| Besluit van de Vlaamse Regering houdende de aanstelling en de subsidiëring van de Vlaamse Ouderenraad | Besluit van de Vlaamse Regering houdende de aanstelling en de subsidiëring van de Vlaamse Ouderenraad |
|---|---|
| MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP | MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP |
| 2 SEPTEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de | 2 SEPTEMBER 2005. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de |
| aanstelling en de subsidiëring van de Vlaamse Ouderenraad | aanstelling en de subsidiëring van de Vlaamse Ouderenraad |
| De Vlaamse Regering, | De Vlaamse Regering, |
| Gelet op het decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een | Gelet op het decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van een |
| inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen, | inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen, |
| inzonderheid op artikel 7 en 8 en op artikel 11, vervangen bij het | inzonderheid op artikel 7 en 8 en op artikel 11, vervangen bij het |
| decreet van 22 december 2004; | decreet van 22 december 2004; |
| Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 juni | Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 29 juni |
| 2005; | 2005; |
| Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, | Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister bevoegd voor Begroting, |
| gegeven op 20 juli 2005; | gegeven op 20 juli 2005; |
| Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 augustus | Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 augustus |
| 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de | 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de |
| gecoördineerde wetten op de Raad van State; | gecoördineerde wetten op de Raad van State; |
| Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en | Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en |
| Gezin; | Gezin; |
| Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
| Besluit : | Besluit : |
| HOOFDSTUK I. - Definities | HOOFDSTUK I. - Definities |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : |
| 1° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan | 1° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan |
| personen; | personen; |
| 2° decreet : het decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van | 2° decreet : het decreet van 30 april 2004 houdende de stimulering van |
| een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van | een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van |
| ouderen; | ouderen; |
| 3° Vlaamse Ouderenraad : de Ouderenraad voor de Vlaamse Gemeenschap, | 3° Vlaamse Ouderenraad : de Ouderenraad voor de Vlaamse Gemeenschap, |
| vermeld in artikel 7 van het decreet; | vermeld in artikel 7 van het decreet; |
| 4° oudere : een persoon vanaf 60 jaar. | 4° oudere : een persoon vanaf 60 jaar. |
| HOOFDSTUK II. - Aanstelling van de Vlaamse Ouderenraad | HOOFDSTUK II. - Aanstelling van de Vlaamse Ouderenraad |
Art. 2.De Vlaamse Regering stelt een Vlaamse Ouderenraad aan, mits ze |
Art. 2.De Vlaamse Regering stelt een Vlaamse Ouderenraad aan, mits ze |
| voldoet aan artikel 7 van het decreet en aan dit besluit. Ze bepaalt | voldoet aan artikel 7 van het decreet en aan dit besluit. Ze bepaalt |
| de duur van de aanstelling. | de duur van de aanstelling. |
| HOOFDSTUK III. - Opdracht, samenstelling, werking en subsidiëring van | HOOFDSTUK III. - Opdracht, samenstelling, werking en subsidiëring van |
| de Vlaamse Ouderenraad | de Vlaamse Ouderenraad |
| Afdeling I. - Opdracht van de Vlaamse Ouderenraad | Afdeling I. - Opdracht van de Vlaamse Ouderenraad |
Art. 3.§ 1. De Vlaamse Ouderenraad heeft als algemene hoofdopdracht |
Art. 3.§ 1. De Vlaamse Ouderenraad heeft als algemene hoofdopdracht |
| het verlenen van advies, vermeld in artikel 7, § 2 en § 3, van het | het verlenen van advies, vermeld in artikel 7, § 2 en § 3, van het |
| decreet, op eigen initiatief, op verzoek van de Vlaamse Regering of | decreet, op eigen initiatief, op verzoek van de Vlaamse Regering of |
| van het Vlaams Parlement, over alle aangelegenheden die ouderen | van het Vlaams Parlement, over alle aangelegenheden die ouderen |
| betreffen. | betreffen. |
| Daarnaast brengt de Vlaamse Ouderenraad ook advies uit op verzoek van | Daarnaast brengt de Vlaamse Ouderenraad ook advies uit op verzoek van |
| de strategische adviesraad die bevoegd is voor het beleidsdomein | de strategische adviesraad die bevoegd is voor het beleidsdomein |
