← Terug naar "Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de erkenning van regelluwe zones voor energie "
Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de erkenning van regelluwe zones voor energie | Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de erkenning van regelluwe zones voor energie |
---|---|
VLAAMSE OVERHEID | VLAAMSE OVERHEID |
5 APRIL 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van | 5 APRIL 2019. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijziging van |
het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de erkenning van | het Energiebesluit van 19 november 2010, wat betreft de erkenning van |
regelluwe zones voor energie | regelluwe zones voor energie |
DE VLAAMSE REGERING, | DE VLAAMSE REGERING, |
Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 14/1.1.1 en | Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, artikel 14/1.1.1 en |
14/1.1.2, ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018; | 14/1.1.2, ingevoegd bij het decreet van 16 november 2018; |
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.119 tot | Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018, artikel III.119 tot |
en met artikel III.121; | en met artikel III.121; |
Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010; | Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010; |
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, d.d. 10 januari | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, d.d. 10 januari |
2019; | 2019; |
Gelet op advies nr. 65.519/3 van de Raad van State, gegeven op 27 | Gelet op advies nr. 65.519/3 van de Raad van State, gegeven op 27 |
maart 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | maart 2019, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en | Op voorstel van de Vlaamse minister van Begroting, Financiën en |
Energie, | Energie, |
Na beraadslaging; | Na beraadslaging; |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.In artikel 1.1.1, § 2 van het Energiebesluit van 19 |
Artikel 1.In artikel 1.1.1, § 2 van het Energiebesluit van 19 |
november 2010, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse | november 2010, laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse |
Regering van 14 december 2018, worden de volgende wijzigingen | Regering van 14 december 2018, worden de volgende wijzigingen |
aangebracht: | aangebracht: |
1° er wordt een punt 8° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: | 1° er wordt een punt 8° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt: |
"8° /1 beveiligde zending: een van de hierna volgende | "8° /1 beveiligde zending: een van de hierna volgende |
betekeningswijzen: | betekeningswijzen: |
a) een aangetekend schrijven; | a) een aangetekend schrijven; |
b) een afgifte tegen ontvangstbewijs; | b) een afgifte tegen ontvangstbewijs; |
c) een andere door de Vlaamse Regering of de minister toegelaten | c) een andere door de Vlaamse Regering of de minister toegelaten |
betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan | betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan |
worden vastgesteld;"; | worden vastgesteld;"; |
2° er wordt een punt 18° /2 ingevoegd dat luidt als volgt: | 2° er wordt een punt 18° /2 ingevoegd dat luidt als volgt: |
"18° /2 de afdeling, bevoegd voor energie: de subentiteit van het | "18° /2 de afdeling, bevoegd voor energie: de subentiteit van het |
Departement Omgeving, bevoegd voor energie;". | Departement Omgeving, bevoegd voor energie;". |
Art. 2.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van |
Art. 2.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van |
de Vlaamse Regering van 1 februari 2019, wordt een titel X/1 | de Vlaamse Regering van 1 februari 2019, wordt een titel X/1 |
ingevoegd, die luidt als volgt: | ingevoegd, die luidt als volgt: |
"Titel X/1. Regelluwe zones voor energie | "Titel X/1. Regelluwe zones voor energie |
Hoofdstuk I. Procedure en voorwaarden voor de erkenning als regelluwe | Hoofdstuk I. Procedure en voorwaarden voor de erkenning als regelluwe |
zone voor energie | zone voor energie |
Art. 10/1.1.1. § 1. De aanvraag om als regelluwe zone voor energie te | Art. 10/1.1.1. § 1. De aanvraag om als regelluwe zone voor energie te |
worden erkend wordt ingediend met een beveiligde zending bij de | worden erkend wordt ingediend met een beveiligde zending bij de |
minister per adres van de afdeling, bevoegd voor energie. De afdeling, | minister per adres van de afdeling, bevoegd voor energie. De afdeling, |
