Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector | Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de welzijnssector |
---|---|
MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
8 DECEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van | 8 DECEMBER 1998. - Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van |
het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de | het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 houdende de |
subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de | subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde voorzieningen van de |
welzijnssector | welzijnssector |
De Vlaamse regering, | De Vlaamse regering, |
Gelet op de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op | Gelet op de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand, gecoördineerd op |
4 april 1990, inzonderheid op artikel 36; | 4 april 1990, inzonderheid op artikel 36; |
Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een | Gelet op het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een |
Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, | Vlaams Fonds voor Sociale Integratie van Personen met een Handicap, |
inzonderheid op de artikelen 52, 2°, en 53; | inzonderheid op de artikelen 52, 2°, en 53; |
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 | Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 december 1993 |
houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde | houdende de subsidiëring van de personeelskosten in bepaalde |
voorzieningen van de welzijnssector, gewijzigd bij de besluiten van de | voorzieningen van de welzijnssector, gewijzigd bij de besluiten van de |
Vlaamse regering van 19 januari 1994 en van 12 juni 1995; | Vlaamse regering van 19 januari 1994 en van 12 juni 1995; |
Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor | Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Vlaams Fonds voor |
Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 29 | Sociale Integratie van Personen met een Handicap, gegeven op 29 |
september 1998; | september 1998; |
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
begroting, gegeven op 7 december 1998; | begroting, gegeven op 7 december 1998; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari |
1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 | 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 |
juli 1989 en 4 augustus 1996; | juli 1989 en 4 augustus 1996; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid; | Gelet op de dringende noodzakelijkheid; |
Overwegende dat de principes, vastgelegd in het Vlaams intersectoraal | Overwegende dat de principes, vastgelegd in het Vlaams intersectoraal |
akkoord voor de social-profitsector van 5 mei 1998 dienen vertaald te | akkoord voor de social-profitsector van 5 mei 1998 dienen vertaald te |
worden in de reglementering die met ingang van 1 juli 1998 van | worden in de reglementering die met ingang van 1 juli 1998 van |
toepassing is op de voorzieningen voor opvang, behandeling en | toepassing is op de voorzieningen voor opvang, behandeling en |
begeleiding van de personen met een handicap; | begeleiding van de personen met een handicap; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn; |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 |
Artikel 1.Artikel 1 van het besluit van de Vlaamse regering van 15 |
december 1993 houdende subsidiëring van de personeelskosten in | december 1993 houdende subsidiëring van de personeelskosten in |
bepaalde voorzieningen van de welzijnssector wordt vervangen door wat | bepaalde voorzieningen van de welzijnssector wordt vervangen door wat |
volgt: | volgt: |
« Artikel 1.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de |
« Artikel 1.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op de |
volgende voorzieningen: | volgende voorzieningen: |
1° de erkende voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, zoals | 1° de erkende voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand, zoals |
bedoeld in het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1994 inzake | bedoeld in het besluit van de Vlaamse regering van 13 juli 1994 inzake |
de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen | de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen |
van de bijzondere jeugdbijstand; | van de bijzondere jeugdbijstand; |
2° de voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van | 2° de voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van |
personen met een handicap, zoals bedoeld in het decreet van 27 juni | personen met een handicap, zoals bedoeld in het decreet van 27 juni |
1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor Sociale Integratie | 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor Sociale Integratie |
van Personen met een Handicap. » | van Personen met een Handicap. » |
Art. 2.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt opgeheven voor wat |
Art. 2.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt opgeheven voor wat |
betreft de toepassing ervan op de voorzieningen, vermeld in artikel 1, | betreft de toepassing ervan op de voorzieningen, vermeld in artikel 1, |
1°. | 1°. |
Art. 3.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat |
Art. 3.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat |
volgt: | volgt: |
