← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ontwikkelingsdoelen voor opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 in het buitengewoon secundair onderwijs "
| Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ontwikkelingsdoelen voor opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 in het buitengewoon secundair onderwijs | Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ontwikkelingsdoelen voor opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 in het buitengewoon secundair onderwijs |
|---|---|
| VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
| 5 SEPTEMBER 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de | 5 SEPTEMBER 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de |
| ontwikkelingsdoelen voor opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 in het | ontwikkelingsdoelen voor opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 in het |
| buitengewoon secundair onderwijs | buitengewoon secundair onderwijs |
| De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
| Gelet op de Codex Secundair Onderwijs, artikel 262, gewijzigd bij het | Gelet op de Codex Secundair Onderwijs, artikel 262, gewijzigd bij het |
| decreet van 1 juli 2011, en artikel 263, gewijzigd bij het decreet van | decreet van 1 juli 2011, en artikel 263, gewijzigd bij het decreet van |
| 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke | 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke |
| onderwijsbehoeften; | onderwijsbehoeften; |
| Gelet op het advies van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 23 | Gelet op het advies van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 23 |
| september 2008; | september 2008; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 mei | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 mei |
| 2014; | 2014; |
| Gelet op de adviezen 56.450/1 en 56.451/1 van de Raad van State, | Gelet op de adviezen 56.450/1 en 56.451/1 van de Raad van State, |
| gegeven op 3 juli 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste | gegeven op 3 juli 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste |
| lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 | lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 |
| januari 1973; | januari 1973; |
| Op voorstel van de viceminister-president van de Vlaamse Regering en | Op voorstel van de viceminister-president van de Vlaamse Regering en |
| Vlaams minister van Onderwijs; | Vlaams minister van Onderwijs; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.De ontwikkelingsdoelen van opleidingsvorm 1 en |
Artikel 1.De ontwikkelingsdoelen van opleidingsvorm 1 en |
| opleidingsvorm 2 van het buitengewoon secundair onderwijs zijn | opleidingsvorm 2 van het buitengewoon secundair onderwijs zijn |
| opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd. | opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd. |
Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
| de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 5 september 2014. | Brussel, 5 september 2014. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
| De viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister | De viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister |
| van Onderwijs, | van Onderwijs, |
| H. CREVITS | H. CREVITS |
| Bijlage | Bijlage |
| De ontwikkelingsdoelen van opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 van | De ontwikkelingsdoelen van opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 van |
