← Retour vers "Arrêté du Gouvernement flamand relatif aux objectifs de développement pour la forme d'enseignement 1 et la forme d'enseignement 2 dans l'enseignement secondaire spécial "
| Arrêté du Gouvernement flamand relatif aux objectifs de développement pour la forme d'enseignement 1 et la forme d'enseignement 2 dans l'enseignement secondaire spécial | Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ontwikkelingsdoelen voor opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 in het buitengewoon secundair onderwijs |
|---|---|
| AUTORITE FLAMANDE 5 SEPTEMBRE 2014. - Arrêté du Gouvernement flamand relatif aux objectifs de développement pour la forme d'enseignement 1 et la forme d'enseignement 2 dans l'enseignement secondaire spécial Le Gouvernement flamand, Vu le Code de l'Enseignement secondaire du 17 décembre 2010, notamment | VLAAMSE OVERHEID 5 SEPTEMBER 2014. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de ontwikkelingsdoelen voor opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 in het buitengewoon secundair onderwijs De Vlaamse Regering, Gelet op de Codex Secundair Onderwijs, artikel 262, gewijzigd bij het |
| l'article 262, modifié par le décret du 1er juillet 2011, et l'article | decreet van 1 juli 2011, en artikel 263, gewijzigd bij het decreet van |
| 263, modifié par le décret du 21 mars 2014 relatif aux élèves à | 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke |
| besoins éducatifs spécifiques ; | onderwijsbehoeften; |
| Vu l'avis du « Vlaamse Onderwijsraad » (Conseil flamand de | Gelet op het advies van de Vlaamse Onderwijsraad, gegeven op 23 |
| september 2008; | |
| l'Enseignement), émis le 23 septembre 2008 ; | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 mei 2014; |
| Vu l'avis de l'Inspection des Finances, rendu le 14 mai 2014 ; | Gelet op de adviezen 56.450/1 en 56.451/1 van de Raad van State, |
| Vu les avis n° 56.450/1 et n° 56.451/1 du Conseil d'Etat, donnés le 3 | gegeven op 3 juli 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste |
| juillet 2014, en application de l'article 84, § 1er, alinéa 1er, 2°, | lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 |
| des lois coordonnées sur le Conseil d'Etat du 12 janvier 1973 ; | januari 1973; |
| Sur la proposition du Vice-Ministre-Président du Gouvernement flamand | Op voorstel van de viceminister-president van de Vlaamse Regering en |
| et de la Ministre flamande de l'Enseignement ; | Vlaams minister van Onderwijs; |
| Après délibération, | Na beraadslaging, |
| Arrête : | Besluit : |
Article 1er.Les objectifs de développement de la forme d'enseignement |
Artikel 1.De ontwikkelingsdoelen van opleidingsvorm 1 en |
| 1 et de la forme d'enseignement 2 de l'enseignement secondaire spécial | opleidingsvorm 2 van het buitengewoon secundair onderwijs zijn |
| sont repris dans l'annexe au présent arrêté. | opgenomen in de bijlage die bij dit besluit is gevoegd. |
Art. 2.La Ministre flamande qui a l'enseignement dans ses |
Art. 2.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
| attributions est chargée de l'exécution du présent arrêté. | de uitvoering van dit besluit. |
| Bruxelles, le 5 septembre 2014. | Brussel, 5 september 2014. |
| Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
| La Vice-Ministre-Présidente du Gouvernement flamand et Ministre | De viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister |
| flamande de l'Enseignement, | van Onderwijs, |
| H. CREVITS | H. CREVITS |
| Annexe | Bijlage |
| De ontwikkelingsdoelen van opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 van | |
| Les objectifs de développement de la forme d'enseignement 1 et de la | het buitengewoon secundair onderwijs, vermeld in artikel 1 |
