| Besluit van de Vlaamse regering betreffende de economische begroting voor de scholengroepen en het centrale niveau van het gemeenschapsonderwijs | Besluit van de Vlaamse regering betreffende de economische begroting voor de scholengroepen en het centrale niveau van het gemeenschapsonderwijs |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
| 6 JULI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de | 6 JULI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering betreffende de |
| economische begroting voor de scholengroepen en het centrale niveau | economische begroting voor de scholengroepen en het centrale niveau |
| van het gemeenschapsonderwijs | van het gemeenschapsonderwijs |
| De Vlaamse regering, | De Vlaamse regering, |
| Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot | Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
| hervorming van de instellingen; | hervorming van de instellingen; |
| Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het | Gelet op het bijzonder decreet van 14 juli 1998 betreffende het |
| gemeenschapsonderwijs inzonderheid op de artikelen 44, § 1, 2°, 49 en | gemeenschapsonderwijs inzonderheid op de artikelen 44, § 1, 2°, 49 en |
| 52; | 52; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 mei | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 mei |
| 1999; | 1999; |
| Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de dwingende | Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de dwingende |
| eis van artikel 46 § 1 van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 | eis van artikel 46 § 1 van het bijzonder decreet van 14 juli 1998 |
| betreffende het gemeenschapsonderwijs, dat vanaf 1 januari 2000 de | betreffende het gemeenschapsonderwijs, dat vanaf 1 januari 2000 de |
| nieuwe scholengroepen van het gemeenschapsonderwijs een economische | nieuwe scholengroepen van het gemeenschapsonderwijs een economische |
| boekhouding dienen te voeren. Drie elementen kunnen hier worden | boekhouding dienen te voeren. Drie elementen kunnen hier worden |
| ingeroepen. Gezien de onbekendheid van de personeelsleden van met name | ingeroepen. Gezien de onbekendheid van de personeelsleden van met name |
| de scholengroepen met de principes van de economische boekhouding | de scholengroepen met de principes van de economische boekhouding |
| vereist de invoering van dit nieuwe systeem de nodige voorbereiding en | vereist de invoering van dit nieuwe systeem de nodige voorbereiding en |
| opleiding van het personeel. In functie van de budgetopmaak voor het | opleiding van het personeel. In functie van de budgetopmaak voor het |
| boekjaar 2000 moet deze opleiding zo vlug mogelijk kunnen beginnen. De | boekjaar 2000 moet deze opleiding zo vlug mogelijk kunnen beginnen. De |
| tweede reden ligt in het feit dat zo vlug mogelijk bestekken moeten | tweede reden ligt in het feit dat zo vlug mogelijk bestekken moeten |
| worden uitgeschreven voor het opmaken van de nodige software die in de | worden uitgeschreven voor het opmaken van de nodige software die in de |
| scholen zal moeten worden geïnstalleerd. Deze bestekken zullen slechts | scholen zal moeten worden geïnstalleerd. Deze bestekken zullen slechts |
| kunnen worden uitgeschreven wanneer definitieve zekerheid bestaat over | kunnen worden uitgeschreven wanneer definitieve zekerheid bestaat over |
| de technische inhoudelijke bepalingen van de twee besluiten. Tenslotte | de technische inhoudelijke bepalingen van de twee besluiten. Tenslotte |
| moeten een aantal inhoudelijke voorbereidingen worden getroffen : | moeten een aantal inhoudelijke voorbereidingen worden getroffen : |
| enerzijds voor de uitbouw van het analytische luik van de boekhouding, | enerzijds voor de uitbouw van het analytische luik van de boekhouding, |
| anderzijds voor het opmaken van de beginbalansen. | anderzijds voor het opmaken van de beginbalansen. |
| Gelet op het advies van de Raad van State van 29 juni 1999; | Gelet op het advies van de Raad van State van 29 juni 1999; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, | Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Onder de begroting wordt verstaan de (economische) |
Artikel 1.Onder de begroting wordt verstaan de (economische) |
| jaarbegroting enerzijds en de (economische) meerjarenbegroting | jaarbegroting enerzijds en de (economische) meerjarenbegroting |
| anderzijds. | anderzijds. |
| De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de | De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op de |
| jaarbegroting van de scholengroepen en het centrale niveau van het | jaarbegroting van de scholengroepen en het centrale niveau van het |
| gemeenschapsonderwijs, en op hun meerjarenbegroting voor de volgende | gemeenschapsonderwijs, en op hun meerjarenbegroting voor de volgende |
| vijf begrotingsjaren, tenzij anders vermeld. Het begrotingsjaar valt | vijf begrotingsjaren, tenzij anders vermeld. Het begrotingsjaar valt |
| samen met het kalenderjaar. | samen met het kalenderjaar. |
| Deze meerjarenbegroting houdt rekening met het beleid van de | Deze meerjarenbegroting houdt rekening met het beleid van de |
