Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 08/05/2020
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen die de relance van de private en sociale huurmarkt na de beperkende coronavirusmaatregelen moeten ondersteunen "
Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen die de relance van de private en sociale huurmarkt na de beperkende coronavirusmaatregelen moeten ondersteunen Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen die de relance van de private en sociale huurmarkt na de beperkende coronavirusmaatregelen moeten ondersteunen
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
8 MEI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen die 8 MEI 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende maatregelen die
de relance van de private en sociale huurmarkt na de beperkende de relance van de private en sociale huurmarkt na de beperkende
coronavirusmaatregelen moeten ondersteunen coronavirusmaatregelen moeten ondersteunen
Rechtsgronden Rechtsgronden
Dit besluit is gebaseerd op: Dit besluit is gebaseerd op:
- de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der - de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der
instellingen, artikel 6, § 1, IV en 20; instellingen, artikel 6, § 1, IV en 20;
- het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel - het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, artikel
79, gewijzigd bij de decreten van 24 maart 2006 en 31 mei 2013, 79, gewijzigd bij de decreten van 24 maart 2006 en 31 mei 2013,
artikel 79bis, ingevoegd bij het decreet van 9 november 2018, artikel artikel 79bis, ingevoegd bij het decreet van 9 november 2018, artikel
92, § 3, eerste lid, 6° en 7°, vervangen bij het decreet van 10 maart 92, § 3, eerste lid, 6° en 7°, vervangen bij het decreet van 10 maart
2017, artikel 93, § 1, tweede lid, 2°, vervangen bij het decreet van 2017, artikel 93, § 1, tweede lid, 2°, vervangen bij het decreet van
29 maart 2019, artikel 95, § 1, eerste lid, vijfde lid, 3°, vervangen 29 maart 2019, artikel 95, § 1, eerste lid, vijfde lid, 3°, vervangen
bij het decreet van 29 maart 2019, artikel 99, § 1, eerste lid, bij het decreet van 29 maart 2019, artikel 99, § 1, eerste lid,
gewijzigd bij het decreet van 15 december 2006; gewijzigd bij het decreet van 15 december 2006;
- het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een - het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een
civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, artikel 5. civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, artikel 5.
Vormvereisten Vormvereisten
De volgende vormvereisten zijn vervuld: De volgende vormvereisten zijn vervuld:
- De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord
gegeven op 6 mei 2020. gegeven op 6 mei 2020.
- Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van - Er is geen advies gevraagd aan de Raad van State, met toepassing van
artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op artikel 3, § 1, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat de 12 januari 1973. Er is een dringende noodzakelijkheid omdat de
federale overheid de beëindiging van de corona-maatregelen genomen federale overheid de beëindiging van de corona-maatregelen genomen
door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020, in het door de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020, in het
vooruitzicht stelt vanaf 4 mei 2020 en zowel de private als de sociale vooruitzicht stelt vanaf 4 mei 2020 en zowel de private als de sociale
verhuring zo snel mogelijk heropgestart moet kunnen worden om de verhuring zo snel mogelijk heropgestart moet kunnen worden om de
huisvesting van private en sociale huurders en het recht op huisvesting van private en sociale huurders en het recht op
menswaardig wonen te garanderen. menswaardig wonen te garanderen.
Motivering Motivering
Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief: Dit besluit is gebaseerd op het volgende motief:
- de federale coronamaatregelen zoals beslist door de Nationale - de federale coronamaatregelen zoals beslist door de Nationale
Veiligheidsraad vanaf donderdag 12 maart 2020 zullen vermoedelijk Veiligheidsraad vanaf donderdag 12 maart 2020 zullen vermoedelijk
versoepeld worden vanaf 4 mei 2020. De Vlaamse minister, bevoegd voor versoepeld worden vanaf 4 mei 2020. De Vlaamse minister, bevoegd voor
het woonbeleid, wenst een aantal maatregelen te nemen die de relance het woonbeleid, wenst een aantal maatregelen te nemen die de relance
van de private en sociale huurmarkt ondersteunen. van de private en sociale huurmarkt ondersteunen.
Initiatiefnemer Initiatiefnemer
Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Financiën Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Financiën
en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed. en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed.
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:
HOOFDSTUK 1. - Definities HOOFDSTUK 1. - Definities

