Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de verplichtingen inzake branddetectie in woningen | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de verplichtingen inzake branddetectie in woningen |
---|---|
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
28 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | 28 SEPTEMBER 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
tot bepaling van de verplichtingen inzake branddetectie in woningen | tot bepaling van de verplichtingen inzake branddetectie in woningen |
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 betreffende de Brusselse | Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 betreffende de Brusselse |
Huisvestingscode, en meer in het bijzonder artikel 4 § 4; | Huisvestingscode, en meer in het bijzonder artikel 4 § 4; |
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 | Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 |
april 2004 tot bepaling van bijkomende verplichtingen inzake | april 2004 tot bepaling van bijkomende verplichtingen inzake |
brandvoorkoming in de te huur gestelde woningen; | brandvoorkoming in de te huur gestelde woningen; |
Gelet op de gelijke kansen test uitgevoerd op 18 april 2023, in | Gelet op de gelijke kansen test uitgevoerd op 18 april 2023, in |
toepassing van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de | toepassing van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de |
gelijke kansentest; | gelijke kansentest; |
Gelet op het advies van de Adviesraad voor Huisvesting van het | Gelet op het advies van de Adviesraad voor Huisvesting van het |
Brussels Hoofdstedelijk Gewest, verstrekt op 2 juni 2023 ; | Brussels Hoofdstedelijk Gewest, verstrekt op 2 juni 2023 ; |
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 18 juillet 2023 bij | Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 18 juillet 2023 bij |
de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, | de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, |
eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 | eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 |
januari 1973; | januari 1973; |
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; | Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; |
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van | Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van |
State, gecoördineerd op 12 januari 1973; | State, gecoördineerd op 12 januari 1973; |
Op voorstel van de Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting, | Op voorstel van de Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting, |
Na beraadslaging, | Na beraadslaging, |
Besluit : | Besluit : |
HOOFDSTUK I. - Definities | HOOFDSTUK I. - Definities |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: |
1° Woning: het gebouw of deel van het gebouw als bedoeld in artikel 2 | 1° Woning: het gebouw of deel van het gebouw als bedoeld in artikel 2 |
§ 1 van de ordonnantie van 17 juli 2003 betreffende de Brusselse | § 1 van de ordonnantie van 17 juli 2003 betreffende de Brusselse |
Huisvestingscode. | Huisvestingscode. |
2° Ruimte: de ruimte in de woning die van andere ruimten is gescheiden | 2° Ruimte: de ruimte in de woning die van andere ruimten is gescheiden |
door van vloer tot plafond opgetrokken scheidingswanden. | door van vloer tot plafond opgetrokken scheidingswanden. |
3° Hoofdingang tot de woning: de deur die bij voorkeur wordt gebruikt | 3° Hoofdingang tot de woning: de deur die bij voorkeur wordt gebruikt |
om het privégedeelte van de woning of de gemeenschappelijke delen van | om het privégedeelte van de woning of de gemeenschappelijke delen van |
een collectieve woning vanuit de gemeenschappelijke ruimten of van | een collectieve woning vanuit de gemeenschappelijke ruimten of van |
buitenaf te betreden. | buitenaf te betreden. |
4° Interne circulatieweg van de woning: alle ruimten en gangen die | 4° Interne circulatieweg van de woning: alle ruimten en gangen die |
moeten worden doorkruist om de slaapkamer(s) met de hoofdingang van de | moeten worden doorkruist om de slaapkamer(s) met de hoofdingang van de |
woning te verbinden. | woning te verbinden. |
5° Rookmelder: een apparaat dat reageert op de rookontwikkeling bij | 5° Rookmelder: een apparaat dat reageert op de rookontwikkeling bij |