| scholengroep of het centrale niveau voor ten minste de volgende | scholengroep of het centrale niveau voor ten minste de volgende |
| terreinen : | terreinen : |
| - algemeen financieel beleid; | - algemeen financieel beleid; |
| - personeelsbestand en personeelsbeleid; | - personeelsbestand en personeelsbeleid; |
| - investeringen. | - investeringen. |
Art. 2.De begroting bestaat uit vier deelbegrotingen : |
Art. 2.De begroting bestaat uit vier deelbegrotingen : |
| 1° een begrote resultatenrekening, inhoudende een raming van alle | 1° een begrote resultatenrekening, inhoudende een raming van alle |
| opbrengsten en kosten van de scholengroep of het centrale niveau en | opbrengsten en kosten van de scholengroep of het centrale niveau en |
| derhalve het resultaat van de begrotingsperiode; | derhalve het resultaat van de begrotingsperiode; |
| 2° een begroting van de geplande investeringen en de geplande | 2° een begroting van de geplande investeringen en de geplande |
| financieringswijzen van deze investeringen voor de begrotingsperiode; | financieringswijzen van deze investeringen voor de begrotingsperiode; |
| 3° een liquiditeitenbegroting, inhoudende een raming van alle | 3° een liquiditeitenbegroting, inhoudende een raming van alle |
| inkomsten en uitgaven van de scholengroep of het centrale niveau en | inkomsten en uitgaven van de scholengroep of het centrale niveau en |
| derhalve van de wijziging van het liquiditeitensaldo voor de | derhalve van de wijziging van het liquiditeitensaldo voor de |
| begrotingsperiode; | begrotingsperiode; |
| 4° een geprojecteerde balans, bestaande uit een raming van alle activa | 4° een geprojecteerde balans, bestaande uit een raming van alle activa |
| en passiva, na de resultatenverwerking van de periode, op de einddatum | en passiva, na de resultatenverwerking van de periode, op de einddatum |
| van de begrotingsperiode. | van de begrotingsperiode. |
| De deelbegrotingen moeten een sluitend geheel vormen. | De deelbegrotingen moeten een sluitend geheel vormen. |
Art. 3.De begrote resultatenrekening en de geprojecteerde balans |
Art. 3.De begrote resultatenrekening en de geprojecteerde balans |
| worden opgemaakt op basis van de schema's van de jaarrekening (zonder | worden opgemaakt op basis van de schema's van de jaarrekening (zonder |
| toelichtingen) voorzien in het besluit van de Vlaamse regering van 6 | toelichtingen) voorzien in het besluit van de Vlaamse regering van 6 |
| juli 1999 betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en | juli 1999 betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en |
| budgettaire rapportering voor de scholengroepen en het centrale niveau | budgettaire rapportering voor de scholengroepen en het centrale niveau |
| van het gemeenschapsonderwijs. | van het gemeenschapsonderwijs. |
Art. 4.De begroting van de geplande investeringen en de geplande |
Art. 4.De begroting van de geplande investeringen en de geplande |
| financieringswijzen van deze investeringen betreffen een opsomming en | financieringswijzen van deze investeringen betreffen een opsomming en |
| weergave van alle investeringen van het begrotingsjaar. | weergave van alle investeringen van het begrotingsjaar. |
| Als investering dient aangemerkt elke vervanging of uitbreiding van de | Als investering dient aangemerkt elke vervanging of uitbreiding van de |
| immateriële, materiële en financiële vaste activa, overeenkomstig de | immateriële, materiële en financiële vaste activa, overeenkomstig de |
| bepalingen en voorwaarden opgenomen in het besluit van de Vlaamse | bepalingen en voorwaarden opgenomen in het besluit van de Vlaamse |
| regering van 6 juli 1999 betreffende een geïntegreerde economische | regering van 6 juli 1999 betreffende een geïntegreerde economische |
| boekhouding en budgettaire rapportering voor de scholengroepen en het | boekhouding en budgettaire rapportering voor de scholengroepen en het |
| centrale niveau van het gemeenschapsonderwijs. Per investering dienen | centrale niveau van het gemeenschapsonderwijs. Per investering dienen |
| minimaal volgende inlichtingen te worden verstrekt : | minimaal volgende inlichtingen te worden verstrekt : |
| 1° de beschrijving; | 1° de beschrijving; |
| 2° de aanschaffingswaarde; | 2° de aanschaffingswaarde; |
| 3° de vermoedelijke nuttige gebruiksduur en het | 3° de vermoedelijke nuttige gebruiksduur en het |
| afschrijvingspercentage; | afschrijvingspercentage; |
| 4° de geplande financieringswijze, met een onderscheid tussen : | 4° de geplande financieringswijze, met een onderscheid tussen : |
| - eigen middelen (inclusief dotaties eigenaarsonderhoud); | - eigen middelen (inclusief dotaties eigenaarsonderhoud); |
| - vreemde middelen; | - vreemde middelen; |
| - investeringsdotaties. | - investeringsdotaties. |
| In geval van financiering met vreemde middelen wordt minimaal vermeld | In geval van financiering met vreemde middelen wordt minimaal vermeld |
| : | : |
| 1° de aard en het bedrag van de financiering; | 1° de aard en het bedrag van de financiering; |
