Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
---|---|
BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST | BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST |
22 JULI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot | 22 JULI 2019. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot |
vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers | vaststelling van de verdeling van de bevoegdheden tussen de ministers |
van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering | van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering |
DE BRUSSELSE HOOFSTEDELIJKE REGERING, | DE BRUSSELSE HOOFSTEDELIJKE REGERING, |
Gelet op de artikelen 3, 39, 151, § 1, 2° en 3°, en 166, § 2 van de | Gelet op de artikelen 3, 39, 151, § 1, 2° en 3°, en 166, § 2 van de |
Grondwet, gecoördineerd bij de wet van 17 februari 1994; | Grondwet, gecoördineerd bij de wet van 17 februari 1994; |
Gelet op de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de | Gelet op de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de |
agglomeraties en de federaties van gemeenten, gewijzigd bij de | agglomeraties en de federaties van gemeenten, gewijzigd bij de |
bijzondere wet van 21 augustus 1987; | bijzondere wet van 21 augustus 1987; |
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der | Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus | instellingen, zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus |
1988, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de | 1988, bij de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de |
financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, bij de bijzondere | financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, bij de bijzondere |
wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale | wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale |
staatsstructuur, bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende | staatsstructuur, bij de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende |
overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de | overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de |
gemeenschappen en bij de bijzondere wet van 6 januari 2014 met | gemeenschappen en bij de bijzondere wet van 6 januari 2014 met |
betrekking tot de Zesde Staatshervorming; | betrekking tot de Zesde Staatshervorming; |
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de | Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de |
Brusselse instellingen, zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 | Brusselse instellingen, zoals gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 |
juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en bij de | juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur en bij de |
bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse | bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse |
bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen en bij de bijzondere | bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen en bij de bijzondere |
wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming; | wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de Zesde Staatshervorming; |
Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de | Gelet op de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de |
financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd bij de | financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, gewijzigd bij de |
bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale | bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale |
staatsstructuur en bij de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot | staatsstructuur en bij de bijzondere wet van 6 januari 2014 tot |
hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, | hervorming van de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, |
tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot | tot uitbreiding van de fiscale autonomie van de gewesten en tot |
financiering van de nieuwe bevoegdheden; | financiering van de nieuwe bevoegdheden; |
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk | Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk |
besluit van 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3; | besluit van 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3; |
Gelet op de dringende noodzakelijkheid voor de Regering om onverwijld | Gelet op de dringende noodzakelijkheid voor de Regering om onverwijld |
het werk aan te vatten, | het werk aan te vatten, |
Besluit : | Besluit : |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet onder "bijzondere |
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet onder "bijzondere |