| forme d'enseignement 2 de l'enseignement secondaire spécial, visés à l'article 1er | |
| 1. Habiter | 1. Wonen |
| 1.1 Vie personnelle journalière | 1.1 Persoonlijk dagelijks leven |
| 1.1.1 Aspects physiques | 1.1.1 Lichamelijke aspecten |
| Le jeune | De jongere |
| 1 signale qu'il a faim et soif | 1 geeft honger en dorst aan |
| 2 consomme différentes formes d'alimentation | 2 neemt verschillende vormen van voeding op |
| 3 consomme une alimentation saine et équilibrée | 3 neemt gezonde en evenwichtige voeding op |
| 4 indique le besoin de soins | 4 geeft nood aan verzorging aan |
| 5 se soigne de façon hygiénique | 5 verzorgt zich hygiënisch |
| 6 signale le besoin de repos | 6 geeft behoefte aan rust aan |
| 7 respecte le rythme de jour et de nuit | 7 houdt zich aan het dag-nachtritme |
| 8 est capable de se mouvoir d'une manière saine et équilibrée | 8 beweegt gezond en evenwichtig |
| 9 utilise les moments de repos d'une manière socialement acceptable | 9 vult rustmomenten op een sociaal aanvaardbare manier in |
| 1.1.2 Aspects mentaux | 1.1.2 Mentale aspecten |
| Le jeune | De jongere |
| 10 sait se servir d'une manière appropriée des médicaments et des | 10 gaat op een gepaste wijze om met genots- en geneesmiddelen |
| produits de luxe. 11 évalue sa part tant dans les succès que dans les échecs. | 11 beoordeelt wat zijn aandeel is in successen en mislukkingen |
| 12 tient compte des pensées, desiderata ou sentiments de l'autre | 12 houdt rekening met gedachten, gevoelens en wensen van anderen |
| 13 développe sa conscience du corps | 13 ontwikkelt lichaamsbesef |
| 14 développe une identité sexuelle | 14 ontwikkelt een seksuele identiteit |
| 15 développe une image de soi réaliste et positive | 15 ontwikkelt een positief realistisch zelfbeeld |
| 16 se fixe des objectifs réalistes et les corrige au besoin | 16 stelt zichzelf realistische doelen en stuurt ze indien nodig bij |
| 17 se montre ouvert aux défis et a l'esprit d'initiative | 17 staat open voor uitdagingen en heeft zin in initiatief |
| 18 gère les émotions | 18 gaat om met emoties |
| 19 gère les niveaux d'intimité | 19 gaat om met intimiteitsniveaus |
| 20 gère le stress | 20 gaat om met stress |
| 21 se crée un sentiment agréable | 21 bezorgt zichzelf een goed gevoel |
| 22 développe de la résilience | 22 bouwt veerkracht op |
| 23 se perçoit et perçoit le monde grâce à des expériences artistiques | 23 ervaart zichzelf en de wereld door middel van muzisch creatieve |
| et créatives | ervaringen |
| 24 évalue ses possibilités et ses restrictions | 24 schat zijn mogelijkheden en zijn beperkingen in |
| 25 jouit d'une activité ou d'une situation | 25 geniet van een activiteit of situatie |
| 26 gère l'imprévisibilité | 26 gaat om met onvoorspelbaarheid |
| 27 fait preuve d'un ressort moral | 27 stelt zich weerbaar op |
| 28 développe sa propre identité | 28 bouwt zijn eigen identiteit uit |
| 1.1.3 Aspects sociaux | 1.1.3 Sociale aspecten |
| Le jeune | De jongere |
| 29 établit des relations personnelles | 29 bouwt persoonlijke relaties op |
| 30 maintient des relations personnelles | 30 onderhoudt persoonlijke relaties |
| 31 fait preuve d'un ressort moral dans des relations personnelles | 31 stelt zich weerbaar op in persoonlijke relaties |
| 32 sait gérer la critique | 32 gaat om met kritiek |
| 33 fait preuve d'un comportement socialement admissible lorsqu'il boit ou mange | 33 stelt bij eten of drinken sociaal aanvaardbaar gedrag |
| 34 fait preuve d'un comportement socialement admissible lorsqu'il est | 34 stelt bij verzorging sociaal aanvaardbaar gedrag |