bevoegd voor energie, treedt voor de behandeling van de aanvragen, als | bevoegd voor energie, treedt voor de behandeling van de aanvragen, als |
vermeld in deze titel, op als secretariaat. Die aanvraag bevat | vermeld in deze titel, op als secretariaat. Die aanvraag bevat |
minstens de volgende gegevens: | minstens de volgende gegevens: |
1° de identificatie van de projectaanvrager, die als centraal | 1° de identificatie van de projectaanvrager, die als centraal |
contactpunt zal optreden en die namens het project als de houder van | contactpunt zal optreden en die namens het project als de houder van |
de erkenning als regelluwe zone optreden, en van eventuele andere | de erkenning als regelluwe zone optreden, en van eventuele andere |
personen die deel uitmaken van het project; | personen die deel uitmaken van het project; |
2° een gedetailleerde beschrijving van het doel en de inhoud van het | 2° een gedetailleerde beschrijving van het doel en de inhoud van het |
project waarvoor een erkenning als regelluwe zone voor energie wordt | project waarvoor een erkenning als regelluwe zone voor energie wordt |
aangevraagd, en de wetenschappelijke of andere adequate ondersteuning | aangevraagd, en de wetenschappelijke of andere adequate ondersteuning |
en begeleiding die voor het project zal worden voorzien, de leerdoelen | en begeleiding die voor het project zal worden voorzien, de leerdoelen |
die worden beoogd, en waarbij ook wordt aangetoond dat het dossier | die worden beoogd, en waarbij ook wordt aangetoond dat het dossier |
voldoende nieuwe elementen bevat die al niet in andere regelluwe zones | voldoende nieuwe elementen bevat die al niet in andere regelluwe zones |
worden onderzocht; | worden onderzocht; |
3° een gedetailleerde omschrijving van het geografisch afgebakend | 3° een gedetailleerde omschrijving van het geografisch afgebakend |
gebied waaruit de regelluwe zone voor energie zal bestaan, met een | gebied waaruit de regelluwe zone voor energie zal bestaan, met een |
verantwoording voor het gevraagde gebied; | verantwoording voor het gevraagde gebied; |
4° de gevraagde tijdsduur waarvoor de erkenning als regelluwe zone | 4° de gevraagde tijdsduur waarvoor de erkenning als regelluwe zone |
voor energie wordt aangevraagd en die niet langer kan zijn dan tien | voor energie wordt aangevraagd en die niet langer kan zijn dan tien |
jaar, met een verantwoording voor de gevraagde tijdsduur; | jaar, met een verantwoording voor de gevraagde tijdsduur; |
5° de bepalingen die bij of krachtens het Energiedecreet van 8 mei | 5° de bepalingen die bij of krachtens het Energiedecreet van 8 mei |
2009 zijn vastgesteld, waarvan gevraagd wordt af te wijken, en een | 2009 zijn vastgesteld, waarvan gevraagd wordt af te wijken, en een |
argumentatie over de noodzaak om van elk van die bepalingen af te | argumentatie over de noodzaak om van elk van die bepalingen af te |
wijken; | wijken; |
6° een argumentatie waarom minder verregaande alternatieven onmogelijk | 6° een argumentatie waarom minder verregaande alternatieven onmogelijk |
zijn, en het verband ervan met de doelstelling van de regelluwe zone | zijn, en het verband ervan met de doelstelling van de regelluwe zone |
voor energie; | voor energie; |
7° knelpunten ander dan degene vermeld in 5° die het project negatief | 7° knelpunten ander dan degene vermeld in 5° die het project negatief |
kunnen beïnvloeden; | kunnen beïnvloeden; |
8° een argumentatie waarom beginselen zoals rechtsgelijkheid en | 8° een argumentatie waarom beginselen zoals rechtsgelijkheid en |
rechtszekerheid en bestaande grondrechten of beschermingsniveaus niet | rechtszekerheid en bestaande grondrechten of beschermingsniveaus niet |
onevenredig worden geschaad; | onevenredig worden geschaad; |
9° een bewijs van de toestemming van alle betrokken personen die door | 9° een bewijs van de toestemming van alle betrokken personen die door |
de erkenning als regelluwe zone voor energie rechtstreeks in hun | de erkenning als regelluwe zone voor energie rechtstreeks in hun |
belangen geraakt worden; | belangen geraakt worden; |
10° de mogelijke impact op andere personen die niet rechtstreeks | 10° de mogelijke impact op andere personen die niet rechtstreeks |
betrokken zijn bij het project, waaronder steeds een raming van de | betrokken zijn bij het project, waaronder steeds een raming van de |
impact op de inkomsten van de netbeheerders voor het gebruik van het | impact op de inkomsten van de netbeheerders voor het gebruik van het |
netwerk, op de heffingen en op de openbaredienstverplichtingen | netwerk, op de heffingen en op de openbaredienstverplichtingen |
