Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Vlaamse Regering van 07/11/2014
← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector "
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector
VLAAMSE OVERHEID VLAAMSE OVERHEID
7 NOVEMBER 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van 7 NOVEMBER 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van
diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni
2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse
opleidingsinitiatieven in de landbouwsector opleidingsinitiatieven in de landbouwsector
DE VLAAMSE REGERING, DE VLAAMSE REGERING,
Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8
augustus 1980, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli augustus 1980, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli
1993; 1993;
Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en
visserijbeleid, artikel 14 en 15; visserijbeleid, artikel 14 en 15;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004 Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 juni 2004
betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse
opleidingsinitiatieven in de landbouwsector; opleidingsinitiatieven in de landbouwsector;
Gelet op de Interministeriële Conferentie Leefmilieu, uitgebreid tot Gelet op de Interministeriële Conferentie Leefmilieu, uitgebreid tot
de gewestelijke en federale Ministers van Landbouw, van 28 juni 2011; de gewestelijke en federale Ministers van Landbouw, van 28 juni 2011;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de
begroting, gegeven op 15 september 2014; begroting, gegeven op 15 september 2014;
Gelet op advies 56.694/3 van de Raad van State, gegeven op 29 okotber Gelet op advies 56.694/3 van de Raad van State, gegeven op 29 okotber
2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw; Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4

Artikel 1.In artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4

juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor naschoolse
opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, gewijzigd bij het besluit opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, gewijzigd bij het besluit
van de Vlaamse Regering van 14 maart 2008, worden de volgende van de Vlaamse Regering van 14 maart 2008, worden de volgende
wijzigingen aangebracht: wijzigingen aangebracht:
1° in paragraaf 1, 3°, wordt de zinsnede ", bloemisten," vervangen 1° in paragraaf 1, 3°, wordt de zinsnede ", bloemisten," vervangen
door de woorden "en de"; door de woorden "en de";
2° in paragraaf 1 wordt punt 5° vervangen door wat volgt: 2° in paragraaf 1 wordt punt 5° vervangen door wat volgt:
"5° de professionele gebruikers, distributeurs en voorlichters van "5° de professionele gebruikers, distributeurs en voorlichters van
gewasbeschermingsmiddelen;"; gewasbeschermingsmiddelen;";
3° in paragraaf 2 wordt punt 2° vervangen door wat volgt: 3° in paragraaf 2 wordt punt 2° vervangen door wat volgt:
"2° de kandidaat-professionele gebruikers, kandidaat-distributeurs en "2° de kandidaat-professionele gebruikers, kandidaat-distributeurs en
kandidaat-voorlichters van gewasbeschermingsmiddelen.". kandidaat-voorlichters van gewasbeschermingsmiddelen.".

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit

Art. 2.In artikel 4 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit

van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, worden de volgende van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013, worden de volgende
wijzigingen aangebracht: wijzigingen aangebracht:
1° in het eerste lid, 1°, c), worden de woorden "met inbegrip van de 1° in het eerste lid, 1°, c), worden de woorden "met inbegrip van de
opleidingen voor de erkenning als verkoper of gebruiker van opleidingen voor de erkenning als verkoper of gebruiker van
fytoproducten en biociden voor gebruik in de landbouwsector" vervangen fytoproducten en biociden voor gebruik in de landbouwsector" vervangen
door de zinsnede "met in begrip van de basisopleiding betreffende de door de zinsnede "met in begrip van de basisopleiding betreffende de
fytolicentie, vermeld in het koninklijk besluit van 19 maart 2013 ter fytolicentie, vermeld in het koninklijk besluit van 19 maart 2013 ter
verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen verwezenlijking van een duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
en toevoegingsstoffen"; en toevoegingsstoffen";
2° aan de eerste zin van punt 4° wordt de zinsnede ", met inbegrip van 2° aan de eerste zin van punt 4° wordt de zinsnede ", met inbegrip van
de aanvullende opleiding betreffende de fytolicentie, vermeld in het de aanvullende opleiding betreffende de fytolicentie, vermeld in het
koninklijk besluit van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een koninklijk besluit van 19 maart 2013 ter verwezenlijking van een
duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen" duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen"
toegevoegd. toegevoegd.