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder:

1° coronavirusmaatregelen: de maatregelen van de Nationale 1° coronavirusmaatregelen: de maatregelen van de Nationale
Veiligheidsraad genomen vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus en Veiligheidsraad genomen vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus en
de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten de daaruit voortvloeiende maatregelen van de bevoegde autoriteiten
inzake burgerlijke veiligheid; inzake burgerlijke veiligheid;
2° Kaderbesluit Sociale Huur: het besluit van de Vlaamse Regering van 2° Kaderbesluit Sociale Huur: het besluit van de Vlaamse Regering van
12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter 12 oktober 2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter
uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode; uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode;
HOOFDSTUK 2. - Private huur HOOFDSTUK 2. - Private huur

Art. 2.De termijn van drie maanden, vermeld in artikel 9, tweede lid,

Art. 2.De termijn van drie maanden, vermeld in artikel 9, tweede lid,

van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 tot
instelling van een huurwaarborglening, wordt verlengd met drie maanden instelling van een huurwaarborglening, wordt verlengd met drie maanden
voor de aanvragers voor wie de termijn al aan het lopen was of begon voor de aanvragers voor wie de termijn al aan het lopen was of begon
te lopen gedurende de periode van de coronavirusmaatregelen. te lopen gedurende de periode van de coronavirusmaatregelen.

Art. 3.Dit artikel is van toepassing op studentenhuurovereenkomsten

Art. 3.Dit artikel is van toepassing op studentenhuurovereenkomsten

als vermeld in titel III van het Vlaams Woninghuurdecreet, die als vermeld in titel III van het Vlaams Woninghuurdecreet, die
eindigen in de periode vanaf 1 mei 2020 tot en met de laatste dag van eindigen in de periode vanaf 1 mei 2020 tot en met de laatste dag van
de civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid zoals de civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid zoals
bepaald door de Vlaamse Regering, en die gesloten zijn met een huurder bepaald door de Vlaamse Regering, en die gesloten zijn met een huurder
die zijn hoofdverblijfplaats niet in België heeft. die zijn hoofdverblijfplaats niet in België heeft.
De verhuurder kan met een aangetekende brief of met een e-mail met De verhuurder kan met een aangetekende brief of met een e-mail met
ontvangstbevestiging aan de huurder vragen om het gehuurde ontvangstbevestiging aan de huurder vragen om het gehuurde
studentenverblijf te ontruimen bij de beëindiging van de studentenverblijf te ontruimen bij de beëindiging van de
studentenhuurovereenkomst. De verhuurder kan ook aankondigen dat hij studentenhuurovereenkomst. De verhuurder kan ook aankondigen dat hij
het studentenverblijf op eigen kosten zal ontruimen na verloop van een het studentenverblijf op eigen kosten zal ontruimen na verloop van een
maand na de beëindiging van de studentenhuurovereenkomst en dat hij de maand na de beëindiging van de studentenhuurovereenkomst en dat hij de
inboedel op eigen kosten gedurende drie maanden zal stockeren. De inboedel op eigen kosten gedurende drie maanden zal stockeren. De
verhuurder gebruikt het postadres of e-mailadres, vermeld in de verhuurder gebruikt het postadres of e-mailadres, vermeld in de
studentenhuurovereenkomst of het postadres of e-mailadres dat de studentenhuurovereenkomst of het postadres of e-mailadres dat de
student op een later tijdstip aan de verhuurder heeft meegedeeld. student op een later tijdstip aan de verhuurder heeft meegedeeld.
Als de verhuurder een aangetekende brief of e-mail met Als de verhuurder een aangetekende brief of e-mail met
ontvangstbevestiging heeft verstuurd naar de huurder overeenkomstig ontvangstbevestiging heeft verstuurd naar de huurder overeenkomstig
het tweede lid, kan hij het studentenverblijf op eigen kosten het tweede lid, kan hij het studentenverblijf op eigen kosten
ontruimen na verloop van een maand na de beëindiging van de ontruimen na verloop van een maand na de beëindiging van de
studentenhuurovereenkomst en in dat geval stockeert hij de inboedel studentenhuurovereenkomst en in dat geval stockeert hij de inboedel
gedurende drie maanden op eigen kosten. gedurende drie maanden op eigen kosten.
De huurder kan binnen de termijn van drie maanden, vermeld in het De huurder kan binnen de termijn van drie maanden, vermeld in het
derde lid, de inboedel terugvragen zonder kosten verschuldigd te zijn. derde lid, de inboedel terugvragen zonder kosten verschuldigd te zijn.
In afwijking van artikel 2279, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek In afwijking van artikel 2279, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek
worden de goederen die na het verstrijken van die termijn niet door de worden de goederen die na het verstrijken van die termijn niet door de
huurder zijn teruggevraagd, eigendom van de verhuurder. huurder zijn teruggevraagd, eigendom van de verhuurder.
HOOFDSTUK 3. - Sociale huur HOOFDSTUK 3. - Sociale huur

