| Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange fictie-, documentaire of animatiefilm, of animatiereeksen | Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange fictie-, documentaire of animatiefilm, of animatiereeksen |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| 8 DECEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van | 8 DECEMBER 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot toekenning van |
| steun aan audiovisuele werken van het type lange fictie-, documentaire | steun aan audiovisuele werken van het type lange fictie-, documentaire |
| of animatiefilm, of animatiereeksen (aangehaald als het besluit Screen | of animatiefilm, of animatiereeksen (aangehaald als het besluit Screen |
| Flanders) | Flanders) |
| DE VLAAMSE REGERING, | DE VLAAMSE REGERING, |
| Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch | Gelet op het decreet van 16 maart 2012 betreffende het economisch |
| ondersteuningsbeleid, artikel 38, derde lid, vervangen bij het besluit | ondersteuningsbeleid, artikel 38, derde lid, vervangen bij het besluit |
| van de Vlaamse Regering van 20 maart 2015; | van de Vlaamse Regering van 20 maart 2015; |
| Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 tot | Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 tot |
| toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange | toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange |
| fictie-, documentaire- of animatiefilm, of van animatiereeksen; | fictie-, documentaire- of animatiefilm, of van animatiereeksen; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
| begroting, gegeven op 29 september 2017; | begroting, gegeven op 29 september 2017; |
| Gelet op advies 62.320/1 van de Raad van State, gegeven op 17 november | Gelet op advies 62.320/1 van de Raad van State, gegeven op 17 november |
| 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de | 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
| Overwegende de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 | Overwegende de verordening (EU) nr. 651/2014 van de Commissie van 17 |
| juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen | juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen |
| 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden | 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden |
| verklaard; | verklaard; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en | Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en |
| Sport en de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel; | Sport en de Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK 1. - Definities | HOOFDSTUK 1. - Definities |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: |
| 1° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het Agentschap, opgericht bij | 1° Agentschap Innoveren en Ondernemen: het Agentschap, opgericht bij |
| het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het | het besluit van de Vlaamse Regering van 7 oktober 2005 aangaande het |
| Agentschap Innoveren en Ondernemen; | Agentschap Innoveren en Ondernemen; |
| 2° algemene groepsvrijstellingsverordening: de verordening (EU) nr. | 2° algemene groepsvrijstellingsverordening: de verordening (EU) nr. |
| 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde | 651/2014 van de Commissie van 17 juni 2014 waarbij bepaalde |
| categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag | categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag |
| met de interne markt verenigbaar worden verklaard; | met de interne markt verenigbaar worden verklaard; |
| 3° audiovisueel werk: een langspeelfilm, namelijk een lange fictie-, | 3° audiovisueel werk: een langspeelfilm, namelijk een lange fictie-, |
| documentaire of animatiefilm of een animatiereeks; | documentaire of animatiefilm of een animatiereeks; |
| 4° datum van de indiening van de steunaanvraag: de datum van | 4° datum van de indiening van de steunaanvraag: de datum van |
| registratie van de steunaanvraag, vermeld in de beslissing tot | registratie van de steunaanvraag, vermeld in de beslissing tot |
| steuntoekenning, vermeld in artikel 39 en 40; | steuntoekenning, vermeld in artikel 39 en 40; |
| 5° datum van de steuntoekenning: de datum, vermeld in de beslissing | 5° datum van de steuntoekenning: de datum, vermeld in de beslissing |
| tot steuntoekenning, vermeld in artikel 39 en 40; | tot steuntoekenning, vermeld in artikel 39 en 40; |
| 6° decreet van 16 maart 2012: het decreet van 16 maart 2012 | 6° decreet van 16 maart 2012: het decreet van 16 maart 2012 |
| betreffende het economisch ondersteuningsbeleid; | betreffende het economisch ondersteuningsbeleid; |
| 7° hefboom: de verhouding tussen de voorgestelde in aanmerking komende | 7° hefboom: de verhouding tussen de voorgestelde in aanmerking komende |
| uitgaven en de gevraagde steun, vermeld in de steunaanvraag; | uitgaven en de gevraagde steun, vermeld in de steunaanvraag; |
| 8° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de economie; | 8° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de economie; |
| 9° oproep: een bij ministerieel besluit gelanceerde vraag of | 9° oproep: een bij ministerieel besluit gelanceerde vraag of |
| uitnodiging tot indiening van voorstellen om projecten te financieren; | uitnodiging tot indiening van voorstellen om projecten te financieren; |
| 10° project: de productie van een audiovisueel werk; | 10° project: de productie van een audiovisueel werk; |
| 11° steun: de steun, vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet 16 | 11° steun: de steun, vermeld in artikel 3, 5°, van het decreet 16 |
| maart 2012; | maart 2012; |
| 12° steunaanvrager: een audiovisueel productiehuis; | 12° steunaanvrager: een audiovisueel productiehuis; |
| 13° uitgavenperiode: een termijn vanaf de datum van de indiening van | 13° uitgavenperiode: een termijn vanaf de datum van de indiening van |
| de steunaanvraag tot en met 18 maanden voor fictie- en documentaire | de steunaanvraag tot en met 18 maanden voor fictie- en documentaire |
| films en 24 maanden voor animatiefilms en -reeksen na de datum van de | films en 24 maanden voor animatiefilms en -reeksen na de datum van de |
| steuntoekenning; | steuntoekenning; |
| 14° Vlaams Audiovisueel Fonds: het Vlaams Audiovisueel Fonds vzw, | 14° Vlaams Audiovisueel Fonds: het Vlaams Audiovisueel Fonds vzw, |
| opgericht ter uitvoering van het decreet van 13 april 1999 houdende | opgericht ter uitvoering van het decreet van 13 april 1999 houdende |
| machtiging van de Vlaamse regering om toe te treden tot en om mee te | machtiging van de Vlaamse regering om toe te treden tot en om mee te |
| werken aan de oprichting van de vereniging zonder winstgevend doel | werken aan de oprichting van de vereniging zonder winstgevend doel |
