Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Besluit Van De Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29/09/2022
← Terug naar "Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van Brussel Gas Elektriciteit "
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van Brussel Gas Elektriciteit Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van Brussel Gas Elektriciteit
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST
29 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering 29 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering
houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de
ambtenaren van Brussel Gas Elektriciteit (BRUGEL) ambtenaren van Brussel Gas Elektriciteit (BRUGEL)
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980; Gelet op artikel 20 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980;
Gelet op artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989; Gelet op artikel 8 van de bijzondere wet van 12 januari 1989;
Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie Gelet op de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie
van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,
artikel 30quinquies, ingevoegd door de ordonnantie van 14 december artikel 30quinquies, ingevoegd door de ordonnantie van 14 december
2006 en gewijzigd door de ordonnantie van 20 juli 2011 en artikel 2006 en gewijzigd door de ordonnantie van 20 juli 2011 en artikel
30novies, § 2, eerste en tweede lid, van de ordonnantie van 19 juli 30novies, § 2, eerste en tweede lid, van de ordonnantie van 19 juli
2001; 2001;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve van
20 januari 1993 tot regeling van de toekenning van maaltijdbons aan 20 januari 1993 tot regeling van de toekenning van maaltijdbons aan
het personeel van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk het personeel van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Gewest en van sommige instellingen van openbaar nut die onder het
gezag of de controle staan van de Executieve; gezag of de controle staan van de Executieve;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van
woensdag 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de woensdag 21 maart 2018 houdende het administratief statuut en de
bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de instellingen van
openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27
maart 2014 houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen maart 2014 houdende regeling van de mobiliteit in sommige instellingen
van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29 Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 29
september 2005 tot regeling van de werking van een klachtendienst in september 2005 tot regeling van de werking van een klachtendienst in
het ministerie en de instellingen van openbaar nut van het Brussels het ministerie en de instellingen van openbaar nut van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest; Hoofdstedelijk Gewest;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27 Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 27
april 2006 ter bescherming van de personeelsleden van het ministerie april 2006 ter bescherming van de personeelsleden van het ministerie
en van sommige openbare instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk en van sommige openbare instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het Gewest tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het
werk; werk;
Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24 Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 24
februari 2011 betreffende de rechtshulp aan de personeelsleden van februari 2011 betreffende de rechtshulp aan de personeelsleden van
bepaalde openbare instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bepaalde openbare instellingen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
en de schadeloosstelling van door hen opgelopen zaakschade; en de schadeloosstelling van door hen opgelopen zaakschade;
Gelet op advies nr. 20210921-330 over het voorstel van statuut, Gelet op advies nr. 20210921-330 over het voorstel van statuut,
gegeven door Brussel Gas Elektriciteit - BRUGEL op 21/09/2021; gegeven door Brussel Gas Elektriciteit - BRUGEL op 21/09/2021;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op
03/03/2021; 03/03/2021;
Gelet op protocol nr. (2021/20) van Sectorcomité XV van 30/11/2021; Gelet op protocol nr. (2021/20) van Sectorcomité XV van 30/11/2021;
Gelet op het akkoord van de Minister belast met Begroting, gegeven op Gelet op het akkoord van de Minister belast met Begroting, gegeven op
05/05/2021; 05/05/2021;
Gelet op het voorafgaand akkoord van de Minister bevoegd voor Gelet op het voorafgaand akkoord van de Minister bevoegd voor
Ambtenarenzaken, gegeven op 06/05/2021; Ambtenarenzaken, gegeven op 06/05/2021;
Gelet op advies 70.892/3 van de Raad van State, gegeven op 23 februari Gelet op advies 70.892/3 van de Raad van State, gegeven op 23 februari
2022 en op advies 71.384/3 van de Raad van State, gegeven op 23 mei 2022 en op advies 71.384/3 van de Raad van State, gegeven op 23 mei
2022, in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de wetten op 2022, in toepassing van artikel 84, § 1, lid 1, 2°, van de wetten op
de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de gelijkekansentest van 12 oktober 2020; Gelet op de gelijkekansentest van 12 oktober 2020;
Op voorstel van de Minister belast met Energie, Op voorstel van de Minister belast met Energie,
Na beraadslaging, Na beraadslaging,
Besluit : Besluit :
TITEL I. - Definities TITEL I. - Definities

