Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 06/07/2023
← Terug naar "Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest "
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
6 JULI 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot 6 JULI 2023. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot
wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering wijziging van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de
bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke
overheidsdiensten van Brussel, van het besluit van de Brusselse overheidsdiensten van Brussel, van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de
rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele
personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, van personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, van
het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart
2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling
van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van besluit van de Brusselse Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de
rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele
personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest Hoofdstedelijk Gewest
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige
instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, gewijzigd bij de wet instellingen van openbaar nut, artikel 11, § 1, gewijzigd bij de wet
van 24 december 2002; van 24 december 2002;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de
Brusselse Instellingen, inzonderheid op het artikel 40, § 1, gewijzigd Brusselse Instellingen, inzonderheid op het artikel 40, § 1, gewijzigd
bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de bij de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de
federale staatsstructuur; federale staatsstructuur;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van Gelet op het koninklijk besluit van 8 maart 1989 tot oprichting van
Leefmilieu Brussel, artikel 1, § 2, gewijzigd bij de ordonnantie van 3 Leefmilieu Brussel, artikel 1, § 2, gewijzigd bij de ordonnantie van 3
mei 2018 en bevestigd bij de wet van 16 juni 1989 houdende diverse mei 2018 en bevestigd bij de wet van 16 juni 1989 houdende diverse
institutionele hervormingen, artikel 41; institutionele hervormingen, artikel 41;
Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de Gelet op de ordonnantie van 19 juli 1990 houdende oprichting van de
Brusselse Hoofdstedelijke dienst voor brandweer en dringende medische Brusselse Hoofdstedelijke dienst voor brandweer en dringende medische
hulp, artikel 8, tweede lid, gewijzigd bij de ordonnantie van 9 juli hulp, artikel 8, tweede lid, gewijzigd bij de ordonnantie van 9 juli
2015; 2015;
Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie Gelet op de ordonnantie van 3 december 1992 betreffende de exploitatie
en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de en de ontwikkeling van het kanaal, de haven, de voorhaven en de
aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 17, aanhorigheden ervan in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, artikel 17,
gewijzigd bij de ordonnanties van 29 maart 2001 en 6 november 2003; gewijzigd bij de ordonnanties van 29 maart 2001 en 6 november 2003;
Gelet op de ordonnantie van 20 mei 1999 betreffende de reorganisatie Gelet op de ordonnantie van 20 mei 1999 betreffende de reorganisatie
van het Centrum voor informatisering van het Brussels Hoofdstedelijk van het Centrum voor informatisering van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest, artikel 2; Gewest, artikel 2;
Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en Gelet op de ordonnantie van 18 januari 2001 houdende organisatie en
werking van Actiris, artikel 23, derde lid en artikel 34, § 1, werking van Actiris, artikel 23, derde lid en artikel 34, § 1,
gewijzigd bij de ordonnantie van 8 december 2016; gewijzigd bij de ordonnantie van 8 december 2016;
Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van Gelet op de ordonnantie van 26 juni 2003 houdende oprichting van
Innoviris, gewijzigd bij de Ordonnantie van 27 juli 2017 ter Innoviris, gewijzigd bij de Ordonnantie van 27 juli 2017 ter
bevordering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie door de bevordering van onderzoek, ontwikkeling en innovatie door de
toekenning van steun met economische finaliteit ten voordele van toekenning van steun met economische finaliteit ten voordele van
ondernemingen en onderzoeksorganisaties gelijkgesteld met ondernemingen en onderzoeksorganisaties gelijkgesteld met
ondernemingen, artikel 9; ondernemingen, artikel 9;
Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Gelet op de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse
Huisvestingscode, artikel 40, ingevoegd door de ordonnantie van 1 Huisvestingscode, artikel 40, ingevoegd door de ordonnantie van 1
april 2004; april 2004;
Gelet op de ordonnantie van 28 mei 2015 tot oprichting van een Gelet op de ordonnantie van 28 mei 2015 tot oprichting van een
instelling van openbaar nut waarin het beheer van het preventie- en instelling van openbaar nut waarin het beheer van het preventie- en
veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is veiligheidsbeleid in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is
samengebracht en tot oprichting van de Gewestelijke School voor de samengebracht en tot oprichting van de Gewestelijke School voor de
Veiligheids-, Preventie- en Hulpdienstberoepen - Brusafe, artikelen 9 Veiligheids-, Preventie- en Hulpdienstberoepen - Brusafe, artikelen 9
en 10/31; en 10/31;
Gelet op de ordonnantie van 29 juli 2015 houdende oprichting van het Gelet op de ordonnantie van 29 juli 2015 houdende oprichting van het
Brussels Planningsbureau, artikel 10; Brussels Planningsbureau, artikel 10;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21
maart 2018 houdende het administratief statuut en de maart 2018 houdende het administratief statuut en de
bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke
overheidsdiensten van Brussel; overheidsdiensten van Brussel;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21
maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van
de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten de contractuele personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten
van Brussel; van Brussel;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21
maart 2018 houdende het administratief statuut en de maart 2018 houdende het administratief statuut en de
bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van
openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21
maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van maart 2018 betreffende de rechtspositie en de bezoldigingsregeling van
de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut de contractuele personeelsleden van de instellingen van openbaar nut
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op de gelijkekansentest verricht op 2 mei 2022 in toepassing van Gelet op de gelijkekansentest verricht op 2 mei 2022 in toepassing van
artikel 2 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de artikel 2 van de ordonnantie van 4 oktober 2018 tot invoering van de
gelijkekansentest; gelijkekansentest;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 19 mei 2022; Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 19 mei 2022;
Gelet op het akkoord van de minister van begroting van 23 mei 2022; Gelet op het akkoord van de minister van begroting van 23 mei 2022;
Gelet op het advies van Innoviris, gegeven op 1st augustus 2022; Gelet op het advies van Innoviris, gegeven op 1st augustus 2022;
Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van de Gewestelijke Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van de Gewestelijke
Vennootschap van de Haven van Brussel, gegeven op 22 september 2022; Vennootschap van de Haven van Brussel, gegeven op 22 september 2022;
Gelet op het advies van de Brussels Planningsbureau, gegeven op 27 Gelet op het advies van de Brussels Planningsbureau, gegeven op 27
september 2022; september 2022;
Gelet op het advies van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel, Gelet op het advies van het Gewestelijke Overheidsdienst Brussel,
gegeven op 27 september 2022; gegeven op 27 september 2022;
Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van de Brusselse Gelet op het advies van de Raad van Bestuur van de Brusselse
Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 22 september 2022; Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij, gegeven op 22 september 2022;
Gelet op het advies van Leefmilieu Brussel, gegeven op 30 september Gelet op het advies van Leefmilieu Brussel, gegeven op 30 september
2022; 2022;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van Actiris gegeven op 22 Gelet op het advies van het Beheerscomité van Actiris gegeven op 22
september 2022; september 2022;
Gelet op het ontbreken van een advies van de Openbaar Dienst Brussel Gelet op het ontbreken van een advies van de Openbaar Dienst Brussel
Openbaar Ambt; Openbaar Ambt;
Gelet op het ontbreken van een advies van de Gewestelijke Gelet op het ontbreken van een advies van de Gewestelijke
Overheidsdienst Brussel Stedenbouw en Erfgoed; Overheidsdienst Brussel Stedenbouw en Erfgoed;
Gelet op het ontbreken van een advies van de Gewestelijke Gelet op het ontbreken van een advies van de Gewestelijke
Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit; Overheidsdienst Brussel Fiscaliteit;
Gelet op het ontbreken van een advies van Brussel Preventie en Gelet op het ontbreken van een advies van Brussel Preventie en
Veiligheid; Veiligheid;
Gelet op het ontbreken van een advies van het Centrum voor Informatica Gelet op het ontbreken van een advies van het Centrum voor Informatica
voor het Brusselse Gewest; voor het Brusselse Gewest;
Gelet op het ontbreken van een advies van de Dienst voor Brandweer en Gelet op het ontbreken van een advies van de Dienst voor Brandweer en
Dringende Medische Hulp; Dringende Medische Hulp;
Gelet op het protocol nr. 2022-27 van 8 november 2022 van het comité Gelet op het protocol nr. 2022-27 van 8 november 2022 van het comité
Sector XV; Sector XV;
Gelet op het advies nr. 11/2023 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, Gelet op het advies nr. 11/2023 van de Gegevensbeschermingsautoriteit,
gegeven op 20 januari 2023; gegeven op 20 januari 2023;
Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 23 mei 2023 bij de Gelet op de adviesaanvraag binnen 30 dagen, die op 23 mei 2023 bij de
Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1,
eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op
12 januari 1973; 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van
State, gecoördineerd op 12 januari 1973; State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken, Op voorstel van de minister bevoegd voor Ambtenarenzaken,
Na beraadslaging; Na beraadslaging;
Besluit: Besluit:
HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse HOOFDSTUK I. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief
statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de
gewestelijke overheidsdiensten van Brussel. gewestelijke overheidsdiensten van Brussel.