| het buitengewoon secundair onderwijs, vermeld in artikel 1 | het buitengewoon secundair onderwijs, vermeld in artikel 1 |
| 1. Wonen | 1. Wonen |
| 1.1 Persoonlijk dagelijks leven | 1.1 Persoonlijk dagelijks leven |
| 1.1.1 Lichamelijke aspecten | 1.1.1 Lichamelijke aspecten |
| De jongere | De jongere |
| 1 geeft honger en dorst aan | 1 geeft honger en dorst aan |
| 2 neemt verschillende vormen van voeding op | 2 neemt verschillende vormen van voeding op |
| 3 neemt gezonde en evenwichtige voeding op | 3 neemt gezonde en evenwichtige voeding op |
| 4 geeft nood aan verzorging aan | 4 geeft nood aan verzorging aan |
| 5 verzorgt zich hygiënisch | 5 verzorgt zich hygiënisch |
| 6 geeft behoefte aan rust aan | 6 geeft behoefte aan rust aan |
| 7 houdt zich aan het dag-nachtritme | 7 houdt zich aan het dag-nachtritme |
| 8 beweegt gezond en evenwichtig | 8 beweegt gezond en evenwichtig |
| 9 vult rustmomenten op een sociaal aanvaardbare manier in | 9 vult rustmomenten op een sociaal aanvaardbare manier in |
| 1.1.2 Mentale aspecten | 1.1.2 Mentale aspecten |
| De jongere | De jongere |
| 10 gaat op een gepaste wijze om met genots- en geneesmiddelen | 10 gaat op een gepaste wijze om met genots- en geneesmiddelen |
| 11 beoordeelt wat zijn aandeel is in successen en mislukkingen | 11 beoordeelt wat zijn aandeel is in successen en mislukkingen |
| 12 houdt rekening met gedachten, gevoelens en wensen van anderen | 12 houdt rekening met gedachten, gevoelens en wensen van anderen |
| 13 ontwikkelt lichaamsbesef | 13 ontwikkelt lichaamsbesef |
| 14 ontwikkelt een seksuele identiteit | 14 ontwikkelt een seksuele identiteit |
| 15 ontwikkelt een positief realistisch zelfbeeld | 15 ontwikkelt een positief realistisch zelfbeeld |
| 16 stelt zichzelf realistische doelen en stuurt ze indien nodig bij | 16 stelt zichzelf realistische doelen en stuurt ze indien nodig bij |
| 17 staat open voor uitdagingen en heeft zin in initiatief | 17 staat open voor uitdagingen en heeft zin in initiatief |
| 18 gaat om met emoties | 18 gaat om met emoties |
| 19 gaat om met intimiteitsniveaus | 19 gaat om met intimiteitsniveaus |
| 20 gaat om met stress | 20 gaat om met stress |
| 21 bezorgt zichzelf een goed gevoel | 21 bezorgt zichzelf een goed gevoel |
| 22 bouwt veerkracht op | 22 bouwt veerkracht op |
| 23 ervaart zichzelf en de wereld door middel van muzisch creatieve | 23 ervaart zichzelf en de wereld door middel van muzisch creatieve |
| ervaringen | ervaringen |
| 24 schat zijn mogelijkheden en zijn beperkingen in | 24 schat zijn mogelijkheden en zijn beperkingen in |
| 25 geniet van een activiteit of situatie | 25 geniet van een activiteit of situatie |
| 26 gaat om met onvoorspelbaarheid | 26 gaat om met onvoorspelbaarheid |
| 27 stelt zich weerbaar op | 27 stelt zich weerbaar op |
| 28 bouwt zijn eigen identiteit uit | 28 bouwt zijn eigen identiteit uit |
| 1.1.3 Sociale aspecten | 1.1.3 Sociale aspecten |
| De jongere | De jongere |
| 29 bouwt persoonlijke relaties op | 29 bouwt persoonlijke relaties op |
| 30 onderhoudt persoonlijke relaties | 30 onderhoudt persoonlijke relaties |
| 31 stelt zich weerbaar op in persoonlijke relaties | 31 stelt zich weerbaar op in persoonlijke relaties |
| 32 gaat om met kritiek | 32 gaat om met kritiek |
| 33 stelt bij eten of drinken sociaal aanvaardbaar gedrag | 33 stelt bij eten of drinken sociaal aanvaardbaar gedrag |
| 34 stelt bij verzorging sociaal aanvaardbaar gedrag | 34 stelt bij verzorging sociaal aanvaardbaar gedrag |