| soigné 35 exprime des idées, sentiments et desiderata d'une manière | 35 uit gedachten, gevoelens en wensen op een sociaal aanvaardbare |
| socialement acceptable | manier |
| 36 gère les conflits | 36 gaat om met conflicten |
| 37 se libère de relations personnelles | 37 komt los van persoonlijke relaties |
| 38 utilise un langage socialement acceptable relatif à la sexualité | 38 gebruikt sociaal aanvaardbare taal m.b.t. seksualiteit |
| 39 vit sa sexualité d'une manière sûre et appropriée | 39 beleeft zijn seksualiteit op een aangepaste en veilige wijze |
| 40 pose et accepte des règles et des limites dans des relations | 40 stelt en aanvaardt regels en grenzen in relaties |
| 41 adapte son apparence à la situation | 41 stemt zijn voorkomen af op de situatie |
| 42 accepte les différents styles de direction | 42 aanvaardt verschillende stijlen van leiding geven |
| 1.2 Vie domestique journalière | 1.2 Huishoudelijke dagelijks leven |
| Le jeune | De jongere |
| 43 prépare un repas | 43 bereidt een maaltijd |
| 44 entretient son environnement | 44 onderhoudt zijn omgeving |
| 45 entretient ses vêtements | 45 onderhoudt zijn kleding |
| 46 fait des courses | 46 doet boodschappen |
| 47 gère son budget | 47 beheert zijn budget |
| 48 gère son administration et sa correspondance | 48 beheert zijn administratie en zijn correspondentie |
| 49 exécute des tâches ménagères en tenant compte de la sécurité, de | 49 voert huishoudelijke activiteiten uit rekening houdend met |
| l'hygiène et de l'environnement | veiligheid, hygiëne en milieu |
| 50 prend soin des membres du ménage | 50 zorgt voor huisgenoten |
| 51 décore son environnement | 51 richt zijn omgeving in |
| 52 trouve une forme d'habitation appropriée | 52 vindt een gepaste woonvorm |
| 53 utilise les TIC en fonction des activités ménagères | 53 gebruikt ICT in functie van huishoudelijke activiteiten |
| 1.3 Vie sociale journalière | 1.3 Maatschappelijk dagelijks leven |
| Le jeune | De jongere |
| 54 fait usage d'instances prestataires de services | 54 maakt gebruik van dienstverlenende instanties |
| 55 fait usage de prestataires d'assistance | 55 maakt gebruik van hulpverlenende voorzieningen |
| 56 fait usage d'instances commerciales | 56 maakt gebruik van commerciële instanties |
| 57 participe aux activités de groupe | 57 participeert aan groepsactiviteiten. |
| 58 s'engage dans des activités de groupe | 58 engageert zich in groepsactiviteiten |
| 59 formule une opinion sur les problèmes sociétaux tout en tenant | 59 formuleert een mening over maatschappelijke vraagstukken met |
| compte des valeurs et des normes | respect voor waarden en normen |
| 60 respecte les droits et devoirs en vigueur | 60 past geldende rechten en plichten toe |
| 61 conclut et respecte des arrangements | 61 maakt afspraken en houdt zich aan afspraken |
| 2. Travailler | 2. Werken |
| 2.1 Orientation vers un emploi | 2.2 Oriëntatie naar de job |
| Le jeune | De jongere |
| 62 explore les différentes possibilités professionnelles | 62 verkent de verschillende mogelijkheden van arbeidsgerichte |
| 63 choisit une activité professionnelle réalisable | activiteiten 63 kiest een haalbare arbeidsgerichte activiteit |
| 64 connaît les possibilités et les limitations des activités | 64 schat mogelijkheden en beperkingen i.v.m. arbeidsgerichte |
| professionnelles | activiteiten in |
| 65 montre dans une situation professionnelle sa disponibilité à | 65 toont in een arbeidssituatie leer- en veranderingsbereidheid |
| l'apprentissage et au changement | |
| 66 fait connaître ses souhaits et attentes relatifs à sa vie | 66 maakt eigen wensen en verwachtingen in verband met werk kenbaar |