opgelegd aan de netbeheerders en leveranciers. | opgelegd aan de netbeheerders en leveranciers. |
De minister kan nadere regels vastleggen met betrekking tot de | De minister kan nadere regels vastleggen met betrekking tot de |
identificatie van de personen, vermeld in het eerste lid, 9° en 10°. | identificatie van de personen, vermeld in het eerste lid, 9° en 10°. |
§ 2. De afdeling, bevoegd voor energie, gaat na of het aanvraagdossier | § 2. De afdeling, bevoegd voor energie, gaat na of het aanvraagdossier |
volledig is. Als het aanvraagdossier niet volledig is, brengt de | volledig is. Als het aanvraagdossier niet volledig is, brengt de |
afdeling, bevoegd voor energie, de projectaanvrager in kwestie daarvan | afdeling, bevoegd voor energie, de projectaanvrager in kwestie daarvan |
per beveiligde zending op de hoogte binnen een maand na de dag waarop | per beveiligde zending op de hoogte binnen een maand na de dag waarop |
het aanvraagdossier werd ontvangen. Daarbij worden de redenen vermeld | het aanvraagdossier werd ontvangen. Daarbij worden de redenen vermeld |
waarom het aanvraagdossier niet volledig is, en de termijn waarin de | waarom het aanvraagdossier niet volledig is, en de termijn waarin de |
projectaanvrager, op straffe van verval van de aanvraag, het dossier | projectaanvrager, op straffe van verval van de aanvraag, het dossier |
kan vervolledigen. Deze termijn bedraagt minimum vijftien dagen. | kan vervolledigen. Deze termijn bedraagt minimum vijftien dagen. |
Als de aanvraag volledig wordt bevonden, dan brengt de afdeling, | Als de aanvraag volledig wordt bevonden, dan brengt de afdeling, |
bevoegd voor energie, de aanvrager daarvan met een beveiligde zending | bevoegd voor energie, de aanvrager daarvan met een beveiligde zending |
op de hoogte binnen een maand na ontvangst van de eventueel | op de hoogte binnen een maand na ontvangst van de eventueel |
vervolledigde aanvraag. | vervolledigde aanvraag. |
Onverminderd het eerste en tweede lid stelt de projectaanvrager op | Onverminderd het eerste en tweede lid stelt de projectaanvrager op |
eenvoudig verzoek van de afdeling, bevoegd voor energie, binnen een | eenvoudig verzoek van de afdeling, bevoegd voor energie, binnen een |
door die afdeling vastgestelde termijn alle bijkomende informatie die | door die afdeling vastgestelde termijn alle bijkomende informatie die |
de afdeling, bevoegd voor energie, noodzakelijk beschouwt, ter | de afdeling, bevoegd voor energie, noodzakelijk beschouwt, ter |
beschikking van de minister. Deze termijn bedraagt minimum vijftien | beschikking van de minister. Deze termijn bedraagt minimum vijftien |
dagen. | dagen. |
§ 3. De minister wint over het voorwerp van de aanvraag het advies in | § 3. De minister wint over het voorwerp van de aanvraag het advies in |
van: | van: |
1° de VREG, minstens wat betreft aanvragen met als voorwerp een | 1° de VREG, minstens wat betreft aanvragen met als voorwerp een |
afwijking van de bepalingen van: | afwijking van de bepalingen van: |
a) titel IV van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en/of titel III van | a) titel IV van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en/of titel III van |
het Energiebesluit van 19 november 2010; | het Energiebesluit van 19 november 2010; |
b) titel IV/1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en/of titel III/1 | b) titel IV/1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en/of titel III/1 |
van het Energiebesluit van 19 november 2010; | van het Energiebesluit van 19 november 2010; |
c) titel VII, hoofdstuk I/1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 | c) titel VII, hoofdstuk I/1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 |
en/of titel VI, hoofdstuk II/3 van het Energiebesluit van 19 november | en/of titel VI, hoofdstuk II/3 van het Energiebesluit van 19 november |
2010; | 2010; |
2° het Vlaams Energieagentschap, minstens wat betreft aanvragen met | 2° het Vlaams Energieagentschap, minstens wat betreft aanvragen met |
als voorwerp een afwijking van de bepalingen van: | als voorwerp een afwijking van de bepalingen van: |
a) titel IV/1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en/of titel III/1 | a) titel IV/1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en/of titel III/1 |
van het Energiebesluit van 19 november 2010; | van het Energiebesluit van 19 november 2010; |
b) titel VII van het Energiedecreet en/of titel VI van het | b) titel VII van het Energiedecreet en/of titel VI van het |
Energiebesluit van 19 november 2010; | Energiebesluit van 19 november 2010; |