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan

onder: onder:
1° "Besluit van 21 maart 2018": het besluit van de Brusselse 1° "Besluit van 21 maart 2018": het besluit van de Brusselse
Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het administratief
statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van de
instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
en zijn latere wijzigingen; en zijn latere wijzigingen;
2° "Brussel Gas Elektriciteit", afgekort "BRUGEL": de 2° "Brussel Gas Elektriciteit", afgekort "BRUGEL": de
Reguleringscommissie voor Energie in het Brussels Hoofdstedelijk Reguleringscommissie voor Energie in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest. Gewest.
TITEL II. - Aanpassing van de bepalingen die gelden voor de ambtenaren TITEL II. - Aanpassing van de bepalingen die gelden voor de ambtenaren
van instellingen van openbaar nut van categorie B van het Brussels van instellingen van openbaar nut van categorie B van het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest met het oog op hun toepassing op de ambtenaren Hoofdstedelijk Gewest met het oog op hun toepassing op de ambtenaren
van BRUGEL van BRUGEL
HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Art. 2.Onder voorbehoud van de specifieke bepalingen vervat in dit

Art. 2.Onder voorbehoud van de specifieke bepalingen vervat in dit

besluit, zijn de bepalingen die gelden voor de ambtenaren van de besluit, zijn de bepalingen die gelden voor de ambtenaren van de
instellingen van openbaar nut van categorie B, vervat in het besluit instellingen van openbaar nut van categorie B, vervat in het besluit
van 21 maart 2018 en in zijn latere wijzigingen, van toepassing op de van 21 maart 2018 en in zijn latere wijzigingen, van toepassing op de
ambtenaren van BRUGEL. ambtenaren van BRUGEL.

Art. 3.Onder "Regering", onder "ambtenaren-generaal", onder "leidend

Art. 3.Onder "Regering", onder "ambtenaren-generaal", onder "leidend

ambtenaren", onder "directeur-generaal" en ambtenaren", onder "directeur-generaal" en
"adjunct-directeur-generaal", onder "directieraad" of "voorzitter van "adjunct-directeur-generaal", onder "directieraad" of "voorzitter van
de directieraad", onder "benoemende overheid" en onder "functioneel de directieraad", onder "benoemende overheid" en onder "functioneel
bevoegde minister" dient te worden verstaan, behoudens andersluidende bevoegde minister" dient te worden verstaan, behoudens andersluidende
vermelding in dit besluit, de Raad van Bestuur van BRUGEL opgericht en vermelding in dit besluit, de Raad van Bestuur van BRUGEL opgericht en
georganiseerd door de artikelen 30ter tot 30septies van de ordonnantie georganiseerd door de artikelen 30ter tot 30septies van de ordonnantie
van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt
in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Onder "Verantwoordelijke van de Administratieve Eenheid (VAE)" dient Onder "Verantwoordelijke van de Administratieve Eenheid (VAE)" dient
te worden verstaan, behoudens andersluidende vermelding in dit te worden verstaan, behoudens andersluidende vermelding in dit
besluit, de Directeur. besluit, de Directeur.
HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten van het besluit van de HOOFDSTUK II. - Toepassingsmodaliteiten van het besluit van de
Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 maart 2018 houdende het
administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren
van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk van de instellingen van openbaar nut van het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest Gewest
Afdeling 1. - Rechten en plichten Afdeling 1. - Rechten en plichten

Art. 4.In het voornoemde besluit wordt een artikel 14bis ingevoegd:

Art. 4.In het voornoemde besluit wordt een artikel 14bis ingevoegd:

"

Art. 14bis.De leden van de Geschillendienst worden aangewezen onder

"

Art. 14bis.De leden van de Geschillendienst worden aangewezen onder

het personeel van BRUGEL voor een termijn die niet korter mag zijn dan het personeel van BRUGEL voor een termijn die niet korter mag zijn dan
drie jaar. drie jaar.
Zij kunnen van geen enkele overheid instructies krijgen in het kader Zij kunnen van geen enkele overheid instructies krijgen in het kader
van de behandeling van klachten. van de behandeling van klachten.
Zij kunnen niet uit hun functie worden ontslagen zonder gegronde Zij kunnen niet uit hun functie worden ontslagen zonder gegronde
reden, namelijk elke wettelijk gerechtvaardigde reden die geen afbreuk reden, namelijk elke wettelijk gerechtvaardigde reden die geen afbreuk
doet aan hun onafhankelijkheid en hun onpartijdigheid.". doet aan hun onafhankelijkheid en hun onpartijdigheid.".
Afdeling 2. - Graden Afdeling 2. - Graden