Artikel 1.In de Franstalige versie van artikel 2/1, paragraaf 2 van

Artikel 1.In de Franstalige versie van artikel 2/1, paragraaf 2 van

het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart
2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling
van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel, van de ambtenaren van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel,
ingevoegd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ingevoegd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
van 29 oktober 2020, wordt in het vierde lid het woord "présente" van 29 oktober 2020, wordt in het vierde lid het woord "présente"
vervangen door het woord "présent". vervangen door het woord "présent".

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14/1 ingevoegd, dat

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14/1 ingevoegd, dat

luidt als volgt: luidt als volgt:
" § 1. De ambtenaar heeft recht op deconnectie. " § 1. De ambtenaar heeft recht op deconnectie.
Dit is het recht om buiten zijn werktijd niet verbonden te zijn met Dit is het recht om buiten zijn werktijd niet verbonden te zijn met
professionele digitale hulpmiddelen en om professionele oproepen en professionele digitale hulpmiddelen en om professionele oproepen en
berichten niet te beantwoorden, behalve: berichten niet te beantwoorden, behalve:
1° om uitzonderlijke en onvoorziene redenen die maatregelen vereisen 1° om uitzonderlijke en onvoorziene redenen die maatregelen vereisen
die niet tot de volgende werkperiode kunnen wachten, of die niet tot de volgende werkperiode kunnen wachten, of
2° indien de ambtenaar voor een wachtdienst is aangewezen en gedurende 2° indien de ambtenaar voor een wachtdienst is aangewezen en gedurende
de perioden dat de ambtenaar daadwerkelijk wachtdienst heeft, of de perioden dat de ambtenaar daadwerkelijk wachtdienst heeft, of
3° indien vooraf anders is overeengekomen, om een gemotiveerde reden, 3° indien vooraf anders is overeengekomen, om een gemotiveerde reden,
tussen de functioneel chef en de ambtenaar. tussen de functioneel chef en de ambtenaar.
De ambtenaar mag geen nadelige gevolgen ondervinden van het niet De ambtenaar mag geen nadelige gevolgen ondervinden van het niet
beantwoorden van de telefoon of het lezen van werk gerelateerde beantwoorden van de telefoon of het lezen van werk gerelateerde
berichten buiten zijn/haar normale werkuren. berichten buiten zijn/haar normale werkuren.
§ 2. De Secretaris-Generaal organiseert op geregelde tijdstippen in de § 2. De Secretaris-Generaal organiseert op geregelde tijdstippen in de
bevoegde overlegcommissie een overleg over het thema ontkoppeling van bevoegde overlegcommissie een overleg over het thema ontkoppeling van
het werk en het gebruik van digitale communicatiemiddelen. het werk en het gebruik van digitale communicatiemiddelen.
Dit overleg vindt ten minste eenmaal per jaar plaats. Dit overleg vindt ten minste eenmaal per jaar plaats.
Dit moet ervoor zorgen dat de rusttijden, de jaarlijkse vakantie en Dit moet ervoor zorgen dat de rusttijden, de jaarlijkse vakantie en
andere verloven van de ambtenaren worden gerespecteerd en dat het andere verloven van de ambtenaren worden gerespecteerd en dat het
evenwicht tussen werk en privéleven wordt bewaard. evenwicht tussen werk en privéleven wordt bewaard.
Ook kan het advies van de preventieadviseur worden ingewonnen. Ook kan het advies van de preventieadviseur worden ingewonnen.
§ 3. Elke betrokken Gewestelijke Overheidsdienst zorgt ervoor dat het § 3. Elke betrokken Gewestelijke Overheidsdienst zorgt ervoor dat het
bestaan van het in paragraaf 1 bedoelde recht op deconnectie, alsmede bestaan van het in paragraaf 1 bedoelde recht op deconnectie, alsmede
de concrete uitvoeringsbepalingen daarvan, in haar arbeidsreglement de concrete uitvoeringsbepalingen daarvan, in haar arbeidsreglement
worden opgenomen.". worden opgenomen.".