c) titel IX van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en/of titel VII, | c) titel IX van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en/of titel VII, |
hoofdstuk IX van het Energiebesluit van 19 november 2010; | hoofdstuk IX van het Energiebesluit van 19 november 2010; |
d) titel XI van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en/of titel IX van | d) titel XI van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en/of titel IX van |
het Energiebesluit van 19 november 2010; | het Energiebesluit van 19 november 2010; |
3° het Agentschap Innoveren en Ondernemen, wat betreft het innovatief | 3° het Agentschap Innoveren en Ondernemen, wat betreft het innovatief |
karakter van het in de aanvraag vervatte project; | karakter van het in de aanvraag vervatte project; |
4° de distributienetbeheerders, wat betreft aanvragen met als voorwerp | 4° de distributienetbeheerders, wat betreft aanvragen met als voorwerp |
een afwijking van de bepalingen van titel IV van het Energiedecreet | een afwijking van de bepalingen van titel IV van het Energiedecreet |
van 8 mei 2009 en/of titel III van het Energiebesluit van 19 november | van 8 mei 2009 en/of titel III van het Energiebesluit van 19 november |
2010; | 2010; |
5° eventuele andere instanties waarvan de minister het advies nuttig | 5° eventuele andere instanties waarvan de minister het advies nuttig |
acht. | acht. |
De instanties, vermeld in het eerste lid, bezorgen hun advies aan de | De instanties, vermeld in het eerste lid, bezorgen hun advies aan de |
minister binnen een termijn van veertien werkdagen na de dag waarop de | minister binnen een termijn van veertien werkdagen na de dag waarop de |
adviesvraag werd ontvangen. Bij gebrek aan advies binnen de voormelde | adviesvraag werd ontvangen. Bij gebrek aan advies binnen de voormelde |
termijn, wordt het advies geacht gunstig te zijn. | termijn, wordt het advies geacht gunstig te zijn. |
Art. 10/1.1.2. De Vlaamse Regering beslist over de erkenning als | Art. 10/1.1.2. De Vlaamse Regering beslist over de erkenning als |
regelluwe zone binnen de drie maanden volgende op de dag dat de | regelluwe zone binnen de drie maanden volgende op de dag dat de |
aanvraag volledig werd verklaard, vermeld in artikel 10/1.1.1. | aanvraag volledig werd verklaard, vermeld in artikel 10/1.1.1. |
De erkenning als regelluwe zone voor energie betreft steeds een gunst | De erkenning als regelluwe zone voor energie betreft steeds een gunst |
en geen recht. Onverminderd de voorwaarden, vermeld in artikel | en geen recht. Onverminderd de voorwaarden, vermeld in artikel |
14/1.1.1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en artikel III.121, § 2 | 14/1.1.1 van het Energiedecreet van 8 mei 2009 en artikel III.121, § 2 |
van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, kan een project als | van het Bestuursdecreet van 7 december 2018, kan een project als |
regelluwe zone voor energie worden erkend als het voldoet aan de | regelluwe zone voor energie worden erkend als het voldoet aan de |
volgende cumulatieve voorwaarden: | volgende cumulatieve voorwaarden: |
1° het project is voldoende matuur en uitgewerkt; | 1° het project is voldoende matuur en uitgewerkt; |
2° het project is innovatief en de resultaten van het project hebben | 2° het project is innovatief en de resultaten van het project hebben |
een mogelijkheid tot reproductie; | een mogelijkheid tot reproductie; |
3° het project heeft een aantoonbaar maatschappelijk belang dat het | 3° het project heeft een aantoonbaar maatschappelijk belang dat het |
louter individuele belang overstijgt, en waarbij de maatschappelijke | louter individuele belang overstijgt, en waarbij de maatschappelijke |
opbrengst de maatschappelijke kost potentieel overstijgt. Projecten | opbrengst de maatschappelijke kost potentieel overstijgt. Projecten |
die louter een individueel belang nastreven komen niet in aanmerking | die louter een individueel belang nastreven komen niet in aanmerking |
voor een erkenning als regelluwe zone voor energie; | voor een erkenning als regelluwe zone voor energie; |
4° het project legt geen onevenredige last op derden. | 4° het project legt geen onevenredige last op derden. |
De Vlaamse Regering weigert in elk geval de erkenning van een aanvraag | De Vlaamse Regering weigert in elk geval de erkenning van een aanvraag |
die: | die: |
1° niet voldoet aan de voorwaarden vermeld in het tweede lid; | 1° niet voldoet aan de voorwaarden vermeld in het tweede lid; |