wet" worden verstaan de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot | wet" worden verstaan de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot |
hervorming der instellingen, zoals gewijzigd. | hervorming der instellingen, zoals gewijzigd. |
Art. 2.Dhr. Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse |
Art. 2.Dhr. Rudi Vervoort, Minister-President van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering, belast met territoriale ontwikkeling en | Hoofdstedelijke Regering, belast met territoriale ontwikkeling en |
stadsvernieuwing, toerisme, de promotie van het imago van Brussel en | stadsvernieuwing, toerisme, de promotie van het imago van Brussel en |
biculturele zaken van gewestelijk belang, is bevoegd voor: | biculturele zaken van gewestelijk belang, is bevoegd voor: |
1° de coördinatie van het beleid van de Regering; | 1° de coördinatie van het beleid van de Regering; |
2° het secretariaat en de kanselarij van de Regering; | 2° het secretariaat en de kanselarij van de Regering; |
3° de vertegenwoordiging bij het Overlegcomité Federale Regering - | 3° de vertegenwoordiging bij het Overlegcomité Federale Regering - |
regeringen van gemeenschappen en gewesten, zoals omschreven in artikel | regeringen van gemeenschappen en gewesten, zoals omschreven in artikel |
31, § 1, 5° van de wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der | 31, § 1, 5° van de wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen, gewijzigd bij de wet van 16 juni 1989 houdende diverse | instellingen, gewijzigd bij de wet van 16 juni 1989 houdende diverse |
institutionele hervormingen; | institutionele hervormingen; |
4° het veiligheids- en preventiebeleid, overeenkomstig artikel 4, § | 4° het veiligheids- en preventiebeleid, overeenkomstig artikel 4, § |
2quater, 3° en 4° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van | 2quater, 3° en 4° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van |
de agglomeraties en de federaties van gemeenten en artikel 11bis van | de agglomeraties en de federaties van gemeenten en artikel 11bis van |
de bijzondere wet, met inbegrip van de met de gemeenten gesloten | de bijzondere wet, met inbegrip van de met de gemeenten gesloten |
veiligheidscontracten; | veiligheidscontracten; |
5° de ruimtelijke ordening, zoals omschreven in artikel 6, § 1, I, van | 5° de ruimtelijke ordening, zoals omschreven in artikel 6, § 1, I, van |
de bijzondere wet, met inbegrip van de coördinatie, in het kader van | de bijzondere wet, met inbegrip van de coördinatie, in het kader van |
de herwaardering van de kwetsbare wijken, van de wijkcontracten, de | de herwaardering van de kwetsbare wijken, van de wijkcontracten, de |
initiatiefwijken en de coördinatie van de desbetreffende Europese | initiatiefwijken en de coördinatie van de desbetreffende Europese |
fondsen, met uitzondering van: | fondsen, met uitzondering van: |
- stedenbouw, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, 1° van de bijzondere | - stedenbouw, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, 1° van de bijzondere |
wet, | wet, |
- monumenten en landschappen zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, 7° | - monumenten en landschappen zoals bedoeld in artikel 6, § 1, I, 7° |
van de bijzondere wet; | van de bijzondere wet; |
6° het bezoldigd vervoer van personen zoals bedoeld in artikel 4, § 2, | 6° het bezoldigd vervoer van personen zoals bedoeld in artikel 4, § 2, |
2° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de | 2° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de |
agglomeraties en de federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van | agglomeraties en de federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van |
21 augustus 1987; | 21 augustus 1987; |
7° de bepaling van de gerechtelijke procedure die van toepassing is in | 7° de bepaling van de gerechtelijke procedure die van toepassing is in |
geval van onteigening ten algemenen nutte, overeenkomstig artikel | geval van onteigening ten algemenen nutte, overeenkomstig artikel |
6quater van de bijzondere wet; | 6quater van de bijzondere wet; |
8° het beheer van de gebouwen van het Ministerie en de kabinetten; | 8° het beheer van de gebouwen van het Ministerie en de kabinetten; |
9° het bepalen van de personen die gemachtigd zijn voor het | 9° het bepalen van de personen die gemachtigd zijn voor het |
authenticeren van de handelingen bedoeld in artikel 6quinquies van de | authenticeren van de handelingen bedoeld in artikel 6quinquies van de |
bijzondere wet; | bijzondere wet; |
10° de Kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de | 10° de Kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de |
temporaliën van de erediensten; | temporaliën van de erediensten; |