| professionnelle 67 situe son travail dans un ensemble social cohérent | 67 plaatst de eigen arbeid in een zinvol maatschappelijk geheel |
| 68 adapte son apparence à la nature de la charge et à l'environnement | 68 stemt zijn voorkomen af op de aard van de opdracht en op de |
| du travail | werkomgeving |
| 2.2 Procès et exécution | 2.2 Proces en uitvoering |
| Le jeune | De jongere |
| 69 gère et coordonne la motricité globale nécessaire lors de | 69 beheerst en coördineert de nodige grove motoriek bij het uitvoeren |
| l'exercice d'une mission | van een opdracht |
| 70 gère et coordonne la motricité fine nécessaire lors de l'exercice | 70 beheerst en coördineert de nodige fijne motoriek bij het uitvoeren |
| d'une mission | van een opdracht |
| 71 coordonne ses mouvements pour de l'exercice d'une mission | 71 coördineert zijn bewegingen bij het uitvoeren van een opdracht |
| 72 gère la force nécessaire pour de l'exercice d'une mission | 72 beheerst de nodige kracht voor het uitvoeren van een opdracht |
| 73 dose la force nécessaire pour de l'exercice d'une mission | 73 doseert de nodige kracht voor het uitvoeren van een opdracht |
| 74 entreprend les actions successives en respectant bien l'ordre | 74 voert volgens de opgelegde werkvolgorde de opeenvolgende |
| chronologique imposé des opérations | handelingen uit |
| 75 travaille à une tâche imposée pendant le temps imposé | 75 werkt gedurende een opgelegde tijd aan een opgelegde taak |
| 76 adapte son rythme de travail au rythme imposé | 76 past het eigen werkritme aan het opgelegd ritme aan |
| 77 atteint les exigences de qualité fixées | 77 behaalt vooropgestelde kwaliteitseisen |
| 78 travaille en se concentrant sur les résultats | 78 werkt resultaatgericht |
| 79 exécute le travail tout en faisant preuve d'une attention totale et soutenue | 79 voert het werk met volle en volgehouden aandacht uit |
| 80 entreprend des actions dans un contexte de travail selon ses | 80 handelt in een arbeidssituatie naar eigen mogelijkheden en |
| possibilités et limitations | beperkingen |
| 81 respecte les règles, arrangements et procédures du contexte | 81 houdt zich aan regels, afspraken en procedures van de |
| professionnel | arbeidssituatie |
| 82 persiste dans des conditions professionnelles difficiles | 82 zet door bij moeilijkheden in de arbeidssituatie |
| 83 s'adapte aux conditions professionnelles changeantes | 83 past zich aan wijzigende omstandigheden in een arbeidssituatie aan |
| 84 organise ses propres activités en fonction de la mission de travail | 84 organiseert zijn eigen werkzaamheden in functie van de werkopdracht |
| 85 réagit de façon adéquate aux problèmes surgissant lors du processus | 85 reageert adequaat op problemen bij het productieproces of bij de |
| de production ou lors de la prestation de services | dienstverlening |
| 86 collabore comme maillon de la chaîne professionnelle | 86 werkt samen als een schakel in een werkketen |
| 87 montre de l'initiative dans la situation de travail | 87 toont initiatief passend bij de arbeidswerksituatie |
| 88 traite des formulaires liés au travail | 88 verwerkt arbeidsgerelateerde formulieren |
| 89 utilise un langage lié au travail | 89 gebruikt arbeidsgerelateerde taal |
| 2.3 Relations sur le lieu de travail | 2.3 Relaties op de werkvloer |
| Le jeune | De jongere |
| 90 contribue au bien-être général et à une bonne ambiance de travail | 90 draagt bij tot het algemeen welzijn en een goede werksfeer |
| 91 utilise ses droits et respecte les devoirs d'un engagement de travail | 91 gebruikt zijn rechten en leeft plichten in een arbeidsengagement na |
| 92 accepte l'autorité des dirigeants | 92 aanvaardt gezag van leidinggevenden |