| Vlaams Audiovisueel Fonds. | Vlaams Audiovisueel Fonds. |
| De minister kan de definities, vermeld in het eerste lid, | De minister kan de definities, vermeld in het eerste lid, |
| verduidelijken en aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden en | verduidelijken en aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden en |
| zonder de basisprincipes van dit besluit te wijzigen. | zonder de basisprincipes van dit besluit te wijzigen. |
| De minister kan de definitie van audiovisueel werk, vermeld in het | De minister kan de definitie van audiovisueel werk, vermeld in het |
| eerste lid, 3°, uitbreiden met een fictie- of een documentaire reeks | eerste lid, 3°, uitbreiden met een fictie- of een documentaire reeks |
| onder de door hem bepaalde voorwaarden. | onder de door hem bepaalde voorwaarden. |
| De minister kan de uitgavenperiode, vermeld in het eerste lid, 13°, | De minister kan de uitgavenperiode, vermeld in het eerste lid, 13°, |
| verlengen en het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan de | verlengen en het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan de |
| uitgavenperiode op gemotiveerd verzoek van de steunaanvrager | uitgavenperiode op gemotiveerd verzoek van de steunaanvrager |
| verlengen. | verlengen. |
| HOOFDSTUK 2. - Algemene groepsvrijstellingsverordening | HOOFDSTUK 2. - Algemene groepsvrijstellingsverordening |
Art. 2.Alle steun die toegekend wordt met toepassing van dit besluit |
Art. 2.Alle steun die toegekend wordt met toepassing van dit besluit |
| en de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verleend binnen de grenzen en | en de uitvoeringsbesluiten ervan, wordt verleend binnen de grenzen en |
| de voorwaarden, vermeld in de algemene groepsvrijstellingsverordening. | de voorwaarden, vermeld in de algemene groepsvrijstellingsverordening. |
| Als de individuele aanmeldingsdrempels, vermeld in artikel 4 van de | Als de individuele aanmeldingsdrempels, vermeld in artikel 4 van de |
| voormelde verordening, overschreden worden, zal de voorgenomen steun | voormelde verordening, overschreden worden, zal de voorgenomen steun |
| voorafgaandelijk worden aangemeld bij de Europese Commissie. | voorafgaandelijk worden aangemeld bij de Europese Commissie. |
Art. 3.De steunaanvrager mag geen onderneming in moeilijkheden zijn |
Art. 3.De steunaanvrager mag geen onderneming in moeilijkheden zijn |
| als vermeld in artikel 2, 18, van de algemene | als vermeld in artikel 2, 18, van de algemene |
| groepsvrijstellingsverordening, en geen procedure op basis van | groepsvrijstellingsverordening, en geen procedure op basis van |
| Europees recht als vermeld in artikel 1, lid 4, van de voormelde | Europees recht als vermeld in artikel 1, lid 4, van de voormelde |
| verordening, of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende | verordening, of nationaal recht hebben lopen waarbij een toegekende |
| steun wordt teruggevorderd. | steun wordt teruggevorderd. |
| Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit voor | Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit voor |
| werkzaamheden die verband houden met de uitvoer naar derde landen of | werkzaamheden die verband houden met de uitvoer naar derde landen of |
| voor werkzaamheden die afhangen van het gebruik van binnenlandse | voor werkzaamheden die afhangen van het gebruik van binnenlandse |
| goederen als vermeld in artikel 1, lid 2, van de voormelde | goederen als vermeld in artikel 1, lid 2, van de voormelde |
| verordening. | verordening. |
| Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit voor | Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit voor |
| activiteiten van ondernemingen in de sectoren, vermeld in artikel 1, | activiteiten van ondernemingen in de sectoren, vermeld in artikel 1, |
| lid 3, van de voormelde verordening. | lid 3, van de voormelde verordening. |
| De steun kan niet worden toegekend als ze zou leiden tot een schending | De steun kan niet worden toegekend als ze zou leiden tot een schending |
| van het Unierecht als vermeld in artikel 1, lid 5, van de voormelde | van het Unierecht als vermeld in artikel 1, lid 5, van de voormelde |
| verordening. | verordening. |
| Het Agentschap Innoveren en Ondernemen leeft bij steuntoekenning de | Het Agentschap Innoveren en Ondernemen leeft bij steuntoekenning de |
| verplichtingen voor de publicatie en de informatie, vermeld in artikel | verplichtingen voor de publicatie en de informatie, vermeld in artikel |
| 9 van de voormelde verordening, na. | 9 van de voormelde verordening, na. |
| HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden | HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden |
| Afdeling 1. - Voorwaarden voor de steunaanvrager | Afdeling 1. - Voorwaarden voor de steunaanvrager |
Art. 4.De steunaanvrager is een onderneming als vermeld in artikel 3, |
Art. 4.De steunaanvrager is een onderneming als vermeld in artikel 3, |
| 1°, van het decreet van 16 maart 2012. | 1°, van het decreet van 16 maart 2012. |
Art. 5.Een steunaanvrager neemt een van de volgende rechtsvormen aan: |
Art. 5.Een steunaanvrager neemt een van de volgende rechtsvormen aan: |
| 1° een natuurlijke persoon die koopman is of een zelfstandig beroep | 1° een natuurlijke persoon die koopman is of een zelfstandig beroep |
| uitoefent; | uitoefent; |
| 2° een handelsvennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat | 2° een handelsvennootschap met rechtspersoonlijkheid van privaat |
| recht; | recht; |
| 3° een burgerlijke vennootschap met handelsvorm van privaat recht; | 3° een burgerlijke vennootschap met handelsvorm van privaat recht; |
| 4° een buitenlandse onderneming met een statuut dat gelijkwaardig is | 4° een buitenlandse onderneming met een statuut dat gelijkwaardig is |
| aan het statuut, vermeld in punt 1° tot en met 3°. | aan het statuut, vermeld in punt 1° tot en met 3°. |
Art. 6.De steunaanvrager heeft een operationele exploitatiezetel in |
Art. 6.De steunaanvrager heeft een operationele exploitatiezetel in |
| België. | België. |
Art. 7.De steunaanvrager is een onafhankelijke producent als vermeld |
Art. 7.De steunaanvrager is een onafhankelijke producent als vermeld |
| in artikel 2, 49°, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende de | in artikel 2, 49°, van het decreet van 27 maart 2009 betreffende de |
| radio-omroep en televisie. | radio-omroep en televisie. |
Art. 8.Een administratieve overheid als vermeld in artikel 14 van de |
Art. 8.Een administratieve overheid als vermeld in artikel 14 van de |
| wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, of een | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, of een |
| buitenlandse vergelijkbare administratieve overheid mag geen | buitenlandse vergelijkbare administratieve overheid mag geen |