Art. 5.Artikel 16, tweede lid, van het besluit van 21 maart 2018

Art. 5.Artikel 16, tweede lid, van het besluit van 21 maart 2018

dient als volgt te worden gelezen: dient als volgt te worden gelezen:
"De rangen worden als volgt verdeeld onder de niveaus: "De rangen worden als volgt verdeeld onder de niveaus:
1° in niveau A, drie rangen, nl. A1, A2 en A3; 1° in niveau A, drie rangen, nl. A1, A2 en A3;
2° in niveau B, twee rangen, nl. B1 en B2; 2° in niveau B, twee rangen, nl. B1 en B2;
3° in niveau C, twee rangen, nl. C1 en C2.". 3° in niveau C, twee rangen, nl. C1 en C2.".

Art. 6.Artikel 17 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

Art. 6.Artikel 17 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

gelezen: gelezen:
"

Art. 17.De volgende graden worden gecreëerd:

"

Art. 17.De volgende graden worden gecreëerd:

in rang A3: directeur, ingenieur-directeur; in rang A3: directeur, ingenieur-directeur;
in rang A2: eerste attaché, eerste ingenieur en raadgever-deskundige; in rang A2: eerste attaché, eerste ingenieur en raadgever-deskundige;
in rang A1: attaché en ingenieur; in rang A1: attaché en ingenieur;
in rang B2: eerste assistent; in rang B2: eerste assistent;
in rang B1: assistent; in rang B1: assistent;
in rang C2: eerste adjunct; in rang C2: eerste adjunct;
in rang C1: adjunct.". in rang C1: adjunct.".
Afdeling 3. - Het personeelsplan Afdeling 3. - Het personeelsplan

Art. 7.In artikel 19 van hetzelfde besluit, is § 1 niet van

Art. 7.In artikel 19 van hetzelfde besluit, is § 1 niet van

toepassing op de aan onderhavig besluit onderworpen ambtenaren. toepassing op de aan onderhavig besluit onderworpen ambtenaren.
§ 2 en § 3 van hetzelfde artikel dienen als volgt te worden gelezen: § 2 en § 3 van hetzelfde artikel dienen als volgt te worden gelezen:
" § 2. In de instellingen van categorie B, bepaalt het personeelsplan, " § 2. In de instellingen van categorie B, bepaalt het personeelsplan,
per functiedomein, per niveau, per rang en per graad, het aantal per functiedomein, per niveau, per rang en per graad, het aantal
statutaire en contractuele personeelsleden uitgedrukt in voltijdse statutaire en contractuele personeelsleden uitgedrukt in voltijdse
equivalenten dat noodzakelijk worden geacht voor de uitvoering van de equivalenten dat noodzakelijk worden geacht voor de uitvoering van de
opdrachten toegewezen aan de instelling. opdrachten toegewezen aan de instelling.
De Directeurs bereiden ten minste een ontwerp van personeelsplan voor De Directeurs bereiden ten minste een ontwerp van personeelsplan voor
per begrotingsjaar en maken dit over aan de Raad van Bestuur. per begrotingsjaar en maken dit over aan de Raad van Bestuur.
De Directeurs raadplegen de diensthoofden. De Directeurs raadplegen de diensthoofden.
Het ontwerp van personeelsplan moet verenigbaar zijn met de Het ontwerp van personeelsplan moet verenigbaar zijn met de
beschikbare begrotingsmiddelen voor het betrokken begrotingsjaar. beschikbare begrotingsmiddelen voor het betrokken begrotingsjaar.
De Raad van Bestuur maakt het ontwerpplan voor advies over aan de De Raad van Bestuur maakt het ontwerpplan voor advies over aan de
Minister, en keurt dit goed na een termijn van één maand vanaf de Minister, en keurt dit goed na een termijn van één maand vanaf de
datum van verzending. datum van verzending.
§ 3. Bij afwezigheid van een personeelsplan vóór het nieuwe § 3. Bij afwezigheid van een personeelsplan vóór het nieuwe
begrotingsjaar, blijft het vorige plan van toepassing.". begrotingsjaar, blijft het vorige plan van toepassing.".
Afdeling 4. - De Raad van Bestuur en de Directeurs Afdeling 4. - De Raad van Bestuur en de Directeurs