2° wordt aangevraagd voor een langere tijdsduur dan tien jaar; | 2° wordt aangevraagd voor een langere tijdsduur dan tien jaar; |
3° behoort tot de categorieën waarvoor geen erkenning als regelluwe | 3° behoort tot de categorieën waarvoor geen erkenning als regelluwe |
zone kan worden bekomen, als vermeld in artikel 14/1.1.1, § 1 van het | zone kan worden bekomen, als vermeld in artikel 14/1.1.1, § 1 van het |
Energiedecreet van 8 mei 2009 en artikel III.121, § 2 van het | Energiedecreet van 8 mei 2009 en artikel III.121, § 2 van het |
Bestuursdecreet van 7 december 2018; | Bestuursdecreet van 7 december 2018; |
4° niet past binnen de visie en doelstellingen van het door de Vlaamse | 4° niet past binnen de visie en doelstellingen van het door de Vlaamse |
Regering gevoerde energiebeleid. | Regering gevoerde energiebeleid. |
Art. 10/1.1.3. De Vlaamse Regering betekent aan de aanvrager haar | Art. 10/1.1.3. De Vlaamse Regering betekent aan de aanvrager haar |
beslissing over de erkenning als regelluwe zone voor energie. | beslissing over de erkenning als regelluwe zone voor energie. |
Onverminderd artikel III.120 van het Bestuursdecreet van 7 december | Onverminderd artikel III.120 van het Bestuursdecreet van 7 december |
2018 bevat een gunstige beslissing minstens: | 2018 bevat een gunstige beslissing minstens: |
1° de identificatie van de aanvrager en in voorkomend geval van de | 1° de identificatie van de aanvrager en in voorkomend geval van de |
andere personen die betrokken zijn bij het project; | andere personen die betrokken zijn bij het project; |
2° de omschrijving van het geografisch afgebakend gebied waaruit de | 2° de omschrijving van het geografisch afgebakend gebied waaruit de |
regelluwe zone voor energie zal bestaan; | regelluwe zone voor energie zal bestaan; |
3° de door of krachtens het Energiedecreet van 8 mei 2009 vastgestelde | 3° de door of krachtens het Energiedecreet van 8 mei 2009 vastgestelde |
bepalingen waarvan mag worden afgeweken en een omschrijving van de | bepalingen waarvan mag worden afgeweken en een omschrijving van de |
aard van de afwijkingen en eventueel daaraan gekoppelde voorwaarden; | aard van de afwijkingen en eventueel daaraan gekoppelde voorwaarden; |
4° de tijdsduur van de erkenning; | 4° de tijdsduur van de erkenning; |
5° de aanduiding van de externe experts die namens de Vlaamse overheid | 5° de aanduiding van de externe experts die namens de Vlaamse overheid |
het project zullen opvolgen en waarvan de kost steeds minstens voor 50 | het project zullen opvolgen en waarvan de kost steeds minstens voor 50 |
procent voor rekening is van de houder van de erkenning als regelluwe | procent voor rekening is van de houder van de erkenning als regelluwe |
zone; | zone; |
6° de aanduiding van de toezichthouders met betrekking tot het naleven | 6° de aanduiding van de toezichthouders met betrekking tot het naleven |
van de voorwaarden, vermeld in 3° ; | van de voorwaarden, vermeld in 3° ; |
7° indien en voor zover toepasselijk geacht en binnen de op de | 7° indien en voor zover toepasselijk geacht en binnen de op de |
begroting beschikbare middelen een vergoedingsregeling voor de | begroting beschikbare middelen een vergoedingsregeling voor de |
verrekening van de meerkost op de distributienettarieven ten gevolge | verrekening van de meerkost op de distributienettarieven ten gevolge |
van de regelluwe zone voor energie. | van de regelluwe zone voor energie. |
Onverminderd artikel III.122 van het Bestuursdecreet van 7 december | Onverminderd artikel III.122 van het Bestuursdecreet van 7 december |
2018, heeft een gunstige beslissing over de erkenning als regelluwe | 2018, heeft een gunstige beslissing over de erkenning als regelluwe |
zone voor energie uitwerking vanaf de dag dat het besluit over de | zone voor energie uitwerking vanaf de dag dat het besluit over de |
erkenning als regelluwe zone in het Belgisch Staatsblad is | erkenning als regelluwe zone in het Belgisch Staatsblad is |
bekendgemaakt. | bekendgemaakt. |
Art. 10/1.1.4. Als tijdens de tijdsduur van de erkenning als regelluwe | Art. 10/1.1.4. Als tijdens de tijdsduur van de erkenning als regelluwe |
zone voor energie de houder van de erkenning als regelluwe zone meent | zone voor energie de houder van de erkenning als regelluwe zone meent |
dat nog van andere bepalingen dan de bepalingen waarvoor conform dit | dat nog van andere bepalingen dan de bepalingen waarvoor conform dit |
hoofdstuk al een afwijking is verkregen bijkomend moet worden | hoofdstuk al een afwijking is verkregen bijkomend moet worden |