| 35 uit gedachten, gevoelens en wensen op een sociaal aanvaardbare | 35 uit gedachten, gevoelens en wensen op een sociaal aanvaardbare |
| manier | manier |
| 36 gaat om met conflicten | 36 gaat om met conflicten |
| 37 komt los van persoonlijke relaties | 37 komt los van persoonlijke relaties |
| 38 gebruikt sociaal aanvaardbare taal m.b.t. seksualiteit | 38 gebruikt sociaal aanvaardbare taal m.b.t. seksualiteit |
| 39 beleeft zijn seksualiteit op een aangepaste en veilige wijze | 39 beleeft zijn seksualiteit op een aangepaste en veilige wijze |
| 40 stelt en aanvaardt regels en grenzen in relaties | 40 stelt en aanvaardt regels en grenzen in relaties |
| 41 stemt zijn voorkomen af op de situatie | 41 stemt zijn voorkomen af op de situatie |
| 42 aanvaardt verschillende stijlen van leiding geven | 42 aanvaardt verschillende stijlen van leiding geven |
| 1.2 Huishoudelijke dagelijks leven | 1.2 Huishoudelijke dagelijks leven |
| De jongere | De jongere |
| 43 bereidt een maaltijd | 43 bereidt een maaltijd |
| 44 onderhoudt zijn omgeving | 44 onderhoudt zijn omgeving |
| 45 onderhoudt zijn kleding | 45 onderhoudt zijn kleding |
| 46 doet boodschappen | 46 doet boodschappen |
| 47 beheert zijn budget | 47 beheert zijn budget |
| 48 beheert zijn administratie en zijn correspondentie | 48 beheert zijn administratie en zijn correspondentie |
| 49 voert huishoudelijke activiteiten uit rekening houdend met | 49 voert huishoudelijke activiteiten uit rekening houdend met |
| veiligheid, hygiëne en milieu | veiligheid, hygiëne en milieu |
| 50 zorgt voor huisgenoten | 50 zorgt voor huisgenoten |
| 51 richt zijn omgeving in | 51 richt zijn omgeving in |
| 52 vindt een gepaste woonvorm | 52 vindt een gepaste woonvorm |
| 53 gebruikt ICT in functie van huishoudelijke activiteiten | 53 gebruikt ICT in functie van huishoudelijke activiteiten |
| 1.3 Maatschappelijk dagelijks leven | 1.3 Maatschappelijk dagelijks leven |
| De jongere | De jongere |
| 54 maakt gebruik van dienstverlenende instanties | 54 maakt gebruik van dienstverlenende instanties |
| 55 maakt gebruik van hulpverlenende voorzieningen | 55 maakt gebruik van hulpverlenende voorzieningen |
| 56 maakt gebruik van commerciële instanties | 56 maakt gebruik van commerciële instanties |
| 57 participeert aan groepsactiviteiten. | 57 participeert aan groepsactiviteiten. |
| 58 engageert zich in groepsactiviteiten | 58 engageert zich in groepsactiviteiten |
| 59 formuleert een mening over maatschappelijke vraagstukken met | 59 formuleert een mening over maatschappelijke vraagstukken met |
| respect voor waarden en normen | respect voor waarden en normen |
| 60 past geldende rechten en plichten toe | 60 past geldende rechten en plichten toe |
| 61 maakt afspraken en houdt zich aan afspraken | 61 maakt afspraken en houdt zich aan afspraken |
| 2. Werken | 2. Werken |
| 2.2 Oriëntatie naar de job | 2.2 Oriëntatie naar de job |
| De jongere | De jongere |
| 62 verkent de verschillende mogelijkheden van arbeidsgerichte | 62 verkent de verschillende mogelijkheden van arbeidsgerichte |
| activiteiten | activiteiten |
| 63 kiest een haalbare arbeidsgerichte activiteit | 63 kiest een haalbare arbeidsgerichte activiteit |
| 64 schat mogelijkheden en beperkingen i.v.m. arbeidsgerichte | 64 schat mogelijkheden en beperkingen i.v.m. arbeidsgerichte |
| activiteiten in | activiteiten in |
| 65 toont in een arbeidssituatie leer- en veranderingsbereidheid | 65 toont in een arbeidssituatie leer- en veranderingsbereidheid |