Art. 8.Het opschrift van HOOFDSTUK VI van TITEL II van hetzelfde

Art. 8.Het opschrift van HOOFDSTUK VI van TITEL II van hetzelfde

besluit dient als volgt te worden gelezen: besluit dient als volgt te worden gelezen:
"HOOFDSTUK VI. - De Raad van Bestuur en de Directeurs". "HOOFDSTUK VI. - De Raad van Bestuur en de Directeurs".

Art. 9.De artikelen 23 en 24 van hetzelfde besluit zijn niet van

Art. 9.De artikelen 23 en 24 van hetzelfde besluit zijn niet van

toepassing op de aan onderhavig besluit onderworpen ambtenaren. toepassing op de aan onderhavig besluit onderworpen ambtenaren.

Art. 10.Artikel 25 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

Art. 10.Artikel 25 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

gelezen: gelezen:
"

Art. 25.§ 1. De Raad van Bestuur is collegiaal belast met de

"

Art. 25.§ 1. De Raad van Bestuur is collegiaal belast met de

opdrachten die de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de opdrachten die de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de
organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest en haar latere wijzigingen, hem toekennen. Gewest en haar latere wijzigingen, hem toekennen.
De Raad van Bestuur is het hoofd administratie van BRUGEL. De Raad van Bestuur is het hoofd administratie van BRUGEL.
§ 2. De Directeurs voeren de taken uit die de Raad van Bestuur hun § 2. De Directeurs voeren de taken uit die de Raad van Bestuur hun
toekent, met name inzake het dagelijks beheer. toekent, met name inzake het dagelijks beheer.
Zij stellen aan deze op eigen initiatief elk advies of elke Zij stellen aan deze op eigen initiatief elk advies of elke
ontwerpbeslissing voor betreffende de opdrachten van BRUGEL. ontwerpbeslissing voor betreffende de opdrachten van BRUGEL.
Zij zijn de hiërarchische meerderen van het personeel van BRUGEL, Zij zijn de hiërarchische meerderen van het personeel van BRUGEL,
handelend onder het gezag van de Raad van Bestuur, als hoofden handelend onder het gezag van de Raad van Bestuur, als hoofden
administratie van BRUGEL. administratie van BRUGEL.
§ 3. De Directeurs staan in voor het dagelijkse beheer. § 3. De Directeurs staan in voor het dagelijkse beheer.
Afdeling 5. - De werving en de selectie Afdeling 5. - De werving en de selectie

Art. 11.Het protocol bedoeld in artikel 27 van hetzelfde besluit

Art. 11.Het protocol bedoeld in artikel 27 van hetzelfde besluit

wordt eveneens gesloten voor BRUGEL. wordt eveneens gesloten voor BRUGEL.
De Minister pleegt eveneens overleg met de Raad van Bestuur van De Minister pleegt eveneens overleg met de Raad van Bestuur van
BRUGEL. BRUGEL.
De Raad van Bestuur pleegt voorafgaandelijk overleg met de Directeurs De Raad van Bestuur pleegt voorafgaandelijk overleg met de Directeurs
van BRUGEL. van BRUGEL.

Art. 12.In artikel 28 van hetzelfde besluit, dient punt 2° als volgt

Art. 12.In artikel 28 van hetzelfde besluit, dient punt 2° als volgt

te worden gelezen: te worden gelezen:
"Slagen voor de door SELOR voorziene vergelijkende proeven die worden "Slagen voor de door SELOR voorziene vergelijkende proeven die worden
georganiseerd door Brussel Openbaar Ambt of, bij gebreke hieraan, de georganiseerd door Brussel Openbaar Ambt of, bij gebreke hieraan, de
Raad van Bestuur.". Raad van Bestuur.".
Afdeling 6. - De hiërarchische loopbaan Afdeling 6. - De hiërarchische loopbaan

Art. 13.In artikel 78, § 2, 1°, moet worden verstaan onder "een

Art. 13.In artikel 78, § 2, 1°, moet worden verstaan onder "een

personeelslid van minstens rang A3", "een personeelslid van minstens personeelslid van minstens rang A3", "een personeelslid van minstens
rang A3 of een lid van de Raad van Bestuur". rang A3 of een lid van de Raad van Bestuur".
In § 4 van hetzelfde artikel is het eerste lid niet van toepassing op In § 4 van hetzelfde artikel is het eerste lid niet van toepassing op
de aan onderhavig besluit onderworpen ambtenaren. de aan onderhavig besluit onderworpen ambtenaren.