afgeweken, of indien het geografisch afgebakend gebied waaruit de | afgeweken, of indien het geografisch afgebakend gebied waaruit de |
regelluwe zone voor energie bestaat wordt uitgebreid, is de procedure | regelluwe zone voor energie bestaat wordt uitgebreid, is de procedure |
vermeld in artikel 10/1.1.1 tot en met 10/1.1.3, van overeenkomstige | vermeld in artikel 10/1.1.1 tot en met 10/1.1.3, van overeenkomstige |
toepassing. | toepassing. |
Hoofdstuk II. Verlenging van de erkenning als regelluwe zone voor | Hoofdstuk II. Verlenging van de erkenning als regelluwe zone voor |
energie | energie |
Art. 10/1.2.1. Als de houder van de erkenning als regelluwe zone van | Art. 10/1.2.1. Als de houder van de erkenning als regelluwe zone van |
mening is dat een verlenging van de tijdsduur van de erkenning als | mening is dat een verlenging van de tijdsduur van de erkenning als |
regelluwe zone noodzakelijk is voor het slagen van het project, kan | regelluwe zone noodzakelijk is voor het slagen van het project, kan |
die houder voor het verstrijken van de tijdsduur ervan bij de minister | die houder voor het verstrijken van de tijdsduur ervan bij de minister |
een verlenging van de erkenning aanvragen. Die aanvraag bevat: | een verlenging van de erkenning aanvragen. Die aanvraag bevat: |
1° een omstandige motivering aangaande waarom een verlenging | 1° een omstandige motivering aangaande waarom een verlenging |
noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het | noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de doelstellingen van het |
project waarvoor de regelluwe zone voor energie is erkend; | project waarvoor de regelluwe zone voor energie is erkend; |
2° een evaluatie van de reeds ondernomen stappen, de opgedane | 2° een evaluatie van de reeds ondernomen stappen, de opgedane |
ervaringen in het project en de lessen die daaruit kunnen worden | ervaringen in het project en de lessen die daaruit kunnen worden |
getrokken. | getrokken. |
Artikel 10/1.1.1, § 2 en § 3 is van overeenkomstige toepassing op de | Artikel 10/1.1.1, § 2 en § 3 is van overeenkomstige toepassing op de |
aanvragen tot verlenging van de erkenning als regelluwe zone voor | aanvragen tot verlenging van de erkenning als regelluwe zone voor |
energie. | energie. |
De minister beslist over de verlenging van de erkenning als regelluwe | De minister beslist over de verlenging van de erkenning als regelluwe |
zone voor energie en de duur van die verlenging binnen drie maanden | zone voor energie en de duur van die verlenging binnen drie maanden |
die volgen op de dag waarop de aanvraag volledig werd verklaard. Die | die volgen op de dag waarop de aanvraag volledig werd verklaard. Die |
verlenging is maar één keer mogelijk en kan niet langer duren dan vijf | verlenging is maar één keer mogelijk en kan niet langer duren dan vijf |
jaar. | jaar. |
De minister betekent aan de houder van de erkenning als regelluwe zone | De minister betekent aan de houder van de erkenning als regelluwe zone |
voor energie haar beslissing over het verlengen van de erkenning als | voor energie haar beslissing over het verlengen van de erkenning als |
regelluwe zone. Een gunstige beslissing over de verlenging wordt in | regelluwe zone. Een gunstige beslissing over de verlenging wordt in |
het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. | het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. |
Hoofdstuk III. Schorsing, intrekking en stopzetting van de erkenning | Hoofdstuk III. Schorsing, intrekking en stopzetting van de erkenning |
als regelluwe zone voor energie | als regelluwe zone voor energie |
Art. 10/1.3.1. De minister kan de erkenning als regelluwe zone voor | Art. 10/1.3.1. De minister kan de erkenning als regelluwe zone voor |
energie schorsen als wordt vastgesteld dat voorwaarden die de Vlaamse | energie schorsen als wordt vastgesteld dat voorwaarden die de Vlaamse |
Regering bij haar beslissing tot erkenning heeft vastgesteld, niet | Regering bij haar beslissing tot erkenning heeft vastgesteld, niet |
worden nageleefd of als uit de rapportering, vermeld in artikel | worden nageleefd of als uit de rapportering, vermeld in artikel |
10/1.4.1, § 1, blijkt dat het project negatief wordt geëvalueerd. | 10/1.4.1, § 1, blijkt dat het project negatief wordt geëvalueerd. |
Als wordt vastgesteld dat de voorwaarden die de Vlaamse Regering bij | Als wordt vastgesteld dat de voorwaarden die de Vlaamse Regering bij |
haar beslissing tot erkenning heeft vastgesteld, niet worden | haar beslissing tot erkenning heeft vastgesteld, niet worden |