Art. 3.In artikel 101 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 3.In artikel 101 van hetzelfde besluit worden de volgende

wijzigingen aangebracht: wijzigingen aangebracht:
1° Paragraaf 3 wordt opgeheven; 1° Paragraaf 3 wordt opgeheven;
2° In paragraaf 4 wordt het vierde lid opgeheven; 2° In paragraaf 4 wordt het vierde lid opgeheven;
3° Paragraaf 4 wordt aangevuld met twee leden, die als volgt luiden: 3° Paragraaf 4 wordt aangevuld met twee leden, die als volgt luiden:
"De kosten van de proeven in deze reeks komen ten laste van de "De kosten van de proeven in deze reeks komen ten laste van de
betrokken Gewestelijke Overheidsdienst, op voorwaarde dat de ambtenaar betrokken Gewestelijke Overheidsdienst, op voorwaarde dat de ambtenaar
zich er formeel toe verbindt deze cursussen te volgen en hij bij het zich er formeel toe verbindt deze cursussen te volgen en hij bij het
HRM een bewijs van deelname aan deze cursussen indient. Als de HRM een bewijs van deelname aan deze cursussen indient. Als de
ambtenaar in de onmogelijkheid verkeert om de cursus bij te wonen, ambtenaar in de onmogelijkheid verkeert om de cursus bij te wonen,
moet hij onmiddellijk zijn afwezigheid verantwoorden bij het HRM. moet hij onmiddellijk zijn afwezigheid verantwoorden bij het HRM.
Er wordt dienstvrijstelling verleend indien de cursussen en de examens Er wordt dienstvrijstelling verleend indien de cursussen en de examens
plaatsvinden tijdens de diensturen. Als de bovenvermelde cursussen en plaatsvinden tijdens de diensturen. Als de bovenvermelde cursussen en
examens buiten de diensturen plaatsvinden, wordt hiervoor in een examens buiten de diensturen plaatsvinden, wordt hiervoor in een
compensatie per uur voorzien. Het totaal van de dienstvrijstellingen compensatie per uur voorzien. Het totaal van de dienstvrijstellingen
en de uurvergoeding mag niet meer bedragen dan 120 uren per en de uurvergoeding mag niet meer bedragen dan 120 uren per
schooljaar.". schooljaar.".

Art. 4.In artikel 280 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2

Art. 4.In artikel 280 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2

vervangen als volgt: vervangen als volgt:
" § 2. Dienstvrijstelling wordt verleend ingeval de doorlopende " § 2. Dienstvrijstelling wordt verleend ingeval de doorlopende
beroepsvorming plaatsvindt tijdens de diensturen, om cursussen te beroepsvorming plaatsvindt tijdens de diensturen, om cursussen te
volgen en examens af te leggen. volgen en examens af te leggen.
Als de bovengenoemde opleiding buiten de diensturen plaatsvindt, wordt Als de bovengenoemde opleiding buiten de diensturen plaatsvindt, wordt
hiervoor een compensatie per uur voorzien. Het totaal van de hiervoor een compensatie per uur voorzien. Het totaal van de
dienstvrijstellingen en van de compensatie per uur mag niet meer dan dienstvrijstellingen en van de compensatie per uur mag niet meer dan
120 uren per kalenderjaar bedragen, tenzij de Secretaris generaal 120 uren per kalenderjaar bedragen, tenzij de Secretaris generaal
vrijstelling verleent.". vrijstelling verleent.".