Art. 3.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de

Art. 3.In artikel 20 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de

besluiten van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, 5 juli 2013 en 13 besluiten van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, 5 juli 2013 en 13
december 2013, wordt tussen het eerste en tweede lid een lid december 2013, wordt tussen het eerste en tweede lid een lid
ingevoegd, dat luidt als volgt: ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Na afloop ervan ontvangen de deelnemende personen een getuigschrift. "Na afloop ervan ontvangen de deelnemende personen een getuigschrift.
Het getuigschrift wordt namens de minister door het hoofd van het Het getuigschrift wordt namens de minister door het hoofd van het
agentschap geviseerd als: agentschap geviseerd als:
1° het werd opgesteld overeenkomstig de modellen, vastgesteld door de 1° het werd opgesteld overeenkomstig de modellen, vastgesteld door de
minister; minister;
2° de deelnemer ten minste 75 % van de lesuren aanwezig is geweest; 2° de deelnemer ten minste 75 % van de lesuren aanwezig is geweest;
3° de deelnemer met vrucht een cursustest heeft afgelegd.". 3° de deelnemer met vrucht een cursustest heeft afgelegd.".

Art. 4.In artikel 25 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid

Art. 4.In artikel 25 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid

vervangen door wat volgt: vervangen door wat volgt:
"Een algemeen centrum dat gedurende drie opeenvolgende jaren geen "Een algemeen centrum dat gedurende drie opeenvolgende jaren geen
gesubsidieerde starterscursussen type A, starterscursussen type B of gesubsidieerde starterscursussen type A, starterscursussen type B of
stages als vermeld in artikel 4, heeft georganiseerd, wordt ambtshalve stages als vermeld in artikel 4, heeft georganiseerd, wordt ambtshalve
geschrapt en verliest als dusdanig zijn erkenning. Het centrum in geschrapt en verliest als dusdanig zijn erkenning. Het centrum in
kwestie kan pas opnieuw een erkenning als algemeen centrum aanvragen kwestie kan pas opnieuw een erkenning als algemeen centrum aanvragen
een jaar na de schrapping.". een jaar na de schrapping.".

Art. 5.In artikel 26 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid

Art. 5.In artikel 26 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid

vervangen door wat volgt: vervangen door wat volgt:
"Een gewestelijk centrum dat gedurende drie opeenvolgende jaren geen "Een gewestelijk centrum dat gedurende drie opeenvolgende jaren geen
gesubsidieerde vormingsactiviteiten als vermeld in artikel 4, heeft gesubsidieerde vormingsactiviteiten als vermeld in artikel 4, heeft
georganiseerd, wordt ambtshalve geschrapt en verliest als dusdanig georganiseerd, wordt ambtshalve geschrapt en verliest als dusdanig
zijn erkenning. Het kan pas opnieuw een erkenning als gewestelijk zijn erkenning. Het kan pas opnieuw een erkenning als gewestelijk
centrum aanvragen een jaar na de schrapping.". centrum aanvragen een jaar na de schrapping.".

Art. 6.In artikel 27 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid

Art. 6.In artikel 27 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid

vervangen door wat volgt: vervangen door wat volgt:
"Een centrum voor hobbylandbouwvorming dat gedurende drie "Een centrum voor hobbylandbouwvorming dat gedurende drie
opeenvolgende jaren geen gesubsidieerde vormingsactiviteiten als opeenvolgende jaren geen gesubsidieerde vormingsactiviteiten als
vermeld in artikel 4, heeft georganiseerd, wordt ambtshalve geschrapt vermeld in artikel 4, heeft georganiseerd, wordt ambtshalve geschrapt
en verliest als dusdanig zijn erkenning. Het kan pas opnieuw een en verliest als dusdanig zijn erkenning. Het kan pas opnieuw een
erkenning als centrum voor hobbylandbouwvorming aanvragen een jaar na erkenning als centrum voor hobbylandbouwvorming aanvragen een jaar na
de schrapping.". de schrapping.".

Art. 7.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat

Art. 7.Artikel 34 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat

volgt: volgt:
"

Art. 34.Het werkjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.

"

Art. 34.Het werkjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.