Art. 14.In artikel 87, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit moet

Art. 14.In artikel 87, tweede lid, 1°, van hetzelfde besluit moet

worden verstaan onder een "HRM-verantwoordelijke of diens worden verstaan onder een "HRM-verantwoordelijke of diens
afgevaardigde van minstens rang C1", "de Directeurs". afgevaardigde van minstens rang C1", "de Directeurs".
In hetzelfde artikel, tweede lid, 2° moeten de woorden "twee leden die In hetzelfde artikel, tweede lid, 2° moeten de woorden "twee leden die
behoren tot de instelling waarin de betrekking moet worden ingevuld en behoren tot de instelling waarin de betrekking moet worden ingevuld en
die beschikken over een kwalificatie en professionele ervaring die beschikken over een kwalificatie en professionele ervaring
aangaande deze in te vullen betrekking of over een expertise beschikt aangaande deze in te vullen betrekking of over een expertise beschikt
met betrekking tot de materies die tot de in te vullen betrekking met betrekking tot de materies die tot de in te vullen betrekking
behoren" worden vervangen door de woorden "twee ambtenaren aangeduid behoren" worden vervangen door de woorden "twee ambtenaren aangeduid
door de Raad van Bestuur". door de Raad van Bestuur".
Afdeling 7. - De functionele loopbaan Afdeling 7. - De functionele loopbaan

Art. 15.In artikel 99, lid 1, 1°, van hetzelfde besluit, moet het

Art. 15.In artikel 99, lid 1, 1°, van hetzelfde besluit, moet het

woord "negen" vervangen worden door het woord "zes". woord "negen" vervangen worden door het woord "zes".
Afdeling 8. - De evaluatie Afdeling 8. - De evaluatie

Art. 16.De evaluator van de Directeurs is de Raad van Bestuur.

Art. 16.De evaluator van de Directeurs is de Raad van Bestuur.

Hetzelfde geldt voor iedere ambtenaar binnen wiens hiërarchie er geen Hetzelfde geldt voor iedere ambtenaar binnen wiens hiërarchie er geen
ambtenaar zou zijn die beantwoordt aan de eisen gesteld in artikel 125 ambtenaar zou zijn die beantwoordt aan de eisen gesteld in artikel 125
van hetzelfde besluit. van hetzelfde besluit.
In artikel 125, § 2, eerste lid, moet worden verstaan onder "het In artikel 125, § 2, eerste lid, moet worden verstaan onder "het
personeelslid", "het personeelslid of het lid van de Raad van personeelslid", "het personeelslid of het lid van de Raad van
Bestuur". Bestuur".

Art. 17.Het evaluatieverslag bedoeld in het tweede lid van artikel

Art. 17.Het evaluatieverslag bedoeld in het tweede lid van artikel

131 van hetzelfde besluit wordt eveneens gericht aan de Directeur. 131 van hetzelfde besluit wordt eveneens gericht aan de Directeur.

Art. 18.Voor de toepassing van artikel 147, § 2, vierde lid, van

Art. 18.Voor de toepassing van artikel 147, § 2, vierde lid, van

hetzelfde besluit, wordt de toelage bedoeld in artikel 34 van hetzelfde besluit, wordt de toelage bedoeld in artikel 34 van
onderhavig besluit ook in rekening genomen. onderhavig besluit ook in rekening genomen.
Afdeling 9. - De afwezigheden en de verloven Afdeling 9. - De afwezigheden en de verloven