Art. 5.Artikel 284 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

Art. 5.Artikel 284 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

" § 1. In het kader van de vrijwillige beroepsvorming kan de ambtenaar " § 1. In het kader van de vrijwillige beroepsvorming kan de ambtenaar
een vormingsverlof van maximaal 120 uren per schooljaar verkrijgen om een vormingsverlof van maximaal 120 uren per schooljaar verkrijgen om
de cursussen bij te wonen en de examens af te leggen. Met schooljaar de cursussen bij te wonen en de examens af te leggen. Met schooljaar
wordt bedoeld de periode van 1 september tot 31 augustus. wordt bedoeld de periode van 1 september tot 31 augustus.
Het vormingsverlof wordt bezoldigd en gelijkgesteld met een periode Het vormingsverlof wordt bezoldigd en gelijkgesteld met een periode
van dienstactiviteit. van dienstactiviteit.
§ 2. Het maximum dat in de eerste paragraaf van dit artikel § 2. Het maximum dat in de eerste paragraaf van dit artikel
vastgesteld is, wordt evenredig verminderd naargelang de volgende vastgesteld is, wordt evenredig verminderd naargelang de volgende
verloven en afwezigheden gedurende het lopende schooljaar verkregen verloven en afwezigheden gedurende het lopende schooljaar verkregen
zijn: zijn:
1° De afwezigheden waarbij de ambtenaar in de administratieve toestand 1° De afwezigheden waarbij de ambtenaar in de administratieve toestand
van non-activiteit of disponibiliteit is geplaatst; van non-activiteit of disponibiliteit is geplaatst;
2° het verlof voor onderbreking van de beroepsloopbaan; 2° het verlof voor onderbreking van de beroepsloopbaan;
3° het halftijds werken vanaf de leeftijd van 50 en 55 jaar; 3° het halftijds werken vanaf de leeftijd van 50 en 55 jaar;
4° de vierdagenweek; 4° de vierdagenweek;
5° het verlof om een stage te doen in een openbare dienst; 5° het verlof om een stage te doen in een openbare dienst;
6° het verlof voor opdracht; 6° het verlof voor opdracht;
7° het verlof om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen.". 7° het verlof om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen.".

Art. 6.In artikel 354 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 9

Art. 6.In artikel 354 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 9

geschrapt. geschrapt.

Art. 7.In artikel 355, § 7 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 7.In artikel 355, § 7 van hetzelfde besluit worden de volgende

wijzigingen aangebracht: wijzigingen aangebracht:
a) in het 1° worden de cijfers "335,06" vervangen door de cijfers a) in het 1° worden de cijfers "335,06" vervangen door de cijfers
"439,27"; "439,27";
b) in het 2° worden de cijfers "2,5" vervangen door het cijfer "3". b) in het 2° worden de cijfers "2,5" vervangen door het cijfer "3".

Art. 8.Artikel 361 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid

Art. 8.Artikel 361 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid

luidende: luidende:
"De diensten die de ambtenaar verkiest te verrichten in het kader van "De diensten die de ambtenaar verkiest te verrichten in het kader van
de flexibele werktijden vormen geen overuren in de zin van dit de flexibele werktijden vormen geen overuren in de zin van dit
artikel.". artikel.".

Art. 9.In de Franstalige versie van hetzelfde besluit wordt in Boek

Art. 9.In de Franstalige versie van hetzelfde besluit wordt in Boek

II, Titel III, Hoofdstuk IV, eerste afdeling, het woord "bicyclette" II, Titel III, Hoofdstuk IV, eerste afdeling, het woord "bicyclette"
vervangen door het woord "vélo". vervangen door het woord "vélo".

Art. 10.Artikel 409 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

Art. 10.Artikel 409 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

" § 1. De ambtenaar die zich per fiets van zijn woonplaats naar zijn " § 1. De ambtenaar die zich per fiets van zijn woonplaats naar zijn
standplaats begeeft of een gedeelte van het traject tussen zijn standplaats begeeft of een gedeelte van het traject tussen zijn
woonplaats en zijn standplaats aflegt, heeft recht op een vergoeding. woonplaats en zijn standplaats aflegt, heeft recht op een vergoeding.
Onder "fiets" wordt verstaan elk tweewielig voertuig uitgerust met Onder "fiets" wordt verstaan elk tweewielig voertuig uitgerust met
pedalen, voortbewogen door de spierkracht van de fietser, eventueel, pedalen, voortbewogen door de spierkracht van de fietser, eventueel,
voor het primaire doel van hulp bij het trappen, uitgerust met een voor het primaire doel van hulp bij het trappen, uitgerust met een
hulpaandrijving waarvan de energievoorziening wordt onderbroken hulpaandrijving waarvan de energievoorziening wordt onderbroken
wanneer het voertuig een maximumsnelheid van 25 km per uur bereikt. wanneer het voertuig een maximumsnelheid van 25 km per uur bereikt.
Een gemotoriseerde of niet gemotoriseerde rolstoel of een ander Een gemotoriseerde of niet gemotoriseerde rolstoel of een ander
ongemotoriseerd licht vervoermiddel wordt beschouwd als een fiets. ongemotoriseerd licht vervoermiddel wordt beschouwd als een fiets.
Het gebruik van een speed pedelec wordt beschouwd als het gebruik van Het gebruik van een speed pedelec wordt beschouwd als het gebruik van
een fiets. een fiets.
§ 2. Wanneer deze verplaatsingen geheel of gedeeltelijk via een § 2. Wanneer deze verplaatsingen geheel of gedeeltelijk via een
zelfbedieningsfietssysteem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zelfbedieningsfietssysteem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
verlopen, krijgt het personeelslid, op zijn verzoek, de bijdrage verlopen, krijgt het personeelslid, op zijn verzoek, de bijdrage
terugbetaald.". terugbetaald.".

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt in boek II, titel III, een

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt in boek II, titel III, een

hoofdstuk IV/1 ingevoegd, luidende: hoofdstuk IV/1 ingevoegd, luidende:
"HOOFDSTUK IV/1 - Telewerkvergoeding". "HOOFDSTUK IV/1 - Telewerkvergoeding".

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een artikel 412/1 ingevoegd,

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een artikel 412/1 ingevoegd,

luidende: luidende:
"Een aansluitingsvergoeding van twintig euro per maand, "Een aansluitingsvergoeding van twintig euro per maand,
niet-indexeerbaar, wordt toegekend aan de ambtenaar die ten minste 1 niet-indexeerbaar, wordt toegekend aan de ambtenaar die ten minste 1
dag per maand telewerkt. dag per maand telewerkt.
Aanvullend wordt een kantoorvergoeding van dertig euro per maand, Aanvullend wordt een kantoorvergoeding van dertig euro per maand,
niet-indexeerbaar, toegekend aan de ambtenaar die ten minste 4 dagen niet-indexeerbaar, toegekend aan de ambtenaar die ten minste 4 dagen
per maand telewerkt. per maand telewerkt.
Werkdagen in een satellietkantoor worden niet meegerekend.". Werkdagen in een satellietkantoor worden niet meegerekend.".
HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse HOOFDSTUK II. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de
rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele
personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel. personeelsleden van de gewestelijke overheidsdiensten van Brussel.