Art. 4.De maximale termijn, vermeld in artikel 3, § 4, eerste lid,

Art. 4.De maximale termijn, vermeld in artikel 3, § 4, eerste lid,

2°, van het Kaderbesluit Sociale Huur, wordt verlengd met drie maanden 2°, van het Kaderbesluit Sociale Huur, wordt verlengd met drie maanden
als de woning onbewoonbaar of ongeschikt werd verklaard voor of als de woning onbewoonbaar of ongeschikt werd verklaard voor of
tijdens de coronavirusmaatregelen. tijdens de coronavirusmaatregelen.

Art. 5.De maximale termijn, vermeld in artikel 19, derde lid, van het

Art. 5.De maximale termijn, vermeld in artikel 19, derde lid, van het

Kaderbesluit Sociale Huur, wordt verlengd met drie maanden als de Kaderbesluit Sociale Huur, wordt verlengd met drie maanden als de
vaststelling in een proces-verbaal, vermeld in artikel 19, eerste lid, vaststelling in een proces-verbaal, vermeld in artikel 19, eerste lid,
5°, van het Kaderbesluit Sociale Huur, gebeurde voor of tijdens de 5°, van het Kaderbesluit Sociale Huur, gebeurde voor of tijdens de
coronavirusmaatregelen. coronavirusmaatregelen.
De maximale termijn, vermeld in artikel 19, vierde lid, van het De maximale termijn, vermeld in artikel 19, vierde lid, van het
Kaderbesluit Sociale Huur, wordt verlengd met drie maanden als de Kaderbesluit Sociale Huur, wordt verlengd met drie maanden als de
ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring, vermeld in artikel 19, eerste ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring, vermeld in artikel 19, eerste
lid, 6°, van het Kaderbesluit Sociale Huur, gebeurde voor of tijdens lid, 6°, van het Kaderbesluit Sociale Huur, gebeurde voor of tijdens
de coronavirusmaatregelen. de coronavirusmaatregelen.
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen HOOFDSTUK 4. - Wijzigingsbepalingen