| 66 maakt eigen wensen en verwachtingen in verband met werk kenbaar | 66 maakt eigen wensen en verwachtingen in verband met werk kenbaar |
| 67 plaatst de eigen arbeid in een zinvol maatschappelijk geheel | 67 plaatst de eigen arbeid in een zinvol maatschappelijk geheel |
| 68 stemt zijn voorkomen af op de aard van de opdracht en op de | 68 stemt zijn voorkomen af op de aard van de opdracht en op de |
| werkomgeving | werkomgeving |
| 2.2 Proces en uitvoering | 2.2 Proces en uitvoering |
| De jongere | De jongere |
| 69 beheerst en coördineert de nodige grove motoriek bij het uitvoeren | 69 beheerst en coördineert de nodige grove motoriek bij het uitvoeren |
| van een opdracht | van een opdracht |
| 70 beheerst en coördineert de nodige fijne motoriek bij het uitvoeren | 70 beheerst en coördineert de nodige fijne motoriek bij het uitvoeren |
| van een opdracht | van een opdracht |
| 71 coördineert zijn bewegingen bij het uitvoeren van een opdracht | 71 coördineert zijn bewegingen bij het uitvoeren van een opdracht |
| 72 beheerst de nodige kracht voor het uitvoeren van een opdracht | 72 beheerst de nodige kracht voor het uitvoeren van een opdracht |
| 73 doseert de nodige kracht voor het uitvoeren van een opdracht | 73 doseert de nodige kracht voor het uitvoeren van een opdracht |
| 74 voert volgens de opgelegde werkvolgorde de opeenvolgende | 74 voert volgens de opgelegde werkvolgorde de opeenvolgende |
| handelingen uit | handelingen uit |
| 75 werkt gedurende een opgelegde tijd aan een opgelegde taak | 75 werkt gedurende een opgelegde tijd aan een opgelegde taak |
| 76 past het eigen werkritme aan het opgelegd ritme aan | 76 past het eigen werkritme aan het opgelegd ritme aan |
| 77 behaalt vooropgestelde kwaliteitseisen | 77 behaalt vooropgestelde kwaliteitseisen |
| 78 werkt resultaatgericht | 78 werkt resultaatgericht |
| 79 voert het werk met volle en volgehouden aandacht uit | 79 voert het werk met volle en volgehouden aandacht uit |
| 80 handelt in een arbeidssituatie naar eigen mogelijkheden en | 80 handelt in een arbeidssituatie naar eigen mogelijkheden en |
| beperkingen | beperkingen |
| 81 houdt zich aan regels, afspraken en procedures van de | 81 houdt zich aan regels, afspraken en procedures van de |
| arbeidssituatie | arbeidssituatie |
| 82 zet door bij moeilijkheden in de arbeidssituatie | 82 zet door bij moeilijkheden in de arbeidssituatie |
| 83 past zich aan wijzigende omstandigheden in een arbeidssituatie aan | 83 past zich aan wijzigende omstandigheden in een arbeidssituatie aan |
| 84 organiseert zijn eigen werkzaamheden in functie van de werkopdracht | 84 organiseert zijn eigen werkzaamheden in functie van de werkopdracht |
| 85 reageert adequaat op problemen bij het productieproces of bij de | 85 reageert adequaat op problemen bij het productieproces of bij de |
| dienstverlening | dienstverlening |
| 86 werkt samen als een schakel in een werkketen | 86 werkt samen als een schakel in een werkketen |
| 87 toont initiatief passend bij de arbeidswerksituatie | 87 toont initiatief passend bij de arbeidswerksituatie |
| 88 verwerkt arbeidsgerelateerde formulieren | 88 verwerkt arbeidsgerelateerde formulieren |
| 89 gebruikt arbeidsgerelateerde taal | 89 gebruikt arbeidsgerelateerde taal |
| 2.3 Relaties op de werkvloer | 2.3 Relaties op de werkvloer |
| De jongere | De jongere |
| 90 draagt bij tot het algemeen welzijn en een goede werksfeer | 90 draagt bij tot het algemeen welzijn en een goede werksfeer |
| 91 gebruikt zijn rechten en leeft plichten in een arbeidsengagement na | 91 gebruikt zijn rechten en leeft plichten in een arbeidsengagement na |