Art. 13.Artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Art. 13.Artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de
bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de gewestelijke
overheidsdiensten van Brussel wordt aangevuld met een paragraaf vijf, overheidsdiensten van Brussel wordt aangevuld met een paragraaf vijf,
volgt luidend: volgt luidend:
" § 5. De algemene bepalingen die zijn vastgelegd in de artikelen 2 en " § 5. De algemene bepalingen die zijn vastgelegd in de artikelen 2 en
2/1 van het statuut zijn eveneens van toepassing in het kader van dit 2/1 van het statuut zijn eveneens van toepassing in het kader van dit
besluit.". besluit.".

Art. 14.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt het getal "14"

Art. 14.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt het getal "14"

vervangen door het getal "14/1". vervangen door het getal "14/1".
HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse HOOFDSTUK III. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief
statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de
instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 15.In artikel 2/1 van het besluit van de Brusselse

Art. 15.In artikel 2/1 van het besluit van de Brusselse

Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief
statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de
instellingen van openbaar nut van het Brusselse Hoofdstedelijke instellingen van openbaar nut van het Brusselse Hoofdstedelijke
Gewest, ingevoegd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, ingevoegd door het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering van 29 oktober 2020, worden de volgende wijzigingen Regering van 29 oktober 2020, worden de volgende wijzigingen
aangebracht: aangebracht:
1° In de Franstalige versie worden in paragraaf 1, eerste lid, de 1° In de Franstalige versie worden in paragraaf 1, eerste lid, de
woorden "l'arrêté" vervangen door het woord "arrêté"; woorden "l'arrêté" vervangen door het woord "arrêté";
2° In paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "bij gewone brief of 2° In paragraaf 2, derde lid, worden de woorden "bij gewone brief of
bij aangetekende zending" vervangen door de woorden "per aangetekende bij aangetekende zending" vervangen door de woorden "per aangetekende
brief"; brief";
3° In paragraaf 2, zesde lid, van de Franstalige versie wordt het 3° In paragraaf 2, zesde lid, van de Franstalige versie wordt het
woord "compte" vervangen door het woord "contient"; woord "compte" vervangen door het woord "contient";
4° In paragraaf 2, zevende lid, van de Franstalige versie wordt het 4° In paragraaf 2, zevende lid, van de Franstalige versie wordt het
woord "présente" vervangen door het woord "présent". woord "présente" vervangen door het woord "présent".

Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14ter ingevoegd, dat

Art. 16.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14ter ingevoegd, dat

luidt als volgt: luidt als volgt:
" § 1. De ambtenaar heeft recht op deconnectie. " § 1. De ambtenaar heeft recht op deconnectie.
Dit is het recht om buiten zijn werktijd niet verbonden te zijn met Dit is het recht om buiten zijn werktijd niet verbonden te zijn met
professionele digitale hulpmiddelen en om professionele oproepen en professionele digitale hulpmiddelen en om professionele oproepen en
berichten niet te beantwoorden, behalve: berichten niet te beantwoorden, behalve:
1° om uitzonderlijke en onvoorziene redenen die maatregelen vereisen 1° om uitzonderlijke en onvoorziene redenen die maatregelen vereisen
die niet tot de volgende werkperiode kunnen wachten, of die niet tot de volgende werkperiode kunnen wachten, of
2° indien de ambtenaar voor een wachtdienst is aangewezen en gedurende 2° indien de ambtenaar voor een wachtdienst is aangewezen en gedurende
de perioden dat de ambtenaar daadwerkelijk wachtdienst heeft, of de perioden dat de ambtenaar daadwerkelijk wachtdienst heeft, of
3° indien vooraf anders is overeengekomen, om een gemotiveerde reden, 3° indien vooraf anders is overeengekomen, om een gemotiveerde reden,
tussen de functioneel chef en de ambtenaar. tussen de functioneel chef en de ambtenaar.
De ambtenaar mag geen nadelige gevolgen ondervinden van het niet De ambtenaar mag geen nadelige gevolgen ondervinden van het niet
beantwoorden van de telefoon of het lezen van werk gerelateerde beantwoorden van de telefoon of het lezen van werk gerelateerde
berichten buiten zijn/haar normale werkuren. berichten buiten zijn/haar normale werkuren.
§ 2 De directeur-generaal organiseert op geregelde tijdstippen een § 2 De directeur-generaal organiseert op geregelde tijdstippen een
overleg in de bevoegde overlegcommissie over het thema ontkoppeling overleg in de bevoegde overlegcommissie over het thema ontkoppeling
van het werk en het gebruik van digitale communicatiemiddelen. van het werk en het gebruik van digitale communicatiemiddelen.
Dit overleg vindt ten minste eenmaal per jaar plaats. Dit overleg vindt ten minste eenmaal per jaar plaats.
Dit moet ervoor zorgen dat de rusttijden, de jaarlijkse vakantie en Dit moet ervoor zorgen dat de rusttijden, de jaarlijkse vakantie en
andere verloven van de ambtenaren worden gerespecteerd en dat het andere verloven van de ambtenaren worden gerespecteerd en dat het
evenwicht tussen werk en privéleven wordt bewaard. evenwicht tussen werk en privéleven wordt bewaard.
Ook kan het advies van de preventieadviseur worden ingewonnen. Ook kan het advies van de preventieadviseur worden ingewonnen.
§ 3. Elke instelling zorgt ervoor dat het bestaan van het in paragraaf § 3. Elke instelling zorgt ervoor dat het bestaan van het in paragraaf
1 bedoelde recht op deconnectie, alsmede de concrete 1 bedoelde recht op deconnectie, alsmede de concrete
uitvoeringsbepalingen daarvan, in haar arbeidsreglement worden uitvoeringsbepalingen daarvan, in haar arbeidsreglement worden
opgenomen. ". opgenomen. ".