Art. 19.De verloven om politieke redenen, bedoeld in HOOFDSTUK VIII

Art. 19.De verloven om politieke redenen, bedoeld in HOOFDSTUK VIII

van TITEL VII van BOEK I van hetzelfde besluit, kunnen niet worden van TITEL VII van BOEK I van hetzelfde besluit, kunnen niet worden
toegekend ten belope van meer dan halftijds werk, tenzij een vervanger toegekend ten belope van meer dan halftijds werk, tenzij een vervanger
met dezelfde bekwaamheid beschikbaar zou zijn en, in voorkomend geval, met dezelfde bekwaamheid beschikbaar zou zijn en, in voorkomend geval,
vergoed wordt met behulp van bijkomende noodzakelijke vergoed wordt met behulp van bijkomende noodzakelijke
begrotingsmiddelen die worden toegekend aan BRUGEL. begrotingsmiddelen die worden toegekend aan BRUGEL.
Afdeling 10. - De vorming Afdeling 10. - De vorming

Art. 20.Artikel 271 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

Art. 20.Artikel 271 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

gelezen: gelezen:
"

Art. 272.Het vormingsplan wordt opgesteld in samenwerking met de

"

Art. 272.Het vormingsplan wordt opgesteld in samenwerking met de

Directeur na raadpleging van de diensthoofden.". Directeur na raadpleging van de diensthoofden.".
Afdeling 11. - De tuchtregeling Afdeling 11. - De tuchtregeling

Art. 21.De bepalingen van HOOFDSTUK III van TITEL IX van BOEK I van

Art. 21.De bepalingen van HOOFDSTUK III van TITEL IX van BOEK I van

hetzelfde besluit betreffende de gewestelijke kamer van beroep, zijn hetzelfde besluit betreffende de gewestelijke kamer van beroep, zijn
niet van toepassing op de aan onderhavig besluit onderworpen niet van toepassing op de aan onderhavig besluit onderworpen
ambtenaren. ambtenaren.
Onderafdeling 1. - De gemeenschappelijke raad van beroep voor de Onderafdeling 1. - De gemeenschappelijke raad van beroep voor de
instellingen van openbaar nut instellingen van openbaar nut

Art. 22.Artikel 311, 1°, van hetzelfde besluit dient als volgt te

Art. 22.Artikel 311, 1°, van hetzelfde besluit dient als volgt te

worden gelezen: worden gelezen:
"1° de gewestelijke kamer van beroep voor de instellingen van openbaar "1° de gewestelijke kamer van beroep voor de instellingen van openbaar
nut die kennis neemt van beroepen inzake tuchtzaken van de ambtenaren nut die kennis neemt van beroepen inzake tuchtzaken van de ambtenaren
van alle niveaus die zijn onderworpen aan onderhavig besluit, met van alle niveaus die zijn onderworpen aan onderhavig besluit, met
inbegrip van de Directeurs.". inbegrip van de Directeurs.".
Onderafdeling 2. - De uitspraak van de tuchtstraf naar aanleiding van Onderafdeling 2. - De uitspraak van de tuchtstraf naar aanleiding van
het beroep het beroep

Art. 23.Artikel 306, eerste lid, van hetzelfde besluit dient als

Art. 23.Artikel 306, eerste lid, van hetzelfde besluit dient als

volgt te worden gelezen: volgt te worden gelezen:
"De Raad van Bestuur spreekt de tuchtstraf uit voor alle ambtenaren "De Raad van Bestuur spreekt de tuchtstraf uit voor alle ambtenaren
van BRUGEL.". van BRUGEL.".
Afdeling 12 Afdeling 12
De onverenigbaarheden en cumulatie van beroepsactiviteiten De onverenigbaarheden en cumulatie van beroepsactiviteiten

Art. 24.Artikel 318, tweede lid, van hetzelfde besluit dient als

Art. 24.Artikel 318, tweede lid, van hetzelfde besluit dient als

volgt te worden gelezen: volgt te worden gelezen:
"De ambtenaar die verkozen is moet de Directeurs hiervan "De ambtenaar die verkozen is moet de Directeurs hiervan
verwittigen.". verwittigen.".

Art. 25.Artikel 321 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

Art. 25.Artikel 321 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

gelezen: gelezen:
"De aanvraag tot cumulatie wordt schriftelijk ingediend bij de "De aanvraag tot cumulatie wordt schriftelijk ingediend bij de
hiërarchische meerdere door middel van een modelformulier dat door het hiërarchische meerdere door middel van een modelformulier dat door het
HRM wordt verstrekt. HRM wordt verstrekt.
De hiërarchische meerdere geeft vooraf in het vak dat op het formulier De hiërarchische meerdere geeft vooraf in het vak dat op het formulier
daartoe is voorzien, een gemotiveerd advies en zendt dit formulier daartoe is voorzien, een gemotiveerd advies en zendt dit formulier
naar de Directeurs.". naar de Directeurs.".