11° de biculturele aangelegenheden van gewestelijk belang, | 11° de biculturele aangelegenheden van gewestelijk belang, |
overeenkomstig artikel 4bis, 3° van de bijzondere wet met betrekking | overeenkomstig artikel 4bis, 3° van de bijzondere wet met betrekking |
tot de Brusselse instellingen; | tot de Brusselse instellingen; |
12° het toerisme, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, 9° van de | 12° het toerisme, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, VI, 9° van de |
bijzondere wet, met inbegrip van de vestigingsvoorwaarden inzake | bijzondere wet, met inbegrip van de vestigingsvoorwaarden inzake |
toerisme; | toerisme; |
13° het nationaal en internationaal imago van Brussel; | 13° het nationaal en internationaal imago van Brussel; |
14° het gelijkekansenbeleid; | 14° het gelijkekansenbeleid; |
15° huisvesting, zoals bepaald in artikel 6, § 1, IV, van de | 15° huisvesting, zoals bepaald in artikel 6, § 1, IV, van de |
bijzondere wet. | bijzondere wet. |
Art. 3.Mevrouw Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse |
Art. 3.Mevrouw Elke Van den Brandt, Minister van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering, belast met mobiliteit, openbare werken en | Hoofdstedelijke Regering, belast met mobiliteit, openbare werken en |
verkeersveiligheid, is bevoegd voor: | verkeersveiligheid, is bevoegd voor: |
1° de vertegenwoordiging bij het Overlegcomité Federale Regering - | 1° de vertegenwoordiging bij het Overlegcomité Federale Regering - |
regeringen van gemeenschappen en gewesten, zoals omschreven in artikel | regeringen van gemeenschappen en gewesten, zoals omschreven in artikel |
31, § 1, 5°, van de wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der | 31, § 1, 5°, van de wet van 9 augustus 1980 tot hervorming der |
instellingen; | instellingen; |
2° de openbare werken en het vervoer, zoals bepaald in artikel 6, § 1, | 2° de openbare werken en het vervoer, zoals bepaald in artikel 6, § 1, |
X, van de bijzondere wet, met uitzondering van: | X, van de bijzondere wet, met uitzondering van: |
- de Haven van Brussel en | - de Haven van Brussel en |
- het bezoldigd vervoer van personen zoals bedoeld in artikel 4, § 2, | - het bezoldigd vervoer van personen zoals bedoeld in artikel 4, § 2, |
2° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de | 2° van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de |
agglomeraties en de federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van | agglomeraties en de federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van |
21 augustus 1987; | 21 augustus 1987; |
3° het verkeersveiligheidsbeleid, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, XII | 3° het verkeersveiligheidsbeleid, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, XII |
van de bijzondere wet. | van de bijzondere wet. |
Art. 4.Dhr. Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke |
Art. 4.Dhr. Alain Maron, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke |
Regering, belast met klimaattransitie, leefmilieu, energie en | Regering, belast met klimaattransitie, leefmilieu, energie en |
participatieve democratie, is bevoegd voor: | participatieve democratie, is bevoegd voor: |
1° leefmilieu en waterbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, II, van | 1° leefmilieu en waterbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, II, van |
de bijzondere wet; | de bijzondere wet; |
2° energie, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VII, van de bijzondere | 2° energie, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VII, van de bijzondere |
wet; | wet; |
3° landinrichting en natuurbehoud, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, | 3° landinrichting en natuurbehoud, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, |
III, van de bijzondere wet; | III, van de bijzondere wet; |
4° het landbouwbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, V, van de | 4° het landbouwbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, V, van de |
bijzondere wet; | bijzondere wet; |
5° de Haven van Brussel; | 5° de Haven van Brussel; |
6° het ophalen en het verwerken van vuilnis, zoals bepaald in artikel | 6° het ophalen en het verwerken van vuilnis, zoals bepaald in artikel |
4, § 2, 1°, van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de | 4, § 2, 1°, van de wet van 26 juli 1971 houdende organisatie van de |
agglomeraties en de federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van | agglomeraties en de federaties van gemeenten, gewijzigd bij de wet van |
21 augustus 1987, met inbegrip, voor wat betreft de plaatselijke | 21 augustus 1987, met inbegrip, voor wat betreft de plaatselijke |
besturen, van het beheer van kredieten en acties inzake de reiniging | besturen, van het beheer van kredieten en acties inzake de reiniging |