Art. 17.In artikel 94 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 17.In artikel 94 van hetzelfde besluit worden de volgende

wijzigingen aangebracht: wijzigingen aangebracht:
1° Paragraaf 3 wordt opgeheven; 1° Paragraaf 3 wordt opgeheven;
2° In paragraaf 4 wordt het vierde lid opgeheven; 2° In paragraaf 4 wordt het vierde lid opgeheven;
3° Paragraaf 4 wordt aangevuld door twee leden, luidende: 3° Paragraaf 4 wordt aangevuld door twee leden, luidende:
"De kosten van de proeven in deze reeks komen ten laste van de "De kosten van de proeven in deze reeks komen ten laste van de
betrokken instelling, op voorwaarde dat de ambtenaar zich er formeel betrokken instelling, op voorwaarde dat de ambtenaar zich er formeel
toe verbindt deze cursussen te volgen en hij bij het HRM een bewijs toe verbindt deze cursussen te volgen en hij bij het HRM een bewijs
van deelname aan deze cursussen indient. Als de ambtenaar in de van deelname aan deze cursussen indient. Als de ambtenaar in de
onmogelijkheid verkeert om de cursus bij te wonen, moet hij onmogelijkheid verkeert om de cursus bij te wonen, moet hij
onmiddellijk zijn afwezigheid verantwoorden bij het HRM. onmiddellijk zijn afwezigheid verantwoorden bij het HRM.
Er wordt dienstvrijstelling verleend indien de cursussen en de examens Er wordt dienstvrijstelling verleend indien de cursussen en de examens
plaatsvinden tijdens de diensturen. Als de bovenvermelde cursussen en plaatsvinden tijdens de diensturen. Als de bovenvermelde cursussen en
examens buiten de diensturen plaatsvinden, wordt hiervoor in een examens buiten de diensturen plaatsvinden, wordt hiervoor in een
compensatie per uur voorzien. Het totaal van de dienstvrijstellingen compensatie per uur voorzien. Het totaal van de dienstvrijstellingen
en de uurvergoeding mag niet meer bedragen dan 120 uur per en de uurvergoeding mag niet meer bedragen dan 120 uur per
schooljaar.". schooljaar.".

Art. 18.In artikel 273 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2

Art. 18.In artikel 273 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2

vervangen als volgt: vervangen als volgt:
" § 2. Dienstvrijstelling wordt verleend ingeval de doorlopende " § 2. Dienstvrijstelling wordt verleend ingeval de doorlopende
beroepsvorming plaatsvindt tijdens de diensturen, om cursussen te beroepsvorming plaatsvindt tijdens de diensturen, om cursussen te
volgen en examens af te leggen. volgen en examens af te leggen.
Als de bovenvermelde vorming buiten de diensturen plaatsvindt, wordt Als de bovenvermelde vorming buiten de diensturen plaatsvindt, wordt
hiervoor een compensatie per uur voorzien. Het totaal van de hiervoor een compensatie per uur voorzien. Het totaal van de
dienstvrijstellingen en de compensatie per uur mag niet meer dan 120 dienstvrijstellingen en de compensatie per uur mag niet meer dan 120
uren per kalenderjaar bedragen, tenzij de directeur-generaal een uren per kalenderjaar bedragen, tenzij de directeur-generaal een
afwijking toekent.". afwijking toekent.".

Art. 19.In het besluit wordt artikel 277 vervangen door de volgende

Art. 19.In het besluit wordt artikel 277 vervangen door de volgende

tekst: tekst:
" § 1. In het kader van de vrijwillige beroepsvorming kan de ambtenaar " § 1. In het kader van de vrijwillige beroepsvorming kan de ambtenaar
een vormingsverlof van maximaal 120 uren per schooljaar verkrijgen om een vormingsverlof van maximaal 120 uren per schooljaar verkrijgen om
de cursussen bij te wonen en de examens af te leggen. Met schooljaar de cursussen bij te wonen en de examens af te leggen. Met schooljaar
wordt bedoeld de periode van 1 september tot 31 augustus. wordt bedoeld de periode van 1 september tot 31 augustus.
Het vormingsverlof wordt bezoldigd en gelijkgesteld met een periode Het vormingsverlof wordt bezoldigd en gelijkgesteld met een periode
van dienstactiviteit. van dienstactiviteit.
§ 2. Het maximum dat in de eerste paragraaf van dit artikel § 2. Het maximum dat in de eerste paragraaf van dit artikel
vastgesteld is, wordt evenredig verminderd naargelang de volgende vastgesteld is, wordt evenredig verminderd naargelang de volgende
verloven en afwezigheden gedurende het lopende schooljaar verkregen verloven en afwezigheden gedurende het lopende schooljaar verkregen
zijn: zijn:
1° de afwezigheden waarbij de ambtenaar in de administratieve toestand 1° de afwezigheden waarbij de ambtenaar in de administratieve toestand
van non-activiteit of disponibiliteit is geplaatst; van non-activiteit of disponibiliteit is geplaatst;
2° het verlof voor onderbreking van de beroepsloopbaan; 2° het verlof voor onderbreking van de beroepsloopbaan;
3° het halftijds werken vanaf de leeftijd van 50 en 55 jaar; 3° het halftijds werken vanaf de leeftijd van 50 en 55 jaar;
4° de vierdagenweek; 4° de vierdagenweek;
5° het verlof om een stage te doen in een openbare dienst; 5° het verlof om een stage te doen in een openbare dienst;
6° het verlof voor opdracht; 6° het verlof voor opdracht;
7° verlof om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen.". 7° verlof om zich kandidaat te stellen bij verkiezingen.".