| dominerende invloed hebben op het beleid van de steunaanvrager. | dominerende invloed hebben op het beleid van de steunaanvrager. |
| Er is een vermoeden van dominerende invloed als vermeld in het eerste | Er is een vermoeden van dominerende invloed als vermeld in het eerste |
| lid, als de steunaanvrager voor 50% of meer van het kapitaal of de | lid, als de steunaanvrager voor 50% of meer van het kapitaal of de |
| stemrechten rechtstreeks of onrechtstreeks in handen is van de | stemrechten rechtstreeks of onrechtstreeks in handen is van de |
| administratieve overheid, vermeld in het eerste lid. | administratieve overheid, vermeld in het eerste lid. |
| Het vermoeden, vermeld in het tweede lid, kan weerlegd worden als de | Het vermoeden, vermeld in het tweede lid, kan weerlegd worden als de |
| steunaanvrager kan aantonen dat de administratieve overheid, vermeld | steunaanvrager kan aantonen dat de administratieve overheid, vermeld |
| in het eerste lid, in werkelijkheid geen dominerende invloed uitoefent | in het eerste lid, in werkelijkheid geen dominerende invloed uitoefent |
| op het beleid van de steunaanvrager. De minister neemt daarover een | op het beleid van de steunaanvrager. De minister neemt daarover een |
| beslissing. | beslissing. |
Art. 9.De steunaanvrager mag geen ingebrekestellingen of juridische |
Art. 9.De steunaanvrager mag geen ingebrekestellingen of juridische |
| procedures hebben lopen die de realisatie van het project in de weg | procedures hebben lopen die de realisatie van het project in de weg |
| kunnen staan. | kunnen staan. |
Art. 10.De minister kan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 tot en |
Art. 10.De minister kan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 tot en |
| met 9, verduidelijken en aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden | met 9, verduidelijken en aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden |
| en zonder de basisprincipes van dit besluit te wijzigen. | en zonder de basisprincipes van dit besluit te wijzigen. |
Art. 11.De minister bepaalt welke communicatieverplichtingen en |
Art. 11.De minister bepaalt welke communicatieverplichtingen en |
| verplichtingen over intellectuele rechten, de steunaanvrager moet | verplichtingen over intellectuele rechten, de steunaanvrager moet |
| naleven. | naleven. |
| Afdeling 2. - Voorwaarden voor het project | Afdeling 2. - Voorwaarden voor het project |
Art. 12.Het audiovisuele werk heeft een duur van minimaal zestig |
Art. 12.Het audiovisuele werk heeft een duur van minimaal zestig |
| minuten. | minuten. |
| De minister kan de duur, vermeld in het eerste lid, verkorten. | De minister kan de duur, vermeld in het eerste lid, verkorten. |
Art. 13.De steunaanvrager houdt een aparte transparante boekhouding |
Art. 13.De steunaanvrager houdt een aparte transparante boekhouding |
| voor het project bij. | voor het project bij. |
Art. 14.De in aanmerking komende uitgaven, vermeld in artikel 27, |
Art. 14.De in aanmerking komende uitgaven, vermeld in artikel 27, |
| bedragen minimaal 250.000 euro, exclusief btw. | bedragen minimaal 250.000 euro, exclusief btw. |
| De minister kan het bedrag, vermeld in het eerste lid, verlagen. | De minister kan het bedrag, vermeld in het eerste lid, verlagen. |
Art. 15.De steunaanvrager wendt de steun aan voor de betaling van de |
Art. 15.De steunaanvrager wendt de steun aan voor de betaling van de |
| in aanmerking komende uitgaven, vermeld in artikel 27. | in aanmerking komende uitgaven, vermeld in artikel 27. |
Art. 16.Het project start op zijn vroegst na de datum van de |
Art. 16.Het project start op zijn vroegst na de datum van de |
| indiening van de steunaanvraag. | indiening van de steunaanvraag. |
| In het eerste lid wordt verstaan onder start van het project: de | In het eerste lid wordt verstaan onder start van het project: de |
| eerste opnamedag van het audiovisuele werk. | eerste opnamedag van het audiovisuele werk. |
Art. 17.Het audiovisuele werk voldoet minstens aan vier voor fictie- |
Art. 17.Het audiovisuele werk voldoet minstens aan vier voor fictie- |
| en documentaire films, en aan drie voor animatiefilms en -reeksen, van | en documentaire films, en aan drie voor animatiefilms en -reeksen, van |
| de volgende culturele voorwaarden: | de volgende culturele voorwaarden: |
| 1° het scenario vindt grotendeels plaats in Vlaanderen, in België, in | 1° het scenario vindt grotendeels plaats in Vlaanderen, in België, in |
| een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in een | een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of in een |
| lidstaat van de Europese Vrijhandelsassociatie; | lidstaat van de Europese Vrijhandelsassociatie; |
| 2° de regisseur of de scenarist is gedomicilieerd in Vlaanderen, in | 2° de regisseur of de scenarist is gedomicilieerd in Vlaanderen, in |
| België, in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of | België, in een andere lidstaat van de Europese Economische Ruimte of |
| in een lidstaat van de Europese Vrijhandelsassociatie; | in een lidstaat van de Europese Vrijhandelsassociatie; |
| 3° een van de hoofdrolspelers of drie van de bijrolspelers hebben een | 3° een van de hoofdrolspelers of drie van de bijrolspelers hebben een |
| band met de Belgische cultuur; | band met de Belgische cultuur; |
| 4° ten minste een van de hoofdpersonages heeft een band met de | 4° ten minste een van de hoofdpersonages heeft een band met de |
| Belgische cultuur; | Belgische cultuur; |
| 5° het originele scenario is grotendeels geschreven in en de | 5° het originele scenario is grotendeels geschreven in en de |
| hoofdpersonages drukken zich uit in een van de officiële talen of | hoofdpersonages drukken zich uit in een van de officiële talen of |
| streektalen van België; | streektalen van België; |
| 6° het scenario is een aanpassing van een origineel literair werk of | 6° het scenario is een aanpassing van een origineel literair werk of |
| is geïnspireerd op een andere creatie die erkend is op cultureel | is geïnspireerd op een andere creatie die erkend is op cultureel |
| gebied; | gebied; |
| 7° het audiovisuele werk heeft als hoofdthema kunst of verschillende | 7° het audiovisuele werk heeft als hoofdthema kunst of verschillende |
| artiesten; | artiesten; |
| 8° het audiovisuele werk gaat voornamelijk over historische personen | 8° het audiovisuele werk gaat voornamelijk over historische personen |
| of gebeurtenissen; | of gebeurtenissen; |
| 9° het audiovisuele werk kaart voornamelijk maatschappelijke thema's | 9° het audiovisuele werk kaart voornamelijk maatschappelijke thema's |
| aan die relevant zijn voor België of voor een andere lidstaat van de | aan die relevant zijn voor België of voor een andere lidstaat van de |
