemoetkomingen voor
mobiliteitshulpmiddelen. mobiliteitshulpmiddelen.

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is

Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is

belast met de uitvoering van dit besluit. belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 mei 2019. Brussel, 10 mei 2019.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin,
J. VANDEURZEN J. VANDEURZEN
^