Art. 20.In artikel 348 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 9

Art. 20.In artikel 348 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 9

opgeheven. opgeheven.

Art. 21.In artikel 349, § 7 van hetzelfde besluit worden de volgende

Art. 21.In artikel 349, § 7 van hetzelfde besluit worden de volgende

wijzigingen aangebracht: wijzigingen aangebracht:
a) in het 1° worden de cijfers "335,06" vervangen door de cijfers a) in het 1° worden de cijfers "335,06" vervangen door de cijfers
"439,27"; "439,27";
b) in het 2° worden de cijfers "2,5" vervangen door het cijfer "3". b) in het 2° worden de cijfers "2,5" vervangen door het cijfer "3".

Art. 22.Artikel 355 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid

Art. 22.Artikel 355 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid

luidende: luidende:
"De diensten die de ambtenaar verkiest te verrichten in het kader van "De diensten die de ambtenaar verkiest te verrichten in het kader van
de flexibele werktijden vormen geen overuren in de zin van dit de flexibele werktijden vormen geen overuren in de zin van dit
artikel.". artikel.".

Art. 23.In hetzelfde besluit, in Boek II, Titel III wordt de

Art. 23.In hetzelfde besluit, in Boek II, Titel III wordt de

nummering van HOOFDSTUK II. - De vergoeding voor verblijfkosten, nummering van HOOFDSTUK II. - De vergoeding voor verblijfkosten,
vervangen door de volgende nummering: vervangen door de volgende nummering:
" HOOFDSTUK III. - De vergoeding voor verblijfkosten". " HOOFDSTUK III. - De vergoeding voor verblijfkosten".

Art. 24.In hetzelfde besluit, hetzelfde boek en dezelfde titel wordt

Art. 24.In hetzelfde besluit, hetzelfde boek en dezelfde titel wordt

de nummering van HOOFDSTUK III. - De vergoeding voor vervoerskosten op de nummering van HOOFDSTUK III. - De vergoeding voor vervoerskosten op
de weg van en naar het werk, vervangen door de volgende nummering: de weg van en naar het werk, vervangen door de volgende nummering:
" HOOFDSTUK IV. - De vergoeding voor vervoerskosten op de weg van en " HOOFDSTUK IV. - De vergoeding voor vervoerskosten op de weg van en
naar het werk". naar het werk".

Art. 25.In de Franstalige versie van hetzelfde besluit in Boek II,

Art. 25.In de Franstalige versie van hetzelfde besluit in Boek II,

Titel III, Hoofdstuk III, eerste afdeling, wordt het woord Titel III, Hoofdstuk III, eerste afdeling, wordt het woord
"bicyclette" vervangen door het woord "vélo". "bicyclette" vervangen door het woord "vélo".

Art. 26.Artikel 402 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

Art. 26.Artikel 402 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt:

" § 1. Het personeelslid dat zich per fiets van zijn woonplaats naar " § 1. Het personeelslid dat zich per fiets van zijn woonplaats naar
zijn standplaats begeeft of een gedeelte van het traject tussen zijn zijn standplaats begeeft of een gedeelte van het traject tussen zijn
woonplaats en zijn standplaats aflegt, heeft recht op een vergoeding. woonplaats en zijn standplaats aflegt, heeft recht op een vergoeding.
Onder "fiets" wordt verstaan elk tweewielig voertuig uitgerust met Onder "fiets" wordt verstaan elk tweewielig voertuig uitgerust met
pedalen, voortbewogen door de spierkracht van de fietser, eventueel, pedalen, voortbewogen door de spierkracht van de fietser, eventueel,
voor het primaire doel van hulp bij het trappen, uitgerust met een voor het primaire doel van hulp bij het trappen, uitgerust met een
hulpaandrijving waarvan de energievoorziening wordt onderbroken hulpaandrijving waarvan de energievoorziening wordt onderbroken
wanneer het voertuig een maximumsnelheid van 25 km per uur bereikt. wanneer het voertuig een maximumsnelheid van 25 km per uur bereikt.
Een gemotoriseerde of niet gemotoriseerde rolstoel of een ander Een gemotoriseerde of niet gemotoriseerde rolstoel of een ander
ongemotoriseerd licht vervoermiddel wordt beschouwd als een fiets. ongemotoriseerd licht vervoermiddel wordt beschouwd als een fiets.
Het gebruik van een speed pedelec wordt beschouwd als het gebruik van Het gebruik van een speed pedelec wordt beschouwd als het gebruik van
een fiets. een fiets.
§ 2. Wanneer deze verplaatsingen geheel of gedeeltelijk via een § 2. Wanneer deze verplaatsingen geheel of gedeeltelijk via een
zelfbedieningsfietssysteem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zelfbedieningsfietssysteem in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
verlopen, krijgt het personeelslid, op zijn verzoek, de jaarlijkse verlopen, krijgt het personeelslid, op zijn verzoek, de jaarlijkse
bijdrage terugbetaald.". bijdrage terugbetaald.".

Art. 27.In hetzelfde besluit, in Boek II, Titel III, wordt een

Art. 27.In hetzelfde besluit, in Boek II, Titel III, wordt een

hoofdstuk IV/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: hoofdstuk IV/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"HOOFDSTUK IV/1 - Telewerkvergoeding". "HOOFDSTUK IV/1 - Telewerkvergoeding".

Art. 28.In hetzelfde besluit, hetzelfde boek en dezelfde titel wordt

Art. 28.In hetzelfde besluit, hetzelfde boek en dezelfde titel wordt

een artikel 405/1 ingevoegd, dat luidt als volgt: een artikel 405/1 ingevoegd, dat luidt als volgt:
"Een aansluitingsvergoeding van twintig euro per maand, "Een aansluitingsvergoeding van twintig euro per maand,
niet-indexeerbaar, wordt toegekend aan de ambtenaar die ten minste 1 niet-indexeerbaar, wordt toegekend aan de ambtenaar die ten minste 1
dag per maand telewerkt. dag per maand telewerkt.
Aanvullend, wordt een kantoorvergoeding van dertig euro per maand, Aanvullend, wordt een kantoorvergoeding van dertig euro per maand,
niet-indexeerbaar, toegekend aan de ambtenaar die ten minste 4 dagen niet-indexeerbaar, toegekend aan de ambtenaar die ten minste 4 dagen
per maand telewerkt. per maand telewerkt.
Werkdagen in een satellietkantoor worden niet meegerekend.". Werkdagen in een satellietkantoor worden niet meegerekend.".