| welzijn, volksgezondheid en gezin. | welzijn, volksgezondheid en gezin. |
| Naast de adviesverlening zijn de andere opdrachten van de Vlaamse | Naast de adviesverlening zijn de andere opdrachten van de Vlaamse |
| Ouderenraad : | Ouderenraad : |
| 1° informatieverstrekking; | 1° informatieverstrekking; |
| 2° sensibilisering; | 2° sensibilisering; |
| 3° signaalfunctie | 3° signaalfunctie |
| 4° onderzoek naar de behoeften van ouderen. | 4° onderzoek naar de behoeften van ouderen. |
| § 2. Voor het vervullen van zijn opdracht betrekt de Vlaamse | § 2. Voor het vervullen van zijn opdracht betrekt de Vlaamse |
| Ouderenraad, via commissies en werkgroepen, een zo ruim mogelijke | Ouderenraad, via commissies en werkgroepen, een zo ruim mogelijke |
| groep ouderen en organisaties bij zijn werking. Hij werkt bij het | groep ouderen en organisaties bij zijn werking. Hij werkt bij het |
| opstellen van adviezen samen met relevante deskundigen uit de diverse | opstellen van adviezen samen met relevante deskundigen uit de diverse |
| beleidsdomeinen waarop het ouderenbeleid betrekking heeft. | beleidsdomeinen waarop het ouderenbeleid betrekking heeft. |
| Afdeling II. - Samenstelling van de Vlaamse Ouderenraad | Afdeling II. - Samenstelling van de Vlaamse Ouderenraad |
Art. 4.§ 1. De Vlaamse Ouderenraad is representatief voor de Vlaamse |
Art. 4.§ 1. De Vlaamse Ouderenraad is representatief voor de Vlaamse |
| ouderenbevolking. De Vlaamse Ouderenraad is pluralistisch | ouderenbevolking. De Vlaamse Ouderenraad is pluralistisch |
| samengesteld. Het totale aantal leden van zowel de algemene | samengesteld. Het totale aantal leden van zowel de algemene |
| vergadering als de raad van bestuur bestaat uit minstens 60 % ouderen | vergadering als de raad van bestuur bestaat uit minstens 60 % ouderen |
| en ten hooste 2/3 van het totale aantal leden is van hetzelfde | en ten hooste 2/3 van het totale aantal leden is van hetzelfde |
| geslacht. | geslacht. |
| § 2. Met behoud van de toepassing van § 1 bestaat de algemene | § 2. Met behoud van de toepassing van § 1 bestaat de algemene |
| vergadering van de Vlaamse Ouderenraad uit de volgende leden : | vergadering van de Vlaamse Ouderenraad uit de volgende leden : |
| 1° effectieve leden : | 1° effectieve leden : |
| a) 26 vertegenwoordigers van representatieve, door de Vlaamse overheid | a) 26 vertegenwoordigers van representatieve, door de Vlaamse overheid |
| erkende en in minstens drie Vlaamse provincies aanwezige | erkende en in minstens drie Vlaamse provincies aanwezige |
| ouderenorganisaties met rechtstreeks lidmaatschap; | ouderenorganisaties met rechtstreeks lidmaatschap; |
| b) tien vertegenwoordigers van representatieve, door de Vlaamse | b) tien vertegenwoordigers van representatieve, door de Vlaamse |
| overheid erkende en in minstens drie Vlaamse provincies aanwezige | overheid erkende en in minstens drie Vlaamse provincies aanwezige |
| ouderenorganisaties met onrechtstreeks lidmaatschap; | ouderenorganisaties met onrechtstreeks lidmaatschap; |
| c) vier ouderen met specifieke deskundigheid of ervaring; | c) vier ouderen met specifieke deskundigheid of ervaring; |
| 2° raadgevers uit organisaties die met of voor ouderen werken; | 2° raadgevers uit organisaties die met of voor ouderen werken; |
| 3° een vertegenwoordiger met raadgevende stem van de provinciale | 3° een vertegenwoordiger met raadgevende stem van de provinciale |
| besturen; | besturen; |
| 4° een vertegenwoordiger met raadgevende stem van de lokale besturen. | 4° een vertegenwoordiger met raadgevende stem van de lokale besturen. |
| De verenigingen van specifieke doelgroepen, onder voorbehoud van een | De verenigingen van specifieke doelgroepen, onder voorbehoud van een |
| controle van hun representativiteit, kunnen een schriftelijke aanvraag | controle van hun representativiteit, kunnen een schriftelijke aanvraag |
| indienen bij de Vlaamse Ouderenraad om deel te nemen aan de | indienen bij de Vlaamse Ouderenraad om deel te nemen aan de |
| vergaderingen van de Vlaamse Ouderenraad. De minister kan nadere | vergaderingen van de Vlaamse Ouderenraad. De minister kan nadere |
| regels bepalen met betrekking tot de vertegenwoordiging van | regels bepalen met betrekking tot de vertegenwoordiging van |
| doelgroepen in de algemene vergadering. | doelgroepen in de algemene vergadering. |
| Alleen de effectieve leden hebben stemrecht in de algemene | Alleen de effectieve leden hebben stemrecht in de algemene |
| vergadering. Voor elk lid van de algemene vergadering is er een | vergadering. Voor elk lid van de algemene vergadering is er een |
| plaatsvervangend lid. De criteria van lidmaatschap worden in het | plaatsvervangend lid. De criteria van lidmaatschap worden in het |
| huishoudelijk reglement nader omschreven. | huishoudelijk reglement nader omschreven. |
| § 3. De algemene vergadering verkiest uit de effectieve leden van de | § 3. De algemene vergadering verkiest uit de effectieve leden van de |
| algemene vergadering een voorzitter en een raad van bestuur, die | algemene vergadering een voorzitter en een raad van bestuur, die |
| bestaat uit ten minste 60 % ouderen De raad van bestuur bestaat uit | bestaat uit ten minste 60 % ouderen De raad van bestuur bestaat uit |
| twintig leden, de voorzitter niet inbegrepen. De samenstelling van de | twintig leden, de voorzitter niet inbegrepen. De samenstelling van de |
| raad van bestuur is evenredig met de samenstelling (effectieve leden) | raad van bestuur is evenredig met de samenstelling (effectieve leden) |
| van de algemene vergadering. | van de algemene vergadering. |
| § 4. De raad van bestuur organiseert autonoom zijn werkzaamheden en | § 4. De raad van bestuur organiseert autonoom zijn werkzaamheden en |
| stelt daartoe een huishoudelijk reglement op. Hij bezorgt een kopie | stelt daartoe een huishoudelijk reglement op. Hij bezorgt een kopie |
| van dat reglement en van elke wijziging ervan aan de minister, die | van dat reglement en van elke wijziging ervan aan de minister, die |
| hieraan zijn goedkeuring verleent. | hieraan zijn goedkeuring verleent. |
| Afdeling III. - Werking van de Vlaamse Ouderenraad | Afdeling III. - Werking van de Vlaamse Ouderenraad |
Art. 5.§ 1. Om zijn adviesopdracht uit te voeren, bereidt de Vlaamse |
Art. 5.§ 1. Om zijn adviesopdracht uit te voeren, bereidt de Vlaamse |
| Ouderenraad de inspraak en de participatie van ouderen in het beleid | Ouderenraad de inspraak en de participatie van ouderen in het beleid |
| voor door het betrekken van een ruime groep ouderen en deskundigen in | voor door het betrekken van een ruime groep ouderen en deskundigen in |
| : | : |
| 1° commissies over relevante beleidsdomeinen voor ouderen, waarbij de | 1° commissies over relevante beleidsdomeinen voor ouderen, waarbij de |
| deskundigen eveneens als raadgevend lid uitgenodigd kunnen worden op | deskundigen eveneens als raadgevend lid uitgenodigd kunnen worden op |
| de algemene vergadering en de raad van bestuur van de Vlaamse | de algemene vergadering en de raad van bestuur van de Vlaamse |
| Ouderenraad. De Vlaamse Ouderenraad bepaalt het aantal commissies en | Ouderenraad. De Vlaamse Ouderenraad bepaalt het aantal commissies en |
| de inhoud ervan; | de inhoud ervan; |
| 2° de Ouderenweek : de Vlaamse Ouderenraad bepaalt jaarlijks het | 2° de Ouderenweek : de Vlaamse Ouderenraad bepaalt jaarlijks het |
| thema, in overleg met de minister; | thema, in overleg met de minister; |
| 3° het Ouderenparlement : dit parlement voert tweejaarlijks een ruime | 3° het Ouderenparlement : dit parlement voert tweejaarlijks een ruime |
| dialoog tussen ouderen, beleidsverantwoordelijken, deskundigen en | dialoog tussen ouderen, beleidsverantwoordelijken, deskundigen en |
| geïnteresseerden over specifieke beleidsthema's die ouderen betreffen, | geïnteresseerden over specifieke beleidsthema's die ouderen betreffen, |
| met een grondige voorbereiding vooraf door een stuurgroep en | met een grondige voorbereiding vooraf door een stuurgroep en |
| afgetoetst in openbare hoorzittingen. | afgetoetst in openbare hoorzittingen. |
| § 2. Om zijn activiteiten publiek en toegankelijk te maken, geeft de | § 2. Om zijn activiteiten publiek en toegankelijk te maken, geeft de |
| Vlaamse Ouderenraad een nieuwsbrief uit. De Vlaamse Ouderenraad | Vlaamse Ouderenraad een nieuwsbrief uit. De Vlaamse Ouderenraad |
| beheert en onderhoudt een eigen website. | beheert en onderhoudt een eigen website. |
| § 3. De algemene vergadering van de Vlaamse Ouderenraad vergadert | § 3. De algemene vergadering van de Vlaamse Ouderenraad vergadert |
| minstens twee maal per jaar. De minister kan om een buitengewone | minstens twee maal per jaar. De minister kan om een buitengewone |
| zitting van de algemene vergadering verzoeken. | zitting van de algemene vergadering verzoeken. |
| § 4. De raad van bestuur van de Vlaamse Ouderenraad vergadert minstens | § 4. De raad van bestuur van de Vlaamse Ouderenraad vergadert minstens |
| zes maal per jaar. | zes maal per jaar. |
| Afdeling IV. - Subsidiëring van de Vlaamse Ouderenraad | Afdeling IV. - Subsidiëring van de Vlaamse Ouderenraad |
Art. 6.§ 1. Binnen de beschikbare begrotingskredieten wordt, in |
Art. 6.§ 1. Binnen de beschikbare begrotingskredieten wordt, in |
| toepassing van artikel 8 van het decreet, jaarlijks een subsidie | toepassing van artikel 8 van het decreet, jaarlijks een subsidie |
| toegekend aan de Vlaamse Ouderenraad voor de financiering van | toegekend aan de Vlaamse Ouderenraad voor de financiering van |
| werkings- en personeelskosten. In het opstartjaar kan een eenmalige | werkings- en personeelskosten. In het opstartjaar kan een eenmalige |
| startsubsidie worden toegekend om de opstartkosten op te vangen. De | startsubsidie worden toegekend om de opstartkosten op te vangen. De |
| Vlaamse Ouderenraad stelt jaarlijks een begroting op van de verwachte | Vlaamse Ouderenraad stelt jaarlijks een begroting op van de verwachte |
| ontvangsten en uitgaven en dient deze uiterlijk op 1 november van het | ontvangsten en uitgaven en dient deze uiterlijk op 1 november van het |
| jaar voorafgaand aan het werkingsjaar in bij de bevoegde | jaar voorafgaand aan het werkingsjaar in bij de bevoegde |
| administratie. | administratie. |
| De Vlaamse Ouderenraad verantwoordt elk jaar de aanwending van de | De Vlaamse Ouderenraad verantwoordt elk jaar de aanwending van de |
| subsidie in een financieel verslag en een werkingsverslag, die de | subsidie in een financieel verslag en een werkingsverslag, die de |
| Vlaamse Ouderenraad bij de minister indient voor 1 april van het | Vlaamse Ouderenraad bij de minister indient voor 1 april van het |
| daarop volgende jaar. | daarop volgende jaar. |
| § 2. De subsidiabele personeelsuitgaven worden geïndexeerd | § 2. De subsidiabele personeelsuitgaven worden geïndexeerd |
| overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een | overeenkomstig de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een |
| stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het | stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het |
| indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. Die koppeling | indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. Die koppeling |
| aan het indexcijfer wordt berekend en toegepast overeenkomstig artikel | aan het indexcijfer wordt berekend en toegepast overeenkomstig artikel |
| 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van | 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van |
| de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. | de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. |
| § 3. Na de installatie van de Vlaamse Ouderenraad sluit de minister | § 3. Na de installatie van de Vlaamse Ouderenraad sluit de minister |
| met de Vlaamse Ouderenraad een beheersovereenkomst af voor de duur van | met de Vlaamse Ouderenraad een beheersovereenkomst af voor de duur van |
| de aanstelling, bedoeld in artikel 2, waarin de te behalen | de aanstelling, bedoeld in artikel 2, waarin de te behalen |
| doelstellingen worden geconcretiseerd. | doelstellingen worden geconcretiseerd. |
| HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen | HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen |
Art. 7.Artikel 7 en 8 van het decreet van 30 april 2004 houdende de |
Art. 7.Artikel 7 en 8 van het decreet van 30 april 2004 houdende de |
| stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de | stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de |
| beleidsparticipatie van ouderen hebben uitwerking met ingang van 1 | beleidsparticipatie van ouderen hebben uitwerking met ingang van 1 |
| juli 2005. | juli 2005. |
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2005. |
Art. 8.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2005. |
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is |
Art. 9.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is |
| belast met de uitvoering van dit besluit. | belast met de uitvoering van dit besluit. |
| Brussel, 2 september 2005. | Brussel, 2 september 2005. |
| De minister-president van de Vlaamse Regering, | De minister-president van de Vlaamse Regering, |
| Y. LETERME | Y. LETERME |
| De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, |
| I. VERVOTTE | I. VERVOTTE |