van landschappen en plaatsen van bovengemeentelijk belang en het | van landschappen en plaatsen van bovengemeentelijk belang en het |
beheer van het aanvullend bijzonder krediet aan de gemeenten op grond | beheer van het aanvullend bijzonder krediet aan de gemeenten op grond |
van het specifiek programma voor de gemeenten inzake de openbare | van het specifiek programma voor de gemeenten inzake de openbare |
netheid en de initiatieven die hieruit voortvloeien; | netheid en de initiatieven die hieruit voortvloeien; |
7° economie, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VI, van de bijzondere | 7° economie, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VI, van de bijzondere |
wet, met uitzondering van: | wet, met uitzondering van: |
- de vestigingsvoorwaarden inzake toerisme en | - de vestigingsvoorwaarden inzake toerisme en |
- de buitenlandse handel, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VI, eerste | - de buitenlandse handel, zoals bepaald in artikel 6, § 1, VI, eerste |
lid, 3°, van de bijzondere wet; | lid, 3°, van de bijzondere wet; |
- de in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor | - de in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor |
militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de | militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de |
daaraan verbonden technologie, evenals van producten en technologieën | daaraan verbonden technologie, evenals van producten en technologieën |
voor tweeërlei gebruik, onverminderd de federale bevoegdheid inzake de | voor tweeërlei gebruik, onverminderd de federale bevoegdheid inzake de |
in- en uitvoer met betrekking tot het leger en de politie, en mits | in- en uitvoer met betrekking tot het leger en de politie, en mits |
naleving van de criteria die bepaald zijn door de Gedragscode van de | naleving van de criteria die bepaald zijn door de Gedragscode van de |
Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals bepaald in artikel 6, § 1, | Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals bepaald in artikel 6, § 1, |
VI, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet en; | VI, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet en; |
- de toekenning van licenties voor de in-, uit- en doorvoer van | - de toekenning van licenties voor de in-, uit- en doorvoer van |
wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor | wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor |
ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie | ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie |
evenals van producten en technologieën voor tweeërlei gebruik, | evenals van producten en technologieën voor tweeërlei gebruik, |
onverminderd de federale bevoegdheid inzake de in- en uitvoer met | onverminderd de federale bevoegdheid inzake de in- en uitvoer met |
betrekking tot het leger en de politie, zoals bepaald in artikel 6, § | betrekking tot het leger en de politie, zoals bepaald in artikel 6, § |
1, VI, laatste lid, 8°, van de bijzondere wet; | 1, VI, laatste lid, 8°, van de bijzondere wet; |
8° wetenschappelijk onderzoek, zoals bepaald in artikel 6bis van de | 8° wetenschappelijk onderzoek, zoals bepaald in artikel 6bis van de |
bijzondere wet. | bijzondere wet. |
Art. 5.De heer Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke |
Art. 5.De heer Sven Gatz, Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke |
Regering, belast met financiën, begroting, openbaar ambt, de promotie | Regering, belast met financiën, begroting, openbaar ambt, de promotie |
van meertaligheid en van het imago van Brussel, is bevoegd voor: | van meertaligheid en van het imago van Brussel, is bevoegd voor: |
1° financiën en begroting, met inbegrip van de financiën en begroting | 1° financiën en begroting, met inbegrip van de financiën en begroting |
met betrekking tot het geheel der agglomeratie-aangelegenheden bedoeld | met betrekking tot het geheel der agglomeratie-aangelegenheden bedoeld |
in artikel 53 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking | in artikel 53 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking |
tot de Brusselse instellingen; | tot de Brusselse instellingen; |
2° het openbaar ambt; | 2° het openbaar ambt; |
3° de gewestelijke statistiek, met inbegrip van de vertegenwoordiging | 3° de gewestelijke statistiek, met inbegrip van de vertegenwoordiging |
bij het INR, het NIS en het Agentschap voor patrimoniale informatie; | bij het INR, het NIS en het Agentschap voor patrimoniale informatie; |
4° de biculturele aangelegenheden van gewestelijk belang, | 4° de biculturele aangelegenheden van gewestelijk belang, |