| Europese Economische Ruimte of van de Europese Vrijhandelsassociatie, | Europese Economische Ruimte of van de Europese Vrijhandelsassociatie, |
| met een actueel, cultureel, sociaal of politiek aspect; | met een actueel, cultureel, sociaal of politiek aspect; |
| 10° het audiovisuele werk draagt bij tot de herwaardering van het | 10° het audiovisuele werk draagt bij tot de herwaardering van het |
| Belgische of het Europese audiovisuele patrimonium. | Belgische of het Europese audiovisuele patrimonium. |
Art. 18.De volgende audiovisuele werken zijn uitgesloten van steun: |
Art. 18.De volgende audiovisuele werken zijn uitgesloten van steun: |
| 1° werken die aanzetten tot haat of tot rassenhaat; | 1° werken die aanzetten tot haat of tot rassenhaat; |
| 2° werken die in strijd zijn met de publieke orde of met de goede | 2° werken die in strijd zijn met de publieke orde of met de goede |
| zeden; | zeden; |
| 3° reclame en informatie-, ontspannings-, nieuws- of sportprogramma's. | 3° reclame en informatie-, ontspannings-, nieuws- of sportprogramma's. |
Art. 19.De steunaanvrager toont aan dat hij over minimaal 50% van de |
Art. 19.De steunaanvrager toont aan dat hij over minimaal 50% van de |
| financiering van het totale productiebudget, exclusief btw, kan | financiering van het totale productiebudget, exclusief btw, kan |
| beschikken. | beschikken. |
| De minister kan het percentage, vermeld in het eerste lid, tot | De minister kan het percentage, vermeld in het eerste lid, tot |
| maximaal 75% verhogen. | maximaal 75% verhogen. |
Art. 20.De minister kan de voorwaarden, vermeld in artikel 12 tot en |
Art. 20.De minister kan de voorwaarden, vermeld in artikel 12 tot en |
| met 19, verduidelijken en aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden | met 19, verduidelijken en aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden |
| en zonder de basisprincipes van dit besluit te wijzigen. | en zonder de basisprincipes van dit besluit te wijzigen. |
| HOOFDSTUK 4. - Beoordelingscriteria | HOOFDSTUK 4. - Beoordelingscriteria |
Art. 21.De ontvankelijke steunaanvragen worden getoetst aan de |
Art. 21.De ontvankelijke steunaanvragen worden getoetst aan de |
| volgende kwalitatieve en kwantitatieve criteria op het vlak van: | volgende kwalitatieve en kwantitatieve criteria op het vlak van: |
| 1° de maatschappelijke en culturele meerwaarde van het audiovisuele | 1° de maatschappelijke en culturele meerwaarde van het audiovisuele |
| werk in termen van de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het | werk in termen van de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van het |
| scenario; | scenario; |
| 2° de actoren die betrokken zijn bij het audiovisuele werk: | 2° de actoren die betrokken zijn bij het audiovisuele werk: |
| a) het professionalisme en het trackrecord van de steunaanvrager; | a) het professionalisme en het trackrecord van de steunaanvrager; |
| b) de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de casting en de | b) de kwaliteit en de aantrekkelijkheid van de casting en de |
| regisseur; | regisseur; |
| 3° efficiëntie en output: | 3° efficiëntie en output: |
| a) de commerciële troeven van het coproductiecontract; | a) de commerciële troeven van het coproductiecontract; |
| b) de gesloten distributiegaranties die zijn opgenomen in het | b) de gesloten distributiegaranties die zijn opgenomen in het |
| financieringsplan; | financieringsplan; |
| c) de mate waarin efficiënt met middelen wordt omgegaan; | c) de mate waarin efficiënt met middelen wordt omgegaan; |
| d) de mate waarin de productie van het audiovisuele werk haalbaar is | d) de mate waarin de productie van het audiovisuele werk haalbaar is |
| met de middelen die voorgelegd worden; | met de middelen die voorgelegd worden; |
| e) de kwaliteit van de distributeurs en van de al verkochte landen; | e) de kwaliteit van de distributeurs en van de al verkochte landen; |
| f) de vrije territoria, namelijk de territoria die inkomsten genereren | f) de vrije territoria, namelijk de territoria die inkomsten genereren |
| in geval van verkoop; | in geval van verkoop; |
| g) de kansen op financiële return en de terugbetalingscapaciteit; | g) de kansen op financiële return en de terugbetalingscapaciteit; |
| 4° effectiviteit en outcome: | 4° effectiviteit en outcome: |
| a) de mate waarin een hefboom wordt gecreëerd; | a) de mate waarin een hefboom wordt gecreëerd; |
| b) de impact van het audiovisuele werk op de Vlaamse productiefirma; | b) de impact van het audiovisuele werk op de Vlaamse productiefirma; |
| c) de impact op de Vlaamse audiovisuele sector; | c) de impact op de Vlaamse audiovisuele sector; |
| d) de impact op de filmcrew; | d) de impact op de filmcrew; |
| e) de impact op de Vlaamse facilitaire dienstverleners; | e) de impact op de Vlaamse facilitaire dienstverleners; |
| f) de impact op Vlaanderen als audiovisuele en filmregio en als regio | f) de impact op Vlaanderen als audiovisuele en filmregio en als regio |
| in het algemeen; | in het algemeen; |
| g) voor projecten die al steun krijgen van het Vlaams Audiovisueel | g) voor projecten die al steun krijgen van het Vlaams Audiovisueel |
| Fonds: de impact en meerwaarde van bijkomende steun op basis van dit | Fonds: de impact en meerwaarde van bijkomende steun op basis van dit |
| besluit. | besluit. |
Art. 22.De minister kan de beoordelingscriteria, vermeld in artikel |
Art. 22.De minister kan de beoordelingscriteria, vermeld in artikel |
| 21, verduidelijken en aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden en | 21, verduidelijken en aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden en |
| zonder de basisprincipes van dit besluit te wijzigen. | zonder de basisprincipes van dit besluit te wijzigen. |
| HOOFDSTUK 5. - Steun | HOOFDSTUK 5. - Steun |
| Afdeling 1. - Vorm | Afdeling 1. - Vorm |
Art. 23.De steun wordt toegekend in de vorm van steun die |
Art. 23.De steun wordt toegekend in de vorm van steun die |
| terugbetaald wordt met de netto-ontvangsten. | terugbetaald wordt met de netto-ontvangsten. |
| Afdeling 2. - Hoogte van de steun | Afdeling 2. - Hoogte van de steun |
Art. 24.De toegekende steun wordt bepaald door het gevraagde |
Art. 24.De toegekende steun wordt bepaald door het gevraagde |
| steunbedrag in de steunaanvraag, beperkt tot de maxima, vermeld in | steunbedrag in de steunaanvraag, beperkt tot de maxima, vermeld in |
| artikel 25, en eventueel aangepast door de jury conform artikel 38, | artikel 25, en eventueel aangepast door de jury conform artikel 38, |
| vierde lid. De gevraagde steun bepaalt mee de hefboom, vermeld in | vierde lid. De gevraagde steun bepaalt mee de hefboom, vermeld in |
| artikel 21, 4°, a). | artikel 21, 4°, a). |
Art. 25.De steun wordt beperkt door de volgende maxima: |