| 92 aanvaardt gezag van leidinggevenden | 92 aanvaardt gezag van leidinggevenden |
| 93 communiceert met collega's en leidinggevenden in functie van de | 93 communiceert met collega's en leidinggevenden in functie van de |
| werksituatie | werksituatie |
| 94 maakt een onderscheid tussen privé en werk | 94 maakt een onderscheid tussen privé en werk |
| 2.4 Technische competenties | 2.4 Technische competenties |
| De jongere | De jongere |
| 95 past technieken toe die gebruikt worden in een assemblagewerkplaats | 95 past technieken toe die gebruikt worden in een assemblagewerkplaats |
| 96 past technieken toe die gebruikt worden in een | 96 past technieken toe die gebruikt worden in een |
| verpakkingswerkplaats | verpakkingswerkplaats |
| 97 past technieken toe die gebruikt worden in een onderhoudsdienst | 97 past technieken toe die gebruikt worden in een onderhoudsdienst |
| 98 past technieken toe die gebruikt worden in een metaalwerkplaats | 98 past technieken toe die gebruikt worden in een metaalwerkplaats |
| 99 past technieken toe die gebruikt worden in een houtwerkplaats | 99 past technieken toe die gebruikt worden in een houtwerkplaats |
| 100 past technieken toe die gebruikt worden een verzendingsdienst | 100 past technieken toe die gebruikt worden een verzendingsdienst |
| 101 past technieken toe die gebruikt worden in een groendienst | 101 past technieken toe die gebruikt worden in een groendienst |
| 102 past technieken toe die gebruikt worden in een textielwerkplaats | 102 past technieken toe die gebruikt worden in een textielwerkplaats |
| 103 past technieken toe die gebruikt worden in een keukenwerkplaats | 103 past technieken toe die gebruikt worden in een keukenwerkplaats |
| 104 past technieken toe die gebruikt worden in een cateringsdienst | 104 past technieken toe die gebruikt worden in een cateringsdienst |
| 105 past technieken toe die gebruikt worden in een drukkerij | 105 past technieken toe die gebruikt worden in een drukkerij |
| 106 past technieken toe die gebruikt worden in een logistieke dienst | 106 past technieken toe die gebruikt worden in een logistieke dienst |
| 107 past technieken toe die gebruikt worden in een ambachtelijke | 107 past technieken toe die gebruikt worden in een ambachtelijke |
| werkplaats | werkplaats |
| 2.5 Veiligheid, hygiëne en welzijn op het werk | 2.5 Veiligheid, hygiëne en welzijn op het werk |
| De jongere | De jongere |
| 108 houdt zich aan de geldende voorschriften inzake hygiëne | 108 houdt zich aan de geldende voorschriften inzake hygiëne |
| 109 past veiligheidsvoorschriften toe | 109 past veiligheidsvoorschriften toe |
| 110 hanteert machines, gereedschappen, producten en grondstoffen op | 110 hanteert machines, gereedschappen, producten en grondstoffen op |
| een correcte manier: veilig, ergonomische en efficiënt | een correcte manier: veilig, ergonomische en efficiënt |
| 111 gaat adequaat om met risico's | 111 gaat adequaat om met risico's |
| 112 houdt de werkplek op orde | 112 houdt de werkplek op orde |
| 113 past duurzaamheidsprincipes toe | 113 past duurzaamheidsprincipes toe |
| 114 gaat om met werkdruk | 114 gaat om met werkdruk |
| 115 reageert adequaat op omgevingsfactoren van de arbeidsplaats | 115 reageert adequaat op omgevingsfactoren van de arbeidsplaats |
| 116 neemt deel aan werkoverleg of een werkvergadering | 116 neemt deel aan werkoverleg of een werkvergadering |
| 3. Vrije tijd | 3. Vrije tijd |
| 3.1 Invulling van de vrije tijd | 3.1 Invulling van de vrije tijd |