overeenkomstig artikel 4bis, 3° van de bijzondere wet met betrekking | overeenkomstig artikel 4bis, 3° van de bijzondere wet met betrekking |
tot de Brusselse instellingen; | tot de Brusselse instellingen; |
5° het nationaal en internationaal imago van Brussel; | 5° het nationaal en internationaal imago van Brussel; |
6° de buitenlandse betrekkingen, de buitenlandse handel en de | 6° de buitenlandse betrekkingen, de buitenlandse handel en de |
ontwikkelingssamenwerking, zoals bedoeld in artikel 6ter van de | ontwikkelingssamenwerking, zoals bedoeld in artikel 6ter van de |
bijzondere wet; | bijzondere wet; |
7° stedenbouw en monumenten en landschappen, zoals bedoeld in artikel | 7° stedenbouw en monumenten en landschappen, zoals bedoeld in artikel |
6, § 1, I, 1° en 7° van de bijzondere wet; | 6, § 1, I, 1° en 7° van de bijzondere wet; |
8° brandbestrijding en dringende medische hulp, zoals bepaald in | 8° brandbestrijding en dringende medische hulp, zoals bepaald in |
artikel 4, § 2, 3° en 4°, van de wet van 26 juli 1971 houdende | artikel 4, § 2, 3° en 4°, van de wet van 26 juli 1971 houdende |
organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten, | organisatie van de agglomeraties en de federaties van gemeenten, |
gewijzigd bij de wet van 21 augustus 1987; | gewijzigd bij de wet van 21 augustus 1987; |
9° de in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor | 9° de in-, uit- en doorvoer van wapens, munitie en speciaal voor |
militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de | militair gebruik of voor ordehandhaving dienstig materieel en de |
daaraan verbonden technologie, evenals van producten en technologieën | daaraan verbonden technologie, evenals van producten en technologieën |
voor tweeërlei gebruik, onverminderd de federale bevoegdheid inzake de | voor tweeërlei gebruik, onverminderd de federale bevoegdheid inzake de |
in- en uitvoer met betrekking tot het leger en de politie, en mits | in- en uitvoer met betrekking tot het leger en de politie, en mits |
naleving van de criteria die bepaald zijn door de Gedragscode van de | naleving van de criteria die bepaald zijn door de Gedragscode van de |
Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals bepaald in artikel 6, § 1, | Europese Unie inzake wapenuitvoer, zoals bepaald in artikel 6, § 1, |
VI, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet en; | VI, eerste lid, 4°, van de bijzondere wet en; |
10° de toekenning van licenties voor de in-, uit- en doorvoer van | 10° de toekenning van licenties voor de in-, uit- en doorvoer van |
wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor | wapens, munitie en speciaal voor militair gebruik of voor |
ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie | ordehandhaving dienstig materieel en daaraan verbonden technologie |
evenals van producten en technologieën voor tweeërlei gebruik, | evenals van producten en technologieën voor tweeërlei gebruik, |
onverminderd de federale bevoegdheid inzake de in- en uitvoer met | onverminderd de federale bevoegdheid inzake de in- en uitvoer met |
betrekking tot het leger en de politie, zoals bepaald in artikel 6, § | betrekking tot het leger en de politie, zoals bepaald in artikel 6, § |
1, VI, laatste lid, 8°, van de bijzondere wet. | 1, VI, laatste lid, 8°, van de bijzondere wet. |
Art. 6.De heer Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse |
Art. 6.De heer Bernard Clerfayt, Minister van de Brusselse |
Hoofdstedelijke Regering, belast met werk en beroepsopleiding, | Hoofdstedelijke Regering, belast met werk en beroepsopleiding, |
digitalisering en de plaatselijke besturen, is bevoegd voor: | digitalisering en de plaatselijke besturen, is bevoegd voor: |
1° het tewerkstellingsbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, IX, van | 1° het tewerkstellingsbeleid, zoals bepaald in artikel 6, § 1, IX, van |
de bijzondere wet; | de bijzondere wet; |
2° de beroepsopleiding, overeenkomstig artikel 4bis, 2° van de | 2° de beroepsopleiding, overeenkomstig artikel 4bis, 2° van de |
bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse instellingen; | bijzondere wet met betrekking tot de Brusselse instellingen; |
3° de ondergeschikte besturen, het Gemeentefonds zoals omschreven in | 3° de ondergeschikte besturen, het Gemeentefonds zoals omschreven in |
artikel 6, § 1, VIII, van de bijzondere wet, alsmede voor het | artikel 6, § 1, VIII, van de bijzondere wet, alsmede voor het |
toezicht, zoals bepaald in artikel 7 van dezelfde wet, met inbegrip | toezicht, zoals bepaald in artikel 7 van dezelfde wet, met inbegrip |
van de stadswandelingen op gemeentelijke wegen, de gesubsidieerde | van de stadswandelingen op gemeentelijke wegen, de gesubsidieerde |
werken, de coördinatie van de gemeentelijke activiteiten, het beheer | werken, de coördinatie van de gemeentelijke activiteiten, het beheer |