| 2° de looptijd; | 2° de looptijd; |
| 3° de periodiciteit van de interestbetalingen en het aflossingsschema; | 3° de periodiciteit van de interestbetalingen en het aflossingsschema; |
| 4° het interestpercentage; | 4° het interestpercentage; |
| 5° de jaarlijkse interestlast. | 5° de jaarlijkse interestlast. |
| Alle verstrekte en ontvangen waarborgen dienen te worden toegelicht. | Alle verstrekte en ontvangen waarborgen dienen te worden toegelicht. |
Art. 5.De liquiditeitenbegroting wordt opgemaakt volgens het |
Art. 5.De liquiditeitenbegroting wordt opgemaakt volgens het |
| hiernavolgende model : | hiernavolgende model : |
| Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |
| De begrotingspost « mutatie in de werkingsmiddelen », alsook de post « | De begrotingspost « mutatie in de werkingsmiddelen », alsook de post « |
| overige » indien het een belangrijk bedrag betreft, dienen apart te | overige » indien het een belangrijk bedrag betreft, dienen apart te |
| worden gedetailleerd en toegelicht. | worden gedetailleerd en toegelicht. |
Art. 6.De begrote resultatenrekening en de liquiditeitenbegroting van |
Art. 6.De begrote resultatenrekening en de liquiditeitenbegroting van |
| de jaarbegroting worden op semesterbasis opgesteld en opgesplitst in | de jaarbegroting worden op semesterbasis opgesteld en opgesplitst in |
| twee delen respectievelijk met betrekking tot de periode van 1 januari | twee delen respectievelijk met betrekking tot de periode van 1 januari |
| tot 30 juni en de periode van 1 juli tot 31 december van het | tot 30 juni en de periode van 1 juli tot 31 december van het |
| begrotingsjaar. | begrotingsjaar. |
| De geprojecteerde balans en de begroting van de geplande investeringen | De geprojecteerde balans en de begroting van de geplande investeringen |
| en financieringswijzen worden op jaarbasis opgemaakt. | en financieringswijzen worden op jaarbasis opgemaakt. |
Art. 7.Alle begrotingsposten worden in duizenden Belgische franken |
Art. 7.Alle begrotingsposten worden in duizenden Belgische franken |
| uitgedrukt. | uitgedrukt. |
Art. 8.De jaarbegroting en meerjarenbegroting worden opgemaakt op |
Art. 8.De jaarbegroting en meerjarenbegroting worden opgemaakt op |
| basis van dezelfde (economische) waarderingsregels en | basis van dezelfde (economische) waarderingsregels en |
| aanrekeningsregels die vastgelegd werden voor het opstellen van de | aanrekeningsregels die vastgelegd werden voor het opstellen van de |
| jaarrekening, zoals opgenomen in hoofdstuk II (bedrijfseconomisch | jaarrekening, zoals opgenomen in hoofdstuk II (bedrijfseconomisch |
| luik) van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1999 | luik) van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juli 1999 |
| betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire | betreffende een geïntegreerde economische boekhouding en budgettaire |
| rapportering voor de scholengroepen en het centrale niveau van het | rapportering voor de scholengroepen en het centrale niveau van het |
| gemeenschapsonderwijs. | gemeenschapsonderwijs. |
Art. 9.Bij de jaarbegroting en meerjarenbegroting wordt een |
Art. 9.Bij de jaarbegroting en meerjarenbegroting wordt een |
| commentaar gevoegd die de gebruikte parameters en hypothesen omstandig | commentaar gevoegd die de gebruikte parameters en hypothesen omstandig |
| toelicht. Een ratio-analyse, vergezeld van commentaar, dient een | toelicht. Een ratio-analyse, vergezeld van commentaar, dient een |
| inzicht te verschaffen in de begrote financiële positie op het vlak | inzicht te verschaffen in de begrote financiële positie op het vlak |
| van liquiditeit, solvabiliteit en de resultaten. | van liquiditeit, solvabiliteit en de resultaten. |
Art. 10.De Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs kan bij |
Art. 10.De Vlaamse minister bevoegd voor het onderwijs kan bij |
| besluit de toepassingsrichtlijnen met betrekking tot dit besluit nader | besluit de toepassingsrichtlijnen met betrekking tot dit besluit nader |
| bepalen. | bepalen. |
Art. 11.Met betrekking tot het begrotingsjaar 2000, dient de |
Art. 11.Met betrekking tot het begrotingsjaar 2000, dient de |
| jaarbegroting en meerjarenbegroting enkel een begrote | jaarbegroting en meerjarenbegroting enkel een begrote |
| resultatenrekening en een begroting van de geplande investeringen en | resultatenrekening en een begroting van de geplande investeringen en |
| financieringswijzen te omvatten. | financieringswijzen te omvatten. |
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000. |
Art. 12.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2000. |
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast |
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast |
| met de uitvoering van dit besluit. | met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 6 juli 1999. | Brussel, 6 juli 1999. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
| L. VAN DEN BRANDE | L. VAN DEN BRANDE |
| De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, | De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, |
| E. BALDEWIJNS | E. BALDEWIJNS |