« Art. 11.§ 1. Onverminderd § 2 wordt per voorziening van de |
« Art. 11.§ 1. Onverminderd § 2 wordt per voorziening van de |
gehandicaptensector, vermeld in artikel 1, 2°, het aantal | gehandicaptensector, vermeld in artikel 1, 2°, het aantal |
personeelsleden gesubsidieerd volgens de salarisschaal B1c (als | personeelsleden gesubsidieerd volgens de salarisschaal B1c (als |
opvoeder klasse 1 of als begeleidend personeel klasse 1) vastgesteld | opvoeder klasse 1 of als begeleidend personeel klasse 1) vastgesteld |
op 31 december 1993. | op 31 december 1993. |
Dit aantal kan worden verhoogd: | Dit aantal kan worden verhoogd: |
1° met het aantal opvoeders-begeleiders klasse 1 dat werd toegestaan | 1° met het aantal opvoeders-begeleiders klasse 1 dat werd toegestaan |
ingevolge de uitbreiding van erkenning of een nieuwe erkenning tussen | ingevolge de uitbreiding van erkenning of een nieuwe erkenning tussen |
1 januari 1994 en 30 juni 1998; | 1 januari 1994 en 30 juni 1998; |
2° met de opvoeders-begeleiders, titularissen van een functie die | 2° met de opvoeders-begeleiders, titularissen van een functie die |
tussen 1 januari 1994 en 31 december 1997 werden uitbetaald aan het | tussen 1 januari 1994 en 31 december 1997 werden uitbetaald aan het |
barema B2a of B2b en die in deze periode over de kwalificatie van | barema B2a of B2b en die in deze periode over de kwalificatie van |
opvoeder-begeleider klasse 1 beschikten; | opvoeder-begeleider klasse 1 beschikten; |
3° met de opvoeders begeleiders, titularissen van een functie die in | 3° met de opvoeders begeleiders, titularissen van een functie die in |
dienst zijnde op 31 december 1997, ten laatste tijdens het schooljaar | dienst zijnde op 31 december 1997, ten laatste tijdens het schooljaar |
1997-1998 een diploma hebben behaald dat voldoet aan de | 1997-1998 een diploma hebben behaald dat voldoet aan de |
diplomavereisten die toegang geven tot de kwalificatie van begeleider | diplomavereisten die toegang geven tot de kwalificatie van begeleider |
klasse 1. | klasse 1. |
§ 2. De verhouding tussen het aldus berekende aantal subsidieerbare | § 2. De verhouding tussen het aldus berekende aantal subsidieerbare |
opvoeders-begeleiders klasse 1 en het totaal aantal opvoeders klasse 2 | opvoeders-begeleiders klasse 1 en het totaal aantal opvoeders klasse 2 |
en klasse 3 in dezelfde erkenningscategorie wordt bepaald op minimum | en klasse 3 in dezelfde erkenningscategorie wordt bepaald op minimum |
20 %. | 20 %. |
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 11bis ingevoegd dat |
Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 11bis ingevoegd dat |
luidt als volgt: | luidt als volgt: |
« Art. 11bis.Voor de voorzieningen van de gehandicaptensector, |
« Art. 11bis.Voor de voorzieningen van de gehandicaptensector, |
vermeld in artikel 1, 2°, wordt het aantal personeelsleden dat per | vermeld in artikel 1, 2°, wordt het aantal personeelsleden dat per |
voorziening gesubsidieerd kan worden volgens de salarisschaal Blc op 1 | voorziening gesubsidieerd kan worden volgens de salarisschaal Blc op 1 |
juli 1998 opnieuw vastgesteld rekening houdend met de bepalingen van | juli 1998 opnieuw vastgesteld rekening houdend met de bepalingen van |
artikel 11. | artikel 11. |
Na die vaststelling kan hun aantal niet worden verhoogd tenzij bij een | Na die vaststelling kan hun aantal niet worden verhoogd tenzij bij een |
uitbreiding van de erkenning of bij een nieuwe erkenning. In beide | uitbreiding van de erkenning of bij een nieuwe erkenning. In beide |
gevallen wordt voor de nieuw gecreëerde functies het aantal opvoeders | gevallen wordt voor de nieuw gecreëerde functies het aantal opvoeders |
met een salarisschaal B1c vastgesteld op basis van de gemiddelde | met een salarisschaal B1c vastgesteld op basis van de gemiddelde |
verhouding tussen het aantal opvoeders klasse 1 (begeleidend personeel | verhouding tussen het aantal opvoeders klasse 1 (begeleidend personeel |
klasse 1) en het totaal aantal opvoeders klasse 2 en klasse 3 | klasse 1) en het totaal aantal opvoeders klasse 2 en klasse 3 |
(begeleidend personeel klasse 2 en klasse 3) in dezelfde | (begeleidend personeel klasse 2 en klasse 3) in dezelfde |
erkenningscategorie. » | erkenningscategorie. » |
In de periode tussen 1 juli 1998 en 31 december 1998 wordt bij wijze | In de periode tussen 1 juli 1998 en 31 december 1998 wordt bij wijze |
van overgangsmaatregel slechts 35 % van het salarisverschil tussen de | van overgangsmaatregel slechts 35 % van het salarisverschil tussen de |
barema's B2a of B2b en B1c gesubsidieerd. » | barema's B2a of B2b en B1c gesubsidieerd. » |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1998 met |
Art. 5.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 1998 met |
uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 | uitzondering van artikel 1 dat uitwerking heeft met ingang van 1 |
januari 1998. | januari 1998. |
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is |
Art. 6.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is |
belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 8 december 1998. | Brussel, 8 december 1998. |
De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
L. VAN DEN BRANDE | L. VAN DEN BRANDE |
De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, | De Vlaamse minister van Cultuur, Gezin en Welzijn, |
L. MARTENS | L. MARTENS |