Art. 25.De steun wordt beperkt door de volgende maxima: |
| 1° 400.000 euro per project; | 1° 400.000 euro per project; |
| 2° de in aanmerking komende uitgaven, vermeld in artikel 27 van dit | 2° de in aanmerking komende uitgaven, vermeld in artikel 27 van dit |
| besluit; | besluit; |
| 3° de steunintensiteit, vermeld in artikel 54 van de algemene | 3° de steunintensiteit, vermeld in artikel 54 van de algemene |
| groepsvrijstellingsverordening. | groepsvrijstellingsverordening. |
| De minister kan het bedrag, vermeld in het eerste lid, 1°, verhogen | De minister kan het bedrag, vermeld in het eerste lid, 1°, verhogen |
| met 100.000 euro. | met 100.000 euro. |
Art. 26.De minister kan de modaliteiten van de hoogte van de steun, |
Art. 26.De minister kan de modaliteiten van de hoogte van de steun, |
| vermeld in artikel 24 en 25, verduidelijken en aanvullen | vermeld in artikel 24 en 25, verduidelijken en aanvullen |
| overeenkomstig de noodwendigheden en zonder de basisprincipes van dit | overeenkomstig de noodwendigheden en zonder de basisprincipes van dit |
| besluit te wijzigen. | besluit te wijzigen. |
| Afdeling 3. - In aanmerking komende uitgaven | Afdeling 3. - In aanmerking komende uitgaven |
Art. 27.De hoogte van de in aanmerking uitgaven wordt bepaald door de |
Art. 27.De hoogte van de in aanmerking uitgaven wordt bepaald door de |
| voorgestelde uitgaven in de steunaanvraag onder de voorwaarden, | voorgestelde uitgaven in de steunaanvraag onder de voorwaarden, |
| vermeld in artikel 14, 28 tot en met 30, en wordt eventueel aangepast | vermeld in artikel 14, 28 tot en met 30, en wordt eventueel aangepast |
| door de jury conform artikel 38, vierde lid. De voorgestelde uitgaven | door de jury conform artikel 38, vierde lid. De voorgestelde uitgaven |
| bepalen mee de hefboom, vermeld in artikel 21, 4°, a). | bepalen mee de hefboom, vermeld in artikel 21, 4°, a). |
Art. 28.De minister bepaalt de in aanmerking komende uitgaven. |
Art. 28.De minister bepaalt de in aanmerking komende uitgaven. |
Art. 29.De in aanmerking komende uitgaven voldoen minstens aan al de |
Art. 29.De in aanmerking komende uitgaven voldoen minstens aan al de |
| volgende voorwaarden: | volgende voorwaarden: |
| 1° ze worden gefactureerd vanuit en betaald in het Vlaamse Gewest; | 1° ze worden gefactureerd vanuit en betaald in het Vlaamse Gewest; |
| 2° ze hebben als doel de voltooiing van het beoogde audiovisuele werk | 2° ze hebben als doel de voltooiing van het beoogde audiovisuele werk |
| en ze vervullen een structurerende rol voor de Vlaamse audiovisuele | en ze vervullen een structurerende rol voor de Vlaamse audiovisuele |
| sector; | sector; |
| 3° ze hebben betrekking op materiële of immateriële goederen of | 3° ze hebben betrekking op materiële of immateriële goederen of |
| diensten die verband houden met de audiovisuele sector; | diensten die verband houden met de audiovisuele sector; |
| 4° ze zijn marktconform wat betreft de prijs; | 4° ze zijn marktconform wat betreft de prijs; |
| 5° ze worden gefactureerd binnen de uitgavenperiode. | 5° ze worden gefactureerd binnen de uitgavenperiode. |
Art. 30.De volgende uitgaven komen niet in aanmerking: |
Art. 30.De volgende uitgaven komen niet in aanmerking: |
| 1° de btw van de in aanmerking komende uitgaven; | 1° de btw van de in aanmerking komende uitgaven; |
| 2° de door de minister bepaalde niet in aanmerking komende uitgaven. | 2° de door de minister bepaalde niet in aanmerking komende uitgaven. |
| De minister kan een verbod van cumulatie van steun voor dezelfde | De minister kan een verbod van cumulatie van steun voor dezelfde |
| uitgaven opleggen. | uitgaven opleggen. |
Art. 31.De minister kan de modaliteiten van de in aanmerking komende |
Art. 31.De minister kan de modaliteiten van de in aanmerking komende |
| uitgaven, vermeld in artikel 27 tot en met 30, verduidelijken en | uitgaven, vermeld in artikel 27 tot en met 30, verduidelijken en |
| aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden en zonder de | aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden en zonder de |
| basisprincipes van dit besluit te wijzigen. | basisprincipes van dit besluit te wijzigen. |
| HOOFDSTUK 6. - Procedure voor de steunaanvraag | HOOFDSTUK 6. - Procedure voor de steunaanvraag |
| Afdeling 1. - Oproep | Afdeling 1. - Oproep |
Art. 32.De steun wordt toegekend via een oproepprocedure. |
Art. 32.De steun wordt toegekend via een oproepprocedure. |
Art. 33.De minister bepaalt de volgende modaliteiten van de oproep: |
Art. 33.De minister bepaalt de volgende modaliteiten van de oproep: |
| 1° de budgettaire enveloppe die ter beschikking wordt gesteld; | 1° de budgettaire enveloppe die ter beschikking wordt gesteld; |
| 2° de uiterste indieningsdatum; | 2° de uiterste indieningsdatum; |
| 3° het model van het aanvraagformulier; | 3° het model van het aanvraagformulier; |
| 4° de eventuele bijkomende voorwaarden. | 4° de eventuele bijkomende voorwaarden. |
| Afdeling 2. - Indiening van de steunaanvraag | Afdeling 2. - Indiening van de steunaanvraag |
Art. 34.De steunaanvragers dienen een steunaanvraag in met de |
Art. 34.De steunaanvragers dienen een steunaanvraag in met de |
| documenten die daarvoor ter beschikking worden gesteld op de website | documenten die daarvoor ter beschikking worden gesteld op de website |
| van Screen Flanders, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld op die | van Screen Flanders, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld op die |
| website. | website. |
| Een steunaanvraag voor een project met overwegend dezelfde kenmerken | Een steunaanvraag voor een project met overwegend dezelfde kenmerken |
| dat in een eerdere oproep onontvankelijk is verklaard of negatief is | dat in een eerdere oproep onontvankelijk is verklaard of negatief is |
| beoordeeld, kan maar één keer opnieuw ingediend worden. | beoordeeld, kan maar één keer opnieuw ingediend worden. |
| Een steunaanvraag voor een project met overwegend dezelfde kenmerken | Een steunaanvraag voor een project met overwegend dezelfde kenmerken |
| dat via een eerdere oproep steun heeft verkregen, kan niet meer | dat via een eerdere oproep steun heeft verkregen, kan niet meer |
| opnieuw ingediend worden. | opnieuw ingediend worden. |
| Afdeling 3. - Ontvankelijkheid | Afdeling 3. - Ontvankelijkheid |
Art. 35.De steunaanvraag wordt getoetst aan de voorwaarden, vermeld |
Art. 35.De steunaanvraag wordt getoetst aan de voorwaarden, vermeld |
| in artikel 3 tot en met 20, door het Agentschap Innoveren en | in artikel 3 tot en met 20, door het Agentschap Innoveren en |
| Ondernemen. | Ondernemen. |
Art. 36.Het Agentschap Innoveren en Ondernemen beslist of de |
Art. 36.Het Agentschap Innoveren en Ondernemen beslist of de |