| 93 communique avec des collègues et des dirigeants en fonction de la | 93 communiceert met collega's en leidinggevenden in functie van de |
| situation de travail | werksituatie |
| 94 sait faire la distinction entre la vie professionnelle et la vie privée | 94 maakt een onderscheid tussen privé en werk |
| 2.4 Compétences techniques | 2.4 Technische competenties |
| Le jeune | De jongere |
| 95 applique des techniques qui sont utilisées dans un atelier d'assemblage | 95 past technieken toe die gebruikt worden in een assemblagewerkplaats |
| 96 applique des techniques qui sont utilisées dans un atelier | 96 past technieken toe die gebruikt worden in een |
| d'emballage | verpakkingswerkplaats |
| 97 applique des techniques qui sont utilisées dans un service d'entretien | 97 past technieken toe die gebruikt worden in een onderhoudsdienst |
| 98 applique des techniques qui sont utilisées dans un atelier pour le | 98 past technieken toe die gebruikt worden in een metaalwerkplaats |
| travail des métaux | |
| 99 applique des techniques qui sont utilisées dans un atelier pour le | 99 past technieken toe die gebruikt worden in een houtwerkplaats |
| travail du bois 100 applique des techniques qui sont utilisées dans un service d'expédition | 100 past technieken toe die gebruikt worden een verzendingsdienst |
| 101 applique des techniques qui sont utilisées dans un service vert | 101 past technieken toe die gebruikt worden in een groendienst |
| 102 applique des techniques qui sont utilisées dans un atelier textile | 102 past technieken toe die gebruikt worden in een textielwerkplaats |
| 103 applique des techniques qui sont utilisées dans une cuisine professionnelle | 103 past technieken toe die gebruikt worden in een keukenwerkplaats |
| 104 applique des techniques qui sont utilisées dans un service de traiteur | 104 past technieken toe die gebruikt worden in een cateringsdienst |
| 105 applique des techniques qui sont utilisées dans une imprimerie | 105 past technieken toe die gebruikt worden in een drukkerij |
| 106 applique des techniques qui sont utilisées dans un service logistique | 106 past technieken toe die gebruikt worden in een logistieke dienst |
| 107 applique des techniques qui sont utilisées dans un atelier | 107 past technieken toe die gebruikt worden in een ambachtelijke |
| artisanal | werkplaats |
| 2.5 Sécurité, hygiène et bien-être au travail | 2.5 Veiligheid, hygiëne en welzijn op het werk |
| Le jeune | De jongere |
| 108 respecte les prescriptions d'hygiène en vigueur | 108 houdt zich aan de geldende voorschriften inzake hygiëne |
| 109 respecte les prescriptions de sécurité | 109 past veiligheidsvoorschriften toe |
| 110 utilise les machines, outils, produits et matières premières d'une | 110 hanteert machines, gereedschappen, producten en grondstoffen op |
| façon correcte : en toute sécurité, de manière ergonomique et efficace | een correcte manier: veilig, ergonomische en efficiënt |
| 111 gère de manière adéquate les risques | 111 gaat adequaat om met risico's |
| 112 maintient un poste de travail ordonné | 112 houdt de werkplek op orde |
| 113 applique les principes de durabilité | 113 past duurzaamheidsprincipes toe |
| 114 gère la pression du travail | 114 gaat om met werkdruk |
| 115 réagit adéquatement aux facteurs environnementaux du lieu de | 115 reageert adequaat op omgevingsfactoren van de arbeidsplaats |
| travail 116 participe à la concertation de travail ou à une réunion de travail | 116 neemt deel aan werkoverleg of een werkvergadering |
| 3. Loisirs | 3. Vrije tijd |
| 3.1 Occuper ses loisirs | 3.1 Invulling van de vrije tijd |
| Le jeune | De jongere |