Art. 29.In hetzelfde besluit in Boek II, Titel III, wordt de

Art. 29.In hetzelfde besluit in Boek II, Titel III, wordt de

nummering van HOOFDSTUK IV. - Huisvestingskosten, vervangen door de nummering van HOOFDSTUK IV. - Huisvestingskosten, vervangen door de
volgende nummering: volgende nummering:
" HOOFDSTUK V. - Huisvestingskosten". " HOOFDSTUK V. - Huisvestingskosten".

Art. 30.In hetzelfde besluit in Boek II, Titel III, wordt de

Art. 30.In hetzelfde besluit in Boek II, Titel III, wordt de

nummering van HOOFDSTUK V. - De toelage voor huisbewaarders of hun nummering van HOOFDSTUK V. - De toelage voor huisbewaarders of hun
vervangers, vervangen door de volgende nummering: vervangers, vervangen door de volgende nummering:
" HOOFDSTUK VI. - De toelage voor huisbewaarders of hun vervangers". " HOOFDSTUK VI. - De toelage voor huisbewaarders of hun vervangers".

Art. 31.In hetzelfde besluit in Boek II, Titel III wordt de nummering

Art. 31.In hetzelfde besluit in Boek II, Titel III wordt de nummering

van HOOFDSTUK VI. - Vergoeding van de begrafeniskosten bij overlijden van HOOFDSTUK VI. - Vergoeding van de begrafeniskosten bij overlijden
van een ambtenaar, vervangen door de volgende nummering: van een ambtenaar, vervangen door de volgende nummering:
" HOOFDSTUK VII. - Vergoeding van de begrafeniskosten bij overlijden " HOOFDSTUK VII. - Vergoeding van de begrafeniskosten bij overlijden
van een ambtenaar". van een ambtenaar".

Art. 32.In hetzelfde besluit in Boek II, Titel III, wordt de

Art. 32.In hetzelfde besluit in Boek II, Titel III, wordt de

nummering van HOOFDSTUK VII. - De terbeschikkingstelling van nummering van HOOFDSTUK VII. - De terbeschikkingstelling van
geldsommen om dienstuitgaven te verrichten, vervangen door de volgende geldsommen om dienstuitgaven te verrichten, vervangen door de volgende
nummering: nummering:
" HOOFDSTUK VIII. - De terbeschikkingstelling van geldsommen om " HOOFDSTUK VIII. - De terbeschikkingstelling van geldsommen om
dienstuitgaven te verrichten". dienstuitgaven te verrichten".
HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse HOOFDSTUK IV. - Wijzigingen van het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 betreffende de
rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele rechtspositie en de bezoldigingsregeling van de contractuele
personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels personeelsleden van de instellingen van openbaar nut van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest Hoofdstedelijk Gewest

Art. 33.Artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Art. 33.Artikel 1 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke

Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de Regering van 21 maart 2018 betreffende de rechtspositie en de
bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de bezoldigingsregeling van de contractuele personeelsleden van de
instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
wordt aangevuld met een paragraaf drie, luidende: wordt aangevuld met een paragraaf drie, luidende:
" § 3. De algemene bepalingen die zijn vastgelegd in de artikelen 2 en " § 3. De algemene bepalingen die zijn vastgelegd in de artikelen 2 en
2/1 van het statuut, zijn eveneens van toepassing in het kader van dit 2/1 van het statuut, zijn eveneens van toepassing in het kader van dit
besluit.". besluit.".

Art. 34.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt het getal "14bis"

Art. 34.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt het getal "14bis"

vervangen door het getal "14ter". vervangen door het getal "14ter".
HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 35.Alle door dit besluit gewijzigde procedures die reeds lopende

Art. 35.Alle door dit besluit gewijzigde procedures die reeds lopende

zijn op het moment van inwerkingtreding van dit besluit, worden zijn op het moment van inwerkingtreding van dit besluit, worden
verdergezet overeenkomstig de modaliteiten die voorzien waren vóór de verdergezet overeenkomstig de modaliteiten die voorzien waren vóór de
inwerkingtreding van dit besluit. inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 36.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking

Art. 36.Dit besluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking

ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikelen 6, 7, ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikelen 6, 7,
9 10, 11, 12, 20, 21, 25, 26, 27, 28 die van kracht zijn op 1 april 9 10, 11, 12, 20, 21, 25, 26, 27, 28 die van kracht zijn op 1 april
2022. 2022.

Art. 37.De minister bevoegd voor Ambtenarenzaken wordt belast met de

Art. 37.De minister bevoegd voor Ambtenarenzaken wordt belast met de

uitvoering van dit besluit. uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 juli 2023. Brussel, 6 juli 2023.
Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de
Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van
gewestelijk belang, gewestelijk belang,
R. VERVOORT R. VERVOORT
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met
Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en
van het Imago van Brussel, van het Imago van Brussel,
S. GATZ S. GATZ
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met
Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid,
E. VAN DEN BRANDT E. VAN DEN BRANDT
Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en
Participatieve Democratie, Participatieve Democratie,
A. MARON A. MARON
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk
en Beroepsopleiding, Digitalisering, de Plaatselijke Besturen en en Beroepsopleiding, Digitalisering, de Plaatselijke Besturen en
Dierenwelzijn, Dierenwelzijn,
B. CLERFAYT B. CLERFAYT
^