van het Brussels gewestelijk herfinancieringsfonds van de | van het Brussels gewestelijk herfinancieringsfonds van de |
gemeentelijke thesaurieën, met uitzondering van: | gemeentelijke thesaurieën, met uitzondering van: |
- de Kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de | - de Kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de |
temporaliën van de erediensten; | temporaliën van de erediensten; |
4° de Commissie voor toegang tot bestuursdocumenten; | 4° de Commissie voor toegang tot bestuursdocumenten; |
5° de financiering en subsidiëring van de gemeentelijke | 5° de financiering en subsidiëring van de gemeentelijke |
sportinfrastructuur, overeenkomstig artikel 4bis, 1° van de bijzondere | sportinfrastructuur, overeenkomstig artikel 4bis, 1° van de bijzondere |
wet met betrekking tot de Brusselse instellingen; | wet met betrekking tot de Brusselse instellingen; |
6° dierenwelzijn, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, XI van de | 6° dierenwelzijn, zoals bedoeld in artikel 6, § 1, XI van de |
bijzondere wet; | bijzondere wet; |
7° de gewestelijke en gemeentelijke informatica en de digitalisering; | 7° de gewestelijke en gemeentelijke informatica en de digitalisering; |
8° het beleid voor administratieve vereenvoudiging. | 8° het beleid voor administratieve vereenvoudiging. |
Art. 7.De heer Rudi Vervoort en de heer Sven Gatz zijn samen bevoegd |
Art. 7.De heer Rudi Vervoort en de heer Sven Gatz zijn samen bevoegd |
voor de promotie van het nationaal en internationaal imago van Brussel | voor de promotie van het nationaal en internationaal imago van Brussel |
en de biculturele aangelegenheden van gewestelijk belang. Ze oefenen | en de biculturele aangelegenheden van gewestelijk belang. Ze oefenen |
samen het toezicht op Visit.brussels uit, ieder in functie van zijn | samen het toezicht op Visit.brussels uit, ieder in functie van zijn |
bevoegdheden. | bevoegdheden. |
Art. 8.De heer Rudi Vervoort en de heer Alain Maron zijn samen |
Art. 8.De heer Rudi Vervoort en de heer Alain Maron zijn samen |
bevoegd voor het uitoefenen van het toezicht op de Gewestelijke | bevoegd voor het uitoefenen van het toezicht op de Gewestelijke |
Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel (Citydev), ieder in functie van | Ontwikkelingsmaatschappij voor Brussel (Citydev), ieder in functie van |
zijn bevoegdheden. | zijn bevoegdheden. |
Art. 9.De ministers van de Regering worden, ieder voor wat hem of |
Art. 9.De ministers van de Regering worden, ieder voor wat hem of |
haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. | haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. |
Art. 10.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 |
Art. 10.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 20 |
juli 2014 tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers wordt | juli 2014 tot vaststelling van de bevoegdheden van de ministers wordt |
opgeheven. | opgeheven. |
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 juli 2019. |
Art. 11.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 18 juli 2019. |
Brussel, 22 juli 2019. | Brussel, 22 juli 2019. |
R. VERVOORT, | R. VERVOORT, |
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
bevoegd voor territoriale ontwikkeling en stadsvernieuwing, toerisme, | bevoegd voor territoriale ontwikkeling en stadsvernieuwing, toerisme, |
de promotie van het imago van Brussel en biculturele zaken van | de promotie van het imago van Brussel en biculturele zaken van |
gewestelijk belang | gewestelijk belang |
E. VAN DEN BRANDT, | E. VAN DEN BRANDT, |
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, | Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, |
bevoegd voor mobiliteit, openbare werken en verkeersveiligheid | bevoegd voor mobiliteit, openbare werken en verkeersveiligheid |
A. MARON, | A. MARON, |
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor | Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor |
klimaattransitie, leefmilieu, energie en participatieve democratie | klimaattransitie, leefmilieu, energie en participatieve democratie |
S. GATZ, | S. GATZ, |
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor | Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor |
financiën, begroting, openbaar ambt, de promotie van meertaligheid en | financiën, begroting, openbaar ambt, de promotie van meertaligheid en |
van het imago van Brussel | van het imago van Brussel |
B. CLERFAYT, | B. CLERFAYT, |
Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor werk | Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor werk |
en beroepsopleiding, digitalisering en plaatselijke besturen | en beroepsopleiding, digitalisering en plaatselijke besturen |