| 117 examine le large choix de possibilités pour occuper ses loisirs et | 117 verkent verschillende mogelijkheden om vrije tijd en vakantie in |
| ses vacances | te vullen |
| 118 fait un choix équilibré et varié pour occuper ses loisirs et ses | 118 maakt een evenwichtige en gevarieerde keuze voor vrije tijd en |
| vacances | vakantie |
| 119 expérimente avec un éventail de matériaux et de techniques différents | 119 experimenteert met verschillende materialen en technieken |
| 120 expérimente avec des sources sonores et des instruments de musique | 120 experimenteert met klankbronnen en muziekinstrumenten |
| 121 expérimente avec la motricité de son corps | 121 experimenteert met de bewegingsmogelijkheden van het eigen lichaam |
| 122 expérimente avec l'expression dramatique | 122 experimenteert met dramatische expressie |
| 123 se lance dans un passe-temps | 123 bouwt een hobby uit |
| 3.2 Participer aux loisirs | 3.2 Participeren in vrije tijd |
| Le jeune | De jongere |
| 124 occupe son temps libre d'une façon utile tout en tenant compte de | 124 vult lege tijd op een voor zichzelf zinvolle wijze in en houdt |
| l'autre | daarbij rekening met anderen |
| 125 développe un réseau personnel dans le cadre des loisirs choisis | 125 bouwt een persoonlijk netwerk op in kader van gekozen vrijetijdsbesteding |
| 126 se repose et se détente grâce aux loisirs | 126 komt tot rust en ontspanning door vrijetijdsbesteding |
| 127 se comporte comme un membre à part entière d'une association choisie | 127 gedraagt zich als volwaardig lid van een gekozen vereniging |
| 128 respecte les règles de jeu et les règles du fairplay | 128 respecteert spelregels en de regels van fairplay |
| 129 achète le matériel et l'équipement adapté | 129 schaft gepast materiaal en uitrusting aan |
| 4. Objectifs généraux de développement | 4. Overkoepelende ontwikkelingsdoelen |
| 4.1 Soutien | 4.1 Ondersteuning |
| Le jeune | De jongere |
| 130 choisit une aide adéquate | 130 kiest een adequaat hulpmiddel |
| 131 sait comment gérer l'aide | 131 gaat om met hulpmiddelen |
| 132 pose une question d'aide | 132 stelt een hulpvraag |
| 133 organise l'aide | 133 organiseert ondersteuning |
| 134 communique ses préférences personnelles | 134 communiceert persoonlijke voorkeuren |
| 135 entretient des rapports avec les intervenants | 135 gaat om met hulpverleners |
| 4.2 Autonomie | 4.2 Zelfsturing |
| Le jeune | De jongere |
| 136 fait des choix réalistes | 136 maakt realistische keuzes |
| 137 prend de l'initiative | 137 neemt initiatief |
| 138 organise ses activités | 138 organiseert zijn activiteiten |
| 139 est ouvert aux nouvelles expériences | 139 staat open voor nieuwe ervaringen |
| 140 esquisse une perspective d'avenir réaliste | 140 tekent een realistisch toekomstperspectief uit. |
| 141 participe activement au processus de décision | 141 neemt actief deel aan het besluitvormingsproces |
| 142 est ouvert à la négociation | 142 is onderhandelingsvaardig |
| 143 résout des problèmes | 143 lost problemen op |
| 4.3 Sécurité et mobilité | 4.3 Veiligheid en mobiliteit |
| Le jeune | De jongere |
| 144 signale le danger | 144 signaleert gevaar |
| 145 gère le danger | 145 gaat om met gevaar |
| 146 respecte les prescriptions de sécurité | 146 houdt zich aan veiligheidsvoorschriften |
| 147 réagit de façon adéquate dans des situations d'urgence | 147 reageert gepast in noodsituaties |
| 148 exécute des missions tout en veillant à une bonne coordination des mouvements | 148 voert opdrachten met een goede coördinatie van bewegingen uit |
| 149 est mobile | 149 is mobiel |
| 150 se déplace en toute sécurité dans la circulation | 150 verplaatst zich veilig in het verkeer |