nageleefd, staat de minister een remediëringsperiode toe van maximaal | nageleefd, staat de minister een remediëringsperiode toe van maximaal |
drie maanden aan de houder van de erkenning als regelluwe zone voor | drie maanden aan de houder van de erkenning als regelluwe zone voor |
energie. In die periode conformeert de houder van de erkenning zich | energie. In die periode conformeert de houder van de erkenning zich |
aan de voormelde voorwaarden. | aan de voormelde voorwaarden. |
Als op grond van de rapportering, vermeld in artikel 10/1.4.1, § 1, de | Als op grond van de rapportering, vermeld in artikel 10/1.4.1, § 1, de |
minister het project waarvoor de regelluwe zone is toegestaan negatief | minister het project waarvoor de regelluwe zone is toegestaan negatief |
evalueert, staat de minister aan de houder van de erkenning als | evalueert, staat de minister aan de houder van de erkenning als |
regelluwe zone voor energie een remediëringsperiode toe van maximaal | regelluwe zone voor energie een remediëringsperiode toe van maximaal |
drie maanden om verbeteringsvoorstellen in te dienen en uit te voeren | drie maanden om verbeteringsvoorstellen in te dienen en uit te voeren |
voor die criteria die hebben geleid tot de negatieve beoordeling. De | voor die criteria die hebben geleid tot de negatieve beoordeling. De |
minister kan daarbij maatregelen opleggen. | minister kan daarbij maatregelen opleggen. |
Art. 10/1.3.2. De erkenning als regelluwe zone voor energie wordt in | Art. 10/1.3.2. De erkenning als regelluwe zone voor energie wordt in |
de volgende gevallen door de minister ingetrokken: | de volgende gevallen door de minister ingetrokken: |
1° de voorwaarden die de Vlaamse Regering bij haar beslissing tot | 1° de voorwaarden die de Vlaamse Regering bij haar beslissing tot |
erkenning heeft vastgesteld worden niet nageleefd, en de door de | erkenning heeft vastgesteld worden niet nageleefd, en de door de |
minister vastgestelde remediërende maatregelen worden niet of | minister vastgestelde remediërende maatregelen worden niet of |
onvolledig uitgevoerd; | onvolledig uitgevoerd; |
2° de minister oordeelt dat de verbeteringsvoorstellen, vermeld in | 2° de minister oordeelt dat de verbeteringsvoorstellen, vermeld in |
artikel 10/1.3.1, derde lid, onvoldoende garanties bieden dat de | artikel 10/1.3.1, derde lid, onvoldoende garanties bieden dat de |
doelstelling van de regelluwe zone voor energie kunnen worden | doelstelling van de regelluwe zone voor energie kunnen worden |
verwezenlijkt; | verwezenlijkt; |
3° de door de minister aanvaarde verbeteringsvoorstellen, vermeld in | 3° de door de minister aanvaarde verbeteringsvoorstellen, vermeld in |
artikel 10/1.3.1, derde lid, worden niet uitgevoerd of nageleefd; | artikel 10/1.3.1, derde lid, worden niet uitgevoerd of nageleefd; |
4° het bestaan van de erkende regelluwe zone voor energie is niet | 4° het bestaan van de erkende regelluwe zone voor energie is niet |
langer compatibel met nieuwe verplichtingen van Europese richtlijnen, | langer compatibel met nieuwe verplichtingen van Europese richtlijnen, |
verordeningen en besluiten; | verordeningen en besluiten; |
5° het bestaan van de erkende regelluwe zone voor energie is overbodig | 5° het bestaan van de erkende regelluwe zone voor energie is overbodig |
geworden ten gevolge van nieuwe gewestelijke regelgeving die eenzelfde | geworden ten gevolge van nieuwe gewestelijke regelgeving die eenzelfde |
specifiek thema regelt als waarvoor de regelluwe zone werd erkend. | specifiek thema regelt als waarvoor de regelluwe zone werd erkend. |
De minister betekent aan de houder van de erkenning als regelluwe zone | De minister betekent aan de houder van de erkenning als regelluwe zone |
haar beslissing over de intrekking van de erkenning als regelluwe zone | haar beslissing over de intrekking van de erkenning als regelluwe zone |
voor energie. De beslissing over de intrekking van de erkenning wordt | voor energie. De beslissing over de intrekking van de erkenning wordt |
bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. | bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. |
Art. 10/1.3.3. Als de houder van de erkenning van de regelluwe zone | Art. 10/1.3.3. Als de houder van de erkenning van de regelluwe zone |
voor energie het project waarvoor de regelluwe zone voor energie werd | voor energie het project waarvoor de regelluwe zone voor energie werd |
toegestaan vroegtijdig wil stopzetten, dan deelt hij zijn beslissing | toegestaan vroegtijdig wil stopzetten, dan deelt hij zijn beslissing |