| De jongere | De jongere |
| 117 verkent verschillende mogelijkheden om vrije tijd en vakantie in | 117 verkent verschillende mogelijkheden om vrije tijd en vakantie in |
| te vullen | te vullen |
| 118 maakt een evenwichtige en gevarieerde keuze voor vrije tijd en | 118 maakt een evenwichtige en gevarieerde keuze voor vrije tijd en |
| vakantie | vakantie |
| 119 experimenteert met verschillende materialen en technieken | 119 experimenteert met verschillende materialen en technieken |
| 120 experimenteert met klankbronnen en muziekinstrumenten | 120 experimenteert met klankbronnen en muziekinstrumenten |
| 121 experimenteert met de bewegingsmogelijkheden van het eigen lichaam | 121 experimenteert met de bewegingsmogelijkheden van het eigen lichaam |
| 122 experimenteert met dramatische expressie | 122 experimenteert met dramatische expressie |
| 123 bouwt een hobby uit | 123 bouwt een hobby uit |
| 3.2 Participeren in vrije tijd | 3.2 Participeren in vrije tijd |
| De jongere | De jongere |
| 124 vult lege tijd op een voor zichzelf zinvolle wijze in en houdt | 124 vult lege tijd op een voor zichzelf zinvolle wijze in en houdt |
| daarbij rekening met anderen | daarbij rekening met anderen |
| 125 bouwt een persoonlijk netwerk op in kader van gekozen | 125 bouwt een persoonlijk netwerk op in kader van gekozen |
| vrijetijdsbesteding | vrijetijdsbesteding |
| 126 komt tot rust en ontspanning door vrijetijdsbesteding | 126 komt tot rust en ontspanning door vrijetijdsbesteding |
| 127 gedraagt zich als volwaardig lid van een gekozen vereniging | 127 gedraagt zich als volwaardig lid van een gekozen vereniging |
| 128 respecteert spelregels en de regels van fairplay | 128 respecteert spelregels en de regels van fairplay |
| 129 schaft gepast materiaal en uitrusting aan | 129 schaft gepast materiaal en uitrusting aan |
| 4. Overkoepelende ontwikkelingsdoelen | 4. Overkoepelende ontwikkelingsdoelen |
| 4.1 Ondersteuning | 4.1 Ondersteuning |
| De jongere | De jongere |
| 130 kiest een adequaat hulpmiddel | 130 kiest een adequaat hulpmiddel |
| 131 gaat om met hulpmiddelen | 131 gaat om met hulpmiddelen |
| 132 stelt een hulpvraag | 132 stelt een hulpvraag |
| 133 organiseert ondersteuning | 133 organiseert ondersteuning |
| 134 communiceert persoonlijke voorkeuren | 134 communiceert persoonlijke voorkeuren |
| 135 gaat om met hulpverleners | 135 gaat om met hulpverleners |
| 4.2 Zelfsturing | 4.2 Zelfsturing |
| De jongere | De jongere |
| 136 maakt realistische keuzes | 136 maakt realistische keuzes |
| 137 neemt initiatief | 137 neemt initiatief |
| 138 organiseert zijn activiteiten | 138 organiseert zijn activiteiten |
| 139 staat open voor nieuwe ervaringen | 139 staat open voor nieuwe ervaringen |
| 140 tekent een realistisch toekomstperspectief uit. | 140 tekent een realistisch toekomstperspectief uit. |
| 141 neemt actief deel aan het besluitvormingsproces | 141 neemt actief deel aan het besluitvormingsproces |
| 142 is onderhandelingsvaardig | 142 is onderhandelingsvaardig |
| 143 lost problemen op | 143 lost problemen op |
| 4.3 Veiligheid en mobiliteit | 4.3 Veiligheid en mobiliteit |
| De jongere | De jongere |
| 144 signaleert gevaar | 144 signaleert gevaar |
| 145 gaat om met gevaar | 145 gaat om met gevaar |
| 146 houdt zich aan veiligheidsvoorschriften | 146 houdt zich aan veiligheidsvoorschriften |
| 147 reageert gepast in noodsituaties | 147 reageert gepast in noodsituaties |