Voor 1 november van elk werkjaar legt elk erkend centrum aan de Voor 1 november van elk werkjaar legt elk erkend centrum aan de
minister een volledig jaarprogramma voor van de vormingsactiviteiten minister een volledig jaarprogramma voor van de vormingsactiviteiten
waarvoor subsidies zullen worden aangevraagd en eventueel de waarvoor subsidies zullen worden aangevraagd en eventueel de
erkenningsaanvragen van studieclubs. erkenningsaanvragen van studieclubs.
Binnen de daarvoor bestemde begrotingskredieten beslist de minister op Binnen de daarvoor bestemde begrotingskredieten beslist de minister op
basis van scores welke vormingsactiviteiten in aanmerking komen voor basis van scores welke vormingsactiviteiten in aanmerking komen voor
subsidiëring. subsidiëring.
De score resulteert uit een beoordeling van de vormingsactiviteiten op De score resulteert uit een beoordeling van de vormingsactiviteiten op
basis van de volgende selectiecriteria: basis van de volgende selectiecriteria:
1° de geschiktheid van het erkende centrum om het thema voor de 1° de geschiktheid van het erkende centrum om het thema voor de
doelgroep te organiseren; doelgroep te organiseren;
2° de doelgroep; 2° de doelgroep;
3° het thema van de vormingsactiviteiten; 3° het thema van de vormingsactiviteiten;
4° het belang van het thema van de vormingsactiviteit voor de 4° het belang van het thema van de vormingsactiviteit voor de
doelgroep; doelgroep;
5° de geografische spreiding van de vormingsactiviteiten. 5° de geografische spreiding van de vormingsactiviteiten.
De scores worden vastgelegd door het departement en steunen maximaal De scores worden vastgelegd door het departement en steunen maximaal
op objectieve, meetbare criteria. op objectieve, meetbare criteria.
De vormingsactiviteiten worden geselecteerd op basis van een De vormingsactiviteiten worden geselecteerd op basis van een
rangschikking van de behaalde scores van hoog naar laag. rangschikking van de behaalde scores van hoog naar laag.
De minister kan op basis van beleidsprioriteiten per thema en per De minister kan op basis van beleidsprioriteiten per thema en per
doelgroep een maximumbudget reserveren. doelgroep een maximumbudget reserveren.
De minister kan een deel van de begrotingsmiddelen reserveren voor een De minister kan een deel van de begrotingsmiddelen reserveren voor een
aanvullend jaarprogramma om tegemoet te komen aan evoluties en aan aanvullend jaarprogramma om tegemoet te komen aan evoluties en aan
actuele thema's.". actuele thema's.".

Art. 8.In artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit

Art. 8.In artikel 35 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit

van de Vlaamse Regering van 13 december 2013, wordt het eerste lid van de Vlaamse Regering van 13 december 2013, wordt het eerste lid
vervangen door wat volgt: vervangen door wat volgt:
"Nadat de minister heeft beslist welke vormingsactiviteiten in "Nadat de minister heeft beslist welke vormingsactiviteiten in
aanmerking komen voor subsidiëring, moeten de centra de goedgekeurde aanmerking komen voor subsidiëring, moeten de centra de goedgekeurde
vormingsactiviteiten voor de aanvang ervan melden.". vormingsactiviteiten voor de aanvang ervan melden.".

Art. 9.In artikel 45 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit

Art. 9.In artikel 45 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit

van de Vlaamse Regering van 13 december 2013, wordt een paragraaf 2/1 van de Vlaamse Regering van 13 december 2013, wordt een paragraaf 2/1
ingevoegd, die luidt als volgt: ingevoegd, die luidt als volgt:
" § 2/1. Bij intrekking van een subsidie voor een opleiding naar " § 2/1. Bij intrekking van een subsidie voor een opleiding naar
aanleiding van de vaststelling van een ernstige overtreding, vermeld aanleiding van de vaststelling van een ernstige overtreding, vermeld
in paragraaf 2, mogen de ingetrokken middelen niet meer aangewend in paragraaf 2, mogen de ingetrokken middelen niet meer aangewend
worden voor opleidingen van hetzelfde centrum binnen hetzelfde worden voor opleidingen van hetzelfde centrum binnen hetzelfde
jaarprogramma.". jaarprogramma.".

Art. 10.In afwijking van artikel 34 van het besluit van de Vlaamse

Art. 10.In afwijking van artikel 34 van het besluit van de Vlaamse

Regering van 4 juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor Regering van 4 juni 2004 betreffende de toekenning van subsidies voor
naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, kunnen de naschoolse opleidingsinitiatieven in de landbouwsector, kunnen de
erkende centra hun jaarprogramma 2015 uitzonderlijk tot en met 30 erkende centra hun jaarprogramma 2015 uitzonderlijk tot en met 30
november 2014 indienen. november 2014 indienen.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de tiende dag na de

Art. 11.Dit besluit treedt in werking op de tiende dag na de

bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van
artikel 10, dat in werking treedt op de dag van de goedkeuring ervan. artikel 10, dat in werking treedt op de dag van de goedkeuring ervan.

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de land- en

Art. 12.De Vlaamse minister, bevoegd voor de land- en

tuinbouwvorming, is belast met de uitvoering van dit besluit. tuinbouwvorming, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 7 november 2014. Brussel, 7 november 2014.
De minister-president van de Vlaamse Regering, De minister-president van de Vlaamse Regering,
G. BOURGEOIS G. BOURGEOIS
De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw,
J. SCHAUVLIEGE J. SCHAUVLIEGE
^