Art. 26.Artikel 322 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

Art. 26.Artikel 322 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

gelezen: gelezen:
"De toestemming wordt verleend of geweigerd door de Directeurs. "De toestemming wordt verleend of geweigerd door de Directeurs.
Bij weigering, kan beroep worden ingesteld worden bij Raad van Bestuur Bij weigering, kan beroep worden ingesteld worden bij Raad van Bestuur
die een beslissing neemt. die een beslissing neemt.
Voor de Directeurs wordt de toestemming verleend of geweigerd door de Voor de Directeurs wordt de toestemming verleend of geweigerd door de
Raad van Bestuur". Raad van Bestuur".

Art. 27.Artikel 324 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

Art. 27.Artikel 324 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

gelezen: gelezen:
"De toestemming kan worden opgeheven door de Directeurs. "De toestemming kan worden opgeheven door de Directeurs.
Hun beslissing moet gemotiveerd worden.". Hun beslissing moet gemotiveerd worden.".
Afdeling 13. - Het verlies van de hoedanigheid van ambtenaar en de Afdeling 13. - Het verlies van de hoedanigheid van ambtenaar en de
definitieve ambtsneerlegging definitieve ambtsneerlegging

Art. 28.In artikel 330, § 2, dient het 3e lid als volgt te worden

Art. 28.In artikel 330, § 2, dient het 3e lid als volgt te worden

gelezen: gelezen:
"De beslissing wordt genomen door de Raad van Bestuur.". "De beslissing wordt genomen door de Raad van Bestuur.".
Afdeling 14. - De weddeschalen Afdeling 14. - De weddeschalen

Art. 29.Artikel 334 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

Art. 29.Artikel 334 van hetzelfde besluit dient als volgt te worden

gelezen: gelezen:
"

Art. 334.Aan de graden die de ambtenaren kunnen bekleden, zijn de

"

Art. 334.Aan de graden die de ambtenaren kunnen bekleden, zijn de

volgende schalen verbonden: volgende schalen verbonden:
NIVEAU A NIVEAU A
Directeur: A300 - A310 Directeur: A300 - A310
Ingenieur-Directeur : I310 Ingenieur-Directeur : I310
Raadgever-deskundige: A210 - A220 - A230 Raadgever-deskundige: A210 - A220 - A230
Eerste ingenieur: A220 Eerste ingenieur: A220
Eerste attaché: A220 - A210 - A200 Eerste attaché: A220 - A210 - A200
Ingenieur: A113 - A112 - A111 Ingenieur: A113 - A112 - A111
Attaché: A103 - A102 - A101 Attaché: A103 - A102 - A101
NIVEAU B NIVEAU B
Eerste assistent: B200 Eerste assistent: B200
Assistent: B103 - B102 - B101 Assistent: B103 - B102 - B101
NIVEAU C NIVEAU C
Eerste adjunct: C200 Eerste adjunct: C200
Adjunct: C103 - C102 - C101.". Adjunct: C103 - C102 - C101.".
Afdeling 15. - De toelagen en de premies Afdeling 15. - De toelagen en de premies