| steunaanvraag al dan niet ontvankelijk is. Het Agentschap Innoveren en | steunaanvraag al dan niet ontvankelijk is. Het Agentschap Innoveren en |
| Ondernemen kan daarvoor een beroep doen op externe experten. | Ondernemen kan daarvoor een beroep doen op externe experten. |
Art. 37.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht |
Art. 37.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht |
| van de onontvankelijkheid. | van de onontvankelijkheid. |
| Afdeling. 4. - Beoordeling | Afdeling. 4. - Beoordeling |
Art. 38.De ontvankelijke steunaanvragen worden beoordeeld door een |
Art. 38.De ontvankelijke steunaanvragen worden beoordeeld door een |
| jury op basis van de beoordelingscriteria, vermeld in artikel 21. Er | jury op basis van de beoordelingscriteria, vermeld in artikel 21. Er |
| wordt een score toegekend aan de beoordelingscriteria en op basis | wordt een score toegekend aan de beoordelingscriteria en op basis |
| daarvan worden de steunaanvragen gerangschikt. | daarvan worden de steunaanvragen gerangschikt. |
| Het Agentschap Innoveren en Ondernemen en het Vlaams Audiovisueel | Het Agentschap Innoveren en Ondernemen en het Vlaams Audiovisueel |
| Fonds stellen een jury samen van economische en culturele deskundigen. | Fonds stellen een jury samen van economische en culturele deskundigen. |
| Na de ontvankelijkheidscontrole en voorafgaand aan de jurering van de | Na de ontvankelijkheidscontrole en voorafgaand aan de jurering van de |
| steunaanvragen kunnen de steunaanvragers worden uitgenodigd om hun | steunaanvragen kunnen de steunaanvragers worden uitgenodigd om hun |
| steunaanvraag en hun project mondeling toe te lichten aan de jury. | steunaanvraag en hun project mondeling toe te lichten aan de jury. |
| De jury kan de steunaanvraag aanpassen en bijkomende voorwaarden | De jury kan de steunaanvraag aanpassen en bijkomende voorwaarden |
| opleggen met het oog op de optimale benutting van de overheidsmiddelen | opleggen met het oog op de optimale benutting van de overheidsmiddelen |
| en de optimale stimulering van de audiovisuele sector. | en de optimale stimulering van de audiovisuele sector. |
| De jury formuleert een voorstel van beslissing voor het hoofd van het | De jury formuleert een voorstel van beslissing voor het hoofd van het |
| Agentschap Innoveren en Ondernemen. | Agentschap Innoveren en Ondernemen. |
| Afdeling 5. - Steuntoekenning | Afdeling 5. - Steuntoekenning |
Art. 39.Het hoofd van het Agentschap Innoveren en Ondernemen beslist |
Art. 39.Het hoofd van het Agentschap Innoveren en Ondernemen beslist |
| over de toekenning van de steun. | over de toekenning van de steun. |
| Het hoofd van het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan alleen | Het hoofd van het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan alleen |
| afwijken van het voorstel van de jury als hij de afwijking motiveert. | afwijken van het voorstel van de jury als hij de afwijking motiveert. |
Art. 40.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht |
Art. 40.De steunaanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht |
| van de beslissing of er al dan niet steun wordt toegekend. | van de beslissing of er al dan niet steun wordt toegekend. |
| Afdeling 6. - Aanvullende regeling van de procedure | Afdeling 6. - Aanvullende regeling van de procedure |
Art. 41.De minister kan de procedure, vermeld in artikel 32 tot en |
Art. 41.De minister kan de procedure, vermeld in artikel 32 tot en |
| met 40, verduidelijken en aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden | met 40, verduidelijken en aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden |
| en zonder de basisprincipes van dit besluit te wijzigen. | en zonder de basisprincipes van dit besluit te wijzigen. |
| HOOFDSTUK 7. - Uitbetaling en verjaring | HOOFDSTUK 7. - Uitbetaling en verjaring |
Art. 42.De steun wordt in drie schijven uitbetaald volgens het |
Art. 42.De steun wordt in drie schijven uitbetaald volgens het |
| volgende schema en conform de procedure, vermeld op de website van | volgende schema en conform de procedure, vermeld op de website van |
| Screen Flanders: | Screen Flanders: |
| 1° een eerste schijf van 40% op zijn vroegst dertig dagen na de datum | 1° een eerste schijf van 40% op zijn vroegst dertig dagen na de datum |
| van de steuntoekenning op voorwaarde dat de steunaanvrager: | van de steuntoekenning op voorwaarde dat de steunaanvrager: |
| a) de uitbetaling van de schijf aanvraagt; | a) de uitbetaling van de schijf aanvraagt; |
| b) aantoont dat het productiebudget voldoende is gefinancierd; | b) aantoont dat het productiebudget voldoende is gefinancierd; |
| 2° een tweede schijf van 30% op zijn vroegst dertig dagen na de datum | 2° een tweede schijf van 30% op zijn vroegst dertig dagen na de datum |
| van de steuntoekenning op voorwaarde dat de steunaanvrager: | van de steuntoekenning op voorwaarde dat de steunaanvrager: |
| a) de uitbetaling van de schijf aanvraagt; | a) de uitbetaling van de schijf aanvraagt; |
| b) aantoont dat het project loopt; | b) aantoont dat het project loopt; |
| 3° een derde schijf van 30% op zijn vroegst dertig dagen na de datum | 3° een derde schijf van 30% op zijn vroegst dertig dagen na de datum |
| van de steuntoekenning op voorwaarde dat: | van de steuntoekenning op voorwaarde dat: |
| a) de steunaanvrager de uitbetaling van de schijf aanvraagt; | a) de steunaanvrager de uitbetaling van de schijf aanvraagt; |
| b) de steunaanvrager verklaart dat de uitgaven die in aanmerking komen | b) de steunaanvrager verklaart dat de uitgaven die in aanmerking komen |
| voor steun, volledig betaald zijn; | voor steun, volledig betaald zijn; |
| c) het Agentschap Innoveren en Ondernemen gecontroleerd heeft dat alle | c) het Agentschap Innoveren en Ondernemen gecontroleerd heeft dat alle |
| voorwaarden, vermeld in het decreet van 16 maart 2012, dit besluit, de | voorwaarden, vermeld in het decreet van 16 maart 2012, dit besluit, de |
| uitvoeringsbesluiten en de beslissing tot steuntoekenning, vermeld in | uitvoeringsbesluiten en de beslissing tot steuntoekenning, vermeld in |
| artikel 39 en 40, zijn nageleefd. | artikel 39 en 40, zijn nageleefd. |
Art. 43.De minister kan de voorwaarden voor de uitbetaling van de |
Art. 43.De minister kan de voorwaarden voor de uitbetaling van de |
| steun, vermeld in artikel 42, verduidelijken en aanvullen | steun, vermeld in artikel 42, verduidelijken en aanvullen |
| overeenkomstig de noodwendigheden en zonder de basisprincipes van dit | overeenkomstig de noodwendigheden en zonder de basisprincipes van dit |
| besluit te wijzigen. | besluit te wijzigen. |
Art. 44.Overeenkomstig artikel 39 van het decreet van 16 maart 2012 |
Art. 44.Overeenkomstig artikel 39 van het decreet van 16 maart 2012 |
