| Besluit van de Vlaamse regering houdende de werking van de commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid | Besluit van de Vlaamse regering houdende de werking van de commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
| 4 MEI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de werking van | 4 MEI 1999. - Besluit van de Vlaamse regering houdende de werking van |
| de commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid | de commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid |
| De Vlaamse regering, | De Vlaamse regering, |
| Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de | Gelet op het decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de |
| Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100, gewijzigd bij het | Vlaamse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 100, gewijzigd bij het |
| decreet van 14 juli 1998; | decreet van 14 juli 1998; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de |
| begroting gegeven op 9 november 1998; | begroting gegeven op 9 november 1998; |
| Gelet op het protocol nr. 323 van 9 december 1998 houdende de | Gelet op het protocol nr. 323 van 9 december 1998 houdende de |
| conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke | conclusies van de onderhandelingen gevoerd in de gemeenschappelijke |
| vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse | vergadering van Sectorcomité X en van onderafdeling « Vlaamse |
| Gemeenschap » van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en | Gemeenschap » van afdeling 2 van het Comité voor de provinciale en |
| plaatselijke overheidsdiensten; | plaatselijke overheidsdiensten; |
| Gelet op het verzoek op spoedbehandeling, gemotiveerd door de noodzaak | Gelet op het verzoek op spoedbehandeling, gemotiveerd door de noodzaak |
| om de werkzaamheden van de commissie nog dit academiejaar te laten | om de werkzaamheden van de commissie nog dit academiejaar te laten |
| starten; | starten; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 maart 1999, | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 maart 1999, |
| met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde | met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde |
| wetten op de Raad van State. | wetten op de Raad van State. |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken; | Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.De aanvragen tot artistieke bekendheid worden samen met een |
Artikel 1.De aanvragen tot artistieke bekendheid worden samen met een |
| stavingdossier aan de commissie tot erkenning van de artistieke | stavingdossier aan de commissie tot erkenning van de artistieke |
| bekendheid bezorgd. | bekendheid bezorgd. |
Art. 2.De commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid stelt |
Art. 2.De commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid stelt |
| een huishoudelijk reglement op en legt het ter bekrachtiging voor aan | een huishoudelijk reglement op en legt het ter bekrachtiging voor aan |
| de Vlaamse regering. | de Vlaamse regering. |
Art. 3.De terugbetaling van de reis- en verblijfkosten van de leden |
Art. 3.De terugbetaling van de reis- en verblijfkosten van de leden |
| van de commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid gebeurt | van de commissie tot erkenning van de artistieke bekendheid gebeurt |
| volgens dezelfde normen als die welke gelden voor de ambtenaren van | volgens dezelfde normen als die welke gelden voor de ambtenaren van |
| het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. | het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1998. |
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 1998. |
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
Art. 5.De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, is belast met |
| de uitvoering van dit besluit. | de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 4 mei 1999. | Brussel, 4 mei 1999. |
| De minister-president van de Vlaamse regering, | De minister-president van de Vlaamse regering, |
| L. VAN DEN BRANDE | L. VAN DEN BRANDE |
| De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, | De Vlaamse minister van Onderwijs en Ambtenarenzaken, |
| E. BALDEWIJNS | E. BALDEWIJNS |