Art. 30.§ 1. Er wordt aan de ambtenaren van BRUGEL een jaarlijkse

Art. 30.§ 1. Er wordt aan de ambtenaren van BRUGEL een jaarlijkse

toelage toegekend die 4% van hun jaarlijks bruto barema bedraagt. toelage toegekend die 4% van hun jaarlijks bruto barema bedraagt.
§ 2. De ambtenaren van BRUGEL van niveau A genieten eveneens een § 2. De ambtenaren van BRUGEL van niveau A genieten eveneens een
jaarlijkse aanvullende toelage waarvan het bedrag forfaitair is jaarlijkse aanvullende toelage waarvan het bedrag forfaitair is
vastgesteld op 3.500€. vastgesteld op 3.500€.
Deze aanvullende toelage kan niet worden gecumuleerd met de Deze aanvullende toelage kan niet worden gecumuleerd met de
ingenieurstoelage bedoeld in artikel 377 van het besluit van 21 maart ingenieurstoelage bedoeld in artikel 377 van het besluit van 21 maart
2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling 2018 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling
van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het van de ambtenaren van de instellingen van openbaar nut van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
§ 3. De toelage voorzien in § 2 is gekoppeld aan de schommelingen van § 3. De toelage voorzien in § 2 is gekoppeld aan de schommelingen van
de prijsindex bedoeld in het koninklijk besluit van 24 december 1993 de prijsindex bedoeld in het koninklijk besluit van 24 december 1993
ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van 's
lands concurrentievermogen; daartoe is zij gekoppeld aan de spilindex lands concurrentievermogen; daartoe is zij gekoppeld aan de spilindex
138,01. 138,01.
§ 4. De toelagen bedoeld in de §§ 1 en 2 worden betaald samen met de § 4. De toelagen bedoeld in de §§ 1 en 2 worden betaald samen met de
wedde van de maand waarop ze betrekking hebben. wedde van de maand waarop ze betrekking hebben.
Zij worden betaald in dezelfde mate en volgens dezelfde modaliteiten Zij worden betaald in dezelfde mate en volgens dezelfde modaliteiten
als de wedde, indien deze niet voor de gehele maand is verschuldigd. als de wedde, indien deze niet voor de gehele maand is verschuldigd.

Art. 31.§ 1. Artikel 378, § 4, lid 1, dient als volgt te worden

Art. 31.§ 1. Artikel 378, § 4, lid 1, dient als volgt te worden

gelezen: gelezen:
"De Directeurs bereiden een projectdossier voor en leggen dit ter "De Directeurs bereiden een projectdossier voor en leggen dit ter
goedkeuring aan de Raad van Bestuur voor.". goedkeuring aan de Raad van Bestuur voor.".
§ 2. In artikel 378 van hetzelfde besluit, dient te worden verstaan § 2. In artikel 378 van hetzelfde besluit, dient te worden verstaan
onder "indiener van het project", de Directeurs. onder "indiener van het project", de Directeurs.
Afdeling 16. - Diverse bepalingen Afdeling 16. - Diverse bepalingen

Art. 32.De artikelen 430 tot 473 van hetzelfde besluit zijn niet van

Art. 32.De artikelen 430 tot 473 van hetzelfde besluit zijn niet van

toepassing op de aan onderhavig besluit onderworpen ambtenaren. toepassing op de aan onderhavig besluit onderworpen ambtenaren.
TITEL III. - Overgangsbepaling TITEL III. - Overgangsbepaling

Art. 33.De ambtenaar die op het ogenblik van de inwerkingtreding van

Art. 33.De ambtenaar die op het ogenblik van de inwerkingtreding van

onderhavig besluit de functie van Directeur van BRUGEL waarneemt, onderhavig besluit de functie van Directeur van BRUGEL waarneemt,
geniet de weddenschaal A310 in de graad die overeenstemt met zijn geniet de weddenschaal A310 in de graad die overeenstemt met zijn
geldelijke anciënniteit. geldelijke anciënniteit.
TITEL IV. - Opheffingsbepaling TITEL IV. - Opheffingsbepaling

Art. 34.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23

Art. 34.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 23

mei 2014 houdende het administratief statuut en de mei 2014 houdende het administratief statuut en de
bezoldigingsregeling van de ambtenaren van Brussel Gas Elektriciteit bezoldigingsregeling van de ambtenaren van Brussel Gas Elektriciteit
(BRUGEL), gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke (BRUGEL), gewijzigd bij de besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke
Regering van 21 april 2016, wordt opgeheven. Regering van 21 april 2016, wordt opgeheven.
TITEL V. - Slotbepalingen TITEL V. - Slotbepalingen

Art. 35.De Minister van Ambtenarenzaken en de Minister van Energie

Art. 35.De Minister van Ambtenarenzaken en de Minister van Energie

zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 29 september 2022. Brussel, 29 september 2022.
De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering,
belast met Territoriale Ontwikkeling, Stadsvernieuwing, Toerisme, belast met Territoriale Ontwikkeling, Stadsvernieuwing, Toerisme,
Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van Promotie van het Imago van Brussel en Biculturele Zaken van
Gewestelijk Belang, Gewestelijk Belang,
R. VERVOORT R. VERVOORT
De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met
Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve democratie, Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve democratie,
A. MARON A. MARON
^