tot stopzetten alsmede de gemotiveerde redenen daartoe aan de | tot stopzetten alsmede de gemotiveerde redenen daartoe aan de |
afdeling, bevoegd voor energie, per beveiligde zending mee. De | afdeling, bevoegd voor energie, per beveiligde zending mee. De |
minister kan voorwaarden aan de stopzetting koppelen. De stopzetting | minister kan voorwaarden aan de stopzetting koppelen. De stopzetting |
van de erkenning, alsmede de eventuele door de minister daarbij | van de erkenning, alsmede de eventuele door de minister daarbij |
vastgestelde voorwaarden, wordt bekendgemaakt in het Belgisch | vastgestelde voorwaarden, wordt bekendgemaakt in het Belgisch |
Staatsblad en is onherroepelijk. | Staatsblad en is onherroepelijk. |
Hoofdstuk IV. Rapporteringsverplichtingen | Hoofdstuk IV. Rapporteringsverplichtingen |
Art. 10/1.4.1. § 1. De houder van de erkenning als regelluwe zone | Art. 10/1.4.1. § 1. De houder van de erkenning als regelluwe zone |
rapporteert jaarlijks tegen 1 juli, aan de minister over de voortgang, | rapporteert jaarlijks tegen 1 juli, aan de minister over de voortgang, |
de kritische succesfactoren, de resultaten van zijn project die al | de kritische succesfactoren, de resultaten van zijn project die al |
zijn verwezenlijkt en de lessen die al zijn getrokken. Hij doet dat | zijn verwezenlijkt en de lessen die al zijn getrokken. Hij doet dat |
voor het eerst in het jaar dat volgt op de erkenning. De minister kan | voor het eerst in het jaar dat volgt op de erkenning. De minister kan |
nadere regels bepalen over de inhoud en de wijze waarop het rapport | nadere regels bepalen over de inhoud en de wijze waarop het rapport |
wordt ingediend. | wordt ingediend. |
§ 2. Uiterlijk drie maanden na het verstrijken van de tijdsduur van de | § 2. Uiterlijk drie maanden na het verstrijken van de tijdsduur van de |
erkenning als regelluwe zone voor energie bezorgt de houder van de | erkenning als regelluwe zone voor energie bezorgt de houder van de |
erkenning de minister een rapport met een eindevaluatie van het | erkenning de minister een rapport met een eindevaluatie van het |
project. Dat eindrapport bevat minstens een bespreking van de | project. Dat eindrapport bevat minstens een bespreking van de |
kritische succesfactoren die hebben bijgedragen tot het al dan niet | kritische succesfactoren die hebben bijgedragen tot het al dan niet |
slagen van het project, de lessen die daaruit kunnen worden getrokken, | slagen van het project, de lessen die daaruit kunnen worden getrokken, |
en de manier waarop het project kan worden veralgemeend. | en de manier waarop het project kan worden veralgemeend. |
Het ontwerp-eindrapport wordt voorafgaand aan het indienen voorgelegd | Het ontwerp-eindrapport wordt voorafgaand aan het indienen voorgelegd |
aan de door de Vlaamse Regering aangeduide externe experten, vermeld | aan de door de Vlaamse Regering aangeduide externe experten, vermeld |
in artikel 10/1.1.3, eerste lid, 5°. De conclusies van deze experten | in artikel 10/1.1.3, eerste lid, 5°. De conclusies van deze experten |
worden bij het in te dienen eindrapport gevoegd. | worden bij het in te dienen eindrapport gevoegd. |
De minister kan nadere regels bepalen over de inhoud en de wijze | De minister kan nadere regels bepalen over de inhoud en de wijze |
waarop het eindrapport wordt ingediend. Het eindrapport wordt | waarop het eindrapport wordt ingediend. Het eindrapport wordt |
bekendgemaakt op de website van de Vlaamse overheid. | bekendgemaakt op de website van de Vlaamse overheid. |
§ 3. De minister brengt de Vlaamse Regering op basis van de ingediende | § 3. De minister brengt de Vlaamse Regering op basis van de ingediende |
rapporten, vermeld in paragraaf 1 en 2, jaarlijks voor 1 oktober | rapporten, vermeld in paragraaf 1 en 2, jaarlijks voor 1 oktober |
verslag uit over de stand van zaken van de erkende regelluwe zones | verslag uit over de stand van zaken van de erkende regelluwe zones |
voor energie. Het verslag wordt bekendgemaakt op de website van de | voor energie. Het verslag wordt bekendgemaakt op de website van de |
Vlaamse overheid.". | Vlaamse overheid.". |
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast |
Art. 3.De Vlaamse minister, bevoegd voor het energiebeleid, is belast |
met de uitvoering van dit besluit. | met de uitvoering van dit besluit. |
Brussel, 5 april 2019. | Brussel, 5 april 2019. |
De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
G. BOURGEOIS | G. BOURGEOIS |
De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, | De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, |
L. PEETERS | L. PEETERS |