Art. 6.In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27

Art. 6.In artikel 4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27

maart 2020 houdende maatregelen voor de private en sociale huurmarkt maart 2020 houdende maatregelen voor de private en sociale huurmarkt
ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale ten gevolge van de maatregelen genomen door de Nationale
Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus worden de Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het coronavirus worden de
volgende wijzigingen aangebracht: volgende wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid wordt de zinsnede "tijdelijk werkloos is wegens 1° in het eerste lid wordt de zinsnede "tijdelijk werkloos is wegens
overmacht (reden `coronavirus')" vervangen door de woorden "aantoont overmacht (reden `coronavirus')" vervangen door de woorden "aantoont
dat zijn inkomen is gedaald als gevolg van de coronavirusmaatregelen dat zijn inkomen is gedaald als gevolg van de coronavirusmaatregelen
of als gevolg van het ziekteverlof door het coronavirus"; of als gevolg van het ziekteverlof door het coronavirus";
2° in het tweede lid wordt de zinsnede "tijdelijke werkloosheid wegens 2° in het tweede lid wordt de zinsnede "tijdelijke werkloosheid wegens
overmacht (reden `coronavirus')" vervangen door de woorden overmacht (reden `coronavirus')" vervangen door de woorden
"inkomensverlies als gevolg van de coronavirusmaatregelen of als "inkomensverlies als gevolg van de coronavirusmaatregelen of als
gevolg van het ziekteverlof door het coronavirus"; gevolg van het ziekteverlof door het coronavirus";
3° in het derde lid wordt de zinsnede "ten gevolge van tijdelijke 3° in het derde lid wordt de zinsnede "ten gevolge van tijdelijke
werkloosheid wegens overmacht (reden `coronavirus') vervangen door de werkloosheid wegens overmacht (reden `coronavirus') vervangen door de
woorden "als gevolg van de coronavirusmaatregelen of als gevolg van woorden "als gevolg van de coronavirusmaatregelen of als gevolg van
het ziekteverlof door het coronavirus". het ziekteverlof door het coronavirus".

Art. 7.In artikel 8, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse

Art. 7.In artikel 8, eerste lid, van het besluit van de Vlaamse

Regering van 3 april 2020 houdende maatregelen voor de instrumenten Regering van 3 april 2020 houdende maatregelen voor de instrumenten
van het Vlaamse woonbeleid ten gevolge van de maatregelen genomen door van het Vlaamse woonbeleid ten gevolge van de maatregelen genomen door
de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het de Nationale Veiligheidsraad vanaf 12 maart 2020 inzake het
coronavirus, worden tussen het woord "coronavirusmaatregelen" en de coronavirus, worden tussen het woord "coronavirusmaatregelen" en de
zinsnede ". De ontlener" de woorden "of als gevolg van het zinsnede ". De ontlener" de woorden "of als gevolg van het
ziekteverlof door het coronavirus" ingevoegd. ziekteverlof door het coronavirus" ingevoegd.

Art. 8.In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit van de Vlaamse

Art. 8.In artikel 9, eerste lid, van hetzelfde besluit van de Vlaamse

Regering wordt de zinsnede "tijdelijke werkloosheid van de ontlener Regering wordt de zinsnede "tijdelijke werkloosheid van de ontlener
wegens overmacht (reden `coronavirus')" vervangen de woorden "een wegens overmacht (reden `coronavirus')" vervangen de woorden "een
daling van het inkomen als gevolg van de coronavirusmaatregelen of als daling van het inkomen als gevolg van de coronavirusmaatregelen of als
gevolg van het ziekteverlof door het coronavirus". gevolg van het ziekteverlof door het coronavirus".
HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking

Art. 9.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking

ervan in het Belgisch Staatsblad. ervan in het Belgisch Staatsblad.
Artikel 1, 2, 4 en 5 treden buiten werking bij het verstrijken van de Artikel 1, 2, 4 en 5 treden buiten werking bij het verstrijken van de
laatste dag van de civiele noodsituatie met betrekking tot de laatste dag van de civiele noodsituatie met betrekking tot de
volksgezondheid zoals bepaald door de Vlaamse Regering. volksgezondheid zoals bepaald door de Vlaamse Regering.

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, is belast

Art. 10.De Vlaamse minister, bevoegd voor het woonbeleid, is belast

met de uitvoering van dit besluit. met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 mei 2020. Brussel, 8 mei 2020.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
J. JAMBON J. JAMBON
De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend
Erfgoed, Erfgoed,
M. DIEPENDAELE M. DIEPENDAELE
^