| worden de aanvragen tot uitbetaling ingediend binnen twaalf maanden na | worden de aanvragen tot uitbetaling ingediend binnen twaalf maanden na |
| de uitgavenperiode. | de uitgavenperiode. |
| HOOFDSTUK 8. - Terugbetaling van de steun | HOOFDSTUK 8. - Terugbetaling van de steun |
Art. 45.De steun wordt terugbetaald met alle netto-ontvangsten, |
Art. 45.De steun wordt terugbetaald met alle netto-ontvangsten, |
| vermeld in artikel 46, die gegenereerd worden als gevolg van de | vermeld in artikel 46, die gegenereerd worden als gevolg van de |
| exploitatie van het audiovisuele werk. De steun wordt terugbetaald | exploitatie van het audiovisuele werk. De steun wordt terugbetaald |
| vanaf de eerste netto-ontvangsten, gelijktijdig en in eerste rang met | vanaf de eerste netto-ontvangsten, gelijktijdig en in eerste rang met |
| de andere financiers. | de andere financiers. |
| Van de netto-ontvangsten wordt een percentage terugbetaald dat | Van de netto-ontvangsten wordt een percentage terugbetaald dat |
| voorlopig wordt bepaald door de jury bij de beoordeling van de | voorlopig wordt bepaald door de jury bij de beoordeling van de |
| steunaanvraag, vermeld in artikel 38, en definitief wordt bepaald in | steunaanvraag, vermeld in artikel 38, en definitief wordt bepaald in |
| het kader van de controle bij de uitbetaling van de derde schijf, | het kader van de controle bij de uitbetaling van de derde schijf, |
| vermeld in artikel 42, 3°, c). Dat percentage komt overeen met de | vermeld in artikel 42, 3°, c). Dat percentage komt overeen met de |
| verhouding van de totale toegekende steun ten opzichte van de totale | verhouding van de totale toegekende steun ten opzichte van de totale |
| bewezen financiering van het totale productiebudget van het | bewezen financiering van het totale productiebudget van het |
| audiovisuele werk. Dat percentage wordt volledig terugbetaald zelfs al | audiovisuele werk. Dat percentage wordt volledig terugbetaald zelfs al |
| bedraagt de terugbetaling meer dan de toegekende steun. | bedraagt de terugbetaling meer dan de toegekende steun. |
| Het hoofd van het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan op voorstel | Het hoofd van het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan op voorstel |
| van de jury afwijken van de bepalingen in het eerste en tweede lid, | van de jury afwijken van de bepalingen in het eerste en tweede lid, |
| als de steunaanvrager een beter terugbetalingsvoorstel doet. | als de steunaanvrager een beter terugbetalingsvoorstel doet. |
| Het voorlopige percentage, vermeld in het tweede lid, kan bij | Het voorlopige percentage, vermeld in het tweede lid, kan bij |
| definitieve bepaling worden aangepast. De minister bepaalt de | definitieve bepaling worden aangepast. De minister bepaalt de |
| voorwaarden waaronder deze aanpassing gebeurt. | voorwaarden waaronder deze aanpassing gebeurt. |
| Het Agentschap Innoveren en Ondernemen volgt de netto-ontvangsten, | Het Agentschap Innoveren en Ondernemen volgt de netto-ontvangsten, |
| vermeld in artikel 46, vijf jaar lang op, vanaf de eerste publieke | vermeld in artikel 46, vijf jaar lang op, vanaf de eerste publieke |
| vertoning van het audiovisuele werk, tenzij er concrete indicaties | vertoning van het audiovisuele werk, tenzij er concrete indicaties |
| bestaan dat er daarna nog substantiële netto-ontvangsten zullen | bestaan dat er daarna nog substantiële netto-ontvangsten zullen |
| volgen. | volgen. |
| De projecten waarvan de netto-ontvangsten langer dan vijf jaar worden | De projecten waarvan de netto-ontvangsten langer dan vijf jaar worden |
| opgevolgd, worden maximaal vijftien jaar opgevolgd. Bij die projecten | opgevolgd, worden maximaal vijftien jaar opgevolgd. Bij die projecten |
| wordt op basis van de effectief gerealiseerde netto-ontvangsten van de | wordt op basis van de effectief gerealiseerde netto-ontvangsten van de |
| voorgaande jaren jaarlijks beoordeeld of het project al dan niet | voorgaande jaren jaarlijks beoordeeld of het project al dan niet |
| verder wordt opgevolgd. | verder wordt opgevolgd. |
Art. 46.De netto-ontvangsten, vermeld in artikel 45, omvatten alle |
Art. 46.De netto-ontvangsten, vermeld in artikel 45, omvatten alle |
| inkomsten uit de exploitatie van het audiovisuele werk in België en in | inkomsten uit de exploitatie van het audiovisuele werk in België en in |
| het buitenland, inclusief de inkomsten uit kabel- en privékopierechten | het buitenland, inclusief de inkomsten uit kabel- en privékopierechten |
| en uit merchandising, die niet behoren tot de financiering van de | en uit merchandising, die niet behoren tot de financiering van de |
| totale kostprijs van het audiovisuele werk, met uitzondering van de | totale kostprijs van het audiovisuele werk, met uitzondering van de |
| voorbehouden rechten en voorbehouden territoria van de andere | voorbehouden rechten en voorbehouden territoria van de andere |
| producenten. | producenten. |
| De volgende posten kunnen worden afgetrokken van de inkomsten, vermeld | De volgende posten kunnen worden afgetrokken van de inkomsten, vermeld |
| in het eerste lid: | in het eerste lid: |
| 1° de belastingen aan openbare besturen, de bronheffingen op | 1° de belastingen aan openbare besturen, de bronheffingen op |
| buitenlandse inkomsten, de rechten aan auteursverenigingen en het | buitenlandse inkomsten, de rechten aan auteursverenigingen en het |
| aandeel voor de zaalexploitanten; | aandeel voor de zaalexploitanten; |
| 2° de promotie- en distributiekosten voor het uitbrengen van het | 2° de promotie- en distributiekosten voor het uitbrengen van het |
| audiovisuele werk, inclusief de aanmaak van de kopieën, met inbegrip | audiovisuele werk, inclusief de aanmaak van de kopieën, met inbegrip |
| van de kosten om de versies voor festivals te dubben en te | van de kosten om de versies voor festivals te dubben en te |
| ondertitelen. Die kosten staan in redelijke verhouding tot de | ondertitelen. Die kosten staan in redelijke verhouding tot de |
| afzetmarkt en de productiekosten van het audiovisuele werk; | afzetmarkt en de productiekosten van het audiovisuele werk; |
| 3° de distributieprovisie en de verkoopcommissies volgens de | 3° de distributieprovisie en de verkoopcommissies volgens de |
| internationaal gangbare normen; | internationaal gangbare normen; |
| 4° de collection account fee; | 4° de collection account fee; |
| 5° de minimumgaranties, als ze gebruikt zijn voor de financiering van | 5° de minimumgaranties, als ze gebruikt zijn voor de financiering van |
| het project; | het project; |
| 6° de gerechtskosten die betrekking hebben op de invordering van de te | 6° de gerechtskosten die betrekking hebben op de invordering van de te |
| innen geldsommen. | innen geldsommen. |