| 148 voert opdrachten met een goede coördinatie van bewegingen uit | 148 voert opdrachten met een goede coördinatie van bewegingen uit |
| 149 is mobiel | 149 is mobiel |
| 150 verplaatst zich veilig in het verkeer | 150 verplaatst zich veilig in het verkeer |
| 151 maakt gebruik van openbaar of ander gemeenschappelijk vervoer | 151 maakt gebruik van openbaar of ander gemeenschappelijk vervoer |
| 4.4 Numerieke ontwikkeling | 4.4 Numerieke ontwikkeling |
| De jongere | De jongere |
| 152 plant zijn dag-, week, maand- en jaarritme | 152 plant zijn dag-, week, maand- en jaarritme |
| 153 voert taken uit waarvoor rekenkundige vaardigheden nodig zijn | 153 voert taken uit waarvoor rekenkundige vaardigheden nodig zijn |
| 154 voert taken uit waarvoor ruimtelijke richtingsbegrippen nodig zijn | 154 voert taken uit waarvoor ruimtelijke richtingsbegrippen nodig zijn |
| 155 gebruikt numerieke informatie | 155 gebruikt numerieke informatie |
| 4.5 Talige ontwikkeling | 4.5 Talige ontwikkeling |
| De jongere | De jongere |
| 156 voert taken uit waarvoor talige vaardigheden nodig zijn | 156 voert taken uit waarvoor talige vaardigheden nodig zijn |
| 157 gebruikt het meest geschikte communicatiemiddel | 157 gebruikt het meest geschikte communicatiemiddel |
| 158 gebruikt de meest geschikte communicatievorm | 158 gebruikt de meest geschikte communicatievorm |
| 159 gebruikt talige informatie | 159 gebruikt talige informatie |
| 4.6 Omgaan met ICT | 4.6 Omgaan met ICT |
| De jongere | De jongere |
| 160 gebruikt ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier | 160 gebruikt ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier |
| 161 oefent zelfstandig in een door ICT- ondersteunde leeromgeving | 161 oefent zelfstandig in een door ICT- ondersteunde leeromgeving |
| 162 leert zelfstandig in een door ICT-ondersteunde leeromgeving | 162 leert zelfstandig in een door ICT-ondersteunde leeromgeving |
| 163 gebruikt ICT om eigen ideeën creatief vorm te geven | 163 gebruikt ICT om eigen ideeën creatief vorm te geven |
| 164 zoekt, verwerkt en bewaart digitale informatie met behulp van ICT | 164 zoekt, verwerkt en bewaart digitale informatie met behulp van ICT |
| 165 gebruikt ICT bij het voorstellen van informatie aan anderen | 165 gebruikt ICT bij het voorstellen van informatie aan anderen |
| 166 gebruikt ICT om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier | 166 gebruikt ICT om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier |
| te communiceren | te communiceren |
| 167 kiest afhankelijk van het te bereiken doel adequaat uit | 167 kiest afhankelijk van het te bereiken doel adequaat uit |
| verschillende ICT-toepassingen | verschillende ICT-toepassingen |
| 168 stuurt het handelen bij na reflectie over het eigen ICT-gebruik en | 168 stuurt het handelen bij na reflectie over het eigen ICT-gebruik en |
| dat van anderen | dat van anderen |
| Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering |
| van 5 september 2014 betreffende de ontwikkelingsdoelen voor | van 5 september 2014 betreffende de ontwikkelingsdoelen voor |
| opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 in het buitengewoon secundair | opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 in het buitengewoon secundair |
| onderwijs. | onderwijs. |
| Brussel, 5 september 2014. | Brussel, 5 september 2014. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
| De viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister | De viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister |
| van Onderwijs, | van Onderwijs, |
| H. CREVITS | H. CREVITS |