| 151 utilise le transport public ou autre transport en commun | 151 maakt gebruik van openbaar of ander gemeenschappelijk vervoer |
| 4.4 Développement numérique | 4.4 Numerieke ontwikkeling |
| Le jeune | De jongere |
| 152 planifie son emploi du temps par jour, par semaine, par mois et | 152 plant zijn dag-, week, maand- en jaarritme |
| par année 153 exécute des tâches pour lesquelles des aptitudes arithmétiques | 153 voert taken uit waarvoor rekenkundige vaardigheden nodig zijn |
| sont nécessaires 154 exécute des tâches pour lesquelles les principes des directions | 154 voert taken uit waarvoor ruimtelijke richtingsbegrippen nodig zijn |
| spatiales sont nécessaires | |
| 155 utilise des informations numériques | 155 gebruikt numerieke informatie |
| 4.5 Développement langagier | 4.5 Talige ontwikkeling |
| Le jeune | De jongere |
| 156 exécute des tâches pour lesquelles des aptitudes linguistiques | 156 voert taken uit waarvoor talige vaardigheden nodig zijn |
| sont nécessaires | |
| 157 utilise le moyen de communication le plus approprié | 157 gebruikt het meest geschikte communicatiemiddel |
| 158 utilise la forme de communication la plus appropriée | 158 gebruikt de meest geschikte communicatievorm |
| 159 utilise des informations linguistiques | 159 gebruikt talige informatie |
| 4.6 Manier les TIC | 4.6 Omgaan met ICT |
| Le jeune | De jongere |
| 160 utilise les TIC d'une manière justifiée, efficace et en toute sécurité | 160 gebruikt ICT op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier |
| 161 s'exerce de façon autonome dans un environnement d'apprentissage | 161 oefent zelfstandig in een door ICT- ondersteunde leeromgeving |
| soutenu par les TIC | |
| 162 apprend de façon autonome dans un environnement d'apprentissage | 162 leert zelfstandig in een door ICT-ondersteunde leeromgeving |
| soutenu par les TIC | |
| 163 utilise les TIC pour concrétiser ses propres idées d'une manière | 163 gebruikt ICT om eigen ideeën creatief vorm te geven |
| créative 164 recherche, traite et conserve l'information numérique au moyen des TIC | 164 zoekt, verwerkt en bewaart digitale informatie met behulp van ICT |
| 165 utilise les TIC pour la présentation d'informations à autrui | 165 gebruikt ICT bij het voorstellen van informatie aan anderen |
| 166 utilise les TIC pour communiquer d'une manière justifiée, efficace | 166 gebruikt ICT om op een veilige, verantwoorde en doelmatige manier |
| et en toute sécurité | te communiceren |
| 167 fait un choix adéquat parmi les différentes applications TIC en | 167 kiest afhankelijk van het te bereiken doel adequaat uit |
| fonction de l'objectif à atteindre | verschillende ICT-toepassingen |
| 168 adapte ses actions après réflexion sur l'utilisation des TIC par | 168 stuurt het handelen bij na reflectie over het eigen ICT-gebruik en |
| lui-même et par les autres | dat van anderen |
| Vu pour être annexé à l'arrêté du Gouvernement flamand du 5 septembre | Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering |
| 2014 relatif aux objectifs de développement pour la forme | van 5 september 2014 betreffende de ontwikkelingsdoelen voor |
| d'enseignement 1 et la forme d'enseignement 2 dans l'enseignement | opleidingsvorm 1 en opleidingsvorm 2 in het buitengewoon secundair |
| secondaire spécial | onderwijs. |
| Bruxelles, le 5 septembre 2014. | Brussel, 5 september 2014. |
| Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
| La Vice-Ministre-Présidente du Gouvernement flamand et Ministre | De viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister |
| flamande de l'Enseignement, | van Onderwijs, |
| H. CREVITS | H. CREVITS |