| Uitgestelde betalingen en participaties kunnen niet worden afgetrokken | Uitgestelde betalingen en participaties kunnen niet worden afgetrokken |
| van die inkomsten. | van die inkomsten. |
Art. 47.De minister kan de voorwaarden voor de terugbetaling van de |
Art. 47.De minister kan de voorwaarden voor de terugbetaling van de |
| steun, vermeld in artikel 45 en 46, verduidelijken en aanvullen | steun, vermeld in artikel 45 en 46, verduidelijken en aanvullen |
| overeenkomstig de noodwendigheden en zonder de basisprincipes van dit | overeenkomstig de noodwendigheden en zonder de basisprincipes van dit |
| besluit te wijzigen. | besluit te wijzigen. |
| HOOFDSTUK 9. - Controle en rapportering | HOOFDSTUK 9. - Controle en rapportering |
Art. 48.Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan vanaf het ogenblik |
Art. 48.Het Agentschap Innoveren en Ondernemen kan vanaf het ogenblik |
| dat de steunaanvraag is ingediend, ter plaatse of op de bewijsstukken | dat de steunaanvraag is ingediend, ter plaatse of op de bewijsstukken |
| controleren of de voorwaarden, vermeld in het decreet van 16 maart | controleren of de voorwaarden, vermeld in het decreet van 16 maart |
| 2012, dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, worden nageleefd. | 2012, dit besluit en de uitvoeringsbesluiten ervan, worden nageleefd. |
| De controle, vermeld in het eerste lid, kan, afhankelijk van het feit | De controle, vermeld in het eerste lid, kan, afhankelijk van het feit |
| of de steun al dan niet is toegekend, het volgende tot gevolg hebben: | of de steun al dan niet is toegekend, het volgende tot gevolg hebben: |
| 1° beslissing tot weigering van de steun; | 1° beslissing tot weigering van de steun; |
| 2° gehele of gedeeltelijke niet-uitbetaling of terugvordering van de | 2° gehele of gedeeltelijke niet-uitbetaling of terugvordering van de |
| toegekende steun. | toegekende steun. |
Art. 49.De steunaanvrager bezorgt de bewijsstukken die aantonen dat |
Art. 49.De steunaanvrager bezorgt de bewijsstukken die aantonen dat |
| de voorwaarden, vermeld in het decreet van 16 maart 2012, dit besluit, | de voorwaarden, vermeld in het decreet van 16 maart 2012, dit besluit, |
| de uitvoeringsbesluiten of de beslissing tot steuntoekenning, zijn | de uitvoeringsbesluiten of de beslissing tot steuntoekenning, zijn |
| nageleefd, aan het Vlaams Audiovisueel Fonds of het Agentschap | nageleefd, aan het Vlaams Audiovisueel Fonds of het Agentschap |
| Innoveren en Ondernemen. | Innoveren en Ondernemen. |
Art. 50.De minister bepaalt de gebeurtenissen, die het project in het |
Art. 50.De minister bepaalt de gebeurtenissen, die het project in het |
| gedrang kunnen brengen, en de wijzigingen aan het project en de | gedrang kunnen brengen, en de wijzigingen aan het project en de |
| steunaanvraag die aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen moeten | steunaanvraag die aan het Agentschap Innoveren en Ondernemen moeten |
| worden gemeld. | worden gemeld. |
Art. 51.De minister kan de modaliteiten van de controle en |
Art. 51.De minister kan de modaliteiten van de controle en |
| rapportering, vermeld in artikel 48 tot en met 50, verduidelijken en | rapportering, vermeld in artikel 48 tot en met 50, verduidelijken en |
| aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden en zonder de | aanvullen overeenkomstig de noodwendigheden en zonder de |
| basisprincipes van dit besluit te wijzigen. | basisprincipes van dit besluit te wijzigen. |
| HOOFDSTUK 1 0. - Terugvordering | HOOFDSTUK 1 0. - Terugvordering |
Art. 52.Als de voorwaarden, vermeld in het decreet van 16 maart 2012, |
Art. 52.Als de voorwaarden, vermeld in het decreet van 16 maart 2012, |
| dit besluit, de uitvoeringsbesluiten of de beslissing tot | dit besluit, de uitvoeringsbesluiten of de beslissing tot |
| steuntoekenning, niet worden nageleefd, wordt de steun geheel of | steuntoekenning, niet worden nageleefd, wordt de steun geheel of |
| gedeeltelijk teruggevorderd. | gedeeltelijk teruggevorderd. |
Art. 53.In geval van terugvordering wordt de Europese |
Art. 53.In geval van terugvordering wordt de Europese |
| referentierentevoet voor terugvordering van onrechtmatig verleende | referentierentevoet voor terugvordering van onrechtmatig verleende |
| staatssteun toegepast. | staatssteun toegepast. |
| HOOFDSTUK 1 1. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK 1 1. - Slotbepalingen |
Art. 54.Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 tot |
Art. 54.Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 tot |
| toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange | toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange |
| fictie-, documentaire of animatiefilm, of van animatiereeksen, | fictie-, documentaire of animatiefilm, of van animatiereeksen, |
| gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 december | gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 18 december |
| 2015 en 5 februari 2016, wordt opgeheven. | 2015 en 5 februari 2016, wordt opgeheven. |
Art. 55.Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 tot |
Art. 55.Het besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 tot |
| toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange | toekenning van steun aan audiovisuele werken van het type lange |
| fictie-, documentaire- of animatiefilm, of van animatiereeksen, zoals | fictie-, documentaire- of animatiefilm, of van animatiereeksen, zoals |
| van kracht vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijft van | van kracht vóór de inwerkingtreding van dit besluit, blijft van |
| toepassing op de aanvragen die ingediend zijn vóór de inwerkingtreding | toepassing op de aanvragen die ingediend zijn vóór de inwerkingtreding |
| van dit besluit. | van dit besluit. |
Art. 56.Dit besluit treedt in werking op een door de Vlaamse |
Art. 56.Dit besluit treedt in werking op een door de Vlaamse |
| minister, bevoegd voor de economie, vast te stellen datum en uiterlijk | minister, bevoegd voor de economie, vast te stellen datum en uiterlijk |
| op 31 maart 2018. | op 31 maart 2018. |
Art. 57.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, en de Vlaamse |
Art. 57.De Vlaamse minister, bevoegd voor de economie, en de Vlaamse |
| minister, bevoegd voor de Media, is belast met de uitvoering van dit | minister, bevoegd voor de Media, is belast met de uitvoering van dit |
| besluit. | besluit. |
| Brussel, 8 december 2017. | Brussel, 8 december 2017. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
| De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, | De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, |
| Ph. MUYTERS | Ph. MUYTERS |
| De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, | De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, |
| S. GATZ | S. GATZ |