brand door het produceren van een scherp geluidssignaal. | brand door het produceren van een scherp geluidssignaal. |
6° : Koppelbare rookmelders: rookmelders die met elkaar gekoppeld | 6° : Koppelbare rookmelders: rookmelders die met elkaar gekoppeld |
zijn, hetzij via een draad, hetzij via een golf, zodat zij alle het | zijn, hetzij via een draad, hetzij via een golf, zodat zij alle het |
alarmsignaal van één ervan doorgeven. | alarmsignaal van één ervan doorgeven. |
7° Gecentraliseerd detectiesysteem: branddetectie-systeem bestaande | 7° Gecentraliseerd detectiesysteem: branddetectie-systeem bestaande |
uit rookmelders die zijn aangesloten op een signaleringspaneel. | uit rookmelders die zijn aangesloten op een signaleringspaneel. |
HOOFDSTUK II. - Rookmelders binnenin de woning | HOOFDSTUK II. - Rookmelders binnenin de woning |
Art. 2.§ 1. De eerste ruimte in de woning na de hoofdingang van de |
Art. 2.§ 1. De eerste ruimte in de woning na de hoofdingang van de |
woning moet voorzien zijn van een rookmelder. | woning moet voorzien zijn van een rookmelder. |
§ 2. Elke ruimte die deel uitmaakt van de interne circulatieweg moet | § 2. Elke ruimte die deel uitmaakt van de interne circulatieweg moet |
zijn uitgerust met een rookmelder. | zijn uitgerust met een rookmelder. |
§ 3. Op elke verdieping, die niet op de interne circulatieweg is | § 3. Op elke verdieping, die niet op de interne circulatieweg is |
gelegen, moet de overloop of de eerste ruimte die vanaf die verdieping | gelegen, moet de overloop of de eerste ruimte die vanaf die verdieping |
wordt betreden, zijn uitgerust met een rookmelder. | wordt betreden, zijn uitgerust met een rookmelder. |
§ 4. Alle ruimten die uitsluitend worden gebruikt als keuken, badkamer | § 4. Alle ruimten die uitsluitend worden gebruikt als keuken, badkamer |
en/of douche zijn vrijgesteld van §§ 1 tot en met 3. | en/of douche zijn vrijgesteld van §§ 1 tot en met 3. |
§ 5. Een woning met ten minste vier verplichte rookmelders moet zijn | § 5. Een woning met ten minste vier verplichte rookmelders moet zijn |
uitgerust met gekoppelde rookmelders of een gecentraliseerd | uitgerust met gekoppelde rookmelders of een gecentraliseerd |
detectiesysteem. | detectiesysteem. |
§ 6. De woning die is uitgerust met een gecentraliseerd | § 6. De woning die is uitgerust met een gecentraliseerd |
detectiesysteem van het type "gedeeltelijke bewaking" of "totale | detectiesysteem van het type "gedeeltelijke bewaking" of "totale |
bewaking" is vrijgesteld van §§ 1 tot en met 3. | bewaking" is vrijgesteld van §§ 1 tot en met 3. |
HOOFDSTUK III. - Type rookmelders en plaatsing | HOOFDSTUK III. - Type rookmelders en plaatsing |
Art. 3.§ 1. De rookmelder mag niet van het ionische type zijn en moet |
Art. 3.§ 1. De rookmelder mag niet van het ionische type zijn en moet |
voorzien zijn van een ingebouwde batterij met een levensduur van tien | voorzien zijn van een ingebouwde batterij met een levensduur van tien |
jaar of aangesloten zijn op het elektrisch circuit (220 V). In het | jaar of aangesloten zijn op het elektrisch circuit (220 V). In het |
laatste geval moet een noodbatterij worden aangebracht om ervoor te | laatste geval moet een noodbatterij worden aangebracht om ervoor te |
zorgen dat het toestel bij stroomuitval naar behoren functioneert. | zorgen dat het toestel bij stroomuitval naar behoren functioneert. |
§ 2. De rookmelder moet voldoen aan de norm NBN EN 14604. | § 2. De rookmelder moet voldoen aan de norm NBN EN 14604. |
§ 3. Het centrale detectiesysteem moet voldoen aan NBN S21-100 1&2. | § 3. Het centrale detectiesysteem moet voldoen aan NBN S21-100 1&2. |
§ 4. De plaatsing en onderhoud van de rookmelders zijn conform de | § 4. De plaatsing en onderhoud van de rookmelders zijn conform de |
Belgische en Europese normen aangaande huishoudelijke toepassingen. | Belgische en Europese normen aangaande huishoudelijke toepassingen. |
Bij gebrek hieraan, moeten de rookmelders worden geplaatst zoals | Bij gebrek hieraan, moeten de rookmelders worden geplaatst zoals |
beschreven in bijlage 1. | beschreven in bijlage 1. |
HOOFDSTUK IV. - Verhuurde woningen | HOOFDSTUK IV. - Verhuurde woningen |
Art. 4.§ 1. De verhuurder draagt de aankoop- en installatiekosten van |
Art. 4.§ 1. De verhuurder draagt de aankoop- en installatiekosten van |
de rookmelders. | de rookmelders. |
§ 2. De verhuurder draagt de kosten voor het vervangen van de | § 2. De verhuurder draagt de kosten voor het vervangen van de |
rookmelder aan het einde van de geldigheidsduur van de batterij zoals | rookmelder aan het einde van de geldigheidsduur van de batterij zoals |
aangegeven door de fabrikant. De verhuurder van een woning kan | aangegeven door de fabrikant. De verhuurder van een woning kan |
jaarlijks een controle in de woning uitvoeren om na te gaan of de | jaarlijks een controle in de woning uitvoeren om na te gaan of de |
rookmelders goed werken. | rookmelders goed werken. |
§ 3. Het is de verantwoordelijkheid van de huurder om de verhuurder | § 3. Het is de verantwoordelijkheid van de huurder om de verhuurder |
schriftelijk in kennis te stellen wanneer de batterij voortijdig wordt | schriftelijk in kennis te stellen wanneer de batterij voortijdig wordt |
ontladen of bij storing. | ontladen of bij storing. |
§ 4. Het is in ieder geval de verantwoordelijkheid van de verhuurder | § 4. Het is in ieder geval de verantwoordelijkheid van de verhuurder |
om de rookmelder te vervangen uiterlijk op de door de fabrikant | om de rookmelder te vervangen uiterlijk op de door de fabrikant |
aangegeven vervaldatum, of vóór deze vervaldatum als de rookmelder | aangegeven vervaldatum, of vóór deze vervaldatum als de rookmelder |
defect is. | defect is. |
§ 5. Onverminderd de antidiscriminatiewet en in overeenstemming met | § 5. Onverminderd de antidiscriminatiewet en in overeenstemming met |
artikel 22ter van de Grondwet mogen eigenaars van woningen zich op | artikel 22ter van de Grondwet mogen eigenaars van woningen zich op |
geen enkele manier verzetten tegen de installatie van rookmelders die | geen enkele manier verzetten tegen de installatie van rookmelders die |
aangepast zijn aan de handicap van de bewoners. | aangepast zijn aan de handicap van de bewoners. |
HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepaling en inwerkingtreding | HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepaling en inwerkingtreding |
Sectie 1. Opheffingsbepaling | Sectie 1. Opheffingsbepaling |
Art. 5.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 |
Art. 5.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 |
april 2004 tot bepaling van bijkomende verplichtingen inzake | april 2004 tot bepaling van bijkomende verplichtingen inzake |
brandvoorkoming in de te huur gestelde woningen is opgeheven. | brandvoorkoming in de te huur gestelde woningen is opgeheven. |
Sectie 2. - Inwerkingtredingen | Sectie 2. - Inwerkingtredingen |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025, met |
Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2025, met |
uitzondering van artikel 2 § 5 voor verhuurders die aantonen dat ze | uitzondering van artikel 2 § 5 voor verhuurders die aantonen dat ze |
voor de datum van publicatie van dit besluit rookmelders hebben | voor de datum van publicatie van dit besluit rookmelders hebben |
geïnstalleerd die voldoen aan de voorwaarden van het besluit van de | geïnstalleerd die voldoen aan de voorwaarden van het besluit van de |
Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 tot bepaling van | Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 15 april 2004 tot bepaling van |
bijkomende verplichtingen inzake brandvoorkoming in de te huur | bijkomende verplichtingen inzake brandvoorkoming in de te huur |
gestelde woningen. De verhuurders kunnen deze rookmelders behouden | gestelde woningen. De verhuurders kunnen deze rookmelders behouden |
zonder de plaatsing van gekoppelde rookmelders of een gecentraliseerd | zonder de plaatsing van gekoppelde rookmelders of een gecentraliseerd |
detectiesysteem tot de datum van vervanging van de apparaten en | detectiesysteem tot de datum van vervanging van de apparaten en |
uiterlijk tot 1 januari 2028. | uiterlijk tot 1 januari 2028. |
Brussel, 28 september 2023. | Brussel, 28 september 2023. |
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: | Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering: |
De minister-president, | De minister-president, |
R. VERVOORT | R. VERVOORT |
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld | Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld |